2018-02-11 Bali/Phils

ZONDAG 11 FEBRUARI 


On the road again…


07.45. Op weg naar Manila zit ik nu op Denpasar airport te wachten op mijn vlucht die om 8.35 vertrekt. We gaan er iets meer dan 4 uur over doen.

Ik heb daar een hotel geboekt op 4 km van Manila airport, want morgen vlieg ik door naar Palawan, waar (in het noord-oosten van dat eiland, bij El Nido) de mooiste natuurgebieden van de Filipijnen schijnen te zijn.

Eergisteren was het afscheidsdiner – tevens het welkomstdiner voor de eerste deelnemers aan de yoga 10-daagse die vandaag is begonnen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Mikaela bekeek de nieuwkomers met een mengeling van scepsis en nieuwsgierigheid.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gisterenmiddag vertrok ik na een roerend afscheid met Dimas en Mikaela uit Pantai Mas, met een minibus die hij ’s morgens gehuurd had om een gezelschap van zes mensen op te halen van het vliegveld: een rit van 4,5 uur. Dit was zijn tweede rit die dag – en een spannende!

Jammer wel dat ik Dayu, die inmiddels al wel op Bali is en gisteren vanuit de kampong waar haar familie woont naar Pantai Mas zou komen, net mis ben gelopen. Dat wordt dus pas in september dat we elkaar weer gaan zien, wanneer ze in Nederland workshops komt geven.

Het regende. met als gevolg dat het busje ternauwernood – met krijsende, slippende banden – de steile s-bochten in de smalle bergweggetjes haalde. Duizelingwekkende ravijnen met tropische oerwouden, dan weer links, dan weer rechts van ons (op de heenweg een week geleden was het donker, dus toen zag ik ze niet :-)). Eén keer haalde hij het niet en moesten we voorzochtig achteruit manoeuvreren voor een hernieuwde poging, waarvoor hij wat lucht uit de banden liet ontsnappen. Ondanks de schrikreacties van mijn lijf lukte het mij toch aardig om te genieten van het adembenemende natuurschoon en het vrolijke gebabbel van Mikaela. Wat een heerlijk kind! Zij had nergens last van…

Toen de ‘verkeerloze’ bergen voorbij waren raakten we in de drukke ochtendspits, wat natuurlijk weer niet opschoot. Dimas moest iemand ophalen van het vliegveld, maar ondanks dat hij na onze reis van drieëneenhalf uur aardig achter was op het schema bracht hij mij toch eerst naar ‘Grandma’s’, het hotel waar ik vannacht heb geslapen.

Ik moest de volgende ochtend om half zes op, dus nadat ik de spanningen van de reis onder een lekkere warme douche van mij af had laten glijden dook ik maar meteen het brede bed – en heb dus nog een flinke ruk van ruim zes uur kunnen maken.

 

.. and in the air…

11.37. Nu zit ik hoog in de blauwe lucht, vanwaar ik langzaam Palawan onder me voorbij zie glijden, hete eiland waar ik morgen naartoe vlieg vanuit Manila. Hier geen moesson, maar veel zon en een temperatuur van 26-30 graden.

De eerste anderhalf uur van de vlucht zijn snel voorbij gegaan, dankzij een interessant gesprek met mijn buurman Abdul Rachman, een gepensioneerde Electric engineer uit Saoedi-Arabië.

Hij neemt elk half jaar een paar weken vakantie en gaat dan steevast naar de Filipijnen. Hij had dan ook een schat aan handige weetjes en praktische suggesties voor mijn verblijf hier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15.00. We komen 20 minuten eerder aan in Manila, maar moeten vervolgens 30 minuten wachten voordat ze de slurf hebbeen aangesloten. Abdul haalt mijn cabine koffertje uit het vak, loodst mij behendig door de immigratie, de baggage claim en het wisselen van een paar Hongkong dollars die ik nog had heen en brengtt me naar de juiste taxistandplaats, waar onze wegen zich hartelijk scheiden.

De 4-km-rit naar de Shell Residences duurt 20 minuten – langer dan ik had verwacht – vanwege het waanzinnig drukke verkeer rond de luchthaven.

Het hotel blijkt een rechthoekig 16 verdiepingen hoog giga-monstrum met in de grote binnenplaats met zwembaden ‘onder architectuur’.

 

 

 

 

 

 

Bij de receptie duurt het even voordat ze mijn boeking hebben gevonden

 

 

 

 

 

 

 

en nog langer voordat mijn hostess Irish arriveerde (een soort Oosterse Pippie Langkous met een adhd-dochtertje), die mij naar mijn ‘hokje’ op de 6e verdieping van Toren D bracht, waar zij de verantwoordelijkheid voor had. Een pijpenlaadje met een aanrecht, een zitbank en achter een wandje een twijfelaar en een balkon met uitzicht op zwembaden op de binnenplaats van de ‘kazerne’.

 

Ik blijk haar de € 48,- van mijn verblijf cash te moeten betalen en dus ga ik voor een bezoek aan de flappentap weer met haar naar beneden, waar ze mij meteen de diverse winkeltjes, massagesalons, nail studios en restaurantjes in de arcade rondom de buitenkant van het ‘blok’ laat zien (een ‘reis’ van ruim een half uur). Het dochtertje rent heen en weer en blijft voortdurend jengelend de aandacht trekken van haar moeder, die daar bewonderenswaardig stoïcijns mee omging.

 

 

 

 

 

 

 

Voor gebruik van het zwembad moet ik haar € 2,25 betalen en een formulier invullen. Met dat formulier en het geld gingen we weer via ellenlange gangen en een paar liften naar het souterrain, waar we 20 minuten moeten wachten voordat de cassiè tijd heeft om het geld in ontvangst te nemen en een stempel op het formulier te zetten.

Maar nu heb ik dan toch mijn badpak aan en ga ik even te water om bij te komen van dit stukje bureaucratie.

16.00 uur. Dat was lekker! Veel ruimte om een flink eind rond te zwemmen. Goed voor mijn knie, die nog steeds oefening vergt. Weinig zwemmers.

 

 

 

 

 

 

Na een (lauwe) douche installeer ik mij in bed om naar mijn e-mail te kijken. Ik heb het wifi wachtwoord van Irish gekregen, maar hoewel ik daarmee inderdaad online kom, blijkt Google-mail zoveel kuren te hebben dat ik mijn pogingen maar weer staakte. Dan maar even mijn Galaxy en Macbook opladen die beide half leeg zijn.

Oh Boy…! De stekker van mijn stekkerdoos blijkt niet in de wandcontactdoos te passen. “Geen nood’, denk ik, en ik graaf mijn wereldstekkeradapter op uit de diepte van mijn grote koffer. Daar zitten allerlei plugs in, maar…. niet één die in het Filipijnse stopcontact paste. Dus: over een paar uur zit  ik zonder communicatiemiddelen!

Beneden, bij de receptie van toren D, weten ze me te vertellen dat ik mogelijk een adapter kan scoren in de Mall of Asia, en andere gigant ‘aan de overkant’, die tot 22.00 uur open is. De overkant blijkt een wandeling van een half uur te zijn langs een ‘wereldbol’,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

grote industriële complexen en loodsen, dan met een lift omhoog en via een eindeloze verbindingsbrug over een paar snelwegen  naar een super store van zes verdiepingen, waar grote mensenmassa’s rond krioelen en in rijen staan bij verkooppunten en poortjes waar je tassen worden gescand. Ik word van hot naar her gestuurd en binnen de kortste keren weet ik niet meer waar ik ben. Alles glittert en knippert en overal staan bij de honderden toko’s mensen die je naar binnen willen lokken.

Uiteindelijk kom ik op de tweede verdieping terecht bij Cyberspace, waar ik in een verkoelende Samsung Customer Service op een stoel beland. Een half uur wacht ik op mijn beurt vóór de zes helpdesks. Dan heb ik een aardig meisje, dat ook voor mij alle tijd heeft. Ze begint met mijn Galaxy op te laden (hier hebben ze wél een Europees stopcontact). Vervolgens legt ze mij uit dat ik voor een adapter plug bij Ace Hardware moet zijn, op de ground floor helemaal aan de andere kant van de Mall. Dus vraag ik eerst maar of ik op deze verdieping een prepaid telefoon- en internet card kan kopen. Dat blijkt aan de overkant te kunnen. Terwijl ik daar een half uur in de rij sta, laadt mijn telefoon lekker verder op.

Het meisje van de Samsung Customer Service verwisselt mijn Indonesische local card behendig voor de nieuwe filipijnse en laadt mijn tegoed van 1000 Mb op.

Ik bedank haar uit de grond van mijn hart – en dan begint de zoektocht naar Ace Hardware. Ook ditmaal word ik verschillende kanten opgestuurd, maar uiteindelijk vind ik deze uitgebreide zaak voor alles op het gebied van communicatie hardware. En ja hoor! Ze hebben een adapterplug voor mijn Europese stekker. Voor het luttele bedrag van € 1,50 ben ik weer communicabel! Ik vlieg de verkoper bijna om de hals. Hij geniet bescheiden van mijn dankbetuigingen.

Dit moet gevierd worden. Het is inmiddels donker en op de benedenverdieping – waar de ‘Food World’ is is de feestverlichting aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij een Syrisch restaurantje bestel ik een Griekse salade met een glas witte wijn. Hèhè, even ontspannen en genieten…

Nog een Tiramisu na en dan wandel ik – moe maar  tevreden – de lange weg terug naar het hotel. Daar aangekomen heb ik nog net 20 minuten om me op te frissen in het zwembad, dat om 22.00 uur sluit.

Ik plug mijn mijn computer in om op te laden, terwijl ik in bed met mijn Galaxy mijn e-mail correspondentie en blog bijwerk. Om 24.00 uur doe ik met een zucht van verlichting het licht uit en krul mij op in mijn twijfelaar.