Berichten

Wat mensen ervaren bij Yoyo

Ik ben zó blij dat ik jou en jouw werk heb leren kennen. Dit voelt voor mij als de kers op de taart, na een lang leven van zoeken en strijd.

Boudewijn van Berkum, Flower

 
You have always given me courage to follow my inner light.
 
Don Springer. Californië, – oud-leerling
 
Yoyo waarom?
 
Belemmerende gedachten aanschouwen
Beperkende overtuigingen doorbreken
Doorzien van patronen
Leven in vrijheid
In overtuiging
Verbonden
Met alles
En niets
Zijn 
Blij
Ik
 
Paul Leunen, Flower

 

 
“Die eerste ochtend samen met jou betekende een echt héérlijke vrije wending voor mijn leven.”
 
Kushad Huijgen, vriend en retreat-genoot
 
 
“Flauwekul dat stramheid komt door ouderdom” riep ik tegen Yoyo, “het zijn onverwerkte emoties”.
Ik had zo’n pijn in mijn bovenbenen en knieën. Met pijn mijn bed uitkomen, niet meer door mijn knieën kunnen gaan, niet meer met mijn knieën op de grond kunnen zitten, pijn in mijn bovenbenen met fietsen etc. En het ging maar niet over. “Ouderdom” riep mijn omgeving. Ik geloof er niks van, dacht ik. Ik was in ieder geval niet van plan me erbij neer te leggen en vanaf mijn 62e de rest van mijn leven met deze knieën door het leven te gaan.
In het verleden heb ik heel wat sessies bij Yoyo gedaan om mijn onverwerkte verleden op te lossen. Deze keer ging ik voor de pijn in mijn knieën en benen. Vijf sessies waren er nodig waarin ik mijn hardnekkigheid, schuldgevoelens en nog een heleboel meer tegen kwam. Het resultaat: een lijf dat jonger voelt dan ik me kan herinneren, yogaoefeningen die ik moeizaam deed gaan weer soepel. Ik voel me krachtiger en jeugdiger na door Yoyo onder handen te zijn genomen.
 
Ik loop weer zingend door het huis – en dat is lang niet gebeurd. Heerlijk!
Hulde aan Yoyo voor het werk dat zij verricht.
 

Francis Blokland, cliënte, intensive deelneemster

 

 
Thank you for an amazing healing experience and one that feels very important in ways I can and can’t imagine 
I would love to continue working with you.

A.B. – Intensive deelneemster

 

Dankjewel lieve Yoyo!

Het was weer heel erg fijn en ik ben weer méér blij dan bang.

N.M – cliënte

 

Je hebt me geraakt en klaarheid gebracht in de diepste onbereikbare diepten van mijn onderbewustzijn. Wat jij doet met mensen is magie. Het gaat duizend procent verder dan welke conventionele therapie ook. You are an amazing person. Ik dank je uit de grond van mijn hart.

L.E., Esbima-cliënt en Intensive-deelnemer

 

You changed my life.

I think I never really told you how grateful I am for having had you become part of my life’s experiences. I really am, very much so. It’s ten years ago that I joined the first ‘Sprong in het Diepe’ (‘Jump into the Deep’), which I found very horrible, I remember.

And from there my path of getting to know myself (again) really took an important pace and direction. It’s so good to have you as a friend and female ‘Socrates’!

Nina Spiri, Flower, Gardener

 

Tijdens de Bohemi-oefening voelde het alsof met een net alle shit die in mij zat via mijn borstkas en keel door mijn mond naar buiten werd getrokken, om plaats te maken voor een weldadige ruimte.

Bryn Karczag, Flower, Gardener en cliënt

 

Thank you so much for your amazing touch.

Eva Karczag,  cliente
 

Zojuist realiseerde ik mij, na het lezen in een boekje van Andrew Cohen, hoe moedig en radicaal jij je leven geleid moet hebben tot nu toe. Een enorm gevoel van respect kwam over mij. Ook een groot gevoel van dankbaarheid voor het voorop lopen en een werkelijk levend voorbeeld zijn voor de weg die ik wil gaan. Dank je Yoyo, dank je, dank je voor je bestaan en voor het zien en zijn van de ultieme werkelijkheid.

H. de B., Esbima-cliënt

 

Steeds vaker besef ik wat voor moois er gebeurt bij jou in Arnhem. Wat een bijzondere vrouw je bent en hoe je met zoveel kracht, wijsheid en liefde een uitnodigende bedding hebt gecreëerd voor zoveel kroost om te groeien,  zich te ontpoppen, te bloeien en gewoon te zijn.
Ik ben blij en dankbaar dat ik je ooit ontmoet heb en zoveel van je kan snoepen :-).

Hermien Pot, Flower en Gardener in opleiding

 

De Esbima-sessies met Yoyo zijn voor mij een verademing. In de soms pijnlijke aanrakingen ontdek ik dat het vooral mijn gedachten zijn die de pijn veroorzaken. Op die manier leer ik steeds vriendelijker met mezelf omgaan en wordt mijn lichaam zachter en opener. In dit proces heb ik de indruk dat ik niet alleen lekkerder in mijn vel kom te zitten maar dat het in mijn leven ook meer vanzelf gaat en dat vind ik heerlijk. Ik ervaar Yoyo in dit alles als een prettige ondersteuning met veel ervaring.

 Henk Fransen, arts. Oprichter ‘Genezend vermogen’

 

Ook nu weer een goed gevoel na onze vorige sessie! Ik slaap stukken beter! :-). Ben weer een stuk gezelliger en liever…

M.S. – Esbima cliënte
 

Gisteren een zalig familie feest gehad en ik wist niet dat ik zulke lieve broers en zussen had en dat ik zo veel van ze hield. En zij van mij!!
Een van de resultaten van de sessies bij jou. Alles stroomt! Ook de lessen en communicatie!
Dank je wel voor alle veranderingen waar je me bij geholpen hebt.”

T.R.-S., Esbima cliënte

 

Would love so much to be around you as I learn immensely from you. God bless your presence into my life! I am excited to be having one more chance with you.

E.K., deelneemster Flowering Intensive Bali
 

Bedankt, Yoyo, dat je er bent.

M.Z., Flower

 

Ik vind het heel fijn dat je me helpt zachter te worden. 
Ik voel echt dat als mijn spieren los kunnen/mogen laten ik zachter word van binnen uit.
Tot aan mijn botten zacht. En dat ik dan niet meer zo mijn best hoef te doen om me zacht op te stellen, omdat dat nu vaak alleen maar ‘aanpassen’ is.

Ik heb ook heel goed met mijn partner kunnen praten. Hij luisterde echt. Hij hoorde me echt.
Als ik dit schrijf voel ik het in  mijn buik hoe ik dat gemist heb.
Ik vind het heel erg fijn!

Ik ben op weg in de goede richting is wat ik voel.

Ik wil je heel erg bedanken dat je me hierbij helpt.
Jij bent niet ‘van de kerk’ maar bij jou voel ik Maria energie.
Er is een heel mooi lied : “All you need is mama’s arms”.

Maar dan kan je ook nog fantastisch begrenzen waardoor ik me super veilig voel, want ik hoef niet continu bezig te zijn met jouw grenzen bewaken zoals ik dat bij mijn moeder deed.
(Zo vaak schuldgevoelens omdat ik niet aardig was geweest of haar niet kon geven wat haar gelukkig kon maken).

Heel hartelijk dank met een diepe buiging voor jou Yoyo!

Ik zie uit naar de volgende sessie.

Babette – cliënte

 

2016 Myanmar/Phils/Hongkong/Thailand

TUESDAY, FEBRUARY 8

20160208_044652

10:00 local time.

Arrival at Bangkok International Airport after an 11-hour flight.
Time for an iced moccha/cappucino with whipped cream, before embarking on he shuttle bus to Don Mueang National Airport for my flight to Yangon.

It will take one hour to get there and my flight is at 4:20 p.m., so it seems like I have ample time.

 

 

IMG-20160208-WA0004

Don Muang Airport.

 

 

 

 

 

20160208_063717

 

 

 

 

 

 

IMG-20160208-WA0008

What a difference with sterile Amsterdam Airport!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8:15 p.m. local time

2016-02-10 14.26.43Arrival in Yangon (Thanlwin guesthouse ), after a challenging 2-week preparatory count-down and a smooth 26-hour journey.

 

 

 

 

Warm welcome. Chat (with Thomas, the French co-owner, and a couple of French guests) and tea.

Shower and light meal (pennyworth salad, rice and beer).
By 10:00 p.m. I thankfully drop into my (rather large and comfortable) bunk bed. For the time being there’s only me in a 4-bed dormitory, thank God) and instantly go into a coma.


2016-02-09 14.40.28

 

 

 

 

 

2016-02-09 14.40.00

 

 

 

 

 

 

TUESDAY, FEBRUARY 9

14 Hours later I wake up and snooze for another half hour.

I feel a light headache, which disappears after a bit of Yoyo-yoga (in-bed stretches).
Wifi works! So I read my e-mails and say hello to the new roommate who arrives at 1 p.m..  She’ll have an hour’s sleep and then leave for a round in the city. To-morrow morning  early she’ll be off to Singapore (where she works) and the Philippines (where she lives).

2016-02-10 14.26.15After a shower I join a small company from Bremen and Berlin for a late lunch at the long wooden table in the garden.

 

 

 

 

2016-02-10 14.27.23

No sounds of traffic. Just birds’ and people’s chatter. The temperature is soothing.

 

 

 

 

Back to bed for a siesta, before I head for the Yangon Yoga House near here, to present myself for the long-weekend retreat, which starts next Friday with a 6-hour trip to Ngwe Saung Myanman Resort at the seaside west to Yangon.

I have been invited to join a Yin-Yang yoga class with Jojo, the teacher and organizer , as a warming-up for the retreat. The studio seems to be close by (a 12-minute walk), and I have the address and a description of where exactly it is located, of but no one in the guesthouse can tell me how to get there.

Finally the host gives them a phone call and manages to find out where it is. Then he walks me to the main road, stops the first taxi and explains to him where to drop me off.
The small yoga studio is located next to a temple. A monk walks past.
A boy is driving his red toy car with his mother watching.

2016-02-10 17.10.03

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.07.19

A worker is preparing to plaster a delapidated wall.

 

 

 

 

 

Well, this is not a beginners’ class and I quickly realize how stiff the old frame has become with my sedentary life. I’m lucky I am in the back of the room,  so that the others don’t see my clumsy efforts to keep pace with the exercises. Soon I decide to give up those efforts, allowing myself to skip the odd asana and just give myself the stretches I feel my body needs and can handle right now.

Jojo is all elastic! Occasionally she comes by to give me a few hints on how to adjust a pose to my abilities.

After class we have a short exchange about the retreat. No need to worry: she will find ways to make me get the most out of it, without forcing. It appears that the group of participants has grown from 12 to 25. We’ll leave at six a.m. on Friday by private bus. A single room is no option, alas, as the hotel is fully booked. So I’ll share a double room with a roommate.

Off she goes, she must be quite busy so shortly before our departure.

In the dark I leisurely walk back to the guesthouse, enjoying the colorful lights and the sight of people going around their daily evening business.

In Thanlwin the three Germans I met this afternoon, Jochen, Helga and Britta, are chatting with a young Chinese guy, Sam, from Shanghai. I join them with water and a Singha beer – and receive some useful information on where to go and what to see in Mandalay, Bagan and the Inle Lake area.

Also I learn about Chinese (eating) habits – e.g. they like to suck fried duck throats for a snack – and the general situation in China as seen through the eyes of  Sam. He tells about a trick the Chinese use to get their tongue and musculature around the English pronunciation: reciting texts with a pencil between their teeth :-).

Around ten the Germans go off to bed and I continue talking with Sam about his travels, studies and work until his taxi arrives to take him to the airport, from where he is heading home with a stop-over in Hongkong.

After Sam is gone I also decide to have an early sleep.

 

WEDNESDAY, FEBRUARY 10

3:26 a.m. Wide awake since I went to bed. Had to see the bathroom for a pee four times – very silently, as to not wake up my roommates: a second one appeared to have arrived, lying in the bed on top of mine.  She is French and her name is Martina.

I silently put on a dress, pick up my laptop and sit in the garden. Mistake. I forgot there are mosquitos here, who apparently have not gone to sleep either… So I get back in and sit on the stairs in the corridor to write these words.

When my bum is getting stiff and my back starts to ache, I get back to bed and resume the supine position.

Lo’  and behold: as I get up I see a spraycan with mosquito repellent standing on a chest in the corridor! I have one myself in my luggage, but did not want to rummage through my suitcase in the dark in order not to wake up my roommates.

Well, I could go back to the garden now and sit in a comfortable chair – but no: jetlag tiredness is kicking in again, so I decide to lie down again. It is 5:00 a.m. by now.

No more sleep, however. The moment I am back in bed one of the roommates has to get up to catch her flight. When she has finished pottering around and has left I slumber till 9:30.

A hot shower helps to get into motion again. I join the people who are having breakfast at the long table and choose the continental options: coffee, toast, omelette and choice of jams.

After some chatting I get to work. The whole morning and part of the afternoon are taken by (vain) attempts to transfer the smartphone pictures for my blog to my new and still unfamiliar Macbook, and looking for ways to resize them. There must be a function in the Macbook that does that – but I cannot find it.

The apps that can do the job are either costly or look unsafe when free.

Finally I subside to a work-around: sending a couple of pictures to myself by Gmail. And discover a function in WordPress itself that does the resizing for me, be it one by one.

At lunch I share about my work with the other guests and tell them about my project to have short interviews with people during my trip, posing two questions only:

1. What, in your view, is the purpose, the meaning of life?
2. If you had only three wishes that would be fulfilled between now and your death, what would they be?

Martina is interested to be my first interviewee. We are both nervous and giggle a lot.
But it is a nice premiere…

2016-02-11 17.49.40In the late afternoon I look for and find a tailor’s shop in the maze of the colorful local market around the corner: one of my dresses needs shortening.

 

 

 

 


2016-02-11 17.49.09
It will be ready by to-morrow around noon, the woman gesticulates.

 

 

 

 

 

 

Then I have some time to look around in the main street, as I slowly head for the Yoga studio again. There is another yoga-class, this time for beginners, at 7:30 p.m.

Manila is an odd mix of wealth and poverty. Lots of expensive imported cars, mostly white, cruise the streets, .

2016-02-10 17.17.39

Next to that, workers are slaving away at the foundations of luxurious hotel giants…

 

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.18.34

Preparing decadent hang-out places for the rich.

 

 

 

 

 

 

2016-02-20 18.07.25

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.24.24

There are lots of well-groomed restaurants (this staff is just having a break)…

 

 

 

 

 

 

2016-02-11 17.51.51 (1)next to heaps of filth and clutter

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.26.21

and the stench of clogged gutters.

 

 

 

 

 

 

Here I belong to the decadent: before attending the yoga class I want to try out the blind Japanese masseurs in the studio next to Yangon Yoga House.

They are all busy when I arrive, but there will be a place for me in an hour. So I stroll around the area with lots of stalls and shops, looking for a place to sit, as it is hot and my feet are tired.

2016-02-10 17.13.45Then I see a tiny hairdressers’ shop. Hmm, I think I can use a haircut, so I go in.

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.23.02

The girl hardly speaks a word of English, but I mimic my wishes and se does a nice job.

 

 

 

 

 

 

2016-02-10 17.51.08

We are both happy with the result. She and her colleagues take pictures, I thank them, say goodbye and walk away – without noticing that I am still wearing the indoor flip-flops that they gave me. We have a good laugh as I change them for mine.

When I’m on my way again the girl catches up with me before I hit the road and shyly asks “Are you not going to pay me, Ma’am?” Indeed, I completely forgot… What a shame! It is only 2 dollars, and I offer her a good tip. She decidedly refuses.

 

 

 

 

 

 

 

 

In the massage studio I am given to the care of a tiny blind woman. The massage tables – two per unit – are close to each other with shabby curtains in between.

The massages are given through the clothes. The technique is a combination of firm quick pushes in the muscles and strumming. Very nice – sometimes painful – and extremely relaxing.

After an hour and a half  (8 dollars) I am ‘well-done’ and just in time for the yoga class, this time given by a tall Englishman, Max, with a clear, loud voice, who is definitely taking it more easy then Jojo for this basic class, which is nevertheless pretty tough for me.

On the way back I pass by a little Thai restaurant with a lively atmosphere, where I decide to have my dinner. They make a good ‘vegetable-fried-rice’ which I savour with a Myanmar beer. Half of the bottle I take home for later.

As I continue my walk back home it occurs to me that it would be nice to have my first cocktail at the Sedona hotel, just around the corner from my guesthouse. So I take a taxi – they are passing by, hooting to foreigners, ten per minute in this main street – and for 1000 Kyat (pronounce Tsjatt = 1 dollar) and let myself be deposited two minutes later at the grand front entrance.

I am being welcomed in style and guided to the bar, where the bar manager Mr. Kok Aung appears to be all in for a chat (he must be bored to death with just a handful of uninterested customers).

cocktailWhile I am sipping my cocktail, we have a conversation about life, work and Myanmar – as far as the horrible heavy hard rock band from the Philippines allows.

 

 

 

 

 

When I leave I promise to be back tomorrow, to continue our chat  at a time when the band is not yet active. In the lobby I am politely escorted to the exit by smiling uniformed staff.

 

2016-02-10 21.58.12At he entrance platform I look around and marvel at the view of the hotel’s surroundings.

 

 

 

 

 

 

That night I have a decent sleep of approximately nine hours.

 

THURSDAY, FEBRUARY 11

The morning is dedicated to having a local sim-card put into my smartphone. After searching for half an hour I give up and walk to the marketplace to collect my dress. It has not been shortened yet, so I have to wait. As I look around I see what I was looking for in the main street: a tiny shop with everything related to smartphones. The shopkeeper is asleep in a comfortable chair. I look at her for a while. A pity to wake her up. Eventually I decide to do it anyway.  She jumps up and is immediately available.  She appears to be the right person.

2016-02-11 13.27.55Her name is Goon and yes, she has SIM cards and knows how to install and activate them. A charming lady.

 

 

 

 

 

 

 

 

When we are done with the smartphone (everything works) she comes with me to help me find a T-shirt with long sleeves (for the mosquitos when we do yoga outdoors during the weekend) and a pair of slacks . We succeed!

 

2016-02-11 13.28.17Before we part ways we take a selfie and have a warm hug.

 

 

 

 

 

Meanwhile the dress has been shortened and I return home happily.

2016-02-11 17.51.15On the way I take a picture of one of the typical carrier bikes you see around here.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In the afternoon I have an interview with Jochen from Bremen. He is my second guest.

It is nice to hear him phrase in his mother tongue his view of what life is about. And formulate the wishes he would choose if he had only three that could be fulfilled between now and his death.

Early in the evening I meet Kok Aung again in the Sedona hotel bar and this time we can share more quietly about things close to our hearts.

He helps me with the ATM in the hotel corridor, but to no avail. Also here the ING Maestro cards do not work. And the pin of my Platinum Master card I do not know by heart. It is stored somewhere in my Dropbox, but during the short moments I have had internet connection I have not thought of tracing it.

We part as friends and he says he hopes to see me again during the brief periods I’ll be in the Thanlwin guesthouse between now and my departure to the Philippines.

Home again I share one last tasty meal of fried rice and vegetables with the Thanlwin ‘family’.

With the lively discussions it is near eleven when I retire to my room. The night will be short: My roommate Martina will have to get up at 3:00 a.m., I myself at 5:00 a.m., to be on time for departure from the Yoga House.

I sort out my luggage and make a selection for the journey that fits my  cabin suitcase. The big suitcase stays here until I’m back on Sunday evening.

Sleep does not come.  In between pees I toss and turn and watch the kaleidoscope of thoughts and feelings that come and go.

 

FRIDAY, FEBRUARY  12

With Kadry, a Thanlwin guest from Estonia who lives in Hong Kong, I share a taxi to the Yoga House. There, a company of about 30 backpackers is gathering. We are treated to yoghurt, muesli crisps and bananas and invited to pick a yoga mat and a block for the workshop.

The bus is an old model without any luxury. The head rests cannot be moved backwards. There is no toilet on board and Jojo announces that the first stop will be in three hours. I confide with her that I doubt whether my bladder will make it to that first stop. She laughs and says that in cases of emergency the bus will stop and I can crouch by the road side. Ah, I am relieved.

The ride over the narrow 2-lane countryside road is long (six hours) and bumpy.  I’m lucky to have a duo-seat for myself and happy to have brought my down pillow, so I can shift position and cuddle up against the window. Lots of traffic in the beginning, with the bus hooting all the time before overtaking a vehicle, later less and less. An endless panorama of shacks, huts, dry wastelands, forests and little villages passes by.

Actually, we have a stop after two hours and four hours. So I need not crouch by the roadside. Though when visiting the terribly smelly and dirty crouch-toilets in the stopping places  it occurs to me that I might even have preferred that…

Towards the end of the journey, the road winds and winds through hills and mountains for at least an hour.

When we finally arrive at our destination – the Treasure Resort in Ngwe Saung – around noon, we are elated. Immediately all the hardships of the journey are forgotten. What a magnificent place!

2016-02-15 09.22.18The lobby, the pool, the beach, the gardens, the lodges, the restaurant all radiate beauty and loving care.

 

 

 

 

 

 

2016-02-13 06.58.12

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-13 06.59.13

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-13 06.57.56We are given the name of our room mates and find them (I share the room with Elenor, a girl from Australia) and drop our bagage in the room.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-13 07.24.15

Then we get together (there are 27 of us) for the opening ceremony on the lawn near the tennis court,

 

 

 

 

 

2016-02-13 07.24.15 (1)

Jojo starts with a short meditation. Then we do an Aum and present ourselves, with playful non-verbal interactions in between.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jojo

2016-02-14 13.16.37I do not remember what exactly I said during my introduction, but in the next two days several of the participants will come to me with questions, intrigued by the kind of ‘work’ that I do – which results in interesting one-to-one and group conversations over lunch and dinner – and an interview with one of the yogi’s, Tara.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tara

2016-02-14 08.21.31We have our first full yoga session of an hour and a half at 4:30 p.m.. I really go for it – and have to pay for my efforts to keep pace with the others that night, with a sore ankle and an excruciating pain in the neck, which prevent me from sleeping.

 

 

 

 

 

SATURDAY/SUNDAY, FEBRUARY 13 AND 14

We get up early for our morning yoga-session, and this time I take it way more easy, sometimes stopping and resting or doing an exercise several times at my own pace.

2016-02-13 07.08.57During the breaks I swim and take naps and I am delighted to get to know people from so many different countries – Germany, France, England, New York, Australia, Japan, China, Estonia – most of them living and working in Myanmar.

 

 

 

2016-02-14 13.16.54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laura

2016-02-14 13.10.34

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Yoko

2016-02-14 13.01.01

 

 

 

 

 

 

 

Nicole

All these lively exchanges do not leave much time for my blog, e-mails and updating my website, so I’ll have to catch up on those later. Also, the internet connection is not working in the rooms and sometimes not even in the lobby or the restaurant.

Fortunately the last day some nerds in the group help me to make my smartphone – which is now provided with a local SIM-card – a hotspot, on which I can log in with both my iPad and my Macbook. That makes quite a difference!

When everyone starts packing for the journey back to Yangon all of a sudden I feel that I don’t want to leave yet. And immediately ask myself: “So why don’t you stay?”

It would just mean that I’d have to refrain from wanting to visit all three of the main attractions of Myanmar: Mandalay, Bagan and Inle Island.

I decide to drop Mandaly and stay two more nights, even though the rate for a single room outside of the package deal we had for the yoga retreat is far above the average I planned to spend on accommodation during my trip.

My colleagues are all jealous: most of them have to go back to work on Monday already. But they are also glad for me. We exchange addresses, I promise to think about a Flowering retreat next winter and there is a lot of hugging.

 

2016-02-14 14.06.14Then, together with the hotel staff, I wave them goodbye as the bus slowly gets into gear for the six-hour journey back home.

 

 

 

 

 

 

MONDAY, FEBRUARY 15

2016-02-13 07.00.16After a delightful sleep in my spacious single room I wake up at 8:15 a.m., rested and ready for a new day. I head straight to the vast sandy beach, where there is no-one to be seen at this hour, except for an occasional horseman riding the land wash and disappearing in the light morning fog which blends sea and sky. Where the lukewarm water is getting deeper I lie on my back and surrender my body to the gentle swell of the ocean. This is my favorite way of ‘dissolving’. Sea and sun and timeless, weightless floating.

 

 

2016-02-13 07.00.43I have an ‘after-swim’ in the magnificent pool, which I also have for myself: no families with children showing up yet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Then I take a shower, put on the lightest dress that I have brought and find myself a nice outdoor table in the shade for breakfast. Tea, toast, omelette, a bit of fried rice and sautéed Chinese cabbage, a mini-pancake with honey – and coffee to round off with. I have almost finished when the waiter surprises me with two platefuls of tropical fruit that have remained at the end of breakfast time. I can just manage to empty one plate. The other goes back to the kitchen.

At the front desk I pay for my bus ticket for tomorrow, top-up my SIM-card and ask for the hotel manager. I have to wait till eleven, because he is in a meeting.

2016-02-15 18.09.37Mr. Kyaw, the front office manager, is a small lean young man (28) with a gentle and earnest demeanor. He speaks fast and softly, in an English that I have to fill in with his non-verbal language.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I tell him that I was part of the yoga group and have really come to love this place. So I would like to discuss with him the possibilities of a 3-7-day Flowering Intensive retreat somewhere end of January next year.

Yes, it is possible: he could make a special package for us. Yes, we can fully open up our voices – in the tennis court and on the beach. And yes, the hotel can provide mattrasses for massage.

Within minutes we are engaged in a deep and intimate conversation about life in general, life in Myanmar and his personal life – and we laugh a lot. Even though Myanmar is by and large a Bhuddist country the people seem to not be very religious. If they go to the temples and pagodas at all it is usually to pray for things or for help and not so much to meditate and express gratitude.

Kyaw himself has discovered the benefit of meditation for fulfilling the tasks and responsibilities that his function demands. He takes time for it every morning for at least half an hour.

It reminds me of an Osho quote: “You should meditate every day for at least fifteen minutes. Unless you are too busy. Then you should meditate for at least an hour.”

I tell Kyaw about my 2-question film project – and he appears most willing to be interviewed by to and share his thoughts and feelings on the subject with the world. So we make an appointment for 5:00 p.m.

It is 12:30 now, so that leaves me time to catch up with my blog that has been seriously lagging behind because of the yoga programme, the ‘timeless’ social interaction with the participants – and the internet complications.

However, there is also the problem with obtaining Myanmar cash, as my kitty is quickly diminishing. Both my Maestro cards do not work in the ATM and I have not been able to check my credit card as I could not get to its Pin code, as it is stored in Dropbox, for which I need the internet (moreover, this hotel does not have an ATM, so no checking at all anyway). I have been told that I can pay my bill here with a credit card. But in case it should not work, the cash I have will not be sufficient , so I would have to change what I have in Euros and Thai baht to meet the costs, leaving me literally ‘destitute’ when I arrive back in Yangon.

Thus, after two hours of blogging (hurrah for Jessica, Jerome and Barbara who acquainted and helped me with turning my smartphone into a hotspot: no more internet problems!) and retrieving my credit card Pin code in the process – I decide to go in search for an ATM to see if it works.

2016-02-15 15.20.11The Reception girls tell me that the nearest one is in a hotel 15 minutes by car away from here. As there appears to be no taxi available, the only option I have is to go by motorbike with one of the hotel boys. My stomach cringes. Sitting at the back with my flailing robes, in the coastal traffic, without a helmet (they don’t do helmets here)?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

However, my desire to have clarity about my financial situation wins over my fear. So I pull my skirts together, firmly hold on to the slender boy and off we go. I keep telling myself to breathe and relax and merge with the movements of my driver.

Actually, the country road is not by far a busy as I feared and the breeze in my hair and around my body is very pleasant. My chauffeur’s driving style feels reassuring. Gradually I loosen my grip and start enjoying the ride. We pass several picturesque villages and a scarily narrow plank bridge and safely arrive at the hotel where they have the ATM.

The ATM is not in the hotel but in a narrow glass booth, fortunately air-conditioned. First I try again my Maestro cards (it says they DO Maestro cards here), but alas, ING Bank again appears to be the exception. So now the crucial moment has arrived in which will be decided whether I will spend the rest of my Myanmar days as a rich woman or a beggar. I must say that I have not used my credit card Pin code for years, so…

I opt for the maximum withdrawal, which is 300.000 Kyat (300 US dollars), press my code and…. wow! The machine starts rattling. I am a rich woman again!

Only just can I stop myself from hugging my driver (hugging is not a common thing in this country J), but he beams as he sees my joy and relief.

Back we drive and this time it’s pure joy!

2016-02-15 15.20.20After I have taken my driver’s picture (what a beauty!) and thanked him profusely, I go to my room to lie down for a bit before I have the interview with Kyaw.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-15 18.06.24It is Kyaw’s first time to be filmed in this way and he is a little shy. Nevertheless he makes a good – be it a little formal – story (I hope it is audible – I do not have a separate microphone yet). However, the real interesting talk starts when I put away the camera. Soon the laughter is back and we have a good time till about 6:30.

 

 

 

When we say goodbye he invites me for a party tonight. There is going to be a Karaoke competition with hotel staff from different departments in Myanmar on the tennis court where we had our yoga rounds. I have plans to eat out at the excellent local restaurant where we had the complimentary dinner with the yoga group, so I say I may drop in a little later.

First I have a drink of orange juice on the hotel restaurant terrace and then lie down for a little snooze.

Around 8:00 p.m. I go to the lobby to ask for a flashlight to light my way to the Silver Blue Sea restaurant – 8 minutes away. One of the girls, whom I half-promised to join her for a look at the party after my drink, comes with a huge flashlight, grabs my arm and decidedly directs me to the tennis court – where the crooning has already started an hour ago – while explaining a little eproachfully that she has been waiting for me all the time. Ah, poor thing… I should have dropped by to tell her about my snooze and eating-out plans…

2016-02-15 21.18.26Anyway, my appearance on the scene is heartily welcomed by Mr. Kyaw, who ushers me to one of the round guest tables and introduces me to a couple of officials and invites me for the buffet of soup, salad (fried) rice, chicken and cooked veggies, which has already been visibly frequented.

 

 

 

I seem to be the only foreigner here and feel quite honored to get this chance of having an inside taste of a local partying.

2016-02-15 20.32.28As I enjoy my dinner I watch the different singers doing their karaoke thing with their backs to the audience, reciting the text on the big screen. I walk to the front to take a few shots.

 

 

 

 

On the way back to my table I spontaneously start moving and dancing to the music (I have seen nobody dancing so far). Immediately people start clapping and cheering. I am surrounded by people filming and taking photographs. This must be something new to them!

2016-02-15 20.31.16

A little later it occurs to me that it would be nice to sing them a song as a token of my appreciation. I suggest this to Mr. Kyaw – and he is delighted. So when all the singers have had their turn and are waiting for the outcome, I take the microphone and sing them this little Osho song:

 

 

 

 

 

 

 

 

I love you
I love the way you move my heart
I love you
I loved you from the start
I love you
I love the way your smile
takes my breath away
I love you now
and I loved you then
and I’ll love you till the very end
of time


2016-02-15 21.03.57A warm applause is the response.  It is wonderful to feel the heart connection with this community.

 

 

 

2016-02-15 20.50.46After the winners have been proclaimed, a big cake is being cut and distributed for dessert. Then people start walking around to feed their loved ones and friends bits from their plate (apparently a local habit). I feel moved as lots of spoonful’s are also offered to me. My motorbike driver is one of those who express their appreciation in this charming way.

 

 

Then it is time for me to retire to my room and have a good sleep. Before checking out around nine tomorrow I want to have a last little float in the sea and swim in the pool.

frogMr. Kyaw escorts me with a flashlight across the dark lawn to my room . On the way we encounter a big toad in the grass. As it sits frozen in the flashlight beam I manage to take a picture.
Back in my room I have a nice hot shower and then sleep like a log.

 

 

 

 

 

 

 

 

TUESDAY, FEBRUARY 16

The morning unfolds according to plan. After my swim and a last tasty breakfast I am in the lobby a quarter to ten, all packed and ready for the bus that will pick me up for the journey back to Yangon.

Mr. Kyaw is there to see me off and surprise me with a goodbye present: a colorful paper parasol. I am almost in tears.

 

2016-02-16 13.31.30This bus is bigger and more modern but hardly more convenient. The seats are a bit more comfortable, though not adjustable. Also here, there is no toilet on board. Again my downy pillow is my saviour.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

The first hour I have the two (narrow) seats for myself and can sort of sprawl all over the place. As more and more passengers are picked up along the way, I have to pull myself and my stuff together, to make space for a young local to sit next to me. He immediately starts puking into a plastic bag. Once his stomach is empty, he seems relieved. He does not speak English, so no need to socialize.

I shorten the time by occasionally finding a position from which I can open my laptop and continue writing my blog.

2016-02-16 13.31.01

My bladder manages to keep up till the first stop (after 2.5 hours), where I buy a piece of watermelon, an apple and a corncob – and watch a hen with her chickens. The rooster plays hide and seek with a plastic basket that just fits.

 

 

 

 

 

We arrive at Yangon after five hours. That’s quicker than I expected!

However, the bus station turns out to be on the outskirts of town and it will take another hour+ and 15 dollars to get to Thanlwin by taxi. That’s a setback.

OK, let’s have a pee before we move on. Fortunately they have decent toilets here.

After a silent ride (no English spoken either by the driver or the other two passengers) I am happy to see the gate of Thanlwin guesthouse. I am cordially welcomed by the staff with an ice tea and a chat to catch up.

With Tjoh I discuss the various options for moving on to Bagan tomorrow. By bus it is very cheap, but a ten-hour ride – along relatively good roads. A flight will costs $ 110… OK, I’ll take the flight, because the idea of spending another day on the road does not attract me at all. Then, from Bagan to Inle Lake I may  have recovered enough to venture taking the night bus. However, to get back to Yangon from there on Saturday, I’ll grant myself another flight.

Tjoh gets to the agency by phone just in time before closure of the office. Unfortunately there are no flights to Bagan in the afternoon. I’ll have to get up at 4:00 a.m. to catch the six o’clock flight. That is going to be a short night…

The agent will have the tickets for my flights to Bagan and from Inle back to Yangon delivered tonight.

 

WEDNESDAY,  FEBRUARY 17

Now that the flight has been confirmed I can relax. Time to celebrate with a cocktail in the Sedona Hotel. I find my bar manager Kok Aung busy on the phone. After a while he greets me cordially, but I can see that he has a lot on his sleeve, so I urge him to continue doing what he has to do.

He assures me that he’ll be back and off he goes.

I slowly sIp my solitary cocktail and delicious crisps  in an empty bar with psychedelic light effects, occasionally exchanging smiles with the bartender.

Towards seven it is time to meet the lady who comes to deliver my flight ticket. I pay and leave, telling the bartender to give my regards to Mr. Kok Aung.

Back in Thanlwin the lady is not there yet, but a lot of new guests have arrived and I enter into a conversation with a Chinese and a Vietnamese girl, over a meal of seaweed salad and rice.

They are all ears when I talk about my life and work and want to know all about how to come to terms with oneself and how to  find one’s purpose in life.. As I am fading fast I give them my business card and invite them to stay connected about my retreats.

Meanwhile I hear that there is an electricity strike in the neighborhood and that the light at the dinner table works thanks to Thanlwin’s emergency generator

However,  the bed lights and the airco in the dormitory (3 bunk beds this time) don’t work and there is no hot water in the showers. Moreover,  the ground floor bed I had booked appears to be taken.

In the end things are sorted out and I get my booked bed allright.

It is stifling hot in the room and with only one dim emergency lamp on the ceiling it is hard to sort out my things and repack my bags. Fortunately Win-Win comes with a flashlight.

When the job is done I am too tired to take a (cold) shower and after having brushed my teeth and had a quick wash I am grateful to stretch out and then curl up.

THURSDAY,  FEBRUARY 18

Though sleep does not come and the heat is oppressive, I sort of rest and slumber despite the tossing and turning – until getting-up time: 4:10.

The taxi driver is punctual. The night watch surprises me with a boxful of watermelon pieces for the road – and together with a French couple we head for the airport by streets where at this hour there is little traffic.

We have time when we arrive and the French couple treat  me to a coffee. It is good , hot and strong.
Then we part ways, as we fly to Bagan with different companies.

The plane is relatively empty and there is no passenger next to me.
With a sigh of gratitude I sink into my pillow for the hour and twenty minutes that the flight will last. Unawares of the adventures and challenges that lie ahead…

Bagan is a small airport. As soon as I exit, two, three taxi drivers approach me. I pick the first one, an elderly man with a big nose and a friendly countenance.

During the 20-minute ride to the Zfreeti Hotel he tells about his work and family and informs me about e-bikes and e-scooters. For 35.000 Kyat he is also available with his car for day-trips, he says. I tell him that my preference is an e-scooter, which will allow me to roam about independently. He shows me a shop close to the hotel where they have brand-new bikes. It appears to belong to his daughter.
2016-02-18 11.18.24The hotel is situated at a sandy dirt road. It is 8:30 a.m. when we arrive. In front of the hotel the horse-riksha driver is patiently waiting for clients. The carriage look very light and elegant.

 

 

 

 

2016-02-17 17.18.27The spacious lobby is dominated by a huge wooden hippo. The friendly staff informs me that I cannot check in until noon. However, I can leave my bag in the store room and make myself comfortable.

 

 

 

 

When I look around I see that they do have a swimming pool. And oh… I left my swimming outfit in the big suitcase in Yangon, thinking that these four days no swimming pools would cross my way…

Well, maybe I can find myself a slip and T-shirt that will allow me to decently enjoy the refreshing waters. When asked, one of the front desk staff, a young man named Zaw, says he can come with me to the shopping street, which is close by. That seems to be a good idea. Then I can also rent one of those e-motorbikes.

We chat on the way. His English is remarkably good, though I have to get used to his pronunciation. He is 22, and has been working for this (Chinese-owned) hotel since three years. His family lives in a nearby village. They are farmers.

When we arrive at the e-bike shop I opt for a bright green one. But no, they insist on me having the newest model, which is blazing red – with the saddle still wrapped up in plastic. OK, I’ll go for that one. 5 Dollars for the whole day.

As I am still unfamiliar with the driving, I ask Zaw to drive us to the clothes store. He is an experienced motor bike driver, he says, so it feels sort of safe to climb up behind him and take the passengers’ seat. It is a bit scary, though, as part of the dirt roads are sandy and thus slippery. But I notice that Zaw is familiar with that.

The first shop does not have what we are looking for. This is a quiet dirt road and before we head on to the main road for the next shop, Zaw instructs me on how to drive the vehicle. It is amazing how completely soundless it is! And how easy to drive… Turn the key, accelerate with the right handle and whoosh – there I go.

For now I still feel too uneasy to have him behind me as a passenger. So he takes over and we head for the next shop.
There, after some rummaging in the stocks, the girl finds me a black T-shirt (with a golden imprint of a man’s face with a temple on his head on the front) that sort of fits me. I have my doubts for the red pants that complete my outfit, but as they have no larger items I decide to just take the gamble.

Now that we have covered the errands I really feel like a brunch and I invite Zaw to join me. He is not hungry, but will have a drink. There are three options for places that he suggests. The first two are still closed, so we land in the flowery courtyard of The Black Bamboo, where we are the only guests.

As we wait for our order (I have scrambled eggs and a mixed fruit lassie. Zaw takes a chocolate lassie) I ask Zaw to tell me a bit more about his life.

2016-02-18 22.40.04He is 22 and only has one elder sister who had her first baby a couple of days ago she. Yesterday he went to see her in the hospital. He lives in Bagan now, where he has rented a room with a family who lives a little outside town. He has a motorbike, but it right now it is needs repairing, so a friend gives him a lift from and to the hotel. Right now he has the night shift, which means that he works from 10:00p.m. till 6:00 a.mThen he tells me about his dreams and ambitions. He would like to go to Japan,  to work in a hotel or elsewhere in the tourist business. He thinks there is more money to earn there than he does in the Zfreeti, where he gets 75 dollars a month. That is more than what the average Birmese family has to get by with.

 

 

 

 

 

 

 

However, it would take an investment of approximately $ 6,000 to get started in Japan, a friend of his knows. So he has also been thinking of going to South Korea, which would only cost $ 3,000 to get started. The problem there is, that you have to pass an entrance exam in Korean.  He is willing to learn that language, but with his long work shifts in the hotel, there is not much time to study.

So, for the time being – to remain within his possibilities – he is aiming at becoming a tour guide. For that he already passed an exam in Yangon, which he failed, even though he thought his answers were as good or maybe even better than those a friend of his gave,  who did pass (probably – he thinks – because he paid $ 3,000 bribe money).

Actually, he is waiting for a second chance, because there is going to be another exam end of February here in Bagan, where there may be a little less corruption.

He has a Galaxy smartphone, just like me, but would love to have an iPhone, which so far has been out of reach, just like a good laptop, which would require at least $ 500.

When I show him my Macbook he is in awe. However, he does nor show any signs of jealousy. It is as if he accepts that in the culture where I live things are possible  which are far beyond realisation for most people in his country.

Meanwhile I have decided to stay another night at the Zfreeti – if that is possible – and that I am not going to take the bus tomorrow night, but will fly to Heho (that name reminds me of a tune in Snow White and the seven Dwarfs from the Disney film) the next morning.

Zaw knows a travel agency in the market street not far from here and offers to come with me. After all, he is free and does not have to work until 10:00 p.m. tonight.

So when we have finished our lassies – and me my scrambled eggs and toast – we head for the market street.

The agency is a small office. The friendly man at the desk says that yes, there is a flight to Heho the day after tomorrow at 9:00 a.m. Costs: $ 85.  Flight duration: one hour and ten minutes, OK, I’ll take it and save myself eight hours of bumpy roads during the night.

However, they do not accept credit cards. And the cash I have is not sufficient. No problem, the ATM and the Bank are next door and I have to top up my cash anyway to pay for my room.

Oh Boy…! unlike the ATM in Ngwe Saung at the coast, this ATM machine declines my MasterCard. So we walk into the Bank to see if I can withdraw money with my creditcard there. No, I cannot.

What to do next? I still have 125 Euros and an equivalent of € 110 in Thai Baht. So I can change those into Kyats. Not right away, though, because money changing starts at eleven and it is 10:30 now.

Zaw suggests that we go to another bank + ATM a little further on in the street, on the other side. Alas, this machine also declines my card – and the Bank is closed. Zaw does not give up. There is one more Bank, near the top of the street.

Here the ATM refuses again. However, there is a money changing desk that is open!

They do change money. But not Thai Baht. They look at my 125 Euros and hand me back the two tenner’s (‘That is a new version of your coin which our Bank does not support yet”) and the five Euro note: there is a tear and it has been glued with scotch tape.

But at least we have € 100 worth in Kyats now, so we can pay for the flight to Heho.

After we have arranged that, Zaw suggests that we drive to his house, ten minutes from here: he thinks it is safer for me if I wear a helmet when driving the e-scooter, so he will lend me his – as he cannot use it anyway until his motorbike has been repaired.

Zaw’s home is a little out of town at a sandy road. The people he rents his room with greet me cordially in their open living room and offer me a seat and a glass of water. A granny is sitting in a corner, watching TV. They do not speak English. There is a pile of sacks on one side of the room. It appears they have a distribution point for rice.

Zaw goes to his room and gets the helmet. However, the clip appears to not work properly. So after I have had a pee in the (clean!) crouching toilet (a we head for the neighbors across the road, to borrow the helmet of his friend who lives there.

general-aung-sanSmiling welcoming faces again. In the patio a whole gallery of photos, portraying the old president, general Aung Sang (murdered in the sixties by the military Junta), and his family.

 

 

 

 

 

 

Aung San Suu KyiAnd of course lots of pictures of his charismatic daughter Aung Sang Suu Kiyi (67, locked up in her home by the Junta for 15 and later another 7 years during her life) who won the elections last November with 90% of the population’s votes and is now running for presidency. Before March 17 this year it  will be decided if the law may be changed in such a way that her being half-English no longer stands in the way of her becoming the President of this country.

 

 

 

OK, we get the helmet – and it fits!

When we head back to the other side of the street we find that Zaw’s landlord has put the e-scooter – which was standing in front of the door, with my handbag on it (!) – inside. This care and helpfulness is very typical for the Myanmar people…

Zaw is going to sleep now. We’ll meet again tonight around 10:00, when his night shift starts. Now it is my turn to drive.
I say goodbye to the hospitable family and off I go.

Ah, what a joy to ride! Though I preferred the wind blowing through my hair, seated behind Zaw, the helmet does give me a greater sense of security now that I drive myself.

Without any problem I find my way back to the Zfreeti hotel, where I can check in now and pay for my room in cash.

2016-02-18 11.19.26I ask Zaw’s  slightly older colleague Myat Min if I can stay another night in the same room tomorrow. That appears not to be possible, but I can change to another room (superior) for a special rate of $ 70 instead of $ 90 (the room I have booked costs  60). I accept.

 

 

 

 

Then I am escorted to my room on the ground floor. A  nice, comfortable one, with two large beds, TV (all my hotels had TV so far, but apart from a quick glance in the first one I haven’t  watched any), airco and a bathroom. Before I take a shower I decide to have a swim. The newly bought T-shirt fits. The Bermuda pants… well,  with some dedicated effort I manage to wriggle my big bum and belly into them – and with the T-shirt over it it does not look too ridiculous.

The swimming pool is nicely decorated.

2016-02-18 10.39.55

 

 

 

 

 

 

2016-02-18 10.41.03

Once in the refreshing water (I am the only one using the pool, there are a few people sunbathing around it) it is pure bliss again. Effortlessly moving my body, floating on my back gazing into the blue vastness of the sky, time disappears and thoughts drift away.
After a nice hot shower (which floods the whole bathroom – that will dry up, however, in less than half an hour by this temperature) I unpack my bag and discover that I did bring my black swimming slip and bra… So all that shopping has been for nothing! Never mind, we had the fun of it.

Then I sit down to count the cash I have and make the calculations for the costs to come between now and Yangon.  It is a bit of guess what I shall need for:

–       tonight’s hotel bill of 70 dollars plus the laundry bill

–       the taxi taking me to Bagan airport the day after to-morrow (half an hour)

–       the taxi taking me from Heho airport to Inle Island (45 minutes)

–       the hotel in Inle Island

–       the taxi back to Heho airport

–       the taxi from Yangon airport to the guesthouse (half an hour)

Then there is lunch with Nora in Yangon, a taxi to Juliana’s house if I accept her offer to stay at her place – or the costs of the Thanlwin guesthouse is I stay there…

One thing is clear,  I cannot afford to pay $ 70 for staying in this hotel to-morrow night. I’ll have to find a cheaper place.

I get to work. Fortunately the Wi-Fi works, for a change. I surf the internet, find Booking.com and roam the offers for Bagan. Lo’ and behold: there is a brand new hotel, The Emerald, just outside Bagan, which offers single rooms for $ 35, including breakfast.. With shower, airco, TV. And even a swimming pool!

OK, I book it and then cancel my booking with Zfreeti for tomorrow. The rest of the afternoon I spend writing my blog – offline, as I cannot get internet connection any more.

Then I do my calculations again and find that even with the reduced fee for tomorrow’s hotel I will probably not make it to Yangon, even if I refrain from spending anything on eating and drinking.

I go to Reception, to discuss tomorrow’s transport to the Emerald – and my situation.

Myat Min, who is on duty, asks me if I want to do any sightseeing in Bagan. Well eh… I would really like to, but my cash situation does no allow it. I tell him that I have hardly enough Kyats to cover my costs till Yangon.  Besides that, all I have is $100,- worth of Thai money, which the Bank in the marketplace did not want to change.

His eyes twinkle. “You know, there is a money changer in the outback of Bagan, who excepts all species. And if you take a taxi there right now, you will be just in time to experience the sunset from a famous pagoda which is on the way.

Thus it happens. I get my view from the Pagoda just before the sunset and have a walk around the impressive old building, though I refrain from climbing the steep steps to the top

2016-02-17 17.58.10

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-17 18.05.33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-17 18.03.04

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-17 18.04.17

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-17 18.01.50

 

 

 

 

 

 

 

When I have savored this little taste of Bagan’s culture – as far as my preoccupied mind allows – and dusk is setting in, my driver takes me on a tour to the outback. Dirt roads, huts, bonfires in the open land, silhouettes of pagodas, individuals and  families preparing for dinner. A magic world.

By the time we arrive at a big souvenir shop it is pitch dark. A stern but friendly woman is busy helping a customer to change his foreign banknotes. Then she comes and sits next to me.

Apart from my Thai Bahts I still have my two new 10 Euro bills, which previously the Bank in the market place refused to change. This woman takes them, though she refuses – understandably the torn € 5 note with the tear and the scotch tape.

Wow! I am saved. The contraction in my stomach slowly releases.

I politely decline the woman’s request to buy some souvenirs (though I woud have loved to):I have to be really careful with my new cash kitty. Relieved and thankful I lean back in the taxi, while the driver takes me back to the Zfreeti.

There, Myat Min congratulates me on the successful operation. And he has a little present for me: a loaf of white bread and a whole cake in a plastic container… ‘To survive, in case you cannot afford meals tonight and tomorrow.’

Although in my new situation I am not in dire need any more, I am moved to tears.

In the evening I see Zaw again, who brings a friend. They come to my room and Zaw suggests that I save some cash by not taking the hotel taxi to the Emerald hotel tomorrow, but to go by e-scooter, with him driving and a friend coming with his motorbike to transport my bag. After that he will return the scooter to the rental shop.

Though my gut tells me that this is not a good idea – as  the new hotel is far away, we probably have to go by sandy roads and Zaw does not seem to have a clear idea of where exactly it is – I cannot refuse his generous offer.

We talk till late in the evening – and then I surrender to a deep sleep.

 

THURSDAY, FEBRUARY 18TH

The next morning I wake up with the familiar cramps in my stomach. I really apprehend moving to the other hotel by the means of transport which Zaw suggested.

Nevertheless, after a little swim and a nice breakfast on the rooftop I set out to the e-scooter rental, to prolong my rent with one day.

In the lobby Myat Min meets me. He has heard from Zaw about the expedition he has in mind – and just like me he does not think that it is a good idea. I can afford the hotel taxi now  – and he offers to take me to the Emerald Hotel personally, with a discount.

I feel sorry for Zaw, who was so spontaneously ready to sacrifice part of his day off to helping me out. Myat Min smiles and suggest that we give him a phone call. He speaks to him first and manages to convince him to give up his plan. Then he hands me the phone and I take time to let Zaw express his disappointment, console him and thank him for his good intentions.

We agree that he will come to see me tonight in the Emerald, for a goodbye-chat.

Great is my relief.

Meanwhile Myat Min has phoned to the bike-rental lady and a couple of minutes later she comes to pick up the e-scooter. I only have to pay $ 2.5 for the extra half day. Then he comes up with a suggestion for my stay in Inle Lake tomorrow night. He knows a family hotel, Nan Da Wan, which is good, close to the Lake and probably cheap. Shall he call them to check? Of course, that will save me time surfing the Booking.com offers again.

He calls – and then beams: $ 20, with shower, TV, Airco and breakfast included!  Well, that’s settled, then. As he confirms the booking, he also organises a pick-up for me from the hotel.

I have already packed. So I get my things, check out, pay for the laundry – I had a couple of clothes washed yesterday – and off we go.

Surprise! Zaw had asked Myat Min if he could join us to the Emerald, so that he knows for tonight where it is.  We pick him up near his home on the way.

After a cosy half hour ride we arrive at the beautiful Emerald hotel – which is absolutely out of nowhere and indeed brand new. Some of the premises are still under construction. There are only a handful of guests.

As I check in, my companions chat away with there colleagues of this hotel – apparently there is a lot to share and to laugh about – and when I am done we chat away together for another ten minutes before they return to the Zfreeti.

One of the staff takes me to my room – a nice one, and in spite of the lower rate no less comfortable than the Zfreeti one – and show me the swimming pool.

I unpack only what I need for this night and lie down on one of the beds for a while, to unwind and feel the gratitude for the course of events that has brought me here. This is a peaceful, silent place, with only the sound of birds.

Before taking a swim I answer a few emails from my smartphone and decide to do some blogging (the wifi works in my room!,) on my laptop, as I am lagging seriously behind and do not want to lose the journey details from my memory.

I look around for the brown velvet computer bag with my iPad and Macbook…. – and don’t see them. Oh my God… it is not there! Back to the lobby. Nope. Shit, it must be still in the hotel taxi then. I remember having put it behind the passenger seat, together with my handbag and the survival bag with bread and cake. When exiting from the taxi I grabbed the handbag and the survival bag, but forgot the most important part of my belongings…

Fortunately I have Myat Min’s phone number. The front desk lady helps me to call him. He is just back in the hotel. Has not seen the bag (it is dark and the floor of the taxi is also dark), but he will have a look immediately. I wait and minutes pass by in apprehensive anticipation…

There he is – and yes! He has found the bag. I heave a sigh of relief.

As Myat Min has to work till late tonight, he cannot bring the bag to me personally. But he will contact Zaw (who has gone home to sleep), as he is planning to come visit me tonight anyway.

Fifteen minutes later Zaw calls me on my smartphone (hurrah for local SIM cards). He will borrow a motorbike tonight (his own still being out of order) and will pick up my computer bag at the hotel before coming to see me around seven.

I can relax now. Blogging will be a bit difficult under the circumstances, but I manage to write a couple of paragraphs on my smartphone in an email that I will send to myself and then upload to my blog from my laptop.

When my arms and shoulders get tight it is time for an afternoon swim. I enjoy giving my sedentary body some nice aqua-exercise.  Then I lie down on one of the stretchers around the pool, to let the waning sun shine on me.

2016-02-18 18.04.19It is time for a recount, to see if I can afford some dinner in the upstairs restaurant with a wide view. Taking some slack for eventualities I come to the conclusion that I can spend the equivalent of ten dollars. No need to address the dry white bread and cake of my survival kit today.

 

 

 

The dedicated restaurant manager – who has asked me before if I was going to be his guest tonight and to whom I have explained my limited situation – is delighted to show me what all I can have for that amount. I seem to be his only customer tonight…

I opt for lentil soup, springs rolls, papadams and a beer.
Indeed, I am on my own here, till ten minutes later a young couple appears. They sit at the other end of the room.

Whoops…! I see myself overloaded with five spring rolls, a huge bowl of soup and a plateful of papadams… After the soup, one spring rolls, a couple of papadams and a Myanmar beer I am satiated. So I return to my room with a big doggy bag. On the way I check with the front desk if they have booked my taxi for tomorrow morning 6:15 a.m. My flight to Heho departs at 8:15.

It is almost seven. Zaw may arrive here any moment.

However, by 8:30 p.m. he has not shown up yet…  Slowly the contraction/worrying machine gets into grind again, spawning worst-case scenarios and suspicions: could he have overslept? Could he maybe not have been able to borrow a motorbike? Could he have had an accident? Could he have forgotten how to get here, or lost his way in the dark? Could he perchance have come to the conclusion that keeping the computers would be more gratifying than taking them back to me (here is my inner thief speaking)?

OK, I give him  call. Yes, he has managed. to organise a motorbike. He has collected my computer bag at Zfreeti’ s and is now waiting for a friend to join him to the Emerald. However, the friend also has to organise a motorbike. He expects they’ll be here around 10:00 p.m.

2016-02-18 22.58.45Finally it is 10:30 when they arrive. I am overjoyed and give Zaw a spontaneous hug. Then I shake hands with his friend, who appears to only speak two words of English but seemingly enjoys accompanying his friend on this expedition.

 

 

 

 

We go to my room and when I have offered them water, spring rolls (no, thank you) and papadams (OK, just a little bit) and we have had a little exchange, I suggest to Zaw that we spend our last half hour together upstairs in the empty restaurant with a filmed interview about the Two Questions.

2016-02-18 22.39.28He is a bit embarrassed, though visibly honored.  So, up we go – and while the two of us are at it, his friend keeps himself occupied with his smartphone.

 

 

 

 

 

2016-02-18 22.40.26Then it is time to say goodbye. Zaw says he has had a wonderful time with me. He will miss me… I thank him again for his big heart – and we promise to be in touch on Facebook.
That night I have a wonderful sleep…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FRIDAY, FEBRUARY 19TH

Breakfast starts at six, so I have fifteen minutes to gobble up a slice of toast with a fried egg and one with jam and swallow a cup of tea. The taxi is right on time and it takes me to the airport in less than half an hour.

 

2016-02-19 07.07.37The flight to Heho is only forty minutes. This a a very small ‘family’ sort of airport.

 

 

 

 

 

2016-02-19 13.25.43As soon as I exit into the arrival hall I spot a man with a big sign which reads ‘MS. YOYO’.  Ah, what good service! Bless Myat Min…
The driver appears to be the owner of the Nan Da Wann hotel. It takes longer than the flight to get there: forty-five minutes.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 09.17.05On the way he stops at a temple, giving me the opportunity the have a look inside and around.

 

 

 

 

 

2016-02-19 09.16.18

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 09.23.39In the courtyard a woman selling hats approaches me. Unfortunately I have to disappoint her: my cash does not allow me to afford such luxuries J. I do give her the small money I have, though. Then we sit together on a bench, join hands, smile at each other – and I am allowed to take her picture.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 09.18.31The inner sanctum of the temple is a – not too spectacular – golden Buddha statue. Amazing, all the devotion and handicraft that goes into adorning these places of worship…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 09.52.05We drive on and arrive in Inle. The Nan Da Wann is an old family bungalow hotel, a bit messy but cozy.

 

 

 

 

Two cheerful elderly women bid me welcome. What I did not expect at all: here I can pay with my credit card! Including the taxi pickups from and to the airport plus a possible boat trip on the Lake. All of a sudden I am a tourist again – with at least $ 50,- in the pocket – an average monthly Myanmar income..!

So yes, I rent a boat driver for the afternoon, who will take me in 45 minutes all the way from the northern part of the lake, where we are, to the southern part, where there is a Cat Sanctuary, which our yoga teacher Jojo said is a must-see. On the way back we’ll also visit a weavery and a temple.

To be sure, I insist on paying the bill total with my credit card right now. OK. I type in my code and we wait…. and wait… – nothing happens and the procedure is cancelled.  We try again twice – in vain. I look at my hostess in despair: if this does not work, I cannot possibly afford the excursion… She smiles reassuringly: to-night it will work – it is just the WiFi that has it’s whims.

I decide to trust her

2016-02-19 13.25.21The long, gondola-like boats with out-board motors are moored in a nearby creek. Our boat has just one chair standing in the middle. The driver is a slender young man. It takes a while for him to manoeuvre the boat past the other boats in the creek.

 

 

 

 

2016-02-19 13.42.35Then we enter a large canal that eventually opens into the vast wide Inle Lake. Before we take to it we stop to refuel. The girl at the landing has seen us coming and stands ready with the jerrycan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 14.05.14

The Inle Lake is famous for its floating gardens, patches of growth on the surface, with no land underneath.
2016-02-19 14.34.42On and around the lake a lively industry has arisen, manufacturing all kinds of products in little huts or in large compounds on stilts.

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 14.18.49I enjoy the fragrance of the water, the wind in my hair and the sun on my face, though after a while I have to protect myself from sunburn with my scarf.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 14.42.57It takes us 45 minutes of brisk sailing indeed to get to the flowery Cat Sanctuary, a heritage founded by Englishman David Boyle and his Burmese friend Yin Myo Su. They had to travel the world to find specimens of the original brown-furred cat, that had almost gone extinct in Burma.

 

 

 

Unfortunately I am too late for lunch (lunches here are special, I heard).

2016-02-19 15.03.01

However, I enjoy a video presentation of the project and one of the cat caretakers, a nice young lad, gives me a tour around the quarters where the lazy cats have their home and garden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.06.34

They started four years ago with seven cats – now there are 39.

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.05.34

A selection of them will find their way to serious careful breeders in the country.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.06.38

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.06.58

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.07.26

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.09.07When I have seen ik all, I go up to the restaurant for a beer and a view.

 

 

 

 

 

Then I join my boatsman and we sail on to the weavery – just around the corner from the Cat Sanctuary.

2016-02-19 15.33.53

Here they give demonstrations of the old trade.

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.33.56

It is fascinating to see how the woman extracts almost invisibly fragile fibers from the lotus stems, drapes them over a stone slab and – when she has arranged about twenty of them – starts moving her hands back and forth over the slab to roll them together, thus creating a thin thread which, intertwined with other threads by means of a spinning wheel, produces a yarn strong enough to be used for weaving.

 

 

2016-02-19 15.42.00This yarn is either used in its natural straw-like colour, or  dyed in brown shades obtained from different kinds of bark.

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.39.13

The people working in the weavery (mostly women, old and young) produce bags, shawls, tapestry and garments out of (a mix of) lotus yarn and silk.

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.51.54I hear that it takes a month of work to produce one scarf out of lotus stems.

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.53.18And from Zaw I learned that most workers in Myanmar earn between $ 30 and $ 50 a month, with which they often have to  a support a whole family…

 

 

 

 

 

2016-02-19 15.52.24Even so, when I hear from the manager that I can pay by credit card, I cannot resist the temptation to buy a modest lotus scarf. It costs a hundred dollars: three monthly wages…

 

 

 

 

2016-02-19 15.57.29On we go. We sail through canals connecting the ‘industrial’ areas to get to our next destination.

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.02.16 (1)

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.03.53

 

 

 

 

2016-02-19 16.02.41Our last visit on the way back is a giant pagoda/temple.

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.11.22

The roofed portal that leads to the stairs is lined with people selling food and handicraft of all sorts. Fortunately they are not as obtrusive as in India.

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.28.22I pay a small amount of money to an old lady and her family sitting at the foot of the stairs – to be authorized to take pictures inside. Monks, of course, are not to be photographed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.27.53

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.22.41The big hall is ornamented with gold and glitter.

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.24.57

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.22.02Around the elevated inner sanctum there are big rectangular containers filled with banknotes by people that hope to see their prayers answered if they donate money.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.23.29A flight of steps leads to the inner sanctum – a pile of big round gold-plated stones.

 

 

 

 

 


2016-02-19 16.23.53

I am about to go up, when I see a sign at the foot of the steps that reads: ‘Ladies are prohibited’. OK, I have seen enough :-). Time to go home!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.26.24Outside the temple, next to the entrance portal, is a big square. I take some time to enjoy the sight of a father and his little son who are feeding the doves.

 

 

 

 

2016-02-19 16.26.54

 

 

 

 

 

 

2016-02-19 16.47.23

On the way back we see rows of seagulls sitting on fences and poles, enjoying the mild afternoon sun – like I do, with the occasional showers of lake water caused by the speed of the boat cooling off my body.

 

 

 

2016-02-19 16.48.15

 

 

 

 

 

 

There is a bit of panic when – on taking leave from my boat driver, who has nicely manoeuvered us back into the creek – I discover that my glasses are missing: I must have left them somewhere on the way (fortunately I have a spare pair in the big suitcase). A little later, in the car that takes me back to Nan da Wann Hotel, I find them on the bottom of the front pouch of my handbag… Well, at least I have had my shot of adrenaline…

In the lobby  I have a chat with the two ladies, and they give me some advice about where I could have a nice vegetarian dinner (I can afford that now!). Then we try my credit card again and wow… this time it works! I can afford a meal now.

2016-02-19 19.06.02The Unique family restaurant, in a side street close to the hotel, seems like a nice place.

 

 

 

 

 

A whole company of aunties, grannies and cousins who were sharing a long table is just leaving. But for a couple of children who play around between the tables I am the only one there now. The owner’s shining motorbike is standing prominently in the dining room.

The pumpkin soup and buttered green beans with fried rice that they serve are excellent – and the two glasses of tasty local red wine make my dinner complete…

I return to my cosy wooden room with the one big bed covered with a flowery blanket, have a shower and then go for an early sleep: to-morrow at seven the hotel taxi will take me to the airport for my flight back to Yangon.

 

SATURDAY, FEBRUARY 20TH

After a cold shower (the hot water suddenly does not work any more) and a breakfast of pancake with honey and toast with omelette I curl up with my pillow on the backseat of the car that takes me to Heho Airport. This way I don’t have to watch the sometimes scary traffic manoeuvres  of the driver. We arrive largely on time. My driver, the hotel owner, refuses to accept the tip I am offering. We take leave cordially.

2016-02-19 02.46.40I find the in-check desk of Yadanarpon Airlines and get their sticker pasted onto my chest.

 

 

 

 

 

 

 

Then I hear that the flight has been delayed by… three hours!, because of a heavy fog in Yangon preventing ‘our’ aircraft from coming this way. Oh, what a drag… Now I have to cancel my lunch appointment with Nora (one of the yoga participants) in Thanlwin Guesthouse.

After a minute or so of frustration I decide to make the most of the situation.

I find myself a seat in a quiet part of the departure hall and pull out my Macbook. For half an hour I continue to update my blog (still off-line, as even in the airport there is no Wi-Fi reception). When I get stiff I have a little walk around.

Many passengers are sitting outside on the low walls surrounding the gardens in front of the airport.  There are hardly any flowers (but for an occasional bougainvillea), only dry grass, shrubs and low trees. I find myself a shadowy place under one of the trees, spread out my shawl, cover myself with my silk coat and snuggle up into my inseparable down pillow, after having set my alarm clock.

2016-02-20 19.09.57I snooze for half an hour, then sit upright against the tree trunk and give Nora a call. She grins and says that delays like this are pretty normal in Myanmar. No problem, we reschedule our appointment to 5:00 p.m.
Nora

I am happy we have settled that and I continue with my blog.

Sooner than I expected an officer comes by to collect the passengers for the Heho-Yangon flight. Hm, we are only two hours behind schedule instead of three!

It is an hour and a half to Yangon. We have a smooth flight and the taxi manages to get me to Thanlwin Guesthouse in less than half an hour, where I arrive around 2:00 p.m.

2016-02-20 19.39.30I am greeted like family by the staff . At the long table – it is deserted at this hour – I gratefully sip the ice-tea they bring me and briefly share my adventures with Tjoh. He is indignant that I did not call him a about the cash issue. He could have helped me out through the hotel network…
OK, that is good to know for next time. For now I am just happy to be ‘home’ again.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-20 19.40.35

 

 

 

 

 

 

 

 

I do have to settle one more issue, though: do I or do I not spend the night at Juliana’s (the yoga colleague who invited me to be her guest tonight; she lives somewhere in the suburbs of Yangon in a place that may be hard to find by a taxi driver early to-morrow morning). I discuss this with Tjoh. He says that probably it will be possible to hail a taxi on the big road near her home at that hour. And it is totally OK with him if I do not spend the night at Thanlwin. No, I don’t have to pay for the storage of my suitcase (broad smile).

Hmm… Let’s call Juliana and ask her what she thinks of it. Actually, on second thought she says that maybe it is wiser to stay where I am, instead of dragging my suitcases over to her place and then dragging them to the main road to-morrow morning. Much though she regrets not seeing me anymore and I regret not seeing her in her surroundings, we agree that we drop the idea. Hopefully we can make up for it if I come back next January for a Flowering Intensive.

Well, I can only say that that feels like a big relief. Now I can chill, leisurely repack my suitcases and have a shower and a snooze, before Nora shows up. The Thanlwin staff is also pleased. I’ll have to make do with a bed in the same six-bed bunk dormitory (where there are only three guests today) s last time, but that’s OK. The electricity strike is over, there is hot water and the airco is running.

When Nora arrives by taxi at 5:15 I feel refreshed and ready. For our meeting she has taken a break from the resume of a project she is working on, which she needs to finish this weekend. We have a nice conversation at the long table while I sip a Singha beer. It appears that she knows this neighborhood well: she used to live across the street from where we are now, when she first arrived in Myanmar three years ago. The guesthouse at that time was not there yet.

Nora is from Mainz in Germany. Her mother is Italian, her father is German. She works with an NGO which cares about the hundreds of thousands of internal refugees in Myanmar who have escaped the tribal combats and conflicts in the north-east of the country. She is particularly adamant to help women. Largely, women in Myanmar are a second-rate species, both in society and in religion. They have no rights, no voice and up north in the internal wars many of them have been abused, raped or tortured.  The refugees and their children live in abominable circumstances in camp with no facilities whatsoever. The NGO funds programs that help improve their situation and to integrate traumas.

We decide to take a walk and look for a place where we can have something small to eat. We land at the same Thai shop where I was before we set off to the yoga retreat.

Nora has a dumpling soup, I repeat the vegetable fried rice. Together we share a portion of fried shrimps and a beer.

Our exchange continues.  When Nora hears about the body/heart/mind work that I do she pricks up her ears and becomes very excited. Would it not be possible for me when next I come to Myanmar (if the Flowering retreat can be realised) to also join her to the refugee camps for a couple of weeks and to do something with the people there, to lift their spirits and improve their morale? She thinks that it might be possible obtain some funding for such a program.

Although I have no idea of what I can expect or contribute to make a difference, I do feel that something is stirring inside. I tell her that I’ll give it a thought, that I would need more information – and that we’ll be in touch about a possible project.

Before we walk back to the guesthouse, Nora has a farewell present for me: a little golden paper mache owl, the symbol of wisdom and prosperity in this country.
She walks me back to Thanlwin and we part ways with a big hug.

I spend the evening at the long table, where new guests are gathered.

2016-02-20 19.42.01First I take some pictures with Aye (Tjoh’s wife)…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-20 19.42.25

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-20 19.43.57…and my darling Win-Win (the delightful young head of staff).

 

 

 

 

 

 

2016-02-20 19.44.28

 

 

 

 

 

 

Then I have a chat with a German girl from Frankfurt and three French people.

When I have had enough conversation I withdraw to the dormitory, after having paid for my room – the beer is from the house – and checked if the taxi has been booked for seven tomorrow morning: the right time to get me to Yangon airport for my flight to Manila. My bags are all packed.

As I sit on the edge of my bed, a brown girl comes and sits on the bed opposite of mine. Her name is Bella and she appears to be talkative. I am tired and about to tell her that I want to go to sleep. However, she has an enthusiasm about her that wakes me up. She tells me that she is from the Philippines and will return home tomorrow. I tell her that I’m also going there. She is flying via Kuala Lumpur and I via Singapore.

When she hears about my life and work – and my (as yet unrealized) plan to give a Flowering retreat in the Phils in March, she jumps up and gives me a high five: as it happens she organizes workshops and retreats for yoga, personal development, healthy living and spiritual awakening. “Wow, for this March it may be too short a notice: you have to start spreading the news at least three months before the date. But if you come to the Philippines again next year I can surely help you to organise that for you!” Then she shows me flyers she has made for yoga retreats and other spiritual growth related activities.

I am happily surprised. Synchronicity? We exchange e-mail addresses and will be in touch. Then we go to sleep. She has to get up an hour earlier than I.

Soon I sink into a pleasant slumber.

 

SUNDAY, FEBRUARY 21

At 6.30 I have a shower a light traditional breakfast and a tea. The driver has already arrived. We have a smooth journey to Yangon Airport – there is not too much traffic on the road on Sunday morning.

2016-02-21 07.48.31At the check-in my suitcase appears to be 4 kg overweight, but with my clumsy charm I just escape from having to pay extra.
There is time to look around in the airport and have an Irish coffee.

 

 

 

 

2016-02-21 07.44.16

 

 

 

 

 

 

2016-02-21 07.52.22

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-21 08.32.28

From my place in the coffee shop I see a ballet of window cleaners.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

There is a little delay and we leave one hour behind schedule. Once up in the air we hear that there is more bad news: we are going to have another delay of approximately an hour in Singapore, as the airport will be temporary closed for entry (for reasons that are not clear to me). I do not have to worry, though, because my connection to Manila isn’t before 5.15 p.m., and it looks like I’ll have enough time to go to transfer and get my boarding card. My luggage will be sent on anyway, so I do not have to bother about that.

 

2016-02-21 12.33.41The young couple next to me slowly dozes off, hand in hand. Tucked into my pillow I follow their good example.

 

 

 

 

 

 

2016-02-21 13.33.06

On descending I see a lively traffic in the harbor.

 

 

 

 

 

2016-02-21 14.08.37Once landed in Singapore (a very nice airport by the way, with carpeting all over the please and beautiful decorations) is takes some time to find out where the transfer desk is and then it is a long, long walk to get there.

 

 

 

 

When I finally reach the place, there is a huge line waiting, which advances  at super snail speed. All the passengers seem to have problems and need ages to get their boarding cards fixed. I do get a bit uneasy now.  To calm my nerves I get out my laptop and put it on top of my pillow on the baggage cart, so that I can continue with my blog. That helps.

Finally it is my turn and I hand my passport and travel documents to the man.

“Where will you be going after Manila, and when?”, he asks. “I don’t know yet”, I answer. Probably to Hong Kong, in a week or three, four.” “Then I cannot let you on the plane, he says”, “You need a flight ticket to somewhere outside of the Philippines if you want to get in.”

I am dumbstruck. How is it that I did not know this? Leny had said that for the Philippines I do not need a visa. Oh, no, wait – in one of her e-mails she said something about having to prove that you’ll leave the country within a certain time… But I did not expect to have to do something here already.

The man looks at his watch. “I give you forty minutes to get yourself a ticket to wherever. If you don’t have it by then I cannot let you go.” “B-but where, and how?” I stammer. “There are free computers over there and you can book online with your credit card.”  He writes down the address of a booking site. “Can I have at least some help?” I plead. “Look at this line, Lady that stands in waiting. I have to get them all through the gate.” Indeed, there is a long line behind me.

With a pounding heart, a dizzy head and trembling fingers I proceed to work my way towards a ticket on the first machine that I manage to activate. “Keep calm, relax, focus”, I tell myself again and again. I have to go back to the man at the desk twice. One time to check the site address which has not been written legibly. One time to ask how long I can stay in the Philippines. 30 Days, it appears.

I find the website, book the cheapest flight to Hong Kong for March 20 with Air Asia for $ 160, fill in my name, address and mobile phone number and scramble in my bag for my passport number and credit card data. After what seems hours I get a message that the flight has been booked! I just have to wait for the final confirmation and must not leave the page. However, on top of the screen is a message that this pop-up page is going to close in 4 minutes. Meanwhile I realize that my local SIM-card is still in my smartphone – and the SIM-card for my Vodafone mobile phone number is in one of the zipped frontpockets of my shoulder bag – so they can’t sms me… I manage to put the original  in place two minutes. Then plop! – the screen gets dark and I am back on the homepage. With no final confirmation or booking number…

Exasperated I look at the desk. The man is helping the last passenger in the line. He sees me and asks what I have. “Nothing, I say”, and explain what has happened.

He calls the booking organization. I give him my passport. No, they have not received a booking just now.

“Shall we do it all over again one more time? I suggest hopefully. He rushes with me to the computer. We get to the site but this time the Air Asia flight I selected is no longer there and the cheapest flight is now $ 220, When he hears me say that I booked with Air Asia, he says that possibly the money may have been taken off my credit card by them. He runs back to his desk and calls them. “What is your departure time from Manila on the 20th?”, he asks me while waiting for them to pick up. I don’t remember exactly. “Eh… eight something”, I venture. There is someone on the line. He quickly explains the situation, gives them my data and credit card number and they start looking. Two minutes pass, three minutes… and YES! They found me. I am booked. I jump up and down for joy. A man at the next counter raises his eyebrows, then laughs.

My savior at the desk scribbles the booking data on the back of my boarding card.  “Am I going to make it? I ask. “Yes, he says. Just. Gate 20. Go!” I say: If it weren’t against your culture and against the rules I would jump over this counter and hug you here and now!” He smiles from ear to ear, hands me my documents and repeats: Now!” off I run, with my cabin suitcase, handbag and pillow.

He was right. I make it. Just as the gate is about to close after the last call I hand in my boarding card.

The flight to Manila is three hours and I need at least half an hour to recover. The stewardess grants my request to change my aisle seat. I had noticed there were several empty 3-seatrows and she gives me one. I heave a big sigh of relief. Now I can unwind, sprawl all over the place, and snuggle into my pillow.

After a smooth flight (the only incident is a man behind me who gets unwell and needs a doctor – there appears to be none among the passengers – but the crew take care of him, take his blood pressure and give him some medicine, after which he seems to be sort of OK) we arrive in Manila around 9:30 p.m.

The ATM machine accepts my credit card!  I withdraw enough Philippine dollars for the next few days, buy myself a local SIM card – which a friendly man helps to put into place – , head for the yellow taxis, which Leny had said I should take instead of the white ones, and show the diver the address. When we are on our way I give Leny a call, and another one 45 minutes later, when the driver cannot find the address – and then, there she is, standing in de middle of the street in front of their house, and we are in each others’ arms. Peerke is also there – and it feels like a homecoming.

2016-02-25 05.30.38
MONDAY FEBRUARY 22 – WEDNESDAY FEBRUARY 24

 

2016-02-22 18.44.15It is good to be with my old friends again and sit with them around the kitchen table.

 

 

 

2016-02-25 05.16.00The  three days in the rented office/house – which is their abode when they are in Manila – give me time to unwind. It is an old house with a lot of dark woodwork, in a protected compound.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 05.14.14

 

 

 

 

 

 

There are simple wooden crosses above the doors of every room (the Spaniards have successfully introduced Catholicism here a few hundred years ago) – and a ceramic Joseph and Maria with child adorns the staircase.
2016-02-26 12.09.50The owner of the house, Elgin, is the contractor who built the guesthouse in Bulalacao and will also build the Master house this summer.  He has his own room on the first floor – for when he is in Manila – and pops in from time to time during the day or night. This big shot is also an optometrician, entrepreneur and real estate broker – and owns lots of land, cows, plants and houses.

 

 

Right now he is running for mayor ship in Bongabon, a town at the east coast of Mindoro, two thirds of the way from Calapan to Bulalacao. The elections will be in May. He has two opponents, one of which is a famous musician. His dream is to improve the quality of life of the people who live there. Better education, better health care, better housing. One night we have a nice conversation about his work and mine.

2016-02-25 05.12.12I have my own bedroom with fan on the first floor.

 

 

 

 

 

2016-02-25 05.13.07The shower in the upstairs bathroom does not have enough pressure, so for showering we use the one on the ground floor.  There is no hot water, but the cold water is not very cold – and actually sort of refreshing with these temperatures (32 degrees Celsius).

 

 

 

2016-02-25 10.27.07There is a helper girl, Arly, who cleans, washes, irons and prepares the meals (mostly under supervision of Peerke, as she does not yet know about European – or refined Eastern – cooking. Her family lives in Victoria, a town south of Calapan on Mindoro, and she has a 10-year old daughter whom her mother takes care of while she works for Peerke and Leny each time they are in Manila. She will come with us on the boat to Calapan on Thursday 25.

 

 

 

 

 

 

 

Leny talks with her in Tagalog. She has learned the local language long ago, during their first time in the Philippines, when she started up schools for handicapped children.

The first night I cannot sleep and so I work my blog and e-mail till early in the morning. Then I slumber till about eleven. Peer and Leny have gone out for catering and I have my brunch served by Arly: tea and honey, yoghurt, a (sweet, sweet!) mango, toast and fried egg – sunny side up.

In the afternoon I have a siesta and in the evening my friends take me out for dinner, to initiate my birthday, which is to-morrow. The Japanese restaurant is a quality ‘all-you-can-eat’ place in a 4-storey Mega Mall, 1,5 km long and 150 m large, where practically everything you can think of is for sale. There are gigantic food plazas, smartphone and beauty departments – and the even have a skate rink.

Before we head for the Japanese restaurant we visit the print office where Leny has my poems printed in a picture book. She has been here many times, to prepare the layout and insert the illustrations. There have been multiple setbacks and misunderstandings during the realization of this project. However, tonight – they said – the first printed copy would be ready. A real birthday present!

 

2016-02-23 19.21.21

When we arrive at the booth this appears to have been optimistic. There are still a few questions and Leny spends ten minutes clearing the confusion.

 

 

 

 

OK, they will send the proof to her by e-mail tonight, so that she can do the last finishing touch before they really start printing tomorrow (we’ll find that none of this will happen – it will all take another week).

Up we go, to the Japanese food-paradise on the third floor – which also has a Philippino department with local food.

 

2016-02-23 19.30.46We are welcomed by two hostesses in Spanish dress (the Spanish influence is great here since the Spanish dominated the country between the 16th and 19th century).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-23 19.32.10Indeed, this is pure abundance.

 

 

 

 

 

2016-02-23 19.31.00

I walk around the buffets in utter astonishment over the variety of food presented here in the most creative and mouth watering ways.

 

 

 

 

2016-02-23 19.33.07

 

 

 

 

 

 

2016-02-23 19.35.28

Even the spiritual hunger is being provided for…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

The waiter comes to our table and asks if there happens to be an anniversary in our company.

2016-02-23 19.56.19Well, it is going to mine to-morrow – and when he has seen my drivers’  license with my date of birth, he announces that he has the pleasure to offer me all I can eat and drink for free! Peerke had planned to treat me to this meal, but of course we gracefully accept this offer.
2016-02-23 19.41.12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

After we have had several rounds of delicacies, the Spanish musicians that play in the restaurant come to our table to bring me a serenade.
I am asked for my favorite song and without hesitation I choose ‘Para bailar la bamba’. Immediately they burst forth with great enthusiasm.

2016-02-23 20.47.28

I cannot sit still, so I jump up and have a little dance around the floor. People clap and cheer and in the end I spontaneously kiss the musicians.

 

 

 

 

2016-02-23 20.47.36

 

 

 

 

 

 

2016-02-23 20.52.10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Then I head for the waiters who have bunched up around us, but they back away in terror, not used to this kind of intimacy.
Peerke and Leny are in a fit of laughter – and for the rest of the evening the tone is set.

2016-02-23 20.03.32

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-23 20.05.29

 

 

 

 

 

 

On the way back we cash a stack of money at the ATM of the mall – for our time in Mindoro (there are no cash machines there). Fortunately my credit card works here!

That night – with our tummies well-filled, we all have a good sleep.

My birthday passes in a wholesome calm and I have some undisturbed quality time for my blog and correspondence.
In the evening we pack our bags and  go to bed early, because the next day we leave Manila and head for the South.

 

THURSDAY, FEBRUARY 25

We get up at 5:00 a.m. in order to get out of Manila before rush hour (Manila is big: it has 12 million inhabitants. So it takes a while to come to the end of it, from the centre). The ride to the coast, where we shall catch the ferry to Calapan on Mindoro, will take two and a half hours. Peerke proficiently steers his sturdy four-wheel-drive, with Leny next to him. I sit in the back – with helper girl Arly at my side – , tucked into my pillow and drifting off to sleep from time to time.

2016-02-25 10.00.59At the harbor there is some hassle with forms and papers before we finally get to the line that leads us to the ferry that is ours (there are many!).

 

 

 

 

It takes another half hour before we can board. Amazing, the amount of cars and trucks these ferries can hold!

Upstairs we find our place in the rows of seats. Do we have to sit still for the next hour and a half?

2016-02-25 11.56.06No, we can go to the upper deck, which is more airy – and a lot windier – , from where we can have a nice view and get mesmerized by the tailspin of the boat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 10.26.15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 10.32.36

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 10.27.43

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 10.31.58

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 11.59.33

Before we land we have to go down to the car deck.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 11.59.59

We watch the ropes…

 

 

 

 

 

2016-02-25 12.07.17

and the mooring hands securing the ferry.
Then we get into the four-wheel and off we roll.

 

 

 

 

In Calapan, the capital of Mindoro (the seventh biggest island of the Philippines, about the size of The Netherlands) we first drop Arly, who will join her family in the neighboring town of Victoria, and is eager to be with her 10-year old daughter, who has been ill for the past three days.

Then we drive to a big store, where Peerke hopes to find a replacement for the little fan he uses at night to keep his head cool – and which does not work properly anymore.

2016-02-25 12.38.22He is happy to find one, and while he checks it out I take a few shots of the wares that are on offer here.

 

 

 

 

2016-02-25 12.38.58

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 12.39.48

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 12.41.45

 

 

 

 

 

 

Then we visit the (female) architect who has translated Peerkes designs for the Master house into technical blueprints from where the building can start this summer.

2016-02-25 12.53.06While Peerke is talking with her in their beautiful bungalow, Leny and I sit in the courtyard with her mother. A tiny 86-year old lady, bubbling with joy. We sit down and listen to her telling about her challenging life.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 12.53.25She has raised four kids – two girls and two boys – by herself, after she sent her husband away when it became clear that he could not stop frequenting the local cabaret and squandering his money on the booz and the prostitutes there.

 

 

 

 

2016-02-25 12.56.07She earned their living as a seamstress. They were so poor that sometimes they only had one meal per day – or nothing at all. At one stage she could only give them one set of clothes each, which had to be washed by the end of the day and dried during the night. Nevertheless she managed to have them all go to university.

 

 

 

 

 

 

 


2016-02-25 12.54.57
The sister of the architect became a social worker, one of the boys an accountant and the other one a clergyman.

 

 

 

 

 

By now is is about 1:30 p.m. Peerke and Leny are going to find me a nice hotel where I can stay for the night: The friends who are accommodating them do not have enough space for three.

 

2016-02-25 14.12.19

They drop me off at the Philippiniano hotel in a quiet neighborhood. It looks good, facing a cosy semicircular square with a couple of shops and cafés. We’ll meet in one of them this evening around 6:00 p.m.

 

 

 

 

I take the deluxe en suite room – with Senior discount it’s a reasonable price. Wow, they have a big swimming pool!

2016-02-25 14.35.09

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 08.51.29After a light lunch,  a swim and a shower I spread my limbs on the royal bed for a nice siesta. Aaaaah…  what a treat after this long journey!

 

 

 

 

2016-02-25 14.32.22

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 08.52.42

 

 

 

 

 

 

Peerke and Leny pick me up at 5:30 already. They have brought Robert the brother of Majet, one of their two adopted Philippine daughters (she and her husband now own the woodlands that have provided the tropical hardwood that most of the guesthouse in Bulalacao has been built with – and which will also be used for the Master house).


2016-02-25 18.27.07
Robert has also been one of their protégés and is now living a fulfilling life as a nurse in Canada, where he heads back one of these days.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-25 18.27.02We have a nice conversation, something to eat and a coupe of drinks.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Then we part ways, for an early sleep: to-morrow the journey continues to Bulalacao!

 

FRIDAY, FEBRUARY 26

I am all packed when Peerke and Leny join me at the breakfast table at 9:15 a.m., when I have almost finished. Meanwhile Dodong has arrived, Peerke’s driver: a dedicated young man from the Mangian community that lives next to their land (Mangians are one of the oldest tribes in the Philippines). He has come all the way from Bulalacao to take over the wheel and drive us all home.

First we head for the Calapan market, to cater for meat (Peerke is a meat eater, Leny a bit less and I even lesser).

2016-02-26 09.59.20I cringe when I see the raw facts of slaughter hanging shamelessly in the booths.

 

 

 

 

2016-02-26 09.57.40

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 09.58.58

2016-02-26 09.58.01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 09.59.58

So I focus on the little boy who is playing hide and seek with the tent cloth and then move to the other side of the street.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 10.00.40

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 10.02.36

2016-02-26 10.02.15There I take some nice shots in the supermarket…

.

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 10.03.53

… and have a chat with the staff.

 

 

 

 

 


2016-02-26 10.06.39

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

When Peerke and Leny have made their choices we are on the road again and drive for a couple of hours.
Our next stop is Bongabong, a medium-sized town, where Elgin (the Manila-house owner) lives and runs for mayorship. Peerke and Leny want to say hello and wish him good luck with the campaign.

 

2016-02-26 12.09.39We find him in his office, where he is doing his job as an optometrist. Quite a few clients in need of spectacles are waiting for their consultation.

 

 

 

 

2016-02-26 12.17.36Nevertheless, he takes time for us, proudly shows us his campaign poster, and tells his wife by phones  to prepare us a lunch.  Peerke would have preferred to drive on, but in this country you cannot refuse such an invitation.

 

 

 

 

2016-02-26 12.22.25 So we move to the little pavilion next-door…

 

 

 

 

 

…and enjoy the generous meal that is being served ten minutes later.2016-02-26 12.24.18

 

 

 

 

 

2016-02-26 12.46.49

 

 

 

 

 

 

2016-02-26 12.47.21

 

 

 

 

 

 

After lunch we have a look at the hardware store next to his private house, run by his wife.

2016-02-26 12.50.31Under a glass plate on the counter we find old photos of her and her sister (she is now middle-aged) – and a couple of antique Philippine banknotes

 

 

 

 

2016-02-26 12.50.53

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

Meanwhile Peerke has asked Elgin where he can buy a couple cows (this will save them a lot of grass-mowing). It appears that Elgin has a whole flock of cows and he immediately summons one of his boys to lead us to the fields where they are, on his motorbike.

Well, this certainly calls for a nice picture!

2016-02-26 12.58.46

 

 

 

 

 

 

When we have checked the stock we thank the boy and then we are on our way again.

We pass by the stone quarry (also one of Elgin’s assets) where Peerke and Leny have parked a container full of furniture from Jakarta – waiting for the big house to be built. The stony road to their house also originates from rocks that have been cracked here.

Then we move on to our last station before arriving ‘home’: the marketplace of Rohan, one hour north of Bulalacao.

Here we cater for vegetables – and I buy us a Magnum in the local supermarket.

The last stretch of the way the roads become emptier and emptier. The rice fields give way to small family huts in the bush, with banana trees, a couple of chickens and an occasional buffalo in a field.

Concrete roads are under construction to replace the  dirt roads: a government project to unlock the backlands, called ‘Farmer to market’. Peerke and Leny also profit from this. However, the last road leading down to their house on the beach is a stony and bumpy one all-right. Dodong carefully manoeuvres us down to the green gate with a sign reading ‘Private Property, no trespassing’.

Leny opens the gate and reveals the vista of  their little paradise-in-the-making: House of Winds.

2016-02-29 15.51.32

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 12.16.08This is going to be my haven until March 15.

 

 

 

 

 

 

SATURDAY, FEBRUARY 27 – WEDNESDAY, MARCH 3

2016-03-06 12.10.13In 2006 Peerke and Leny bought a piece of land (6 hectares) in a white sandy bay outside of Bulalacao, a township in the south-east of Mindoro (the 7th largest island of the 7000 that form the Philippine archipelago).

 

 

 

 

2016-02-28 18.06.36

There, some day when they would retire, their dream house – with a guesthouse next to it (they had the sketches ready) was going to manifest.

 

 

 

 

master house

 

 

 

 

 

 

Due to his demanding job with the UN it took Peerke till 2010 before he could create pockets of time to travel back and forth between Jakarta, Manila and Bulalacao and start preparing the grounds for building. There was no road, no water, no electricity.

 

2016-02-28 11.31.21It was a milestone when finally, in 2012, a gravel road had materialised and Elgin, the contractor, could begin to level the soil for the construction of the guesthouse. Then a 6-unit solar energy plant  was installed and pipes were connected to the village cistern, which collects rain water from the mountains.

 

 

 

20 Years earlier Majet, one of their two adoptive Philippine daughters, had started a big tropical hardwood plantation in Mindoro with her husband. Now the trees were full-grown – and due to a typhoon a lot of trees had been blown over.  These were transported to the site and sawn into the planks that were going to constitute most of the guesthouse, which was the first to be built.
2016-02-28 11.30.57Three years and a lot of hardships later, the guesthouse – and the swimming pool (which, because of the draught, has not been filled up till this day!) – were ready and when Leny retired from Terre des Hommes in the beginning of 2015 (she had been the director for the South-East Asia department of the organisation for years) and Peerke was slowly completing his last assignments, they put their stuff in a big container and said farewell to their cosy Jakarta home.

 

 

Before my arrival, on February 22, they had been in Bulalacao off and on (also rounding off their loose ends in Manila) since August 2015. Beginning 2016 they received their passports for their permanent stay as Philippine citizens. After their trip to The Netherlands – they take a break from all the hard work from April till July 2016 – they plan to take residence there, so that they can monitor the construction of the Master house (the guesthouse, for lack of monitoring, is having quite a lot major and minor imperfections), which may be ready by Christmas 2016.

 

Life in Bulalacao

The evening we arrive there is a strong wind whistling around the house. The Amihan rages irregularly between November and March and alternates with periods of stirless calm. When it blows, you cannot eat on the porch, because your plates and cups will be swept away. The stormy gusts are really frightening at times!

Also, it is Friday, and that is disco time for the Mangians ‘nextdoor’, a few bays up The pounding of the beat will continue till far after midnight.

Normally people go to bed around 8:00 p.m. and get up around 4:00 a.m.

Leny and Peer usually call it a day between 9:00 and 10:00 p.m. and rise between 6:00 and 7:00 a.m., to discuss the chores of the day with the workers (there are two boys and there is Tito, the caretaker, who lives with his wife in a hut a little up the hill near the guest hut and the geese/turkey den.

2016-02-28 04.07.52

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-28 04.09.54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-28 03.50.43

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-28 03.52.09

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-28 03.42.13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 16.13.43Dodong, the sympathetic and dedicated Mangian driver – adopted and ‘bred’ by Peerke – lives with his family in a small squatters settlement at the west end of the beach. Sometimes you can see their fires lighting up at night.

 

 

 

 

2016-03-03 16.56.27He is  standby all the time, for errands, catering and transporting people back and forth over long distances.

 

 

 

 

His brothers (he has a lot of them), most of them fishermen, can be incidentally called upon when there is need of a boats man, for a trip to one of the nearby islands.

 

2016-03-14 11.14.55

Judy, the (mostly) smiling and often singing Mangian helper lady, lives with her family in a hut village 15 minutes walk to the east. She has five children. Her  a 22-year old daughter, Develin sometimes fills in for her when she has district meetings usually appears around nine for the housekeeping.

Usually she shows up for work around 9:00 a.m. and then works till lunch.

 

 

 

 

 

 

 

It is nice to see the calm and grace with which she accomplishes her tasks around the house.

Though the Mangians are the oldest tribes in the Philippines and live under relatively primitive circumstances, one should not think that they are still walking around in loin-cloths with a bone through their nose. Also here the jeans, T-shirts and smartphones have penetrated the close-knit communities.

Gradually, as the days pass by, I adapt to my hosts’ sleeping/waking rhythm – including the siestas – , instead of working the whole night.

2016-03-06 06.17.58

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 06.16.56

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 14.14.15

 

 

 

 

 

 

 

Over the years, during previous visits to Kenya and Indonesia, I have had the privilege to witness how their relationship has unfolded – with ups and downs, through hardships and innumerable challenges – into the mature loving and un-clinging  partnership they have now, which allows them to realise this ambitious project. Here is a good example of how man and woman can effectively complement each other where they have learned to accept each other as they are.

2016-02-28 11.20.50

2016-02-28 03.47.45

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 08.05.29-2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-02-28 03.44.47

 

 

 

 

 

 

 

 

They discuss everything that is happening and needs to be decided or accomplished. They often shop together, take turns in cooking and basically do what  each of them is best at.

 

2016-03-10 12.26.37The transparent lukewarm  sea – just 50 steps down a light slope – has all shades of blue and green. It is always very calm, gently lapping the shore, sometimes close, sometimes a little further away, according to the tides. In the distance we see an island and behind that the mainland on the other side of the laguna.

 

 

 

2016-03-09 16.52.43There is a low reef approximately 30 metres from the shore. In front of that there is sea grass and a lot of stones. Peerke has had the boys clear a sandy corridor to the deeper waters  behind the reef, which makes it also easier for boats to land. It needs constant maintenance, because sea stars, slugs and sea urchins tend to sneak in.

 

 

 

2016-03-02 09.05.37We have to be conscious with energy use. The eight solar panels on the land suffice to provide the whole compound with electricity if we use cold (well eh… lukewarm J) water and do not squander it.

 

 

 

 

Water is a problem. It has not been raining for months – and probably will not rain until July!) and in the cistern that provides water for the village uphill and for this place the bottom comes into sight. People in the hut villages sometimes have to walk for hours to a place to get their daily supply.

Accordingly, for the time being there is no question that the big swimming pool next to the guesthouse can be filled up. In the worst case tanks of drinking water will have to be ordered.

The shower (I have my own bathroom next to my bedroom) has a large shower head, but the low pressure makes that only thin dribbles pour out. And we flush the toilet only after every other pee.

Recently my friends adopted a dog from Elgin. Her name is Sandy. She is a beauty and a honey and loves to be stroked and cuddled. When we are not walking her she is lying on the porch, secured with a long chain, to keep her from running wild.

When she comes with us to the beach she goes berserk, runs like a cheetah and jumps in the shallow water like a deer. For a long time she did not dare to swim. But after a few days all of a sudden after some frolicking in the shallow water she came after us in the corridor and discovered that she could! Now she is really enjoying her new skill and happily paddles away to and fro or next to us.

Luckily there are no mosquitos here. Nevertheless, over the weeks I collect quite a number of bites and sores all over my body. There are minuscule little flies that could be the culprits for the bites. But the sores – Leny has them also – are enigmatic. Judy, the helper girl, says they are from sabatis – a sort of tiny jellyfish. Indeed, with my snorkel on I remember one time I have seen  a transparent bulblike creature passing by.

Peerke and Leny take turns in cooking. I lay and clear the table.
Usually they eat meat and fish (like the Philippinos), sometimes a vegetarian meal.

Catering is not an easy thing. The market in Bulalacao town is about half an hour away and does not have a lot of choice. To do some decent shopping they have to go to Roxas, which is an hour by car. However, a lot of things are only available in Calapan, for which they have to drive four hours back and forth.

One thing there is never lack of is coconuts. I love the way they are being served, with the top cut off and a straw to drink the milk.

2016-03-09 16.02.19

 

 

 

 

 

 

After that they can be split and you can scrape the tender meat out with a spoon.

2016-03-09 16.11.01

2016-03-09 16.11.27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

THURSDAY, MARCH 3

Yesterday Peerke has left for a couple of days, to another island, where he has to check a Korean diesel installation for generating electricity and see if it is a system that may be used for a project with a French company, that he is working on.

Today Dodong takes Leny and me to the other side of the laguna. A five-hour trip on which we can see simple farmers’ life in the outback of Mindoro.

2016-03-03 15.35.46

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 15.42.13

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 15.37.36

 

 

 

 

 

 

After having taken in the atmosphere of the rural environment we land at the far end of the peninsula in an old fishing village.

2016-03-03 15.54.23

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 15.54.55

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 16.11.50

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 16.00.56

Here we have a Sprite in the kiosk…

 

 

 

 

 

2016-03-03 16.15.55

.. and a look at the curious local children.

 

 

 

 

 

2016-03-03 16.16.19

 

 

 

 

 

 

2016-03-03 15.55.50

— not forgetting the flee-infested village dog.

 

 

 

 

 

 

SUNDAY, MARCH 6

2016-03-06 09.48.26Yesterday Peerke has come back from his mission and he has to leave for Manila to do some serous office work on his project next Monday already.

So that call for a leisure trip.

To-toi, one of Dodong’s brothers, and his teenage son, take us by boat – with our snorkels – to the island in front of us, in the middle of the laguna, to see what the corals are like out there.

 

 

2016-03-06 09.48.41

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 10.03.28
2016-03-06 10.08.10The island belongs to Sandico, the man who also owned the land that they have bought. They could also have opted for that island, but the surf is much wilder there and you are very far away from everything with construction and in case of illness or disaster.

 

 

 

2016-03-06 10.29.31

Also, there are squatters (indiginous people who have lived there for generations, but do not have a legal right to be there when the land has been sold) that are very hard to remove. A couple of them have now built a complete ‘resort’ around a few huts.

 

 

 

2016-03-06 11.40.40

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 10.29.43

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 10.35.13

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 12.14.21On the way back we have a nice view of the guesthouse. It definitely stands out with the only red roof on the coast!

 

 

 

 

2016-03-06 12.14.33

 

 

 

 

 

 

2016-03-06 12.15.18

 

 

 

 

 

 

Tomorrow Peerke already has to leave us for a visit to an island where a Korean electricity plant that works on diesel has to be checked on its merits for the French project that he is working on. He is back after three days only for the weekend.

Right after that he will have to leave again, this time to Manila, to continue with the project (which looks like it is his last one).

But today he and Leny go on an important mission: to pick the two white bulls that are going to replace their Kawasaki grass mower. They come back happy, with the name of the two bulls – that will arrive next week already decided upon:  Kawa and Saki.

2016-03-06 18.36.35

That night we have our beer farewell beer & sunset on the beach – and Peerke lights the  pyre that he has been building up for some time.

 

 

 

 

2016-03-06 18.38.37

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

\

2016-03-06 18.44.11

 

 

 

 

 

 

And after that… pancakes!

2016-03-06 19.27.24

 

 

 

 

 

 

MONDAY, MARCH 7

After breakfast Peerke with his men take time to mark the outline of the master house, on the other side of the swimming pool. Soon the soil will be equalized and fallen trees from Majet’s land will be transported and processed here for all the woodwork.

2016-03-07 08.07.12

 

 

 

 

 

 

2016-03-07 08.01.27

 

 

 

 

 

 

2016-03-07 08.05.39

 

 

 

 

 

 

2016-03-07 08.06.37

Leny is watching…

 

 

 

 

 

2016-03-07 08.05.55

Giant and Putchi take it easy.
2016-03-09 08.18.56While Peerke is away, we shall see the boys patiently going back and forth, removing stones from the land and carrying them away in sacks every day.

 

 

 

 

 

MONDAY MARCH  7 AND TUESDAY MARCH 8

With Peerke gone, Leny and I have som quality together, in between her daily chores and my ‘working sessions’.

 

TUESDAY, MARCH 9 – SATURDAY, MARCH 12

We have visitors! Recently Leny happend to meet an old colleague from 20 years ago in a mall in Manila: Céline. She invited her and her husband to come over to Bulalacao and stay with us for a couple of days. We have to improvise, as the accommodation in the guesthouse is  limited. They do not have a problem, however, with sleeping on mattrasses in the living room.

Céline is a cheerful and talkative Philippina. And like all Philippinas  she is much concerned about her looks, particularly her skin and hair. In the three days that they share with us we see a whole array of elegant outfits passing by.

She has been living with Stanley (who is much older than she) in Victoria, U.S. for fifteen years. Her previous husband, with whom she has two children, died of cancer. They love traveling and have spent the last four months moving around The Phils, where they have a house in Manila. Mid-April they will return home.

2016-03-11 03.38.03Stanley is a Vietnam veteran, a real ironside, ex-counter-intelligence officer. He has a numb ‘charcoal foot’, as a result of chemical poisoning during the war, and walks with visible difficulty, dragging his leg which is supported by a brace.

 

 

 

 

 

I have never before met a convicted American Republican and it is interesting to see the world through his eyes and come to understand what made him adopt the conclusions and judgments that mark his view on life. He carries a gun, always alert for possible enemies and bad guys that could show up around the corner. He has a clear opinion on which part of humanity and which individuals in particular should be eliminated.

For hours he sits on the balcony, spying the horizon with his binoculars and speculating on what that boat over there near the island on the other side of the bay might be up to.

 

THURSDAY, MARCH 10

In the afternoon we have an excursion to Bulalacao village (we live half an hour’s drive from there), where Stanley will offer us a nice dinner. First we have a look at the market and do some catering.

2016-03-10 16.48.59

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 16.49.02

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 16.54.27

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 16.53.26

 

 

 

 

 

 

 

Then we head for South Drive, the restaurant that Leny has in mind…

2016-03-10 17.05.43… only to find that it is closed! However, the neighbors manage to find the caretaker, who then and there decides to open up and proceed, with the help of two girls, to prepare the dinners of our preference. The girls appear

 

 

 

That gives us time have a look at local life around the nearby harbor.

2016-03-10 17.08.05

2016-03-10 17.09.18

2016-03-10 17.07.59

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 17.14.30

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 17.16.25

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Back home, with our tummies pleasantly filled, we all feel like going to bed right away.

Before going to sleep I have a look at my  e-mail and find a message from Marijke Zilverberg, the close caregiver of Selma. Selma is one of the Flowers from the first hour – and a dear friend. She has been suffering from Alzheimer’s disease since over a year and with the diminishing of her memory she is becoming more and more dependent on others. It looks like she will not be able – even with the help of friends and professional care – to stay in her house for very much longer. Friends and family have found a small, intimate home for Alzheimer’s patients in Arnhem, where she can move to if needs be. Marijke has taken her there a couple of times for a coffee. However, Selma is adamant in not wanting to leave her home…

Marijke writes that lately she has insisted more and more strongly that she does not want to continue her life and would rather die then move to a home where she can see herself slowly becoming a zombie. So a procedure has started a couple of weeks ago to get the green light for euthanasia. Tomorrow the doctor will come with the final outcome. If it is positive, Selma would like to leave as soon as possible, which could be already next week Friday.

I am deeply shocked. In the picture taken from her yesterday she looks so happy and radiant…

Selma bewerkt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Though we do not see each other very often, she has been part of my life for so long – and when we meet we have such fun together that I can hardly imagine that she really wants to leave so soon…

On the other hand I can also understand that the increasing confusion and the prospect of withering away in a home are frightening..

That night I cannot sleep. Finally I sit upright and start a poem, which is finished at dawn I dedicate it to Selma and send it to her, with a picture of the pastel drawing I made of her a couple of years ago.

Selma en Willem cropped

Onder mijn huid

 

 

 

 

 

 

 

 

FRIDAY, MARCH 12

The next morning over breakfast I am happy I can talk about this with Leny and her guests.

To air my preoccupied mind.Leny suggests that we have a boat trip around the peninsula for a visit to another island. I think that is a good idea.

Water, however, is one of Stanley’s enemies (since he has that charcoal foot). So he does not join us on the boat trip. So the three ‘girls’ board together with Dodong’s brother Toh-toi.

2016-03-10 09.46.24It is choppy ride!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 09.57.33The coast becomes more rough and rocky.

 

 

 

 

 

2016-03-10 11.39.36In a little over half an hour we reach the island Leny wants to show us. A tropical paradise that once belonged to a wealthy man who built his own solid concrete landing and a couple of bungalows for the rich & famous who came to visit. All that is left now are the ruins of that landing and the houses he had built.

 

 

 

Now it belongs to ‘The Green Foundation’ – whatever that may be – and it looks like they are going to remake it into a som sort of luxury resort for tourist.  Right now there are only a few guards and caretakers, who scrutinize us, but let us be when they see that we just come for snorkeling.

Not for long though, as the current is strong and there are streams of very cold water.

2016-03-10 10.31.03So we sit in the shadow of an open hut and enjoy the view – and the snacks that Leny has brought.

 

 

 

 

2016-03-10 10.31.24

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 11.26.50

 

 

 

 

 

 

2016-03-10 11.40.09After we have had an explanation from the guards regarding the procedure for drying fish in the sun, it is time to head home and join Stanley again.
In the evening I hear that Selma has received the green light for euthanasia and will end her physical existence next week Friday. All kinds of emotions fight for supremacy. I decide to take time to feel and digest them all.

 

SATURDAY, MARCH 12

Though it was nice to meet Céline and Stanley, it is also nice to have the place for the two of us again. Leny is looking forward to the time when the main house is ready, so that both hosts and guests can have their own privacy. Indeed, I can use some space with myself, to come to terms with Selma’s imminent self-chosen death.

Meanwhile life goes on. For dinner coconut milk is needed

2016-03-12 12.22.55 I watch Judy nimbly grating the nuts.

 

 

 

 

 

 

SUNDAY, MARCH 13

2016-03-13 01.19.13

I watch Leny doing her chores, going up the hill several times that day, to discuss with the boys about the two cows that , .

 

 

 

 

 

 

2016-03-13 13.26.18

I lift one of the huge starfish from the water for a picture, and then place it back in.

 

 

 

 

2016-03-13 13.10.52

I marvel at the bougainvilles and the green wal that Leny planted around the house…

 

 

 

 

2016-03-13 09.53.41

and see the light of the sun creeping up towards the tops of the palm trees in the afternoon.

 

 

 

 

MONDAY, MARCH 14

Today the bulls Kawa and Saki have arrived. During the weekend the boys have built a thatched enclosure for them.
As yet I do not feel like going up to see them. I prefer doing my e-mail correspondence with all the friends who have heard the news about Selma’s oncoming demise.

 

TUESDAY, MARCH 15

Today, however, I feel like having a look and I join Leny on one of her walks up the hill, to make the acquaintance of the two new members of the family.

2016-03-16 03.21.52

 

They seem quite happy with their new surroundings.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-16 03.18.10

The next day I already see them walking free in the field next to the enclosure.

 

 

 

 

 

 

That evening, while sipping our gin-tonic, Leny and I enjoy another stunning sunset…

2016-03-15 18.29.13
WEDNESDAY, MARCH 16

Today, with Marijke, we have planned a skype session with Selma in the evening, to say goodbye.
However, at the supreme moment the internet does not work  – and we have to make do with a phone call.
She says she is looking forward to the end. Her body is aching all over.

20160311_131604She enjoys the bitter-sweet moments she has with friends who come to say farewell…

 

 

 

 

 

 

 

Selma en Yoyo

… and thanks me for the good moments and all the adventures we have shared…

 

 

 

 

 

 

 

Selma met Aloys cropped

Marijke will stay with her now day and night. Another dear old friend, Tine, will come over tomorrow and is going to be with her, together with Marijke, at the moment of passing.

‘All is well’, she says. ‘I am ready to go’.
In the evening I pack my bags. It is also my time to go… on the road again. Tomorrow we are leaving Bulalacao – after two and a half weeks, how time has flied! – and head for Manila, with a two-night stopover in Puerto Galera, a place in the north of Mindoro, where we may find a venue that is suitable for a possible retreat next year.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

THURSDAY, MARCH 17

Including the breaks, it takes Dodong a little less than eight hours to drive us from Balalacao to Aninuan Beach, west of Puerto Galera, where we have booked a cottage for two nights.

On the way we visit Majet’s (Peerke and Leny’s adopted daughter’s) tree plantation, to check the number of fallen trees that will be transported to Balalacao for the new house-t0-be.

2016-03-16 10.47.23

 

 

 

 

 

 

While Leny and Dodong do the counting, I amuse myself with a couple of baby goats that are frolicking around in the woods.

2016-03-16 10.53.21
2016-03-16 13.58.25After a nice lunch in Calapan, we pay a short surprise visit to the blood-mother of Peerke and Leny’s foster daughter Elisabeth.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-16 13.58.11She has six more children, who are also all grown now with have children of their own.

 

 

 

 

The whole family is living cosily together in a big2016-03-16 14.04.11 old compartmented wooden house. They are delighted to see us. We are invited to climb up a ladder to the jam-packed living room, where Leny has a lively conversation with them in Tagalog (a connecting language, which almost all Philippinos speak – next to their local language or dialect (there are some 300 of them!) , while we enjoy a drink of water.

 

 

2016-03-16 14.07.02

 

 

 

 

 

After having been waved farewell…

2016-03-16 14.11.58…and taken a picture of a very dogmatic Catholic church, which is against anything that can make life pleasurable…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

… we resume our journey and head for La Galera, from where it is another half hour to Aninuan Beach. We stop to have a look at and enjoy the freshness of the impressive local waterfalls that La Galera is famous for.

2016-03-16 15.14.38

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-16 15.10.11

2016-03-16 15.12.30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-16 15.11.53

 

 

 

 

 

 

 

Just before sunset we arrive at the hotel, where we are escorted to the beach cottage that Leny and I share.

2016-03-17 17.26.362016-03-17 17.29.18

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 17.28.35

The sea is at our feet…

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 17.27.24… and the ‘infinity’ pool next-door…

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 17.27.08

…as are the bougainville bushes

 

 

 

 

 

In front of us, on the beach, is the massage hut. The ladies are crowding around us and coaxing us to come in.
However, we decide to postpone our session till tomorrow.

After a drink on the beach and a nice dinner with Dodong, – who has his own room in the hotel – we have an early sleep.

The next morning after breakfast we go to the other side of the street and up the hill, to look for a couple that are acquaintances of Peerke and Leny: Monica (an African/Philippino lady) and Lars (a Danish architect). They have an NGO, ‘Stairway’, that offers programs to street children helping them to break free from a hopeless life in prostitution.

It has been a while since they last saw them. However, Leny thinks that they might also have ideas about a venue for a possible retreat – and she is also curious to see how they are doing.

 

2016-03-17 12.12.20It takes us a while, but finally we find Monica in their home (an stunning architectural master piece) above the centre. She welcomes us cordially and before we know we are in a deep conversation about life, her/their work, Leny’s time with Terre des Hommes and my activities.

We listen in awe when she tells about the hardships she has had to overcome when during her first pregnancy (21 years ago) she caught an infection that slowly paralysed her body completely. It took her eight years to get most of her motion faculties back and she is still improving slowly up till now.

For walking though, she still needs braces around her ankles – and her toes are numb. However, the passion for her work and the many ways in which she can use her creative skills in it have helped her to become the strong and vibrant lady that she now is.

She seems quite fascinated by what I share about my workshops – and it looks like there may be ways to somehow bring my expertise to use in Stairway some day.

 

 

2016-03-17 11.58.26

After she has shown us the house, we are invited for lunch.

Lars, her husband, is quite busy, because tonight the kids that follow a year program here will give a performance (conceived, choreographed and directed by Monica) for a group of volunteers from many different countries, who have worked and studied here for a couple of weeks.

In the coming months the show will be repeated for school classes and other interested groups.

 

On the way down to the restaurant we bump into one of the volunteers – who appears to be a dear old Terre des Homme friend of Leny’s.

2016-03-17 12.11.46

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 12.11.14Leny is dumbstruck and delighted.

They engage in a lively chat, interrupted by Lars who greets us and reminds us lunch has started.

 

 

 

 

2016-03-17 12.47.09While we are enjoying a healthy meal we see Lars giving directions…

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 12.50.08… and we meet one of the volunteers, who shares her experiences.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monica explains that most of the veggies that are served here come from the farm. Way up in the hills, half an hour’s drive from here, they have started an ecological project that helps the centre to become self providing. She warmly recommends us to have a look there, when we head for Calapan and Manila tomorrow. Meanwhile she invites us to attend tonight’s performance about environmental consciousness and the ensuing buffet . We gladly accept.

Before we leave we have a look at a group of kids who are making dreamcatchers. Bringing out hidden talents is one of the aims of the work that is being done here.

2016-03-17 13.36.43

 

 

 

 

 

On the way back we admire the colorful school bus that is standing in the yard.

2016-03-17 13.38.34

 

 

 

 

 

 

Back in our cottage we agree that it is high time for a siesta, digesting all the impressions of this morning.

When we have a nice snooze, we go for a swim – first in the sea and then in the pool. After that we finally head for the massage ladies.
2016-03-17 16.45.16It appears that next to their body treatments they have other things to offer: hand-woven friendship bracelets.

Of course, when waiting for clients the whole day, they need to have some sort of useful occupation…

I ward them off as they crowd around us, promising that I will take my pick after the massage.

 

 

 

 

 

 

Then Leny and I, side by side, drift away under the firm but gentle hands of our respective masseuses…

An hour and a half later, refreshed and relaxed, we face the other ladies thronging around us with their handicraft and pick a neat collection of colourful bracelets that will make nice presents back home.

 

2016-03-17 16.50.47

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 16.49.04

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 16.46.21

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 16.46.31

2016-03-17 16.45.24

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We are just in time for relishing our sunset beer  – and then we are on our way to the show that starts at 6:30 p.m.

2016-03-17 18.43.17After Lars’ prologue we are in for a wonderful surprise: it is absolutely stunning what these kids  – inspired by Monica –  have managed to create over the past few weeks. It is a stern yet playful indictment against deforestation and greed, and a solution/antidote as well.

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.46.11

I am breathless and totally absorbed by what is happening on stage for the next hour. The enthusiasm, the colours, the props, the costumes, the lighting, the songs, the dances…
2016-03-17 18.48.56

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.47.08

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.54.36
2016-03-17 18.52.54Monica’s 12-year old daughte Izana is starring as ‘The Lorax’, who is the protector of the trees and the surrounding environment. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

The OncelerHer counterpart is “The Onceler”, the ‘baddie’ who wants to destroy the environment due to his greed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.57.41

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.58.39

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.59.35

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 18.56.46

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 19.03.07

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 19.02.08… In the end he ‘baddies’  come to their senses and repent… The ‘ennemies’  get together and harmony is restored.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-17 19.04.26

All is well that ends wel…

 

 

 

 

 

 

After the show there is a nice dinner party – and live music that is so inviting that many of us – including myself – enter the stage for a dance and some frolicking. Later Monica’s 20-year old son, who has come over from Denmark, where he studies, informally plays the guitar off-stage.

Wow, wouldn’t it be nice to some day take part in and contribute something to this joyful community…

 

FRIDAY, MARCH 18

After another nice breakfast with scrambled eggs we pack our bags and head for Manila,which is at least another five-hour journey.

Nevertheless we decide to have a stopover at the Stairway farm, not realising what we are in for… The road winds up and up and ends in a track, where trucks are dumping sand for the construction of a new road to be (next to the farm there is going to be a weather station). Even the four-wheel drive has difficulty to get to where we have to get out and climb our way further up.

With Dodong’s help I manage to drag myself up the steep and bumpy path that leads to the farm.

Finally we arrive, breathless, and…. find ourselves on the rooftop of the world, with a stunning view of the countryside and the sea below.

2016-03-18 10.15.15The helper lady who welcomes us does not have a key to the old renovated farmhouse.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.42.27

So we first look around the premises, until the caretaker shows up.

 

 

 

 

 

What an exquisite place this is…

2016-03-18 09.42.34

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.52.09The view…

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.43.18

The group room.

 

 

 

 

 

2016-03-18 04.31.54

The shed.

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.45.15

The ‘back garden’.

 

 

 

 

 

The eco project

2016-03-18 09.45.46

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.46.12

 

 

… yielding nearly enough vegetables to feed the community…

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 04.40.56

The greenhouses in the valley.

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.47.16

Basic accommodation.

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.51.57

Kitchen

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.47.23

Watch dog.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 10.13.34

More accommodation in the attic.

 

 

 

 

 

2016-03-18 10.12.00

Another kitchen.

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.55.41

To the main house.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.52.38View of the main house.

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.54.33

The ‘front garden’.

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.50.59

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 09.56.46

Outdoor kitchen in progress.

 

 

 

 

 

2016-03-18 10.22.56After having seen it all, thanked the kind ladies and had a chat with the medical doctor who has just arrived (there is a small clinic in main building) we scramble down the hill – in a slight state of overwhelm –  to where the car is parked.

 

 

 

 

 

 

 

 

It takes Dodong some clever and careful maneuvering to turn it, but he manages – with the help of a few Mangians (visibly a different breed from those in Bulalacao) who live there.

On we go, full speed direction Calapan, where Dodong just makes it to the 12:15 ferry to Batangas.

 

2016-03-18 12.26.31Bye-bye Calapan…

 

 

 

 

 

2016-03-18 12.27.37Bye-bye Mindoro…

 

 

 

 

 

 

An hour and a half later we are on the road to Manila, where Peerke is awaiting us with two colleagues, Heinz from Germany and Cyril from France.

2016-03-18 17.36.40The board navigator deceives us (to Dondong’s great amusement) which become particularly clear when we enter Manila. We get hopelessly caught up in the peak hour.

 

 

 

 

In between the rows of cars children and adults try to make a living by selling newspapers and snacks.

2016-03-18 16.44.35

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 16.46.07

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-18 17.44.22Leny becomes more and more exasperated: each time it looks like we are close to where we need to be, we appear to be moving in circles.

 

 

 

 

 

However, we finally make it just before dark.
And with a warm welcome from Peer & Company, and a beer around the kitchen table all misery is forgotten and we can relax again.

omslagThen, tada! There is the long awaited birthday present, collected by Arly from the Mall: a copy of the illustrated collection of all the poems I have been able to retrieve, which Leny has been working on for months. It looks stunning… Though there are a few flaws in the lay-out – and the typecast is not always readable against the background of the illustrations, it is nevertheless a genuine piece of art and will serve as the foundation for an improved version. I am delighted!

 

 

 

As yet they are in Dutch. Translating poetry into another language is not an easy thing to do. But who knows… I may get to that some day!

vuilnisbak

 

 

 

 

 

 

 

 

bubblegum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

luister m'n lief

 

 

 

 

 

 

 

 

balance

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

clowns

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

relatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zwaan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over a wholesome meal, prepared we exchange experiences and make jokes.

Then the hour of 8:30 draws closer. We share the story of Selma’s decision to put an end to her life today. It takes the conversation to a deeper and more intimate level. And when the time is there, we all raise our glasses – to Selma’s passing and to the mystery of life and death.

Selma laatste foto cropped

 

 

 

 

 

 

 

Selma, enjoying her last cigarette, two hours before leaving her body

 

We sit intimately together for another half hour, finishing the bottle of wine, before we we break up for the night.

Because of our two guests I have a different bedroom now, with a fan instead of airco. Nevertheless I have a sound and dreamless sleep.

 

SATURDAY, MARCH 19

After breakfast we say goodbye to Heinz, who is leaving. Cyril has a few more hours to go and heads for the shopping mall, to gather some gifts for the family in Lyon.

We invite our outstanding masseuse Glenda again, for the three of us. While waiting for my turn I tend to the emails and Whatsapps around Selma’s departure. I can feel the strong bond of friendship traveling through time and space.

2016-03-19 17.57.27After we have all had our bodies straightened out, we decide to round off our time spent together the same way we started: by having a gorgeous meal at the Japanese All you can Eat in the Mega Mall.

 

 

 

 

On the way Leny collects two more copies of the poem collection, that she will bring when they come to Holland on April 21, for a 4-months holiday.

2016-03-19 18.59.06

Then the celebration can begin…

 

 

 

 

 

 

2016-03-19 19.12.19

… Embarrasment of riches…
2016-03-19 19.12.41

 

 

 

 

 

 

2016-03-19 19.00.04

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-19 19.00.11

A real matron… Here you can clearly see that my body is as deep as it is wide… :-)!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-19 19.54.01

When we are well-lined we happily return home.
After the 30-minute taxi ride we do not dilly-dally before retiring to our rooms: tomorrow I have to get up at 5:00 a.m. for my flight to Hong Kong… and my hosts insist on getting up to see me off…

My bags are packed.

 

SUNDAY, MARCH 20

Drowsily we get together in the morning, for a last cup of tea/coffee shared. Arly prepares a croissant for the road.
The taxi is a bit late, but I have still have some slack.
When it arrives, we hug and kiss and say goodbye – but not for long: soon we will meet again in Holland.

With my pillow I nestle on the back seat – and during the ride I have ample time to thankfully reminisce the wonderful weeks I have spent here and the many adventures we have shared.

The flight to Hong Kong is almost on time and I have a smooth journey. At the Immigration desk I have my flight confirmation to Bangkok ready on my smart phone to prove my departure in six days. But they do not even ask for it.

 

2016-03-20 11.13.29

Hello Hong Kong I feel welcome!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

On arrival I remember Peerke’s advice to get myself an Octopus card and a local SIM card. And of course: some cash for the road.

There is an information desk next to the ATM. with a friendly girl wearing a mask (many people in Hong Kong wear masks to protect themselves from exhaust gases and bacteria.

2016-03-20 11.57.47

She takes ample time to provide me with a map of the city and the MTR (metro) and comes up with all kinds of suggestions about where to go and what to see. She also knows where bus A21 is (just around the corner), that will take me to a Nathan Road stop 3 minutes walk from my hotel. OK, I’ll opt for venturing this ride instead of taking a taxi.

Before I go I take a picture of their booth…

 

2016-03-20 11.58.22… and a selfie with the helpful hostess.
For the occasion she takes off her mask.

 

 

 

 

 

It is about an hour’s ride to the centre, which gives me time to digest the impact of the high rise buildings that slowly but steadily invade the view.

2016-03-20 13.03.45

 

 

 

 

 

 

I arrive at the hotel without problems shortly after 2:00 p.m. Well eh… hotel?

The lift (it works!) takes me the fifth floor of a building under renovation (all packed in scaffolding). At the end of the corridor I find a small notice ‘Miu Ceon Wing On Hotel’. When the door opens, I stand in a narrow office where I can hardly fit in my two suitcases. I am welcomed by a small woman – who does not seem to speak English and looks somewhat embarrassed.

2016-03-20 13.48.15

2016-03-20 13.49.21

 

 

 

 

 

 

She gestures me to sit on the only chair propped up against the wall opposite the entrance and next to the washing machine. Then she sits at her desk and starts looking for my booking. Ah! it is there.

2016-03-20 13.48.51

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

She  mimics that I have to wait and off she goes, maneuvering her way through a narrow corridor packed with dirty laundry and big bags with washed laundry. Apparently my room is not yet made up, as I see her dragging back and forth with all kinds of stuff.

2016-03-21 14.35.46

2016-03-21 14.36.10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fifteen minutes later I am ushered into a tiny room with a covered window, just big enough to hold a queen bed and a single bed, positioned in an L-shape. They look clean. I have to put my suitcases on the single bed as there is no room on the floor. There is a minuscule bathroom, with the shower above the toilet pot.

Ouf, maybe I should have opted  for the Economo Guesthouse that Peerke recommended after all…

It will take a while, but I manage to make this minimalistic scurry a cosy little abode for the six nights of my stay – even though during the day – when I stay home for writing – the drilling and sounds of the construction works are at times annoying.
I will find that it is actually very nice to have a shower sitting on the toilet, particularly with the jet being hot and powerful.

As the days pass I also get to know the hostess Shoon Yang better and start to make sense out of the bits of English that she produces. Of course she appears to be a honey, doing the best she can under the circumstances.

When I have unpacked what I need right now and taken a little rest I venture into the MTR. It is an overwhelming labyrint with many levels  and numerous exits… Scary at first. No one speaking English… ah yes, there is an information booth where they do – sort of.

20160324_151452I head for the famous Peninsula Hotel at the River Front, recommended by Peerke. Indeed, there is a constant coming and going of expensive cars and limousines.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-20 20.44.57In the bar I have a gin-tonic – and a nice chat with the female bar manager, two guys from London and a girl from the US (who appears to also be a life-coach).

Left is the witty bar manager.

 

 

 

 

 

 

The quys are not quite sober, as they just come from a posh wedding party. We have a lot of fun exchanging jokes.

After a couple of drinks they invite me and the girl to join the family of one of them (his wife called and was apparently displeased with him being late for their dinner appointment)  – and be their guest – in a nearby steakhouse.

 

2016-03-20 21.37.08This is the daughter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-20 21.37.23

This is the wife, quickly appeased.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-20 21.38.31

This is a colleague

 

 

 

 

 

 

 

 

 

This is the single one of the two friends, who visibly has a crush on the Canadian lady.

2016-03-20 21.38.05

2016-03-20 21.38.10

 

 

 

 

 

 

 

 

This is the singel one of the two friends, who has a visible crush on the American lady.

 

 

2016-03-20 22.15.16

Sobering up with the baby daughter…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-20 22.57.37

Getting more intimate…

 

 

 

 

 

 

 

When we are finished they insist on paying my taxi back to the hotel.

 

MONDAY, MARCH 21

A quiet day, writing my blog and doing my correspondence. Selma is very much in the air.

 

TUESDAY, MARCH 22

2016-03-22 14.49.05

A sweet present from the hotel hostess this morning. To make up for all the discomfort. The corridors are now empty of dirty laundry…

 

 

 

 

 

 

 

 

I get more familiar with the MTR and really take pleasure in finding my way in Hong Kong.
Today I visit the Science Museum.

 

2016-03-22 15.42.03

Looking down from the walkway to the Science Museum

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 15.42.32

Walkway to the Science Museum

 

 

 

 

 

In the Science Museum the main exhibition is about the Collider: the newest particle accelerator.

2016-03-22 16.15.34

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 16.42.04

Billions spent on building miles-long devices

 

 

 

 

 

2016-03-22 16.45.57 for having particles collide

 

 

 

 

 

2016-03-22 16.49.44

in an attempt to penetrate to the origin and workings of what is already there prior to all devices, sprouting from an Intelligence that is also at the basis of our own human existence…

 

 

 

 

 

2016-03-22 16.45.19

In the face of this infathomable mystery the lovers tightly cling to each other – in awe.

 

 

 

 

 

The  Hall of Mirrors is great fun.

2016-03-22 17.56.13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 17.58.26

Where is my body?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 17.58.53

Dunno.

 

 

 

 

 

2016-03-23 12.55.08

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 18.18.06

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 18.05.48

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

As is the Hall of Optical Illusions.

2016-03-22 18.41.13

Both figures are equal in size.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 18.44.24

What is wrong here?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 18.44.57

What is is that you see?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Close to the Science Museum I find a vegetarian restaurant. Wow, I am hungry!

2016-03-22 19.21.05

 

 

 

 

 

 

 

Before going home I have a look at the Space Museum by night. Impressive!

2016-03-22 20.24.02

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 20.24.25

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 20.24.35

 

 

 

 

 

 

… and a – this time solo – drink in the Peninsula, with just a nice chat with the bar manager

2016-03-22 22.32.28On the way back I pass lots of expensive jewelry shops. Jewelry is really a feature her in Hong Kong.
— and huge Samsung posters.

2016-03-22 22.38.44

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 22.39.52

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 22.40.14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 22.43.08

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-22 22.43.22

 

 

 

 

 

 

That night I do not put my alarm clock – and have a sound sleep till late the next morning.

 

WEDNESDAY, MARCH 23

A rainy day.  I am glad I brought my rain poncho.

After brunch in the Danish bakery around the corner I head for the Apple repair store that happens to be close to the Science Museum. With the GPS of Google maps I can easily find it.

A few days ago I accidentally leaned on my iPad. There was already a crack on the top of the screen, resulting from a fall off my bed last year in Thailand. But now there is also a big star in the lower left of the screen, which scratches my fingers. So I called the store and they can mount a new screen in one day.

On the way there a flowery van brightens up the day.

20160323_115821

 

 

 

 

 

 

Close to the repair shop there is the big Kowloon Park and I have a little walk in the rain (hardly anybody there :-)), after having had a nice sashimi snack in the Japanese restaurant across the street.

20160323_131548

 

 

 

 

 

 

20160323_132403

.

 

 

 

 

 

20160323_132636

 

 

 

 

 

 

 

THURSDAY, MARCH 24

Today is Selma’s cremation and it is raining. The last few days there was a lively correspondence back and forth with mutual friends about her demise and the mystery of existence with its two opposing components: the lust for life and the yearning for death.

For Selma’s orbituary click: kaart Selma

It appears that the photo of the kingfisher in the obituary is exactly the same as the one I have used for the altar in the mural I made last year in the St. John’s memorial corner for deceased children…

buitenaltaar mural St. Jan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

This is a good day to spend in the Space Museum. Looking a bit further than this tiny little speck of dust which is our world…

2016-03-24 13.21.15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-24 13.20.30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-24 13.20.54

 

 

 

 

 

The default exhibition is closed due to renovations. However, there is a choice of three one-hour films. I book all three of them.

20160324_162326They are being projected on the inside of the large dome in a huge auditorium.

 

 

 

 

 

 

20160324_163147

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160324_163207

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3e poster

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In between the performances I have half hours that I spend in a nice restaurant near the cultural centre, another grand building next-door, now featuring the prestigious Asian Film Festival.

20160324_152249

 

 

 

 

 

 

20160324_152317

 

 

 

 

 

 

During one of the breaks I encounter a wedding party on the steps and square in between the to buildings. The radiating couple gladly poses for me…

20160324_151701

 

 

 

 

 

 

 

 

20160324_151814

 

 

 

 

 

 

 

 

The films make me humbly realise once again how little we know – even with all our scientific development and technical equipment – about the micro and macr0 cosmos and the mystery of life.

To get back down to earth I have a few tasty snacks  in a Japanese ‘assembly-line’ restaurant.

20160324_182003

 

 

 

 

 

 

20160324_181953

 

 

 

 

 

 

 

In the evening I attend one of the films of the film festival, in a cinema not far from my hotel: a gripping story about abuse, prejudice, courage and love in the Chinese countryside.

On the way in the metro I meet the other side of glossy Hong Kong: The Beggar.

20160324_173549-1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FRIDAY, MARCH 25

t appears that Selma’s take-off was a wonderful celebration, with a mixture of sadness and lightness. Some 30 of my (former) Flowering students were attending the funeral.

The morning is for reminiscing and writing. In the afternoon I take the metro to Hong Kong Island, on the other side of the river, to see the exhibition Basel Art, a huge international spectacle pompously spread out over 5 enormous halls. After a 2,5 hour walk, scanning thousands of artworks, I have collected a handful of items I deem interesting enough to share.

20160325_173830

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_174301

 

 

 

 

 

 

 

20160325_180450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_180527

 

 

 

 

 

 

ruggeligs

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_180622

20160325_180655

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_181545

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_181053

 

 

 

 

 

 

20160325_185019

 

 

 

 

 

 

20160325_185033

 

 

 

 

 

 

20160325_185735

 

 

 

 

 

 

20160325_185310

 

 

 

 

 

 

 

 

20160325_185322

 

 

 

 

 

 

20160325_184107

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Though after this marathon I am pretty tired, I decide to venture to another cinema that shows Festival films. At the bus stop I bump into the lady who was the hostess and translator in the post-film discussion with the director of the film I saw yesterday. She recognises me, because I was among the few people who had a question. I am lucky, because it appears to be complicated to find the cinema, that is located in a hug mall – and she happens to go there herself, for the the next post-film discussion…

Alas… the film of my choice is fully booked. And so is my second choice. Thus after wandering trough the glossy mall and watching the ice-rink  from above I slowly head home, this time taking the ferry to cross the river: Peerke had enjoined me not to miss that opportunity…

20160325_192647

 

 

 

 

 

 

20160325_193341

 

 

 

 

20160325_193508

 

 

 

 

 

 

20160325_193737

 

 

 

 

 

 

20160325_193931

 

 

 

 

 

 

On the way to the metro on the other side I pass another over-the-top hotel with winged figures in the fountain.

20160325_205557

 

 

 

 

 

 

Then it is ten more minutes by metro and five more minutes walking before I recognise the familiar poster that marks the passage to my hotel – nd the sacredness of motherhood and family life in this country.

20160325_224855

 

 

 

 

 

 

I am ready for my last Hong Kong night, which I spend in what feels like a coma…

 

SATURDAY, MARCH 26

I have the whole morning before I have to catch my airport bus. My flight to Bangkok Don Muang is a quarter past five. There is some confusion about the exact location of the stop, because of the construction works around my hotel. A few days before I was peeking at the almost illegible notice when a young man explained to me that the stop was some 20 metres further on.

Today I go again just to double-check and… meet the same young man. He smiles at my incredulity and explains that he has to take the airport bus every day from there: he works in the airport! At that moment the bus arrives and I can see with my own eyes that is stop precisely there. I thankfully waveanother  guardian angel goodbye…

I decide to skip the Danish bakery and cross the busy street via the subway, to see the Saturday market in Mongkok. It is the day before Easter and it looks like all the Hong Kong families are out shopping.

20160326_161242

The subway is  home to two beggars who  today – it seems – are also out doing their courses. They always greet me cordially, because I treated them on Ferrero Rochers – and a few bucks.

 

 

 

 

2016-03-26 16.12.30

 

 

 

 

 

 

Especially the animal market section draws crowds of people. It seems like I am the only one whose heart bleeds for the tropical fishes in plastic bags (some of them have already expired), the birds  and chickens in narrow cages and the kittens and puppies behind glass. No-one seems to bother about there condition or their feelings.

2016-03-26 14.49.03

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-26 14.51.48

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160326_140613-2-1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-26 14.38.13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-26 14.35.35

 

 

 

 

 

 

 

I escape to the mall on the corner of the street. There it is cool and relatively quiet.  In the basement floor I sit on a bench next to three (other) old ladies and we exchange smiles and (mimick) ages.

Then I buy a few gadgets and take the lift to the top floor, where I have a spectacular view of the surroundings.

20160326_132653

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 06.44.36

 

 

 

 

 

2016-03-28 06.42.20

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 06.40.50
Back down in the basement I treat myself to a Japanese brunch (which looks tastier than the Chinese food on the other side), before returning to the hotel to pick up my luggage.

The bus in on time. When I arrive at the airport I have more than two hours before boarding.

Hong Kong airport is huge… The man in the lift tells me that Departures is on the 3d level. After having looked for Air Asia departures in vain it appears that for that I have to go to level 1.
It takes some time to find the check-in desks –  and there are long queues. In time I realise that I have a Flex ticket and that there is a separate Flex-counter. There is only one passenger before me. Unfortunately, this person needs at least ten minutes to check in.

Then it is up to level 3 again, where I suddenly remember that I still have credit on my Octopus card, which I can claim  back. It takes some asking around and a long walk to get to the train service desk, but it is worth the while: I get 40 US dollars back. Ah, I have to change my money into Thai Baht… That takes another walk.

Finally I can head for Security and Immigration. At Security they find that I have a small bottle of water in my handbag. I had forgotten about that. I drink the water and they let me pass. Next there is a long queue at Immigration.

Halfway to the checkpoint a uniformed lady comes up to me and says: “Madam, have you maybe left your cabin suitcase at Security?” My God, she is right! After the handbag check I must have had a black-out…

I go back with the lady (later I wonder how she has found me in the crowd?) and have to mention a few items that are in my suitcase to prove that it is mine. Then I run back to the queue and fortunately the lady that was behind me has kept my place.

Oups… at Immigration they tell me that to get to my gate I have to go down to level 1, take a train to the terminal, then switch trains and go to the next terminal. And that I have to be quick, because the gate will be closing in half an hour…

Panic-stricken I start running. I lose my way several times and get new information: I only need to board one train and go to the terminal. From there I have to go up a few levels to get to my gate. Confusing. However, it appears to be right and finally I make it just in time before gate closure. That was peak hour for my guardian angels!

On the plane I can relax in my window seat. With my Flex booking I have extra leg room – and a vegetarian meal.
All is well again.

We land at Bangkok Don Muang shortly after 10:00 p.m. Here Immigration (no visa needed and they do not ask for my flight ticket to Amsterdam) and bag claim go smoothly.

The hotel I have booked via Booking.com, Asian Boutique Club Homestays, is 20 minutes away from Don Muang airport – and apparently it is a little hard to find. By e-mail I had received all kinds of warnings about taxi drivers taken advantage of this by ‘accidentally’ making big detours. So they sent me the address and the itinerary both in English and Thai, plus a map of the route.

At the taxi counter in the Arrivals hall –  I am about to book a taxi for 500 Baht (almost € 15,-), two young girls behind me interfere. “Too expensive”, they claim decidedly. “Come with us”. The man at the desk grins sheepishly.

This is the beginning of a run around the airport, with the girls approaching taxi drivers in various places. We finally land at the Amira Airport hotel. On the street in front of the entrance we find another row of – this time meter – taxis. The girls show the address and the map to the first one. The man nods understanding. No problem. I spontaneously hug the girls and they give me their phone number, in case anything should go wrong.

It takes a little searching after all in the last bit of the ride, but the driver gets me there all-right. The costs amount to no more than 180 Baht… I give him 200.

2016-03-28 12.51.14In the Homestays I am warmly welcomed by June.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 06.33.39She and her husband Pom, who is an architect, are the owners of this place, a big old mansion in a quiet neighborhood, with nine rooms, that they bought some six years ago (plans for a second location elsewhere in the country are in the making, but have been put on hold in view of the declining economy in Thailand). Their formula is to offer ‘a home away from home’.

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 12.41.22The lobby is cosy and comfortable, with lots of little things of beauty

 

 

 

 

 

2016-03-28 12.42.02I am delighted about the way the have renovated, furnished and decorated the house in a stylish yet intimate way, with lots of plants, flowers and greenery inside and in the patio.

 

 

 

2016-03-28 12.14.58

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 12.12.46

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 07.43.04

The staff are very helpful and endearing.

 

 

 

 

 

 

There is a big swimming pool shielded from the sun by a semi-transparant green sail. Hardly anyone is using it, but I surely will!

2016-03-28 12.13.57

 

 

 

 

 

 

After the tight Hong Kong accommodation I feel I have landed in heaven. The room is grand and spacious, with a dark wooden floor and ditto furniture, a huge bed and a bathroom with a ice bath and a separate shower . And here I pay even € 5 less per night than there (€ 53,- instead of € 58,-) with a gorgeous breakfast included! Luckily I booked one more night yesterday, before heading south to Koh Sichang island.

After I have paid for the two nights I need some more cash and Pom gives me a ride to the ATM in the nearby village. Later he helps me to sort out how I can travel best to Koh Sichang the day after tomorrow.

Here I can relax and do my blog, my correspondence and my website update.

 

MONDAY, MARCH 28

2016-03-27 22.02.34Nothing much to tell but that I enjoy it here so much that I almost regret having booked the next hotel. In the afternoon I get a nice massage from Duan (a Jack of all trades in the hotel), who keeps her hand to her mouth each time she laughs, as her front teeth are missing. She is curious about the kind of massage I give, so after we are finished  I let her have a little 10-minute  taste of Esbima.

She has a grown-up daughter, married with two children, and a  10-year old son that she has to provide for. He is being raised by her grandmother who lives far away.

 

 

 

 

 

 

Meanwhile I have found out that my next hotel, The Balcony, is at the beach all-right, but not on the island of Koh Sichang, but on the mainland, south of Pattaya. On the one hand that is a disappointment, because I love islands, on the other hand it is more easy to get there and it saves me a 40-minute boat trip back and forth.

 

TUESDAY, MARCH 29

After a wholesome sleep (the massage was really relaxing) I get up rested at 10:00 a.m.

2016-03-28 12.13.03I have a last swim in the deserted pool and a leisurely brunch in the conservatory (no fixed times for breakfast here). June spoils me with all kinds of little titbits.

 

 

 

 

When I am packed and check out I decide to book a room for another night in the Homestays, for when I am on my way back to Bangkok Savarnabhumi next week. June and Pom are both delighted that we do not have to say farewell yet.

2016-03-28 06.32.22Pom has organised a private luxury ‘limousine’ van to get me there. The driver’s name is Aht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 14.38.43The 2-hour trip will cost me 2,300 Baht  (€ 58,-), a reasonable price for an absolute ‘VIP-feeling’ in a car with this interior… J.

 

 

 

 

2016-03-28 13.30.06

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 14.40.19

 

 

 

 

 

 

It is a nice journey that allows me to cast an eye on a part of Thailand that I have not seen before: the urbanised west coast south of Bangkok, towards Pattaya. As we proceed the high rise buildings gradually give way to bits of countryside and small villages.

2016-04-02 18.30.42The Balcony hotel is modern, spacious and comfortable. With a beautiful little temple shrine in the entrance square.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160328_163535I have an apartment with a nice garden view: a tree-full of sweet-scented Thai flowers…

 

 

 

 

 

2016-03-28 15.58.06

… a  living room…

 

 

 

 

 

2016-03-28 15.58.49… with kitchenette…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 15.59.16… a cosy bedroom with a queen bed…

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 15.59.38… and a bathroom with a bathtub and separate shower.

 

 

 

 

 

The toilet even has a special bidet-function dashboard… I have never seen (and used) such state-of-the-art crotch  washer before. Nice to play with :-).

20160331_110758

20160331_111211

20160331_111128

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016-03-28 15.58.25There is an unlimited free laundry service, so I can have all my clothes washed over the next few days.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

The only disappointment is, that it is not possible/permitted to swim in the sea, because the coast is littered with sharp rocks just underneath the surface. So the hotel have made an artificial sandy beach at the seaside (sort of a big sand box), elevated about one meter above the real beach, and surrounded by a low wooden fence.

Ah… I should have opted for the island after all…! There are, I hear, magnificent sandy beaches there…

2016-04-02 10.20.36However, the view from the ‘beach’  is spectaculair – and we have sunsets – which are most of the time more or less veiled because of overcast and haze.

 
20160401_182557And… there is a swimming pool! For my movement in between the writing sessions.

 

 

 

 

 

2016-04-02 19.00.38So I count my blessings and enjoy the heart connection with the kitchen staff…

 

 

 

 

 

2016-04-02 18.58.25… the delicious and abundant food…

 

 

 

 

 

and  the undisturbed 5-day quality time I have here for my writing.

 

WEDNESDAY, MARCH 30

2016-04-02 11.53.20Today is for chilling in bed, with my laptop near at hand…

During meals there are nice chats, like those with two Scottish guys, Hamish and Colin, who do off-road motor biking. One of the next days Hamish comes home badly bruised and with contused ribs. He cheerfully accepts the consequences of his sports choice…

 

 

 

 

 

 

 

THURSDAY, MARCH 31

The days glide by in undisturbed bliss, to a rhythm that follows my moment-to-moment needs and impulses. Usually ending in a bit of Bentinho Massaro on Youtube for a nightcap.

Today in the afternoon, after a fruitful writing session, I decide to make use of the free shuttle service to the branch office of the hotel in the centre of town.

20160331_172118There is a market going on, which I skip because of the heat, and an airconditioned big mall with all kinds of little shops.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

There I leisurely explore all four levels and while taking photos here and there – the entourage is quite different from our big stores at home.

20160331_174404

 

 

 

 

 

 

20160331_173045

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160331_191432

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160331_173128

 

 

 

 

 

 

 

20160331_173737

 

 

20160331_172647

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I am pleasantly surprised to notice that there is no inclination whatsoever to buy anything. Except for a nice sushi meal (with lots of wasabi) on the top floor, before heading back home.

 

FRIDAY, APRIL 1

 

20160401_182536

Meditating, writing, swimming…

 

 

 

 

 

 

SATURDAY, APRIL 2

2016-04-02 18.30.56

… Contemplating, writing, swimming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUNDAY, APRIL 3

Time to say goodbye. I have phoned to Pom of the Homestays, where I’ll spend one more night before heading for Bangkok Suvarnabhumi. He’ll send a taxi my way, which will cost me 1800 Baht instead of the 3000 the Balcony charges for a shuttle.

20160403_112550

 

 

 

 

 

 

20160403_112514

 

 

 

 

 

 

20160403_112801

 

 

 

 


20160403_112832

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20160403_112903

 

 

 

 

 

 

The ride takes two hours and ten minutes. I write and snooze on the back-seat, so time passes quickly.

20160403_144120At the Homestays I am warmly welcomed and my room is ready.

 

 

 

 

 

 

MONDAY, APRIL 4

The last day of my sabbatical…

I make the most of my morning in the Homestay. First my Yoyo-yoga, then a nice swim in my ‘private’ swimming pool. There is no-one there at 8:30 a.m.

After that a shower and a hot bath, followed by some writing. By 10:15 I am on my way to breakfast when Duan, the teethless masseuse intercepts me. ‘Just one moment’, she says, and rushes to her room, coming back with a beautiful shawl that she gives me as a present. I am speechless, so we have a warm hug and a deep look into each other’s eyes.

My breakfast is served by No, a tribal woman in her late forties, from the North of Thailand – here clad in jeans and T-shirt.

Halfway my toast and fried eggs June shows up and shares with me that No just asked her to tell me that she would very much like to come with me to my country, to live with me and be my personal caretaker/servant. She has no family and nothing to lose – and she likes me very much.

Again I am dumbstruck – and a little embarrassed. What to say? Of course I could use a dedicated ‘slave’ in my life. But even without considering the legal consequences, I do not feel up to living with and taking responsibility for another person. Also she does not know our culture and hardly speaks a word of English…

As I begin to explain this to June she nods, smiles and interrupts me: “I know, I know… it is not a feasible idea – but I thought I should share it with you anyway. She will transfer my message to No in a diplomatic way.

Back in my room I take a few minutes to recover from the impact of all these tokes of appreciation. After packing my bags I have another half hour for writing, before I have to check out. Duan and No take my suitcases down the stairs and in the lobby I wait for Pom, who is going to give me advice on how to best get to my next hotel, the Paragon Inn, near Suvarnabhumi.

Meanwhile June arrives with a present: a boxful of exquisite soaps with exotic fragrances. I feel quite overwhelmed. We sit together and she tells me more about her life, her relationship of 25 years with Pom  and the challenges that come with running a hotel like this, often with lack of sleep an with people from all cultures and backgrounds with different characters and moods.

When Pom arrives, she goes backs to her chores.

We have a look at the map to see where Paragon Inn is located. It would take at least an hour and a half to get there by car. What he can do, he says, is take me to Don Muang airport. From there I can take the shuttle bus that takes an hour to Suvarnabhumi and then it is ten, fifteen minutes by taxi to the hotel. OK, that sounds good.

After a little chat about the Chinese Car & State of the Art Furniture show he went to see last night, he wants to know some more about my work. He likes the combination of spiritual work and creative expression – himself having done some painting and drawing as part of his architecture study.

“Couldn’t you do one of your workshops here in the hotel, when you come to Asia again next year?”, he suddenly asks. “We do have a nice room that could serve the purpose – and I think there are enough people here in Thailand – particularly students and professors from university – that may be open to the kind of work you do.

I am flabbergasted. He seems to be serious. I tell him that I could imagine myself doing that. That I would really like it – and that we could maybe work something out together.

After we have made a connection on Facebook he says:

“You know what, if you can wait a moment, I’ll check what my schedule looks like this afternoon. If there is not too much to do, I’ll take you to your next hotel myself.”
Five minutes later he is there again and says: give me an hour, just to settle a few things,  have a shower and change clothes – then I’ll come with you.”

I am moved and delighted. And I have one more hour to continue with my blog… In the meantime I am being provided with coffee and a light lunch.

We leave at half past three. In the end the ride appears to take over two hours. However, we have such a captivating conversation that time flies.

He tells about his live: his studies in London, where he lived for five years and learned the European ways; the first (royal) assignments in architecture back in Bangkok, when he had started his own office. Meeting June in the local hospital, who was a nurse then, coming from a lower caste from the north – quite a challenge socially; their furniture  business in the United states, where they lived for ten years; the visits to Europe; the retirement to Chiang Mai – which appeared too be too early and too boring. Then the start of the hotel. The invasion, seven years ago, when the then prime minister opened the borders of the country –  in their rather high-class neighborhood of immigrants from Myanmar, Laos and Cambodia, with the accompanying upsurge of Red shirt activists – who are now practically eradicted, with their leader exiled; the big flood, three years ago, which also inundated their hotel, with the water 3 meters high and, and forced them to temporarily evacuate.

 When we have arrived at Paragon Inn – around half past five – I ask him how much I owe him. He looks offended and says: “Nothing at all. It has been my great pleasure.”

“In that case, please allow me to invite you for a nice dinner before you drive back”, I insist – “That is, if you can spare the time.” He hesitates, then consents. “OK”, he says, “I know a famous restaurant not far from here, where they also serve nice vegetarian dishes”.

It is a large place, almost deserted. We continue our inspired conversation – during which he opens up more and more – over an (indeed delicious) meal – accompanied by a Heineken for me and hot water fro him. When he drops me off again around 8:00 p.m. I know that I have made a new friend.
And that my last day in Thailand was one of the highlights

TUESDAY, APRIL 5

Though my stay in the Pragon Inn is short, I squeeze the juice out of it by enjoying the big bed, the peculiar swimming pool: built against the rooms around – Venetian style, the generous shower – and the tasty breakfast of scrambled eggs, toast and fruit, shared with a plucky bird that sits on my plate.

The taxi driver is on time and takes me to the airport in less than ten minutes. Everything there goes smoothly, which gives me time to sit here in the café on the way to the gate, with a latte, my laptop and the murmur of passing passengers in the background.

11 Hours of flight ahead… And then it is home sweet home again.

Conclusion

What is it that I like so much about traveling – alone?

Apart from the joy of discovering new places and cultures on the earth I guess it has to do with being anonymous, undefined. Which makes each new encounter a here-and-now experience, fresh and uncontaminated by past or future. Also it is about becoming aware and letting go of prejudices, programmed in my system by conditionings.

Another attraction is the unscheduled time, which allows me to surprise myself again and again with what will be the next spontaneous impulse. The sense of freedom, going with the flow, unattached – open for whatever presents itself moment to moment.

I am grateful to existence for granting me these wonderful expeditions, encounters and adventures…

2015 jan-april Buthan/Thailand/Cambodja

HOE HET OP MIJN PAD KWAM

Eind oktober vorig jaar werd ik door Rieki Crins van de Learning Exchange Foundation uitgenodigd om als vrijwilligster een maand naar Bhutan te gaan (waar zij al ruim 20 jaar komt) om in het Tashi Namgay Resort in Paro een aantal meisjes die daar in de Spa (gaan) werken een massagetraining te geven.

Zij had mij tien jaar geleden meegemaakt toen ik met een aantal Flowering leerlingen Time-Out Touch stoelmassages gaf tijdens de Triple Bottomline Investment Conference in de Beurs van Berlage, georganiseerd door haar echtgenoot Robert Rubinstein. En zij dacht dat dit echt iets voor mij zou kunnen zijn.

Toevallig had ik net besloten om een deel van de winter weer in het Verre Oosten door te brengen, dus ik hoefde niet lang na te denken.

Hieronder een verslag van mijn wederwaardigheden in Bhutan, Cambodja en Thailand, van 26 januari tot 2 april 2015.

 

ZATERDAG 24 JANUARI, DAG 1

Gaan we of gaan we niet?

Als ik wakker word en de gordijnen openschuif ligt er een dik pak sneeuw. De eerste van dit jaar. En het sneeuwt nog steeds. De tuin is een wonderwitte sprookjeswereld.

image

 

 

 

 

 

 

Wintertuin

Dan dringt het tot me door dat dit wel eens invloed kan hebben op het treinverkeer. Vanavond om zeven uur moet ik op Schiphol zijn voor de reis naar Bangkok, vanwaar ik de volgende dag doorreis naar Bhutan.

image

 

 

 

 

 

 

Samuel nog in engelenslaap

Frouke en Samuel, haar zoontje van anderhalf, die tijdens mijn afwezigheid in mijn huis zullen wonen en eergisteren aankwamen uit Frankrijk, zijn al wakker, evenals Sean, die hier de afgelopen vijf dagen heeft gelogeerd met zijn14-jarige zoon Ruairy. Frouke vraagt of ik een slee heb, want zij verheugt zich op de eerste winterpret met Samuel. Nee, die heb ik dus helaas niet.

image

 

 

 

 

 

 

Sean en Samuel

Ik kijk op het internet en zie dat in Nederland het hele treinverkeer ontwricht is. En dat er wegens werkzaamheden geen treinverkeer is tussen Amsterdam Zuid en Schiphol. Een lichte paniek maakt zich van mij meester.

Gelukkig komt Willem om half elf op de koffie: geen probleem, als er vanmiddag geen treinen rijden brengt hij me naar Schiphol. Even later belt Sangito op: ook hij wil me wel wegbrengen als het nodig is.

Hè, nu kan ik rustig even koffie drinken met Willem en Arati, die intussen ook is gearriveerd. Zij gaan straks samen naar een Tantra workshop in Gendt, begeleid door een vrouw die veel mensen enthousiast (heeft ge)maakt voor hun Aum-meditaties. Sean vertrekt naar de computerwinkel waar zijn zoon de afgelopen dagen stage heeft gelopen voor 3D-printing en bezig,is met een laatste experiment voordat ze na de lunch terug rijden naar Zuid-Frankrijk.

Frouke mengt zich in de koffieconversatie met een kopje thee. En zo wordt het alweer gezellig: gisterenavond hadden we een afscheidsdronk met de intimi ‘van om de hoek’, waarna Sean en ik nog naar het Filmhuis zijn geweest voor ‘The Imitation Game’.

Ik houd een schuin oog op de klok, want ik moet nog pakken en de laatste items wegwerken van de indrukwekkende count-downlijst waar ik de afgelopen twee weken – sinds ik het groene licht kreeg uit Bhutan – gestaag mee bezig ben geweest. Het is een heel bijzondere vorm van ‘klaarkomen’, het toewerken naar zo’n climax vlak voordat ik alles loslaat wanneer ik vertrek naar verre oorden. Een soort kleine dood, zoals de Fransen zeggen: ‘Partir c’est mourir un peu’.

Als rond half één Willem en Arati weg zijn voel ik dat ik toch echt moet beginnen met pakken. Henk brengt mij om vijf uur naar Arnhem Centraal. De bagagelijst is al klaar, dus die hoef ik alleen nog maar systematisch na te lopen. Het verzamelen van alle spullen neemt meer tijd dan ik dacht. Sean en zijn zoon komen terug van de stad en nemen afscheid. De dooi is ingevallen (het treinverkeer komt weer op gang!) en ze verwachten – met hun four-wheel drive – niet veel problemen onderweg.

Ik moet Frouke nog wat dingen uitleggen, zoals hoe de TV in mijn slaapkamer werkt – en het achterlicht van mijn fiets.
Sangito arriveert en is de laatste uurtjes in alle rust vliegende keep voor wat er nog gedaan moet worden. Heerlijk, dat had ik net nodig!

Op het allerlaatst ontdek ik dat van mijn gloednieuwe bril een van de ‘neusvleugeltjes’ los op mijn nachtkastje ligt: er is een schroefje uitgevallen. Dus als de koffers eindelijk gepakt zijn spring ik op de fiets naar Pearle Optiek. Ai…! De winkel blijkt door omstandigheden dicht te zijn. Dan maar naar Reinsdorf Optiek, de concurrent aan de overkant. Ik heb mazzel. De vriendelijke man heeft het benodigde schroefje, zet het er stevig in en berekent niets (ik had mijn portemonnee niet bij me).

We gaan!

Henk is op tijd. De trein is op tijd en vertrekt met slechts vier minuten vertraging. Ik gebruik één van mijn vrij reizen tickets en zit gerieflijk in de eerste klas. Onderweg heb ik een interessant gesprek met een Surinaamse jongeman die voor zijn werk (sales en marketing van gerecyceld rubber op weg is naar Buenes Aires en Rio de Janeiro. Hij helpt met mijn koffers voor het overstappen in Amsterdam Centraal en op Schiphol nemen we hartelijk afscheid.

Daar heb ik alle tijd, dus bij LaPlace, dat de plek van mijn vertrouwde Délifrance heeft overgenomen, ga ik mij te buiten aan een heerlijke champignonwok met een rood wijntje. En

Bij het inchecken blijkt dat ik eigelijk ook een Thais visum nodig heb, omdat ik één nacht in Bangkok slaap. Oeps. Maar gelukkig weet de mevrouw achter de balie een kostenloze work-around die met één extra formulier is geregeld. Ik krijg een raamplaats. Fijn om een lekker holletje te maken met mijn dierbare kussen.
Op weg naar de gate neem ik ook maar een Baileys.

In de lucht

De 10,5 uur durende reis naar Bangkok verloopt voorspoedig. Naast mij zit Pen, een Thaise vrouw die als jong meisje naar Nederland kwam. Haar zoon, die in Thailand woont, heeft ze al zes jaar niet meer gezien. Maar nu is haar moeder overleden en is ze – net te laat om haar nog levend te zien – op weg naar haar geboorteland. Af en toe moet ze huilen, maar naast haar zit Michael, een vaderlijke figuur, type getapte jongen, die haar troost, haar hand vasthoudt en haar af en toe aan het lachen maakt. Aan de andere kant van het gangpad zit zijn stoïcijnse Indonesische vrouw. Hij gaat er prat op dat hij haar al 22 jaar trouw is.

Tussen de bedrijven door drijf ik af en toe weg in Morpheus’ armen en kijk ik naar een film: The Pursuit of Happiness. Ik volg het advies op van mijn logé Sean – die veel heeft gevlogen en dus een jetlag-specialist is: in overleg met de stewardess krijg ik mijn maaltijden op de tijdstippen dat ze in Bangkok (de plaats van bestemming) eten en ik zet mijn smartphone alvast negen uur later: de lokale tijd daar. Als de andere passagiers slapen maakt mijn wekkertje mij wakker en kijk ik weer naar een film of lees wat. Tot ik het echt niet meer trek en mijn ogen weer even dicht vallen.

 

ZONDAG 25 JANUARI

Overnachten in Bangkok

In Bangkok duurt het even voordat ik in de lange rijen afhalers mijn naam zie voor The Cottage Hotel.

image

 

 

 

 

 

 

De afhalers – urenlang wachten…

En dan is het nog een half uur wachten tot het hotelbusje mij komt ophalen en in nog geen tien minuten naar het hotel brengt.

image

 

 

 

 

 

 

Wachten

Maar wat een mazzel: mijn schriftelijke verzoek om een kamer dichtbij het zwembad wordt ingewilligd: de vriendelijke receptioniste Yo (‘Aangenaam, zeg maar Yoyo’. :-)) heeft er net nog één! Na een lekkere warme douche plons ik in de frisse koelte van het verlaten zwembad (buiten is het 30 graden) om mijn verstijfde lijf weer even wat beweging te geven.

image

 

 

 

 

 

 

Zwembad van The Cottage Bangkok in de namiddag

Als ik vervolgens besluit om alvast aan mijn blog te beginnen ontdek ik tot mijn verbijstering dat mijn laptop niet in mijn cabinekoffertje zit. Een golf van paniek slaat door me heen als ik besef dat ik hem – in zijn donkerbruine fluwelen hoesje – in het vliegtuig op de vloer onder de stoel vóór me heb laten liggen. Mijn hele ‘kantoor’ en al het lesmateriaal dat ik wilde gebruiken voor de massageles staan daarop. Rampscenario’s schieten door mijn hoofd en krampen door mijn lijf.

Yo van de receptie begint meteen naar de luchthaven Suvarnabhumi en de Taiwanese vliegmaatschappij Eva te bellen, tussen het helpen van de gasten door. Als ze na een half uur nog geen gehoor heeft gekregen besluit ik terug te gaan naar de airport. Het is intussen half zeven en donker en vanwege de spits doet de hoteltaxi er nu ruim twintig minuten over.

Op de gigantische luchthaven (Bangkok telt 20 miljoen inwoners) word ik van hot naar her en van boven naar beneden gestuurd, totdat duidelijk wordt dat ik toch echt bij het kleine kantoortje van Eva Airlines moet zijn op de bovenste (5e) verdieping. Daar blijkt de luxaflex naar beneden te zijn en er zit een bericht op het raam dat ze op zondag vanaf 17.00 uur sluiten en maandag om 9.00 uur weer open zijn. Tja… Mijn vliegtuig naar Bhutan vertrekt maandag (morgen) om 6.30…

Ik ga eerst maar eens naar de verdieping waar ze eten en drinken verkopen. Bij een Thaise wok bestel ik een groentesoep en een Chang bier. Dat helpt om weer wat tot rust te komen.
Dan ga ik toch nog weer even naar boven naar de inlichtingenbalie om te vragen of ik morgen misschien een vlucht later naar Bhutan kan vertrekken. Daar blijkt dat ook de Bhutanese helpdesk al dicht is. Wel weten ze me te vertellen dat er maar één vlucht per dag van Bangkok naar Paro gaat.

Ik geef het op.
De airporttaxi die mij weer naar het hotel brengt rekent het viervoudige van wat het hotelvervoer kostte. Maar de jongen van de receptie die ik er bij aankomst bij roep weet het bedrag terug te brengen tot het tweevoudige.

Na hem en Yo bedankt te hebben voor hun hulp neem ik nog een fabrieksijsje in het (lege) restaurant en zak vervolgens uitgeput in mijn bed.
Het is kwart over elf. Om half vier zullen ze me wakker maken.

 

MAANDAG 26 JANUARI

Om 02.00 uur schrik ik wakker uit verwarde angstdromen, met krampen in mijn zonnevlecht en buik. Die gaan niet weg, hoe ik ook adem, heen en weer woel en mezelf toespreek. Om half drie ga ik dus maar rechtop zitten en begin aan mijn blog. Langzaam ebben de krampen weg. Tegen half vier neem ik een douche en pak in alle rust mijn half uitgepakte koffers weer in.

Klokslag vier uur rijden we weer naar het vliegveld. De straten en snelwegen zijn nu verlaten, dus we zijn er in zeven minuten. Er staan lange rijen voor de incheckbalies, dus ik begin al opschuivend maar eens aan het boek over Bhutan van Rieki Crins (de aanstichtster van dit avontuur): ‘Meeting the other’.

Ons vliegtuig vertrekt mooi op tijd. We blijken nog een tussenlanding te hebben in Calcutta (laat ik nou altijd gedacht hebben dat dat in Latijns Amerika lag!),

waar we in tweeëneenhalf uur naartoe vliegen. Daarna doen we er nog 45 minuten over naar Paro, waar het weer een uur vroeger is.

Ik heb een hele lege rij voorin (er zijn betrekkelijk weinig passagiers; na Calcutta tel ik er nog maar 45) en verdeel (heerlijk in mijn kussen genesteld) mijn tijd tussen mijn blog, soezen en het boek van Rieki. Pas als ik bergmassieven zie met heel in de verte besneeuwde toppen gaat mijn aandacht weer naar buiten.

Nog even is het spannend als we krapjes tussen de massieven door naar het vliegveld (volgens zeggen het gevaarlijkste ter wereld) zigzaggen, maar dan landen we exact om kwart voor tien met scheurende remmen toch veilig op vliegveldje van Paro.

Mr. Mahendra Sharma, de manager die zich over mij ontfermt tijdens de afwezigheid van Jigme Karma, de eigenaar van het Tashi Namgay Resort – die net vanochtend voor veertien dagen naar Maleisië is vertrokken – ontvangt mij hartelijk.

mahendra half lunchroom-2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mahendra Sharma, General Manager, 30 jaar

We hebben meteen een klik en in de loop van de dag krijg ik een aardige indruk van wat ik hier kan betekenen. Niet alleen als massage teacher maar ook als klankbord en wellicht als katalysator voor de interne communicatie.

Het weer is hier heerlijk. Stralende zon en ik schat zo in de loop van de ochtend een graad of 14. Net als in Nederland is het hier winter. De bomen zijn kaal en de bodembegroeiing is dor en bruin. Alleen wat groenblijvende heesters en wat winterjasmijnachtige struiken geven wat kleur.

Veel van de mannen hier dragen kimono-achtige jurken met een gordel, kniehoog, wijd van boven, smal van onderen.  Een soort kokerrok). De bovenkant is opgetrokken en bloest rondom over. Die gebruiken ze als ‘de grootste jaszak ter wereld’. Eronder dragen ze zwarte kniekousen. Het doet een beetje Schots aan.

In zo’n twintig minuten rijden we naar de andere kant van het riviertje waaraan Tashi Namgay gelegen is. Het water staat laag waardoor veel van de bedding met ronde gladgeslepen keien zichtbaar is.

Ik word met alle égards ontvangen. De staf (45 man/vrouw, met een capaciteit van 125 gasten) is zo op het eerste gezicht heel verlegen en onderdanig. Mahendra zou ze graag wat opener, mondiger en zelfstandiger zien. Hij is hier sinds een half jaar. Voordien zat hij in het management van het prestigieuze 5-sterren Amman hotel (dit resort heeft er drie). Maar doordat hij er voor koos om zijn stervende grootvader drie maanden te verzorgen, raakte hij zijn baan kwijt.

Hij zit vol plannen voor de verdere ontwikkeling en verbetering van dit hotel (dat afhankelijk is van reisorganisaties zoals Tripadvisor) en kampt soms met frustratie en ongeduld vanwege het langzame tempo waarin dat gaat.

Ik krijg een kleine rondleiding op weg naar mijn prachtige kamer met vloerverwarming en uitzicht over de rivier.

naar lobby

 

 

 

 

 

Van het resort naar de lobby

image

 

 

 

 

 

De Luxe cottage, met, twee tot tien kamers per huis

image

 

 

 

 

 

De lobby met daarboven het restaurant

mijn huis ingang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingang naar ‘mijn’ huis. Drie kamers beneden, drie boven. Ik zit midden onder.

mijn kamer

 

 

 

 

 

Mijn kamer (1)

mijn kamer-2

 

 

 

 

 

Mijn kamer (2)

mijn kamer-3

 

 

 

 

 

Mijn kamer (3)

mijn kamer uitzicht recht

 

 

 

 

 

Uitzicht uit mijn kamer over de rivier met daar achter de landingsbaan van Paro Airport en een gastenverblijf  in voor flight crews (in aanbouw)

Dankbaar neem ik Mahendra’s voorstel aan om eerst lekker te douchen en een paar uur te gaan slapen. Ik heb twee brede bedden, een bad met stortdouche, vloerverwarming en TV. Na een heerlijke warme douche ben ik binnen no time onder zeil…

Later word ik in de Spa voorgesteld aan de twee meisjes – Tsjewang en Sonam – , die op dit moment als enigen de Spa bevrouwen. Tsjewang sinds en maand, Sonam sinds vijf dagen. O wat zijn ze klein, verlegen en schuchter: “Yes Ma’am’, ‘No Ma’am” – en ze durven mij nauwelijks aan te kijken.

wang-01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sonam-01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hun supervisor, die ook les van mij zou krijgen, is om duistere redenen drie dagen geleden vertrokken. En een vierde meisje, dat morgen op proef hier zou beginnen, heeft afgehaakt. De Spa heeft dringend behoefte aan meer masseuses, want alleen kunnen deze twee de kar niet trekken. Weliswaar zijn er dagen waarop er geen enkele massage wordt geboekt, maar dan ineens komen er vier of vijf tegelijk die meteen bediend willen worden. Het schijnt echter moeilijk te zijn om mensen aan te trekken voor dit werk. Voorlopig zal ik het dus met deze twee moeten doen. Dat is wel even een teleurstelling, want ik had op zes gerekend, maar aan de andere kant maakt dat het werk wel zo gemakkelijk.

Sonam geeft mij een heerlijke massage, waardoor ik lekker bijkom van de reis en alvast een indruk krijg van wat ze in huis heeft. Dat is niet mis: ze heeft (net als Tsjewang, met wie ze samen haar opleiding heeft gehad), twee jaar in een vijfsterrenhotel in India gewerkt en wel zes verschillende massagestijlen geleerd en gepraktiseerd.

naar spa

 

 

 

 

 

De Spa, gezien vanaf het hoofdgebouw (lobby en restaurant)

naar spa-2

 

 

 

 

 

Op weg naar de Spa

naar spa-3

 

 

 

 

 

Naar de ingang van de Spa

naar spa-4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De poort naar de Spa

spa-1

 

 

 

 

 

De Spa

spa-3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebedsmolen naast de deur van de Spa

 

spa flowerbowl uitgesneden

 

 

 

 

 

 

 

Spa: drijfschaal met bloesem

Tot slot van deze dag van aankomst dineren Mahendra en ik samen in de eetzaal boven de lobby. Het (yak?-)vlees is oer-taai en sommige gerechten zijn te spicy voor mij (Mahendra verzekert mij dat daar vanaf nu rekening mee zal worden gehouden). Maar de smaak is goed en er is soep vooraf en een toetje na. De Nescafé koffie die we tot slot krijgen geserveerd is inderdaad niet geweldig (gelukkig heb ik op aanraden van Rieki een pak koffie en een filter met zakjes meegenomen :-)).

Mahendra is duidelijk blij om een klankbord te hebben. Hij vertelt over de bouwprojecten (er zijn net vier nieuwe De Luxe cottages met twee tot tien kamers elk gebouwd, die alleen nog ingericht moeten worden; over de plannen voor een bibliotheek bij het water en een ‘strand’ met zitjes aan de oever van de rivier. En deelt zijn zorgen over de bezetting van dit moment: het is laagseizoen en er zijn vandaag maar 52 gasten. Hij vraagt mij om alles aan te geven waarvan ik denk dat het beter of anders kan.

Intussen heb ik wifi en er is een bericht op mijn iPad binnengekomen uit Bangkok: mijn Vaio laptop is gevonden. Hoera! Wanneer ik hem kom ophalen?, vragen ze. Samen met Mahendra stel ik een mailtje op met het verzoek om de laptop per expresse via DHL hierheen te sturen. En nu maar even afwachten.

In mijn kamer mak ik een begin met mijn blog. Rond middernacht ga ik met een zucht van verlichting onder zeil.

 

DINSDAG 27 JANUARI

Rond half vijf word ik wakker voor een plas. Omdat ik daarna niet meer kan inslapen ga ik maar een potje Wordfeuden en chatten met vriendin Joke en broer Jack. Vervolgens beantwoord ik een paar mailtjes en bekijk alvast de nieuwe 3D anatomie-app.

Als ik weer lig schiet me te binnen dat ik Rieki, mijn intermediair, nog niet heb laten weten dat ik goed ben aangekomen. Toch nog maar even overeind, dus.

rieki

 

 

 

 

 

 


Rieki Crins (http://lefoundation.info/crins/crins.html)

Daarna herinner ik mij dat ene Gert een exemplaar van mijn boek heeft besteld. Die schrijf ik ook een berichtje dat ik in Bhutan zit en Sangito vraag ik of hij het op wil sturen.

Vrvolgens doe ik een half uur yoyoyoga: mijn eigen setje van rek- en strekoefeningen.

Dan is het al kwart over acht. Tijd om op te staan: tussen negen en tien ontmoet ik Mahendra tijdens het ontbijt en om tien uur heb ik mijn eerste afspraak met de meisjes. De douche heeft een grote vierkante douchekop en ik geniet van een lekker warm stortbad.

In de grote lege eetzaal (blijkbaar eet iedereen hier op zijn kamer) staan vier bediendes klaar om mij te serveren.

Terwijl Dorjee mijn toast bereidt en een Thinley mijn thee en mango juice ophaalt maak ik een praatje met Sanghe Rinzin (ik neem me voor om alle namen van het personeel te leren) die vlak bij mij achter het buffet mijn scrambled eggs en watermeloen pancakes bakt. Intussen geniet ik alvast van de cornflakes op tafel. De vierde bediende, een ernstige en wat teruggetrokken jongeman, heet Sonam, net als één van mijn leerlingen.

20150211_134436

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sonam

Halverwege voegt Mahendra zich bij mij en we praten over de interne communicatie, die praktisch nihil blijkt te zijn. Ik stel voor om een paar workshopjes met de staf te doen, zodat de mensen elkaar leren kennen en beter op elkaar af kunnen stemmen. Dat is moeilijk, omdat iedereen zo druk is en niet van zijn post weg kan. Maar het idee spreekt hem duidelijk aan en hij gaat kijken of hij iets kan regelen in kleine groepjes.

Om kwart over tien ben ik bij de meisjes en ik stel voor om in het prieel aan het water (dat later de bibliotheek gaat worden) samen te zitten en te bekijken wat ik ze zou kunnen leren. Ik begin maar eens met een ontluchtingsoefening van ieder tien minuten. Dat is nieuw en vreemd voor ze en er wordt heel wat gegiecheld. Maar ze vinden het leuk en het ontspant de sfeer. Als ze mij elkaars verhaal vertellen krijg ik al een doorkijkje in wat ze bezighoudt en bezielt.

sonam-wang-02

 

 

 

 

 

Daarna bekijken we samen een aantal spieren in het borstgebied en de onderbenen in mijn nieuwe anatomie app. Ze weten wel iets van spieren, maar namen en functies kennen ze nauwelijks. We zijn alle drie enthousiast over de wijze waarop je met een lichte touch van het beeldscherm elke spier van alle kanten kunt bekijken en naar de onderliggende lagen kunt gaan.

20150211_115125

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van twaalf tot half vijf hebben ze lunchbreak en ik benut de tijd door wat te mailen, te bloggen, een paar foto’s te uploaden en een dutje te doen. De lunch sla ik over: ik heb teveel Engelse drop gegeten.

’s Middags beginnen we met de praktijk. Er zijn drie massagekamers in de Spa (die ook een sauna en een fitnessruimte bevat): één solo en twee 2-persoons, waarvan één op de bovenverdieping, met een badkuip. De twee kamers beneden zijn erg klein en ik heb gisteren bij de rondleiding al voorgesteld om ze diagonaal te zetten, waardoor de masseuses meer ruimte hebben aan het hoofd- en voeteneind. Dat hebben ze meteen geregeld.

Ik besluit om ze eerst wat warming-up en losschud-technieken te leren en daarna de nekstrokes en het borstgebied te doen. Bij dat laatste verwacht ik wat weerstand want ze doen heel preuts, met handdoeken ophouden als je gaat liggen en de ‘private parts’ angstvallig bedekt houden, zelfs als er een b.h. en een onderbroek overheen zit. Mijn voorkant bijvoorbeeld heeft Sonam gisteren helemaal onberoerd gelaten. Ik geef dan ook eerst een beknopte uitleg over het belang van jezelf bloot te kunnen geven en je lichaam als een geheel te ervaren en niet als een aantal geïsoleerde onderdelen.

wang-01

 

 

 

 

 

 

Wang (haar naam klinkt Chinees en ze heeft ook Chinese trekken) is het eerst aan de beurt om model te zijn. Het is een hele toer om haar b.h.-loos op de tafel te krijgen. Giechelend wordt er met handdoeken gewerkt opdat ik toch maar niet voortijdig de schaamte van haar prille borstjes (It’s shameful, Ma’am, impure…”) zal aanschouwen. Stijf in een badhanddoek gewikkeld kruipt ze onder de fleecedeken. De tafels zijn voorzien van verwarmde matrassen, wat prettig is voor de cliënt. De kamers zelf echter zijn spaarzaam verwarmd, wat minder prettig is voor de masseuse.

Het horizontaal en verticaal opschudden zorgt voor de nodige hilariteit maar breekt ook de spanning. De nekstrokes zijn nieuw voor hen en een hele openbaring. Het is mooi om de concentratie te zien waarmee Sonam de aanwijzingen opvolgt.

Maar als het borstgebied aan de beurt is breekt de pleuris los. Beide jongedames liggen in een deuk van het lachen en Wang klemt de handdoek tegen zich aan alsof haar leven er van afhangt.

na wat stoeien en kietelen geeft ze uiteindelijk de strijd op en zichzelf bloot. Ik doe wat verbindende strokes voor de hele tors, waarin ook de borstpartij wordt meegenomen. Deze moet ik een aantal keren herhalen voordat ze uitgegiecheld is en begint te voelen hoe weldadig dit is.

spreading the chest (pectoralis major)

 

 

 

 

 

Nadat we ook de ribbenboog en het sternum hebben gedaan ronden we af met nog wat zachte massage en dan zit de middagsessie erop. Het is zeven uur en de dames moeten nog tot acht uur standby zijn voor eventuele clienten.

Ik neem even een pauze in mijn kamer (heerlijk om in die weldadige warmte binnen te komen na een korte wandeling door de frisse avondvrieslucht) voordat ik ga kijken wat er vanavond op het menu staat en horen wat Mahendra te vertellen heeft.

’s Avonds lukt het me om met WordPress mijn blogtekst via de ipad op mijn website te krijgen met alvast een plaatje erbij. Triomf!

 

WOENSDAG 28 JANUARI

’s Morgens laat ik de meisjes opschrijven wat ze wel en niet goed/OK vinden van zichzelf – en waarom. Daarna is Sonam aan de beurt om model te zijn voor de strokes van gisteren. Ook zij moet zichzelf overwinnen om zich bloot te geven, maar het gaat al sneller dan bij Wang.

chest stretch - frontal torso

 

 

 

 

 

In de lunchpauze praat ik weer even bij met Mahendra. We maken ons een beetje zorgen over de laptop: er is nog geen bericht teruggekomen uit Bangkok op onze beide mailtjes en de telefoon bij de Lost & Found wordt niet opgenomen. Mahendra gaat vanmiddag nog een keer mailen. Verder heeft hij het druk, want er komen morgen 36 Indiase gasten en zijn assistente is al sinds een paar dagen afwezig in verband met werkzaamheden elders. Niettemin gaat hij mij morgen meenemen naar het stadje Paro om de Dzhong een gigantisch tempelachtig gebouw: het administratieve centrum van de monniken) te bezichtigen die wij aan de overkant van de rivier in de verte kunnen zien liggen. Dan kunnen we bij de markt meteen een nieuw hoesje kopen voor mijn mobieltje: de sluiting van mijn witte cover is afgebroken.

In de namiddag oefenen de meisjes het geleerde op mij en ik ben verrast over hoe goed ze het hebben opgepikt en over de aandacht waarmee ze de extensies toepassen.


sunam 02 concentratie close-up

 

 

 

 

 

wang 02 concentratie clos-up

 

 

 

 

 

 

…Aandacht…

Tevreden nemen we om zeven uur afscheid en ik installeer me in het restaurant voor een welverdiende maaltijd.

De avond gebruik ik voor het bijwerken van mijn blog. Tegen twaalven besluit ik de tekst nog even op de website te zetten. Maar dan gebeurt er iets geks: het knippen en plakken in WordPress gaat goed. Maar als ik dan klik op ‘bijwerken’ om de nieuwe versie op te slaan, verdwijnt de net ingevoegde tekst. Frustrerend. Heb ik iets verkeerd gedaan? Nog maar eens opnieuw doen dan.

Om kort te gaan: tegen vieren geef ik het na talloze vergeefse pogingen op. Daarna lig ik met krampen in mijn zonnevlecht (jaja, het ego geeft zich niet graag gewonnen) nog tot zes uur te woelen, te draaien en te mindfucken voordat de slaap wil komen. En om kwart over acht gaat de wekker…

DONDERDAG 29 JANUARI

De worsteling en het korte slaapje van vannacht in aanmerking genomen voel ik me redelijk fit.
De ochtendsessie beginnen we weer in de bibliotheek. We hebben maar een uur want om elf uur begint de excursie naar de Zhong en het stadje Paro.

Dit keer laat ik mijn pupillen de positieve keerzijde van hun ‘negatieve’ eigenschappen bedenken. Het is een beetje zoeken, maar samen komen we er toch uit. En het geeft duidelijk een gevoel van opluchting als ze beginnen te beseffen dat er niets op zich ‘goed’ of ‘slecht’ is en dat we onze opinies kunnen herzien.

Daarna doen we als afronding de harttransformator, een visualisatie-oefening waarmee je in een paar seconden je hele body/mind systeem kunt opschonen.

Om elf uur staat de auto met chauffeur klaar. Dit is mijn eerste uitje! Hoewel de Zhong vanaf Tashi Namgay duidelijk zichtbaar is op de berghelling aan de overkant van de rivier neemt de reis er naartoe toch nog ruim een half uit in beslag.

20150220_130621

 

 

 

 

 

 

De Dzong

De bergwegen zijn hier en daar praktisch onbegaanbaar. Overal zijn mannen en vrouwen in bonte kledij bezig met constructie-/ herstelwerkzaamheden en puin ruimen. Zij werken langzaam en gestaag. Soms moeten we een tijdje wachten op een truck die zijn lading moet lossen.

Denka, het hoofd van de afdeling Inkoop, rijdt met ons mee. Zij gaat gaat wat boodschappen doen en naar de bank.

Mahendra vertelt onderweg dat hij een e-mailtje heeft ontvangen uit Bangkok. Ze kunnen mijn laptop met DHL laten bezorgen, maar dan moet hij zich eerst bij DHL laten registreren en het registratienummer opsturen. Dat gaat hij vanavond doen.

In Paro, dat gelegen is in een wijd dal wordt Denka afgezet, waarna wij doorrijden naar de Zhong aan de andere kant van het dal.

paro valley

 

 

 

 

 

De Dzhong is een imposant wit bouwwerk dat er uitziet als een vesting. In en om dit administratieve centrum van het Mahayana Boeddhisme wordt jaarlijks een groots festival georganiseerd, waar duizenden mensen uit het hele land drie dagen samenkomen.

Mahendra drapeert bij de ingang volgens traditie een witte shawl om zich heen, symbool van respect en puurheid.

Mahendra staand in Dzong

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een wachter controleert of er niets verdachts onder mijn Nepalese dekentje zit.
We doen de ronde door de gangen en de binnenplaats, waar we met de klok mee om het hoofdgebouw heen lopen.

binnenplaats

 

 

 

 

 

Op de muren zijn tanka’s en schilderingen van strijders, goden en godinnen. Op de binnenplaats staan groepjes monniken in rode gewaden en hier en daar lopen wat toeristen. De sfeer is sober en ingetogen, hoewel er bij de monniken zo nu en dan hartelijk wordt gelachen.

mandoline warrior

 

 

 

 

 

wand met mandala demon

 

 

 

 

 

 

wand met tea monk

 

 

 

 

 

 

We geven alle gebedsmolens een draai ‘for good luck’ en betreden de tempel.

gebedsmolens-3

 

 

 

 

 

 

 

gebedsmolens-2

 

 

 

 

 

Ook hier een sober interieur met veel leegte.

altaar-1

 

 

 

 

 

 

altaar-3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

altaar-2

 

 

 

 

 

 

Alleen bij het altaar een feest van kaarsjes en kleurige ornamenten. ‘Dat is wat veel religies gemeen hebben:”, zegt Mahendra, “het branden van kaarsen en lichtjes”. En inderdaad, het licht is wat ons verbindt…

Na dit bezoek rijden we terug naar Paro. een stadje met een hoofdstraat en een paar zijstraten. Voornamelijk witte en gele huizen – zoals overal in Bhutan nergens hoger dan vier verdiepingen – met donkerbruine kozijnen en kleurig bewerkt en beschilderd houtwerk langs de (veelal golfplaten) daken. Nergens reclameborden. Weinig verkeer – hoewel er wel veel auto’s geparkeerd staan.

paro winkeltje

 

 

 

 

 

Bij de markt is inderdaad een winkeltje met wel honderd smartphone covers. Tot mijn vreugde vindt de shopkeeper na lang zoeken inderdaad een (zwart) hoesje voor mijn Galaxy s5. Ik koop meteen ook maar een transparante cover voor het beeldscherm.

Nadat ik nog wat cash heb gepind pikken we Denke weer op, die inmiddels klaar is met haar boodschappen en het bezoek aan de bank. Gedrieën nuttigen we een gezellige lunch in Mahendra’s vaste stek

paro lunchroom-2

 

 

 

 

 

 

paro lunchroom-1

 

 

 

 

 

Tegen vieren rijden we terug naar huis.

Het is bij vijven als ik een kijkje neem in de Spa, De dames zijn wel in voor nog wat leerstof.
Dus buigen we ons over de anatomie van de gastrocnemius en de tibialis anterior (achter- en voorkant van het onderbeen), de ribbenboog – die weliswaar dicht bij de borsten is maar toch minder eng – en het borstbeen, dat wel weer in de taboe-zone zit.

- gastrocnemius from distal to proximal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

rib edge-3

 

 

 

 

 

20150217_124420

 

 

 

 

 

We zijn nog geen tien minuten bezig als er zich achtereenvolgens twee gasten aanmelden voor een massage. Dat is dus het einde van de les voor vandaag.

Ik vind het wel fijn om nog een lange avond te hebben. Dan kan eerst nog wat slaap inhalen en daarna misschien nog eens naar de website kijken.

In de eetzaal doet een luidruchtig gezelschap van 36 Indiërs zich tegoed aan het buffet. Zij hebben hun eigen kok meegenomen en de keuken afgehuurd. Ik krijg mijn eigen menu’tje geserveerd maar word ook uitgenodigd om mee te proeven van hun gerechten (brrr…, veel te spicy!).

Mahendra zie ik tijdens de maaltijd maar even. Het internet is uitgevallen en hij heeft zijn handen vol aan klagende gasten en telefoontjes.
Oei… dan is hij vast ook nog niet toegekomen aan die DHL-registratie en het mailtje naar Bangkok met het registratienummer…

Als ze na de maaltijd op de bovenverdieping met een bonkende disco beginnen, haast ik mij naar mijn kamer.
Nu ik niet kan mailen, Wordfeuden of bloggen ga ik maar wat foto’s uitdunnen op Dropbox en in mijn Galaxy. Daarna nog even een stukje lezen in deel 7 van de Dhammapada van Osho (discourses over de soetra’s van de Buddha). Tegen elven worden mijn ogen zwaar en ga ik heerlijk onder zeil.

 

VRIJDAG 30 JANUARI

Om tien voor zeven word ik uitgerust wakker en ik begin de dag met yoyoyoga. Daarna heb ik vóór het ontbijt nog een uurtje om althans in Pages verder te schrijven aan mijn blog

Voor we de strokes van tibialis anterior, gastrocnemius en pectoralis major gaan oefenen die we gisteren hebben besproken begin ik met een demonstratie van het ‘omarmen’ van het been en het overdwars ‘wringen’ van het mediale en laterale bovenbeen tot in de lies en langs het zitbeen. Dit is weer een nieuwe beproeving: in het kader van de ‘decency’ hebben zij geleerd dat je nooit de binnen-/bovenkant van het been aanraakt. Een hoop gegiechel en gekronkel dus voordat we dit nieuwe gebied kunnen ontginnen. Maar als ze eenmaal zijn uitgelachen en zich kunnen overgeven aan de ervaring merken ze hoe weldadig deze verbinding tussen benen en tors is.

semitendinosus-semimembranosus-3

 

 

 

 

 

 

Mahendra zie ik de hele dag niet. Die is ondergedompeld in de  internet crash misère.

In de namiddag doet het internet het weer. Er is een mailtje van Karma Jigme, de eigenaar van het resort, die nog tot 7 februari in Maleisië zit. Hij vraagt of ik goed ben aangekomen en hoe het gaat. Ik schrijf hem terug en vertel in het kort wat ik hier allemaal al heb beleefd, met een cc’tje aan Mahendra.

Van Mahendra is er ook een cc’tje van zijn brief aan het bagagedepot in Bangkok. Hij schrijft dat hij geen 1-malige DHL-registratie kan krijgen en vraagt of ze daar toch maar gewoon de laptop aangetekend kunnen opsturen. Dit is intussen een slepende geschiedenis geworden…

Tijdens het diner wordt ik aan tafel genodigd door twee Amerikaanse gasten die gisteren zijn aangekomen: John Wacks uit Chicago en Tavor White uit Boulder, beiden van Joodse afkomst. Ze kennen elkaar van de middelbare school en zijn beiden ingenieurs. John werkte voor ziekenhuizen en is nu zelfstandig consultant, Tavor is ook net voor zichzelf begonnen. Hij is bezig om een business voor lang meegaande hondenkauwbotten op te zetten, gemaakt van ingedikte yak-melk uit Bhutan (gezond en ecologisch verantwoord).

Zijn oude maat John heeft hij overgehaald om mee te komen om hem met wat technische problemen bij de productie te helpen.

John is een joviale en continue prater. Tavor wat stil – hij is duidelijk de afgelopen dagen sufgekletst door zijn partner en heeft mogelijk ook een griepje onder de leden. Ze blijven tot respectievelijk a.s. dinsdag en donderdag in Tashi Namgay.

Nadat ik een uitgebreide lezing heb aangehoord over de wereldgeschiedenis van 1600 tot heden komen we meer op het persoonlijke vlak. Beiden zijn meer dan 20 jaar (gelukkig en monogaam) getrouwd. Tavor’s vrouw musiceert en samen zijn ze op het spirituele pad. John’s vrouw heeft lange tijd een administratieve baan gehad aan de universiteit en heeft zich het afgelopen jaar omgeschoold tot pastor in ziekenhuizen en sterfhuizen.

 

ZATERDAG 31 JANUARI

Voor de tweede keer deze week is er geen warm water ’s morgens. Door de vorst zijn soms de leidingen bevroren tot een uur of elf. Dus maar even een kattenwasje bij de wastafel.

De beide meisjes oefenen de gastrocnemius en tibialis anterior op mij. Dat gaat goed. Daarna doe ik de quadratus lumborum en de pectoralis major voor en Wang oefent die Sonam.

quadratus lumborum-6

 

 

 

 

 

 

pectoralis major-4

 

 

 

 

 

 

Na de ochtendsessie ontmoet ik Mahendra bij de lunch. We praten uitgebreid bij. Het was gisteren een heksenketel met de naweeën van de internet uitval. Maar gelukkig is vandaag zijn floor manager Pema er weer. Die had een paar dagen vrij om bij haar familie het jaarlijkse ritueel te vieren dat het Mahayana boeddhisme voorschrijft. Zij is goed, en kan Mahendra veel werk uit handen nemen.

20150224_074959

 

 

 

 

 

 

Pema

Na de lunch doe ik een middagdutje. En dan heb ik tijd voor blog en mail, want de meisjes hebben gasten voor een hotstone bath ritueel, waar ze zeker vijf uur mee bezig zullen zijn.

20150201_102711

 

 

 

 

 

20150220_151124

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vuurkuil

Mahendra heeft vanmiddag een belangrijke gast opgehaald van het vliegveld: Alan (Alain) is een senior van 71 uit Genève die veel ervaring heeft met hotelmanagement en als vrijwilliger zijn diensten aanbiedt als adviseur in het kader van een Zwitserse ontwikkelingswerkgroep van pensionado’s.

20150204_110811

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik word uitgenodigd om met de beide heren te dineren. Het wordt een gezellige avond.

20150210_154114

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Alain, mijn kompaan gedurende bijna een maand

 

ZONDAG 1 FEBRUARI

Om kwart voor zeven word ik wakker en doe een korte Yoyo-yoga-sessie in bed. Dan maak ik een . beginnetje met het herschrijven van het Spa menu (Mahendra stuurde het gisterenavond op, samen met de Standard Operational procedures). Daar is nog wel het één en ander aan te verbeteren en op te leuken.

Om half acht ontbijt ik met de yankees John en Tavor. We hebben het over oorlog en bewustzijn, en over John’s epiphany (revelation). Hij is een echte rationalistische empirist, maar had vijf jaar geleden een ervaring met een heldere lichtbron van waaruit hem werd gezegd: you are searching for knowledge, not for Truth. Dat heeft een diepe indruk op hem gemaakt, al weet hij nog steeds niet wat hij ermee moet.

De meisjes zijn om half tien nog bezig met het opruimen van de vuurplaats. Er waren gisteren twaalf mensen voor het hot stone bath. Ze hebben tot één uur vannacht gewerkt. Dus ik heb nog even tijd om te schrijven, tot kwart voor elf.

Dan hebben ze het echt nodig om even te ontluchten. Dat doen we in het prieel.
Er kwamen gisterenavond 12 gasten in plaats van de 5 die waren aangekondigd. Er werd veel gedronken en sommige mannen wilden niet uit het bad komen en bleven vier uur zitten in plaats het ene uur waar ze recht op hadden. Het was koud en winderig.

Hun kleren ruiken nog naar rook en hun handen zijn schraal van het wegwerken van de hete stenen en de as. Wang heeft een stukje roet in haar oog gekregen en zit de hele tijd te tranen. Ze vinden dat dit werk is voor mannen. Maar Mahendra heeft alle mannen van de staf aan het werk bij de bouw van de vier nieuwe huizen. En het is schier onmogelijk om een mannelijke masseur te vinden in Bhutan.

Als ze een beetje zijn uitgefoeterd gaan we naar de massagekamer, waar het Sonam’s beurt is om de quadratus lumborum en de pectoralis major te oefenen.
Daarna nemen we in de anatomie-app de spieren van de binnenkant van de benen door. Daar gaan we vanmiddag of morgen mee verder.

Op weg naar mijn kamer kom ik vóór de lobby Mahendra en Alain tegen, die net de ronde over het resort hebben gedaan. Ze nodigen me uit om samen met hen te lunchen en opnieuw heb ik een interessante inkijk in het hotelwezen. Alain heeft zijn hele leven wereldwijd in grote hotels (met een capaciteit van 1000 tot 2000 gasten gewerkt als manager, dus hij weet van wanten. Hij is diep onder de indruk van wat de mensen van Tashi Namgay hier in zeven jaar hebben neergezet.

Na de lunch neem ik mijn e-mail door. Dan is het tijd voor een kleine siësta. Ik word wakker gebeld door Sonam, die meldt dat ze weer een gast hebben die een hotstone bath wil hebben. Poor girls…

Ik ga dus maar weer verder met mijn blog. Totdat om zeven uur Mahendra belt of ik met hem en Alain wil dineren. OK, mijn iPad batterij is bijna leeg, dus die kan ik dan mooi even opladen.

Mahendra laat de enige goeie (dure!) wijn van het huis aanrukken. Lekker en een tikkie mousserend. Alan is een wijnliefhebber en -kenner en keurt hem goed. Het gesprek wordt al gauw persoonlijker en hij vertelt hoe fijn het is om na zo’n hectisch leven eindelijk eens na te kunnen denken over waar het nu eigenlijk allemaal om gaat. Hij leeft alleen in Genève. Zijn vrouw kon zijn hotelleven niet aan en zij zijn lang geleden gescheiden. Wel hebben ze twee kinderen – en een goeie verhouding.
Hij heeft een kunstheup en een hele batterij medicijnen voor zijn hart – na twee operaties – , maar hij geniet duidelijk van het bestaan.

Het is een genoeglijke maaltijd. Af en toe knipoog of zwaai ik even naar John en Tavor, die aan het tafeltje naast ons zitten in de lege eetzaal ( ook dicht bij de kerosinekachel die de grote eetzaal plaatselijk bijverwarmt). Zij moeten het even met elkaar doen.

Thuis check ik mijn e-mail en neem een lekkere douche. Om kwart over elf leg ik Osho neer en zet de wekker op kwart over zeven.

MAANDAG 2 FEBRUARI

Om kwart over zeven gaat de wekker. Hm… Ik zet hem nog maar even en half uurtje later.
Maar ja, er piept wee zo’n stralende zon tussen de gordijnen door…
Toch maar een kwartiertje rekken en strekken. En dan vóór ik ga douchen en ontbijten eerst even een regeltje in mijn blog schrijven en een half uurtje en knutselen aan dat Spa-menu dat ze zo graag geupdate willen hebben.

Aan het ontbijt tref ik Alain, die straks samen met Mahendra een ontmoeting heeft met de zeven Department Heads en twee supervisors. Die gaat hij aan het werk zetten om te inventariseren waar ze tegenaan lopen en wat er verbeterd zou kunnen worden.

Hij is bezig met zijn powerpoint presentatie (waarvoor hij een ultrakleine reisbeamer bij zich heeft). Ik ga intussen verder met het corrigeren van het Spa menu, waar hier en daar wat taal- en stijlfouten in zitten.

Als Mahendra hem komt ophalen is het ook voor mij bijna tijd om naar de meisjes te gaan.
Ik drink nog een kop thee met John en Tavor, de Amerikanen. Bij Tavor is de verkoudheid goed los gekomen, maar hij voelt zich beter. John vertrekt morgen via Bangkok en Hongkong terug naar Chicago, waar zijn vrouw zo ongeveer ingesneeuwd zit.

Met de meisjes loop ik het massage-aanbod in het Spa menu door. Een aantal van de massages met klinkende Bhutanese namen zijn ongeveer hetzelfde en kunnen worden samengevoegd onder één noemer. Andere massages moeten een andere tijdsduur krijgen: 90 minuten is bijvoorbeeld veel te lang voor een hoofd- of voetmassage.

Dan oefent Sonam de grepen van het mediale been op Wang. Hier ook weer veel hilariteit en protest als we rond de lies werken.

Tot slot gaan we nog even in het bibliotheekprieel zitten, waar Wang alle foto’s die ik heb genomen via Bluetooth op haar mobieltje overzet.

In mijn kamer werk ik nog een half uurtje aan het menu en om twee uur ga ik een hapje eten. Het is een verademing dat er niemand in de eetzaal is. Even geen conversaties.
Ik neem een kippengroentensoepje met noedels en een portie champignons met kaassaus. Heerlijk!

Na een kleine siësta ben ik bijna de hele middag bezig met pogingen om foto’s vanuit Dropbox op mijn iPad te krijgen, wat maar steeds niet lukt. Heel frustrerend.

Ik ben blij als ik om kwart over zeven vanuit het restaurant word gebeld dat Mahendra met een heel gezelschap op mij zit te wachten voor het diner. Nu moet ik het wel even loslaten.

Het gezelschap bestaat uit Mahendra, Alan, Auke, Adrian en Kathy. Ik word uitgenodigd om aan het hoofd van de tafel te zitten tegenover Mahendra.

Auke en Adrian werken hier sinds november in een naburig oud hotel dat wordt opgeknapt en zal fungeren als een soort hotelschool voor Bhutanezen. Een initiatief van Rieky Crins, met wie zij goed bevriend zijn. Rieki had mij al gemaild met de vraag of ik ze al ontmoet had.

Beiden zullen begin maart een twaalftal trainers trainen in ‘hospitality’. Deze op hun beurt zullen eind maart met 40 leerlingen gaan werken, die ieder een werkveld kunnen kiezen: Receptie, Onderhoud, Keuken, Schoonmaak enzovoorts.

Auke is een charmante jongeman, die onder andere skileraar is geweest. Hij komt uit Nederland en heeft zeven jaar hotelschool gehad in Den Haag en Amsterdam.

20150208_213322

 

 

 

 

 

 

Auke

Adrian is tanig en gedreven, met opgetrokken schouders en scherpe, wat angstige gelaatstrekken. Hij komt uit Zwitserland en heeft al twee jaar praktijkervaring opgebouwd in Europa en het Verre Oosten. Op weg hierheen heeft hij grote afstanden gefietst, onder andere van Turkije naar Pakistan.

20150208_224403

 

 

 

 

 

 

 

 

Adrian

Kathy komt ook uit Zwitserland, maar woont al geruime tijd in China, waar ze Chinees leert. Nu is ze een maand in Bhutan, uitgenodigd door vrienden van haar familie, die niet ver van Tashi Namgay in de bergen wonen. Hier gaat ze toch ook maar wat Zhonka leren (de hoofdtaal van de Bhutanezen).

Het wordt een ganimeerde uitwisseling, met lekker eten en drinken. Op de valreep mengt ook John de ‘allesweter’ – die morgenvroeg vertrekt – zich in het gesprek. Hij blijkt ook jaren in China te hebben rondgereisd en vindt in Kathy een gretig gehoor.

Pas tegen half twaalf nemen we afscheid, met de belofte dat ik Auke en Adrian in hun hotel komeopzoeken.
Thuis probeer ik nog twee dingen uit: foto’s naar de iPad transporteren via Gmail. Dat werkt!
En tekst toevoegen aan mijn blog rechtstreeks in de webpagina. Dat werkt ook. Dus nu ga ik mijn hele blog naar Mahendra mailen met het verzoek om het uit te printen. Dan kan ik het vervolgens overtypen op de website. En voortaan niet meer werken in Pages, maar rechtstreeks online.

Wel merk ik tot mijn schrik dat er op raadselachtige wijze van alles is verschoven op de voorpagina van mijn website. Ik knutsel nog wat om te zien of ik het kan verhelpen, maar dat lukt maar gedeeltelijk.
Dus voor het slapen gaan schrijf ik nog een mailtje aan Willem, mijn webmaster, om te vragen of hij er even naar wil kijken. Hopelijk kan hij er van huis uit wat aan doen…

Intussen is het 02.00 uur en ik zet mijn wekker op acht uur, zodat ik morgen voor het ontbijt nog even tijd heb om de laatste gebeurtenissen in mijn blog te zetten.

 

DINSDAG 3 FEBRUARI

Geen yoyo-yoga vandaag. Om acht uur meteen het blog bijwerken, wassen aan de wastafel met heet water uit de waterkoker (de leidingen zijn nog niet ontdooid) en om kwart over negen aan de ontbijttafel met Alan. Spiegeleieren, toast, Bhutanese kaas en jam. En de kerosinekachel naast ons.

Alain gaat vandaag met de zeven Department Heads (allemaal vrouwen!) inventariseren wat er allemaal beter kan. Hij is duidelijk in zijn nopjes met de kennismaking van gisteren. Merkt dat ze naar hem opener zijn dan naar de ‘Baas’. Uiteindelijk gaat hij over een maand weer weg…

Met de meisjes ga ik in het bieb-prieel als experiment de keuze/commentaar oefening doen. Sonam’s makke is dat ze door haar onrust en ontevredenheid steeds maar van job wisselt, terwijl ze liever wat stabiliteit (en daarmee een beter betaalde baan) zou willen hebben, zodat ze haar vader financieel kan steunen. We vinden de geschikte keuze-affirmatie voor haar.

Tshewang wil eigenlijk liever ’s middags en ’s avonds werken in plaats van ’s morgens, maar denkt dat haar baas daar nooit mee akkoord zal gaan. Ook voor haar kiezen we een goede affirmatie die de weerstanden kan triggeren.

Afwisselend werk ik met beiden en binnen een half uur lijken hun affirmaties stevig te staan.
Ik knoop hun wensen in mijn oor voor de lijst met suggesties voor Mahendra en Karma Jigme.
Dan gaan we naar het kantoortje, waar we de spieren van de rug doornemen.

De lunch nuttig ik opnieuw in mijn eigen illustere gezelschap. Met zoals gewoonlijk drie, vier van de bediendes op de achtergrond erbij. De meeste namen kan ik nu al koppelen aan de gezichten. Thinley, Dorjee, Tashi Rinzin, Sanghe Tenzen. Veel mensen hebben dezelfde namen. Veel namen worden zowel aan mannen als aan vrouwen gegeven.
Ik neem tomatensoep met ei en toch maar weer die lekkere champignons met kaassaus. Met een licht blond biertje erbij.

Daarna een heerlijke siësta en wat schrijven.
Om vijf uur kom ik het Spa-kantoortje binnen, waar ik de meisjes tref in gezelschap van Dorjee en Bikram (de kok). Dat is nieuw: stafleden die elkaar tijdens hun pauze opzoeken. Ik ben aangenaam verrast. Dorjee wil nog wel een paar minuten blijven, maar Bikram, die mij nog niet kent, is verlegen en gaat al gauw terug naar de keuken.

Om half zeven is Wang klaar met de rugstrokes (onderbroekje ietsjes naar beneden levert natuurlijk weer levendige taferelen op.
Na afloop bedanken ze me nog eens hartelijk voor alles wat ze bij mij aan nieuwe dingen leren. leren. Ze huggen steeds spontaner!

Ik trek me terug in mijn kamer om de e-mail door te nemen. Er is een mailtje van Mahendra, die mij uitnodigt voor een excursie morgen naar het plaatselijk museum en een lunch in town. Om elf uur vertrekken we.

Dan word ik gebeld door de keuken: of ik alvast wil bestellen. Vandaag zijn er maar tien gasten, dus er worden persoonlijke bestellingen opgenomen in plaats van een buffet gemaakt. Ik heb geen menu op de kamer, dus er wordt iemand naar me toe gestuurd. Ik bestel champignonsoep, een vegetable cutlet (een soort vegetarische hamburger), komkommersla en een beetje fried rice.

Ik tref Alain, die bezig is met een dik boek over het leven van St. Jean, een Tempelier uit de Middeleeuwen. Hij blijkt zelf lid te zijn van de Orde van Tempelieren (een soort Vrijmetselaars, maar zonder geheimen en rituelen) en moet een lezing voorbereiden voor als hij over een maand terug is in Geneve.

20150204_164540

 

 

 

 

 

Orde van de Tempelieren

Hij heeft een vruchtbare dag gehad met de lady department heads (één voor één) en heeft al een aardig beeld van wat er zoal verbeterd kan worden in de organisatie.

Vervolgens hebben we het over de klimaatverandering. Hij vertelt over de rampzalige gevolgen op de Noordpool en in Antarctica. Iemand die hij kent was onlangs op een Poolexpeditie toen ze een ijsbeer zagen zwemmen. Dat kon niet, want het dichtstbijzijnde vaste ijs was 400 km verderop. het uitgemergelde beest werd opgevist en in slaap gebracht. Het vel konden ze wel een meter van zijn lijf optillen. Deze heeft het overleefd.

Dan wisselen we nog wat uit over de treurige toestand van de wereld, zijn reis naar Compostella (hij doet het in etappes, elk jaar een stuk, in 2018 hoop hij aan te komen) en zijn gezondheid. Hij heeft een hartoperatie gehad, twee nieuwe heupen, diabetes, zere knieen en een hele batterij medicijnen. Maar hij laat zich niet kennen en reist ondanks de bezorgheid van familie en vrienden vrolijk de hele wereld rond om zijn kennis te delen met wie maar wil – als een soort moderne Tempelier/Graalridder.

Om kwart voor tien ben ik thuis. Heerlijk nog wat tijd voor mijn schrijverij en een kopje stoelgangthee met Engelse drop. Tot mijn verrassing ontdek ik dat mijn website weer ‘normaal’ is. Willem’s kabouterwerk? (Ik heb nog geen bericht van hem gehad). Of een spontaan wonder…? (het blijkt achterf een spontaan wonder te zijn, want Willem had niets gedaan :-)).

 

WOENSDAG 4 FEBRUARI

Een half uur voor de wekker afgaat word ik om zeven uur wakker. Hm, toch maar even mijn rek- en strekoefeningen doen, dan voel ik mij altijd wat soepeler gedurende de dag.
Als ik om half acht de gordijnen open doe piept de zon net boven de bergen uit. Weer zo’n strakblauwe lucht!

Ik zet een kopje koffie voor mezelf, was me aan de wastafel en werk vervolgens mijn blog bij.
Dan een gezellig ontbijtje met Alain en een korte sessie met de dames.

Om elf uur vertrekken we voor een bumpy ride – eerst naar het Bongde Institute for Hospitality and Tourism, waar Adrian en Auke (die eergisteren bij ons dineerden) werken. Bongde ( een voormalig hotel dat niet zo goed liep) ligt in de bergen, ongeveer 20 minuten rijden van Tashi Namgay. We worden (met échte koffie!) hartelijk ontvangen door de beide jongens in de net gerenoveerde en schoongemaakte receptie, die als bar zal gaan fungeren. Van hieruit hebben we een adembenemend uitzicht over het dal, het vliegveld en het kleine stadje Paro.

20150204_114011

 

 

 

 

 

De eigenaar van het voormalige hotel in Bongde

20150204_112251

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Auke en Adrian  

Dit project is het troetelkindje en de passie van Rieki Crins. Op zoek naar een geschikte locatie voor een ecologische horecaopleiding voor jonge Bhutanezen ontdekte ze deze plek. Ze kreeg de eigenaar van het hotel mee en wist vanuit de Learning Exchange Foundation fondsen te genereren en deze twee jonge horecamensen te enthousiasmeren. De bedoeling is dat er voor de leerlingen die daar getraind worden ook stageplekken worden gezocht.

We krijgen een uitgebreide rondleiding door het hotel en zijn onder de indruk van wat er sinds november al aan renovatie en verbouwing heeft plaatsgevonden. Het is hard werken en ze hebben regelmatig te kampen met oponthoud en onverwachte complicaties. Half maart gaat de eerste opleiding beginnen. Het is dus nog even flink aanpoten.

Een tweede kop koffie slaan we af, want we moeten nog door naar Paro en het National Museum.
Het is nog zo’n 20 minuten rijden naar Paro, waar we in een klein supermarktje wat boodschappen doen en in een winkel van Sinkel een paar sandalen voor mij scoren.

Ik ‘vang’nog een paar spelende kinderen op de gevoelige plaat.

20150204_123828

 

 

 

 

 

Daarna gaan we een hapje eten in Mahendra’s vaste stek. Daar zien we even later Tavor binnenkomen met een zakenpartner (Paro is klein!). Het is vandaag zijn laatste dag en ik hoop hem vanavond tijdens het avondmaal nog even te spreken.

Vervolgens klimmen we met de auto naar het National Museum, dat wat hoger gelegen is dan de Dzong waar wij eerder waren. De (gedeeltelijke) collectie is tijdelijk ondergebracht in een naburig gebouw, omdat de oorspronkelijke ronde toren met een spiraalvormige opstelling wordt gerestaureerd.

20150204_155058

 

 

 

 

 

20150204_155311

 

 

 

 

 

 

Alain is niet weg te slaan van de steenhouwers. Hij ziet hier een levend plaatje van hoe het eeuwen geleden de steenhouwers precies op dezelfde manier bezig moeten zijn geweest.

In het tijdelijke onderkomen krijgen we een goede indruk van Bhutan’s historie, cultuur, flora en fauna. Alain geniet als een uitgelaten kind van alle nieuwe indrukken en schiet tientallen plaatjes. Mahendra en ik wisselen af en toe vertederde blikken.

20150204_154632

 

 

 

 

 

 

Om kwart voor vijf zijn we weer thuis. Ik bel de meisjes dat ik de rest van d dag vrijaf neem en tracteer mezelf op een heerlijk warm bad.

Nog wat bloggen en aan het Spa-menu sleutelen en dan is het alweer tijd voor het diner…

Alan zit met drie verschillende cocktails voor zich: appelsap met appelbrandewijn, sinaasappelsap met whisky en watermeloen met witte rum. Een experiment van Chimmy en haar keukenpersoneel. Zij wil graag dat wij ze keuren. Beiden vinden we de eerste twee het lekkerst.

We keuvelen tijdens het eten heel wat af en maken op de valreep nog kennis met Marie-claire uit België en Vina (een wat oudere Indiase vrouw) uit New York, die beiden bezig zijn met vrouwenontwikkelingswerk. Ze gaan pakken, want morgen vertrekken ze naar Delhi. Maar we wisselen nog wel visitekaartjes uit.

Om half tien is het bed- en blogtijd. Met veel geduld lukt het mij nu uiteindelijk om mijn hele blog toch in etappes vanuit mijn iPad naar de website te kopiëren. Nu hoef ik alleen nog de leukste foto’s vanuit mijn camera naar de iPad te mailen, van daaruit op te slaan in Photos en ze dan vanuit mijn website te importeren en in het blog te plakken. Het wordt nog eens wat!

Intussen heeft Mahendra en nieuwe list bedacht om mijn laptop hierheen te krijgen: overmorgen komt Karma Jigme, de grote Baas hier, terug uit Maleisië – via Bangkok. Mahendra gaat hem vragen om de Vaio op te pikken als hij daar op het vliegveld is.

Vijf over één: de hoogste tijd om weer lekker onder mijn tijger-fleecedekentje te kruipen…

 

DONDERDAG 5 FEBRUARI

Vandaag was weer zo’n heerlijke dag. Ik geniet van de rust en de regelmaat die zich als vanzelf in mijn dagritme heeft ontwikkeld.

Vanochtend een heerlijke 4-handen rugmassage gehad van de meisjes, die de grepen van gisteren op mij oefenden.

Tijdens de lunch kwam Alain nog even bij me zitten met een kop thee – hij had zijn middagmaal al gehad – om bij te praten. Mahendra was druk met het oplossen van een storing in het interne computersysteem, maar kwam toch nog even melden dat hij de mensen in Bangkok had gemaild dat mijn laptop waarschijnlijk zal worden opgehaald en te vragen waar de laptop zich momenteel precies bevindt. Ondertussen werd hij wel drie keer mobiel gebeld.

20150208_213438

 

 

 

 

 

 

Druk, druk, druk…

Meestal heb ik vóór het ontbijt een half uur, vóór de lunch een uur, vóór de middagsessie met de meisjes anderhalf uur, vóór het avondeten een half uur en vóórr het slapengaan twee tot drie uur om voor mezelf te werken. Met de meisjes werk ik meestal van tien tot een en van vijf tot half zeven.

Vandaag is het volle maan. Gisteren was hij nog te zien. Zojuist, op weg van de eetzaal naar mijn kamer, zag ik hem nergens meer – terwijl het toch heel helder weer is.

Voor de middagsessie in de bibliotheek nam ik Zwitserse chocola mee voor de meisjes: een schot in de roos. En we bekeken foto’s van hun familie en vrienden en komische filmpjes op Youtube, voordat we aan de anatomieles over de billen en de hamstrings begonnen.

Het eten was heerlijk. Alain had de keuken- en bedieningsstaf vermanend toegesproken en wat tips gegeven. Met als gevolg dat de borden waren voorverwarmd, de soep heet was in plaats van lauw en de groenten (bloemkool, sperzieboontje, worteltjes) niet bijna rauw maar iets meer gekookt.

Nu, om tien over half tien, zit ik weer rechtop in bed en werk totdat mijn ogen bijna dichtvallen.

 

VRIJDAG 6 FEBRUARI

Vandaag zijn de billen aan de beurt. Dat wordt weer een dolle boel, als de onderbroekjes uit of naar beneden geschoven moeten… Dus ik begin de dag in ons bibliotheekpaviljoen maar met een oefening in gekke bekken trekken. Dat is ook geheel nieuw voor hen en ik moet eerst zelf het goede voorbeeld geven en uitleggen dat het goed is voor de aangezichtsspieren en onze mimiek voordat ze al giechelend zelfs maar een poging doen.

Na deze warming-up krijg ik ze in ieder geval zover om met de billen bloot te gaan, al blijft het broekje als safety belt onder de billen aawezig.

gluteus maximus-2

 

 

 

 

 

 

De hamstrings zijn al een stuk minder eng, behalve bovenaan bij het bekken. Het is goed te merken dat er heel veel chromische ‘fatsoensspanning’ zit in en om het bekkengebied. En ze moeten toegeven dat het weldadig aanvoelt als daar wat ruimte wordt geschapen.

Mahendra is de hele dag afwezig. Volgens zeggen is hij zijn kamer niet uitgekomen. Misschien gunt hij zichzelf wat rust, nu er vandaag geen enkele gast is…

’s Middags worden in de massagekamer de rollen omgekeerd en de bilpartij begint al wat te wennen.

Later in bed kom ik er eindelijk aan toe om wat plaatjes aan mijn blog toe te voegen.

Jammer is dat ik nog niet kan uitvinden hoe ik snel naar het eind van de tekst kan springen. Het document opent steeds bovenaan en dan moet ik eindeloos scrollen om naar het eind te komen of naar de plek waar ik een plaatje wil invoegen. Maar… het begint er leuk uit te zien.

Tijdens het diner krijg ik in geuren en kleuren Alain’s verhalen te horen over de afgelopen dag. Hij heeft de tijd van zijn leven met alle dames van de verschillende afdelingen, die aan zijn lippen hangen om nieuwe dingen te leren.

Na afloop wil ik eerst even een dutje doen voor ik weer verder met de lijst van suggesties. Maar ik word pas de volgende ochtend om kwart voor zeven uur wakker :-).

 

ZATERDAG 7 FEBRUARI

Lekker uitgerust werk ik alsnog aan de finetuning van de lijst met suggesties. Vandaag wordt Karma Jigme verwacht, dus dan is het fijn als ik met wat feedback kan komen.

Aan het ontbijt voegt Mahendra zich bij Alain en mij. Hij ziet er pips uit en kan zienderogen maar met moeite zijn aandacht bij Alain’s eindeloze verhalenstroom houden. Gisteren heeft hij de hele dag in bed gelegen, maar de telefoomtjes kon hij niet laten gaan.

Hij vraagt naar de meisjes en ik vertel wat over hun bezwaren en wensen. Spontaan besluit hij om mee te gaan naar het bibliotheek paviljoentje om te horen wat ze op hun hart hebben. Dat is wel even schrikken voor de dames, maar het is toch een opluchting als we de stand van zaken even van alle kanten belichten. En voorzichtig wordt mijn idee in de week gelegd dat het wellicht goed zou zijn om Wang een training te geven tot supervisor van de Spa. Zelf acht zij zich nog niet capabel om die positie in te nemen. Maar ondanks haar verlegenheid vind ik haar er beter geschikt voor dan Sonam, die weliswaar wat brutaler en extraverter is, maar ook  grilliger en wat minder stabiel.

Dan brengt Dorjee (waar Sonam en haar collega Dheeki van de receptie verliefd op zijn dus er wordt over en weer heel wat afgegiecheld) vanuit het restaurant een potje koffie voor me. Langzamerhand een dagelijks ritueel. Heerlijk!

20150213_103540

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verlegen Dorjee van het Restaurant

20150213_140916

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kokette Dheeki van de Receptie

Vervolgens gaan we aan de slag met de anatomie van de laterale kant van het lichaam. Een lange sessie volgt, met eerst Wang als practitioner.

De lunch met Mahendra en Alain nuttigen we in de zon op,het balkon van het restaurant. Mahendra is weer aardig opgeknapt en zit vol met plannen voor de Spa. Hij wil graag een één op één gesprek met mij hebben over hoe mijn vorm van werken kan worden gepresenteerd in het Spa menu.  En wat hij moet doen om net zo genietend in het leven te staan als ik. Ik kijk hem ondeugend aan en zeg dat hij eerst maar eens op de tafel moet komen liggen om mijn vorm van werken te ervaren. Hmm, dat wil hij wel, maar dan alleen de achterkant… Ik blijf hem aankijken en vraag waarom niet de voorkant…? Hij weer, met enige achterdocht: ‘Full body…?’ En ik weer geruststellend: ‘ Ja, full body, but don’t worry: no happy ending.

In de namiddag als ik het Spa-kantoortje binnenkom zit daar een nieuw meisje, een vriendin van de beide anderen. Ze heet Pema Zhangmo en ze heeft dezelfde massageopleiding in het Oberoi in India gedaan als de beide andere meisjes, maar daarna ook ervaring (een jaar en drie maanden) opgedaan in een ander hotel. Nu zit ze sinds zes maanden weer thuis in Bhutan omdat ze in India niet alleen durfde rondreizen zonder begeleiding- en zich dus teveel opgesloten voelde.

Haar vriendinnen hebben haar hierheen gelokt en ze komt gratis meedoen met de lessen, om daarna te kijken of ze hier wil komen werken. Ze heeft er twee dagen over gedaan om hierheen te reizen en zal hier intern verblijven. Met z’n drieën krijgen ze een grotere kamer dan waarin Wang en Sonam tot nu toe bivakkeerden.

Ze is net zo’n beetje klaar met haar verhaal als ineens Mahendra in ons hokje staat, glunderend.

“You haven’t seen why I look so happy!”, zegt hij. Ik kijk hem niet begrijpend aan. “You haven’t seen why I look so happy!”, herhaalt hij.

image

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan pas zie ik dat hij mijn fluwelen laptoptas over zijn schouder heeft hangen. Ik vlieg hem spontaan om de hals en de tranen springen me in de ogen. De Lieverd. Alle tijd die hij heeft geïnvesteerd in de pogingen om dat ding hierheen te krijgen. En nu is blijkbaar Karma Jigme net aangekomen uit Maleisië en het is hem gelukt om de Vaio te pakken te krijgen in Bangkok.

Ontroerd ga ik verder met de les. Pema komt mee naar de massagekamer om te kijken naar wat voor vreemde nieuwe dingen ik de meisjes bijbreng.

Halverwege de les worden we onderbroken door een koppel dat komt voor een stoombad. Omdat het intussen al bijna kwart voor zeven is, onderbreken we de les zodat de meisjes zich aan de gasten kunnen wijden en Pema kunnen installeren.

Op weg naar mijn kamer wip ik nog even het restaurant binnen om mijn menukeuze te maken. Het duurt dan nog een half uur voor mijn maaltijd klaar is en dat is net genoeg om mij even op te frissen en te verkleden.

Als ik terugkom is Alain ook net begonnen met het diner en een kwartier later voegt  Mahendra zich bij ons. Hij heeft zij n 85 e-mailtjes weggewerkt en twee uur zitten bijpraten met Karma Jigme.

Het is het begin van een tijdloze avond waarin onze gesprekken steeds intiemer, liefdevoller en diepgaander worden. De tijd verdwijnt en als we ons verzadigd hebben aan het heerlijke eten, de wijn en elkaar is het ineens half twaalf.

En nu zit ik weer rechtop in de kussens en typ deze woorden. Dankbaar en gelukkig voor wat ik allemaal mag meemaken

Misschien nog wat plaatjes importeren en toevoegen. Of lekker onderuit en morgen weer verder.

 

ZONDAG 8 FEBRUARI

Nou, het werd toch lekker onderuit…!

Na het ontbijt staat er in het restaurant ineens een onbekend gezicht naast me. ‘How are you?’ Het duurt even voordat ik mij realiseer dat dit Karma Yoga is. Ik had hem mij veel ouder voorgesteld, maar hij ziet er uit als begin dertig. Een echt aziatisch gezicht en een accent waar ik even aan moet wennen. Ik bedank hem hartelijk voor het ophalen van mijn laptop en we wisselen wat uit over zijn reis naar Maleisië en mijn tijd hier.

Karma Jigme

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Karma Jigme

Karma heeft dit resort – een droom waar hij al lang mee rondliep – vijf jaar geleden opgebouwd op deze plek, die gezien wordt als een heilig oord, omdat hier ooit de goeroe woonde die het Boeddhisme naar Bhutan heeft gebracht. Er staat nog een gedenksteen bij de bedding van de rivier.

20150210_131729

 

 

 

 

 

 Heilige gedenksteen aan de rivier

Deels is bij de bouw gebruik gemaakt van hout gered uit het puin van een aardbeving die een paar jaar eerder plaatsvond, waarbij ook zijn ouderlijk huis instortte.

Karma’s vrouw Sonam blijkt een bekende Bhutanese filmactrice te zijn. Daar verdient ze niet veel mee. Dus daarnaast heeft ze ook een goed lopende ‘winkel van Sinkel’ in het naburige dorpje Bongde (waar de hotelschool in de maak is). Veel vrouwen in Bhutan, ook getrouwde, hebben een eigen zaakje of erven de bezittingen van de ouders.

Samen hebben ze twee kinderen. De dochter gaat binnenkort in Thimpu wonen bij een tante voor haar schoolopleiding. Het zoontje gaat over een paar weken naar de kleuterschool, die achter Sonam’s winkeltje ligt. Het hele gezin was mee op reis, maar vrouw en kinderen zijn twee weken in Bangkok gebleven, terwijl Karma door ging naar Maleisië – een reis die hij aangeboden had gekregen van een zakenpartner.

Karma loopt mee naar het kantoortje en begroet de nieuwe pupil, die gratis mijn lessen mag volgen en ook eten en onderdak krijgt.
Daarna ga ik met de meisjes aan het werk.

We doen eerst een warming-up in het paviljoentje bij de rivier, onze favoriete plek om de dag te beginnen. Ruggen wrijven, leunen tegen elkaar en met de vingers de rugspieren bewerken en tot slot een hoofd-, nek- en schoudermassage. En buiten ons vervolgens over de anatomie.

20150208_103344

 

 

 

 

 

V.l.n.r.: Pema, Wang en Sonam

Pema Zhongmo doet vandaag ook actief mee met de les. We doen bij Wang de hele laterale kant van het lichaam en laten en passant nog eens de 3-D anatomie zien van de spieren die we behandelen. In de namiddag laat ik ze alleen werken (de andere laterale kant van beide dames), want we krijgen de twee jongens van de hotelschool op bezoek. Die vertrekken overmorgen naar een klein dorpje in het noorden van India, waar ze drie weken moeten blijven voordat ze met een nieuw werkvisum Bhutan weer in kunnen .

’s Avonds dus weer gezellig diner met, met maar liefst vijf tafelheren! Auke, Adrien, Alan, Mahendra en Karma.

20150208_201205

 

 

 

 

 

Karma, Mahendra, Adrian (rug), Auke en Alain

20150208_201233

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sanghe Rinzin schuift mijn stoel aan


20150208_224347

 

 

 

 

 

Karma Jigme en profil

Als voorafje krijgen we een yakschotel (yaks zijn de Bhutanese bergkoeien), die weliswaar lekker gekrruid is, maar wel oertaai… De chickensizzler met groenten daarentegen is heerlijk mals, de wijn uitstekend en het toetje met watermeloen en aardbeienmousse ook. Gisteren heb ik de massala-thee ontdekt (een soort Indiase chai met melk) en daarmee eindigen we een geanimeerde avond waarin ik weer heel wat te weten ben gekomen over het hotelwezen met alle uitdagingen en anekdotes die dat met zich meebrengt.

Thuis in bed, met mijn dierbare hervonden laptop op schoot, importeer ik nog wat foto’s van mijn camera. Maar het internet is traag en valt steeds uit. Dus tegen tweeën geef ik mijn pogingen om ze op de website te krijgen op, zet het raam open en de thermostaat laag en kruip onder mijn knetterende (statische electriciteit) tijger-fleecedekentje voor zes uur diepe slaap…

 

MAANDAG 9 FEBRUARI

Iets voor achten word ik wakker. Net nog even tijd om mijn blog bij te werken. Voor het eerst zie ik bij het openschuiven van de gordijnen wat bewolking. Maar een half uur later is de zon weer terug. Sneeuw heb ik hier nog niet gezien. De kou ’s nachts valt erg mee (ik had -16 verwacht maar het is voor mijn gevoel niet kouder geweest dan -4) en overdag is het heel aangenaam en zonnig, met een diepblauwe lucht temperaturen tussen de 11 en 18 graden.

Het ontbijt met Mahendra en Alan is plezierig. Ik proef een knakworstje van Mahendra, maar besluit mij gewoontegetrouw toch maar te houden bij toast, omelet met ui en tomaat, toast, wat kaas en jam (voor de variatie kan ik ook kiezen voor roerei of spiegelei). De cornflakes spreken me minder aan.

Mahendra heeft de wekelijkse maandagochtendtraining met de staf en heeft vandaag ook Wang uitgenodigd, om haar verder te polsen over haar eventuele motivatie om supervisor te worden. Belangrijk is dat ze beseft dat dit veel meer verantwoordelijkheden met zich meebrengt dan ze als masseuse heeft.

Alain heeft een lange dag voor zich, met wel vier besprekingen.

Ik zit nog even in mijn hangstoel op de veranda in het zonnetje met een tweede kopje thee en dan ga ik naar de meisjes.

grandma yoyo in hangstoel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grandma Yoyo in hangstoel

In het paviljoen laat ik nu ook Pema Zhongmo vertellen over haar leuke en minder leuke eigenschappen. Dan komt Wang terug van de stafbespreking. Zij heeft instructies gekregen ter verbetering van de Spa, haar zegje kunnen doen en informatie ontvangen over de verantwoordelijkheden van een supervisor. Voortaan mag zij elke maandagochtend bij de stafbespreking zijn.

Terwijl Wang en Sonam de andere kant van Pema’s ‘positieve’ en ‘negatieve’ eigenschappen mogen bedenken, geniet ik van de koffie die om kwart voor elf wordt gebracht door onze vriend Dorjee. Voor we naar de massagekamer gaan springen we wat op en neer en zwieren twee aan twee in de rondte  om even in beweging te komen.

Gisterenmiddag hebben Pema en Wang zonder mij de andere zijkant van Sonam gedaan, een lange sessie. Dat ging ze redelijk goed af, maar ze hadden hier en daar nog wel wat twijfels. Wang moet de andere zijkant nog krijgen, dus dan kan ik het ze nog een keer laten zien. Maar eerst doe ik de bilpartij en de hamstrings nog een keer voor, waarna de meisje zich alledrie mogen uitleven op mij. Pema moet duidelijk even slikken, want zij is zelf nog niet uit de kleren en onder handen geweest. En om dan ineens de juf bloot te zien rondlopen zonder gillend weg te rennen is wat je noemt een kwantumsprong.

gluteus maximus transverse-1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar het gaat goed en om kwart over één zijn we klaar.

De tijd tot de lunch gebruik ik om nog een paar foto’s te unzippen, namen te geven en naar mijn blog te sluizen. De lunch nuttig ik alleen, want Alain is nog druk bezig met de hele keuken- en bedieningsstaf (zo’n zeven man/vrouw) tips ter verbetering te geven. Ze zijn één en al aandacht.

Alain met staf

 

 

 

 

 

 

Na afloop komt hij nog even naar mijn tafeltje om te vertellen dat van deze mensen uiteraard geen wonderen verwacht kunnen worden: de meesten hebben weinig of geen opleiding gehad en een paar hooguit een jaar. Terwijl in Zwitserland drie jaar opleiding vereist is wil je in de bediening in een 4- of 5-sterren hotel aan de bak komen. Maar hij is blij dat hij ze hier en daar wat nuttigs bij kan brengen.

Na een siësta van een half uur ga ik ijverig verder met het verzenden, unzippen, benoemen en verkleinen van foto’s. Veel te snel is het vijf uur. Ik moet weer naar de meisjes. Maar als ik aankom blijkt Wang een klantje te hebben voor voetmassage van een uur. Dus nu kunnen we niet haar tweede zijkant doen. Jammer. Misschien is er na haar sessie nog even tijd daarvoor.

Met de andere twee ga ik nog wat in op vragen die ze hebben over de anatomie van het mediale been. Dan komt er een telefoontje van de front desk dat Wang in het kader van haar training tot supervisor na haar sessie verwacht wordt bij Pema, de front desk manager, die haar wat Excel kennis gaat bijbrengen voor het maken van een dagelijks sales report.

Dat wordt dus straks niks meer, want om zeven uur staat het diner alweer klaar. Dus rond ik met de andere twee af door wat Osho-moppen voor te lezen uit de Dhammapada (lezingen over de sutra’s van de Buddha) deel 7, dat ik als enig boek heb meegenomen.

Ik wacht nog even tot Wang terug is van haar sessie. Dan nemen we afscheid voor vandaag.

Als ik na een kleine pauze in het restaurant kom, zijn Alain en Mahendra al volop in gesprek.
Na enige tijd kan ik het gesprek een wending geven van het hotelwezen naar wat meer existentiële onderwerpen.

Ik laat wat foto’s zien van de extensies en de beide heren zijn zowel gechoqueerd als nieuwsgierig als ze onbedekte stukjes borst- en bilpartij zien. Mahendra vraagt of hij ook helemaal bloot moet als hij bij ons op de tafel komt liggen. Ik zeg dat ik dat wel dapper zou vinden, maar dat hij zichzelf niet hoeft de forceren. Ben benieuwd of hij de stap back to innocence kan nemen. Alain heeft al gezegd dat hij in zijn conditie, met allle operaties en hartaandoeningen, bang is dat massage misschien niet goed voor hem zal zijn. Maar hij is toch ook wel geïmponeerd door mijn uiteenzetting over body/heart/mind shifting en wie weet komt hij toch nog over de brug.

Daarna gaat het over liefde. Mahendra heeft met deze job geen tijd voor een vaste relatie, dus hij moet het doen met vluchtige ontmoetingen en soms een aantal nachten met dezelfde. Hij laat een foto zien van zijn huidige bilmaatje (sinds een week), dat hij echt heeft moeten veroveren, en appt haar over zijn inspirerende gesprekken met mij. Ze is benieuwd naar wie die rare Yoyo wel mag zijn. Wellicht zie ik haar, als ze op zijn vrije dag eind deze week weer een nachtje komt vrijen en slapen.

Tot slot wisselen we nog wat uit over onze favoriete films. Voor Mahendra is dat ‘300, Rise of an Empire (die komende zondag op de TV in mijn kamer is te zien), voor Alain ‘Kingdom of Heaven’ over de Templars. Zelf kom ik uiteraard met ‘As it is in Heaven’, waar beide heren nog nooit van hebben gehoord.

Terug in mijn kamer werk ik mijn blog bij, doe nog een spelletje WordFeud met vriendin Joke en broer Jack.

20150209_150413

 

 

 

 

 

 

20150209_150442

 

 

 

 

 

Met broer Jack

Tegen half twee ga ik plat. Maar omdat de slaap na twee uur nog niet wil komen, ga ik maar weer rechtop zitten en importeer. unzip en categoriseer nog een flinke lading foto’s van mijn camera, tussentijds chattend met broerlief. Tegen zessen doe ik een nieuwe poging tot onderduiken en inderdaad drijf ik na een half uur zachtjes weg.

 

DINSDAG 10 FEBRUARI

Vijf minuten vóór de wekker om kwart voor negen afgaat, word ik weer wakker.

Ik neem een douche (het water is lekker warm), vul mijn kussensloop met kleren voor de was en wandel in vier minuten naar het restaurant, met de zon in mijn rug genietend van de frisse zuivere lucht.

Aan het ontbijt vind ik Alain en Karma Jigme. Ik stel Karma wat vragen en krijg hem aan de praat over zijn passie en perikelen, het ontbreken van een goed managerbeleid en het onderhoud, renovatie en uitbreiding van de accommodaties. Er zijn nu 58 kamers met in totaal plek voor zo’n 120 gasten. De grootste zorg is – naast het schipperen met het budget – het personeel. Hoe vind je getrainde mensen, hoe integreer je ze met de andere stafleden en bovenal: hoe houd je ze. Ik kom en passant met wat suggesties omtrent de redenen waarop personeelsleden afhaken. Hij ziet uit naar mijn lijst met tips en aan de hand daarvan gaan we binnenkort wat brainstormen.

In het paviljoen doen we eerst e ontluchtingsoefening. Tsjewang en Pema Zhangmo zijn gisteren verhuisd naar een grotere kamer. Een soort ronde torenkamer waar niets in staat. Het was een heel karwei om hun matras en spullen de smalle trap naar boven op te krijgen, En ze hadden een aanvaring met één van de andere meisjes toen ze daar om half elf ’s avonds mee bezig waren. Sonam is beneden in hun oude kamer gebleven, maar Dheeki  van de Receptie is bij haar ingetrokken.

Wang had ook een botsing met de front desk manager, die ook Pema heet. Ze schijnt nogal een bitch te zijn en af en toe ronduit bot. Wang is verontwaardigd en zegt dat als zij door Pema getraind moet worden en het zo blijft, ze haar  langste tijd hier gehad heeft. Dat is natuurlijk mijn vrees – en die van Mahendra: dat de meisjes hier mijn nieuwe technieken leren en dan met die kennis overstappen naar de concurrentie: de Spa van een ander hotel, waar de omstandigheden en betaling beter zijn/lijken.

Ondertussen genieten ze alle drie van de les. Ik laat ze hun drie wensen opschrijven en het is leuk om te zien hoeveel energie dat ze geeft.

20150208_104322

 

 

 

 

 

Pema en Tshewang

In de massagekamer doe ik  de  extensie van de zijkant nog een keer voor op de linkerkant van Wang. Daarna geeft Pema Zhangmo mij een ontspanningsmassage, zodat ik een indruk krijg van haar stijl van werken en haar kan helpen om die te combineren met Esbima. Ze is goed!

Tijdens de lunch geef ik de ongenoegens van de dames door aan Mahendra. Hij moet zelf maar zien of hij er iets mee kan. Als ik weer in mijn kamer ben heb ik nog een uur voor de middagsessie. Mijn plan is om een half uur te gaan slapen en dan nog een half uur te werken. Ik heb flink wat dingen op mijn to-do-lijst staan. Maar het wordt toch een uur pitten: de slapeloze nacht van gisteren doet zich gelden.

’s Middags werken Wang en Sonam voor het eerst op Pema Zhangmo, opnieuw met de laterale extensies. Zij moet nu dus ook met de billen bloot. Gelukkig is ze inmiddels voldoende ontdooid om het aan te kunnen. We zijn pas om zeven uur klaar en ik struin dus meteen door naar de eetzaal. Daar zit Alain op zijn iPad te werken in afwachting van het ‘set menu’ van vandaag: witte rijst, een kipschotel, bloemkool met een kaassausje, geroosterde spinazie en papadams. De eetzaal is dit keer niet helemaal leeg: en zijn zes gasten die ook hier eten.

Even later voegt ook Mahendra zich bij ons en voor Alain is het bijna tijd voor zijn volgende en laatste afspraak van vandaag.

Mahendra vertelt dat het hem eindelijk gelukt is om een als maar uitgesteld verlof te plannen. A.s. maandag, de 15e, gaat hij 5 dagen naar zijn oom en grootmoeder in Thimpu. Ik zal hem missen! Voor zijn vertrek gaat hij het regelen dat ik met vier van de afdelingshoofden een sessie van een uur krijg waarin ik  wat communicatie-oefeningen met ze kan doen.

Ik merk dat de vermoeidheid weer toeslaat. Mahendra kan het zien. We breken dus direct na het eten op. In mijn kamer heb ik nog net genoeg puf voor mijn Wordfeud-beurt en het bijwerken van mijn blog tot hier. Het is bijna tien uur. Nog even een paar e-mailtjes en dan vind ik het welletjes voor vandaag!

 

WOENSDAG 11 FEBRUARI

In ons gezellige paviljoentje laat ik vandaag de meisjes kennismaken met de hot seat  (één persoon zit in een stoel, de anderen komen één voor één langs en zeggen eerst wat ze niet bevalt aan die persoon en daarna wat ze leuk, mooi, lief of bijzonder vinden). Nou, dat is me een gegiechel en gedraai! Ze zijn helemaal niet gewend om rechtuit tegen iemand iets te zeggen wat je niet bevalt aan die persoon. En ook niet om een ander in de ogen te kijken. Dus anders dan bij ons krijg ik er niet meer dan één of twee punten van kritiek p.p. uitgeperst . Nou moet ik ook zeggen dat de mensen hier over het geheel genomen duidelijk minder sjaggerijnig, gestressed en veroordelend zijn dan bij ons…

Zelf kom ik er ook bekaaid af  qua minpunten: ik draag te dunne kleren (zij lopen hier allemaal rond in van die gewatteerde windjacks) en ‘I expose my naked body shamelessly in front of other people’. Aan de positieve kant daarentegen raken ze niet uitgecomplimenteerd.

Uiteraard gooi ik vervolgens in de massagekamer vrolijk al mijn kleren uit en maak in mijn blootje een dansje rond de massagetafel. Gelukkig, ze kunnen er al om lachen en hebben niet meer de neiging om weg te duiken of de kamer uit te rennen! De dames mogen zich nu heerlijk uitleven op mijn beide zijkanten. Ze krijgen het al aardig in de vingers! En ik voel me na afloop heerlijk ontspannen.

Dan zit ik weer alleen in de grote lege eetzaal, na een lekkere Indiase lunch. Er zijn vandaag – na een paar dagen met nauwelijks of geen gasten – 49 Indiërs gearriveerd voor twee nachten. Dus het menu is aangepast. Maar het hele gezelschap eet blijkbaar in het ‘beach restaurant’ for special occasions.

20150210_141851

 

 

 

 

 

 

Even later voegen Alain en Mahendra zich bij mij. Het gesprek gaat deze keer over cultuur en politiek.

Buthan is in het verleden regelmatig in oorlog geweest met Tibet.Sinds China Tibet heeft veroverd is dat voorbij. Niettemin worden er door de Chinezen af en toe ook stiekem stukjes land van Bhutan ingepikt aan de noordgrens in de Himalaya, waar niets aan te doen schijnt te zijn. De opkomst van China resulteert overigens ook in economische infiltratie: 30% van de gasten van Tashi Namgay is nu Chinees. Ze komen vaak met grote groepen en zijn erg luidruchtig, wat soms irritant is voor de andere gasten. Ook wordt er veel geïnvesteerd door China.

Met India heeft Bhutan goede betrekkingen. Er wordt uit dat land veel geïmporteerd, met als gevolg dat de schuldenlast hoog is opgelopen. Deze proberen ze nu te verlagen door de levering van elektriciteit. Er wordt in Bhutan veel stroom gewonnen uit het verval van de rivieren en bergstroompjes. Elektriciteit is dan ook hun voornaamste exportproduct.

Uit buurland Nepal zijn in de vorige eeuw veel werkkrachten aangetrokken. Maar onder de 4e koning (de vader van de huidige) is het beleid veranderd, omdat de toevloed van Nepalezen de pan uit rees. Het schijnt dat de regering tegen het eind van de vorige eeuw het merendeel van de ‘platneuzen’ met zachte drang het land heeft uitgewerkt.

Wat het koningschap betreft: anders dan in Nepal (waar tien jaar geleden de koning is vermoord, met desastreuze gevolgen voor het land, dat kennelijk verscheurd wordt door economisch verval en terreur) is in Bhutan weinig of geen weerstand tegen het koningshuis (ik vermoed overigens dat dat ook wel te maken heeft met dat er korte metten worden gemaakt met elke vorm van oppositie).

Wel ziet het er naar uit dat de macht van de regering groeit, waardoor het koningschap geleidelijk aan meer een symbolische functie krijgt, zoals dat ook het geval is in Europa. De huidige koning is wat minder populair dan zijn (veel krachtiger) vader, maar nog steeds zeer geliefd. Hij doet ook zijn best om de band met zijn volk te versterken, door veel rond te reizen (met een rugzak op zijn rug) en persoonlijk contact te maken met mensen uit afgelegen gebieden.

fifth king of bhutan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150210_145236

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hommage aan de koning. Medaille op Mahendra’s borst

Na een kleine siësta ga ik weer verder met foto’s, de update van het Spa-menu en de feedbacklijst.

’s Avonds tijdens het diner neemt Mahendra het dappere besluit om vrijdag op de massagetafel te komen liggen. ‘Wel met onderbroek en boxershorts aan – en alléén de rug!’, waarschuwt hij. ‘We zullen zien’, glimlach ik met een knipoog.

Thuis in mijn kamer doe ik alleen nog een spelletje WordFeud. Om kwart over elf vallen mijn ogen dicht en kan ik nog net het licht uitdoen.

DONDERDAG 12 FEBRUARI
Om kwart over zeven word ik na een diepe slaap wakker uit een gruwelijke droom. Mijn zus Marijke vertelt me dat er in haar buurt een moord heeft plaatsgevonden. De moordenaar heeft twee kleutertjes gewurgd en de ogen uitgestoken. Plotseling bevind ik mij in een film van het gebeurde, waarbij ik tegelijkertijd door de ogen kijk van de moordenaar,  de slachtoffertjes en de oppas, die het hele gebeuren hulpeloos moet aanzien.
Als ik een beetje ben bijgekomen van dit drama, draai ik me om en gun mezelf nog drie kwartier van wat rustiger slaap.
Om acht uur maak ik een kopje stoelgangthee (ik heb een kleine  aambei die soms bloedt, en wil mijn ontlasting dus wat zacht houden), schud mijn kussens op en beantwoord een paar e-mailtjes.
Er is geen warm water, dus ik doe een kattenwasje aan de wastafel. In de eetzaal ben ik alleen (met drie bediendes). Sanghe Rinzin brengt mij koffie in plaats van thee en vergeet vervolgens het theelepeltje en mijn servet. De zoutpot is leeg en Dorjeeroostert mijn toast te licht. Maar uiteindelijk geniet ik toch van heerlijke spiegeleieren en toast met kaas en jam.
Alain komt er nog even bij zitten. Hij heeft met zijn camera in de aanslag op het balkon gezeten, in afwachting van het vliegtuig dat rond deze tijd moet landen. Hij wil zo’n spectaculaire landing op een superkorte landingsbaan graag filmen. Maar het vliegtuig wil niet komen.
Nadat hij voor de tweede keer naar buiten is geweest en weer binnenkomt, horen we ineens de scheurende remmen. ‘Merde!’, wéér te laat…
Dan moet ik plotseling naar de w.c. rennen. Oeps! Een heftige aanval van diarrhee. Mischien toch iets teveel stoelgangthee gedronken :-).
Maar het kan ook een opleving zijn van de amoebedystentrie, die ik ooit in India heb opgelopen (daar schijn je nooit meer helemaal vanaf te komen) en die zich in Europa koest houdt, maar in Oosterse landen af en toe gereactiveerd wordt. Gelukkig geen heftige buikkrampen.
Samen wandelen Alain en ik naar onze respectievelijke kamers. Onderweg bewonderen we de craftsmanship van de werklui die de De Luxe cottages renoveren Al van verre hoor je ze zingen.  In twee dagen vervangen ze hele dakranden, inclusief de gedetailleerde houtbewerking en de geschilderde details. We geven ze een compliment,  maken een praatje met ze en schieten wat foto’s. Het is me opgevallen dat de meeste Bhutanezen er geen bezwaar tegen hebben om gefotografeerd te worden.
20150212_105851
Thuis tref ik Dawa het kamermeisje aan, dat bezig is mijn kamer de dagelijkse  schoonmaakbeurt te geven. Ik bedank haar voor haar goede zorgen en vraag of ik haar mag fotograferen. Dat vindt ze prima, maar wel wil ze eerst even checken of haar haar goed zit… Wat dat betreft is er niet veel verschil tussen de Bhutanese en Westerse dames!
20150212_111023

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dawa

housekeepers

 

 

 

 

 

Schoonmaaksters tussen de bedrijven door

Zo, nu eerst even online mijn blog updaten. Daar ben ik een klein uurtje mee bezig. Als ik de tekst opsla merk ik dat  behalve de eerste drie regels alles wat ik heb geschreven verdwenen is. Hoe kan dat nou? Ik kijk of er een vorige versie automatisch is opgeslagen, maar nee hoor.

Ik slaak een diepe zucht en begin opnieuw. Af en toe even checkend of de opslagfunctie nu wel werkt. En gelukkig is dat zo.
Als ik bijna klaar ben is de batterij leeg en treedt net de automatische Windows update in werking. OK, ik leg de Vaio maar weer even aan de tiet. Het is alweer bijna etenstijd en in de twintig minuten die mij nog resten verzend ik nog wat fotobatches van mijn Galaxy naar de computer.

Bij de lunch zie ik Alain en Mahendra in gesprek. Ze wenken mij om erbij te komen. Alain luncht niet (hij wil zijn buikje kwijt) en Mahendra is net klaar met zijn maaltijd. Hij blijft niet lang. Ik zie dat het werk aan hem trekt. Naast de 49 Indiërs zijn er vandaag ook 10 Europeanen bijgekomen, dus er valt veel te regelen.

Alain is er intussen in geslaagd om een opname te maken van een landend vliegtuig. Maar helaas is de helft ervan mislukt, doordat hij teveel had ingezoomd. Hij verhuist naar de lange tafel achter mij, waar tien van zijn pupillen wachten op zijn lezing over wijn.

Nu heb ik rustig even de tijd om te genieten van de champignons met kaassaus (uiteraard mijn lievelingsgerecht hier, de komkommer met mayonaise, de papadam (waar ik ook dol op ben) en een heerlijke mango juice.

Als ik klaar ben vraagt Alain mij om wat foto’s te nemen van de wijnproeverij en zelf ook een paar slokjes te komen nemen.

De meeste Bhutanezen drinken niet, of soms alleen bier. Maar ze moeten de verschillen tussen de wijnsoorten leren en weten welke wijn waarbij geschonken kan worden. De Bhutanese wijn is volgens hem niet veel soeps. Hij is goedkoop en er zitten chemicaliën in en veel suiker. Hij is van plan om op de markt in Thimpu te kijken of er geen betere soorten zijn. Voorlopig raadt hij de manager Chimi aan om toch ook maar wat Franse wijn aan te schaffen.

alian en wijn

 

 

 

 

 

Ik proost even mee en geniet van de vieze gezichten die de jongens en meisjes trekken.

Daarna ga ik weer terug naar mijn kamer. Inmiddels is het half vier en tijd voor mijn middagdutje. Vandaag is het voor het eerst sinds mijn aankomst zwaar bewolkt en het regent zelfs een beetje. Meteen is het ook een stuk kouder, dus het is geen straf om weer even lekker onder de wol te kruipen. Ik maak een lekker kruikje, werk mijn blog nog even bij en om vier uur ga ik een half uurtje plat.

 

MAANDAG 16 FEBRUARI

De afgelopen vijf dagen werd mijn aandacht zozeer in beslag genomen door ‘hier en nu’, lesgeven en de finetuning van het spa-menu en de suggetie-lijst, dat ik niet aan mijn dagboek ben toegekomen.
Wat is er zoal gebeurd in de tussentijd?

Het weer is weer opgeklaard. De regenval was maar van korte duur en de volgende dag scheen de zon weer – tot en met vandaag. Wel is het in de ochtend soms wat nevelig en dus ook wat frisser. Op de toppen van de noordelijke bergen ligt sneeuw.

Mahendra is gisteren naar zijn grootmoeder en neef in Timpu vertrokken. Vijf dagen verlof. Dat had hij al veel eerder had zullen nemen, maar hij heeft het alsmaar uitgesteld. Het is nu of nooit, want vanaf begin maart is het waarschijnlijk weer volle bak. Ik mis hem nu al!

Alan is ten prooi gevallen aan een heftige keelontsteking. Veel pijn bij het slikken. Kan sinds gisteren niet meer praten (dat is ook wel lekker rustig, even :-)).

Met de meisjes ben ik begonnen met de review van het hele programma dat we hebben afgewerkt. De warming-ups in het paviljoentje zijn steeds gezelliger. Ze genieten van de Flowering-achtige oefeningen die ik met ze doe, vertellen onbevangen over vriendjes, familie en toekomstdromen en laten me fotootjes zien op hun smartphones.

20150206_111320

 

 

 

 

 

Tshewang wil later haar eigen hotel beginnen. Sonam wil vooral een vriendje met een auto – en later een gezin met kinderen. Tshewang heeft al een vaste partner (kinderen hoeft van haar niet zo nodig) – en een goeroe, met wie ze verder wil op het pad van zelfrealisatie.

Wat mij behoorlijk in een dilemma bracht is, dat ze een paar dagen geleden vertelden dat ze naar het vijf-sterrenhotel in Paro zijn geweest om te solliciteren. (ik kan het ze niet kwalijk nemen, want een aantal randvoorwaarden voor het personeel zijn hier verre van ideaal).

Het ziet er naar uit dat de mensen daar voor hun Spa wel oren hebben naar in drie dames die een flink arsenaal en ruim twee jaar ervaring in hun vingers hebben. Ze kunnen daar een hoger salaris krijgen. Maar moeten dan wel zelf woonruimte zoeken – en betalen – in de buurt. Niet alleen het hogere salaris is aantrekkelijk, maar ook de personeelsaccommodatie schijnt een stuk gerieflijker te zijn. En… ze zitten daar in Paro zelf, dus minder opgesloten dan hier in Tashi Namgay.

Tja… moet ik dat nou wel of niet doorvertellen aan Mahendra en Karma?

Zij hebben nogal wat geïnvesteerd in mijn komst hier. En dan zitten ze straks wellicht met een lege spa… De gedachte maakt me verdrietig.

Nou, ik laat het nog maar even rusten. Misschien kan ik op een goed moment wel een zachte hint geven dat ze wat meer moeite zouden kunnen doen om hun Spa-personeel( tevreden) te houden.

Na een aantal dagen ’leegstand’ kwam er eergisteren (op Valentijnsdag) een groep van 53 jolige Fransen uit Nîmes/Sètes binnenvallen. Leden van de Association ‘Culture en Liberté’, opgericht door geestige groepsleidster Sylvie. Zij maken een cultuurtour van drie weken en zijn via Kathmandu en Darjeeling hier beland. Alain en ik hadden meteen een leuk contact met een aantal van hen. Leuk om mijn Frans weer wat op te halen en blij dat Alain (die toen nog kon praten) erbij was om de gaten op te vullen. Gisterenavond moest hij afhaken vanwege zijn keelpijn.

20150215_190124

 

 

 

 

 


20150215_205813

 

 

 

 

 

20150215_205824

 

 

 

 

 

Overdag waren ze naar het Tiger’s nest geweest, een uitdagende trip met 700 traptreden de berg op in anderhalf uur tot twee uur.
Een viertal van hen kwam na afloop een massage halen, die erg goed viel.

Na wat gesprekjes hier en daar kreeg ik aan het eind van de avond een halve fles wijn van ze cadeau en een getuigschrift voor Alain en mij voor de benoeming tot ‘Chevalier de l’Ordre du Verre à Dent – pour la Défense de la Liberté de boire un petit coup nulle part et partout, exclusivement pour le plaisir’.

Eerder op de avond, aan het begin van het diner werd ik uitgenodigd door drie oudere dames uit North Carolina. Alle drie weduwen en lid van een supportgroepje van 8. Een advocate, Diana, een vertaalster, Claire, en een health food freak (à la Jheel: ze leed hevig onder de afwezigheid van full grain brown rice hier in het Oosten). We hadden geanimeerd gesprek over retirement, relaties, alleenzijn en familiebanden.

Alain zat zielig, ziekig en alleen en aan ‘onze’ tafel en vertrok al snel naar zijn kamer. Vandaag is hij na het ontbijt ook meteen weer naar bed gegaan.

Zelf was ik uitgenodigd om bij de wekelijkse stafbespreking aanwezig te zijn. Die werd geleid door Pema, in de conference room boven het restaurant. Een ongezellige ruimte en een nogal serieuze bedoening. Iedereen kan in principe zijn zegje doen, maar het kwam er vooral op neer dat een jongen die iets te laat binnenkwam en kennelijk ook in de keuken iets fout had gedaan streng terecht werd gewezen.

20150216_103541

 

 

 

 

 

 

Mijn beurt bestond uit het melden van een aantal onvolkomenheden, het plannen van coaching- en massagesessies met de drie afdelingshoofden en het maken van een afspraak met Pema voor vanmiddag. Pema is floor-manager en de rechterhand van Mahendra. Nu Mahendra er niet is (en Karma ook schittert door afwezigheid) zwaait zij hier de scepter. Ze wordt door deze en gene ondergeschikte afgeschilderd als een soort Margaret Thatcher.

Na de lunch begin ik met het bijwerken van mijn blog. Ik schrijf het in Word, want het internet heeft het weer eens begeven.

Stipt om vier uur belt Pema aan mijn kamerdeur. Ze is snipverkouden.

Ik nodig haar uit om het zich gemakkelijk te maken. Ze schuift de enige stoel in de kamer naast mijn bed. Zelf ben ik in kamerjas en ik nestel mij weer in de kussens, met mijn laptop op schoot voor aantekeningen.

Het uur daarna vertelt ze over haar werk, de dingen waar ze blij mee is en de uitdagingen en de uitdagingen/zorgen die haar verantwoordelijke job ook met zich meebrengt. Ik stel af en toe wat vragen en zie haar steeds meer opengaan en ontspannen. Hoezo, Margareth Thatcher? Een honneponnetje…

Vervolgens kom ik met mijn voorstellen voor en uitleg over coaching, massage, de hot seat, yoyoyoga, kundalini meditatie en ontluchtingsoefening, zowel voor de supervisors als voor de staf. Ze is helemaal in voor al deze nieuwe experimenten en vooral over yoga is ze laaiend enthousiast.

We spreken af dat zij als eerste een massage krijgt vanavond om negen uur.

Vanaf morgen komen dan successievelijk de anderen aan de beurt.

Morgen om drie uur beginnen we dan ook maar meteen maar met een hot seat voor supervisors, in het bibliotheekpaviljoen. Zij wil wel als eerste op de stoel.

Bij het afscheid om kwart over vijf huggen we en mag ik ook een foto van haar nemen, ondanks haar verkoudheid.

20150216_171755

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Avonds voor het diner wip ik nog even aan bij de meisjes, die de de extensies van vanochtend zelfstandig hebben toegepast op Pema Zangmo, die ze nog niet had ervaren. Na het diner (buffet vandaag, vanwege 35 nieuwe gasten) met een lekker glas wijn doe ik een klein dutje. Dan krijgt Pema haar massagesessie, Sonam is inmiddels ook bezweken aan de griep, dus ik werk samen met Tshewang en Pema Zangmo.

De meisjes beginnen met een warming-up, daarna kom ik erbij met wat selectieve Esbima extensies (ze heeft vooral last van haar knieën). Pema geniet zienderogen, ook al moet de sessie af en toe onderbroken door neus snuiten en telefoontjes over de internetreparatie: eindelijk is de monteur gearriveerd die er vanmiddag al zou zijn. Rond kwart over tien laat ik de meisjes samen afronden en Pema begeleiden naar de stoomcabine.

Zelf ga ik naar mijn kamer, om nog wat televisie te kijken en deze regels te schrijven. De nacht is helder en fris maar niet koud. Er is geen maan te zien, maar er fonkelt een lichtende ster aan de hemel.

Thuis blijkt het internet  het nog steeds niet te doen. OK, dan nog maar even wachten en zien hoe het morgen is. Ik nestel mij in bed en tegen twaalven doe ik na een vlotte schrijfsessie met een tevreden zucht het licht uit.

 

DINSDAG 17 FEBRUARI

Vijf minuten vóór de wekker afgaat word ik wakker. Ah… die zon, als ik de gordijnen open doe.

Eerst maar even mijn blog op de website zetten (gisteren vlak voordat ik het licht uitdeed, deed het internet het ineens weer).
Vandaag begin ik om half elf met de meisjes. Het wordt een drukke dag, met de hot seat, een coachingsgesprek en een massage met Chimmy.

En dan ben ik nog niet eens begonnen met het maken van een handboek (en een diploma!) voor de dames…

Vandaag krijg ik om vier uur Chimi de restaurantmanager voor een coachingsgesprek. Daarna krijgt ze meteen een massage van een uur. De komende dagen komen successievelijk alle supervisors aan de beurt. En we gaan ook nog een ontluchtingsworkshop doen en voor de liefhebbers een yoga/kundalini sessie.

Om half elf begin ik met de meisjes. In het paviljoen lees ik een stukje voor uit deel 7 van de Dhammapada, commentaren van Osho op de sutra’s van de Boeddha’s. Over dat je geen soulmate zult vinden als je niet eerst je eigen ziel hebt gevonden. Met uiteraard ook weer een paar treffende moppen erbij.

We werken tot kwart voor één. Na een korte pauze, een lichte lunch en een cat nap van tien minuten is het tijd voor de hot seat workshop in het paviljoen. Er zijn twee kamermeisjes, twee jongens van de bediening, een meisje van de receptie, Tsjewang, één van mijn pupillen die nu getraind wordt tot supervisor en Chimmy, die gaat over keuken en restaurant. Zij zal aansluitend een uur naar mijn kamer komen voor een gesprek en daarna een massage krijgen.

Tja, hoe zullen we beginnen… Ik laat ze eerst maar eens een kring maken van de gemakkelijke rieten stoelen. Na een korte inleiding en uitleg over het doel van onze samenkomst nodig ik ze uit om als introductie één ding te noemen wat ze goed vinden van zichzelf en één ding waar ze een oordeel op hebben.

Tjonge, wat heb ik van ze gevraagd… Eén van de kamermeisjes verbergt zich half huilend achter haar hand en lijkt zeven doden te sterven. Anderen lachen gegeneerd of zitten als versteend op hun stoel. Gelukkig heeft Tshewang deze oefening al eerder gedaan en zij bijt de spits af. Daardoor kunnen de anderen enigszins ontspannen en met wat geduld en aanmoediging komt iedereen uiteindelijk toch met een tweetal overtuigingen over zichzelf.

Om ze wat in beweging te krijgen geef ik vervolgens een demo van de tweede fase van de dynamische meditatie: uit je dak gaan. Dat is duidelijk nog nooit vertoond en degenen die niet mee springen liggen in ieder geval in een deuk van het lachen. Mooi zo. Daarna gooien we de stemmen los, met vooral veel dierengeluiden, wat voor nog meer hilariteit zorgt. We vervolgen de warming-up met gekke bekken trekken, wat een aantal toch wat te ver gaat. OK, dan maar even wat ruggen wrijven. Dat gaat goed. Ook lukt het ze om een minuut in elkaars ogen te kijken en dan te zeggen wat ze zien of voelen.

Tot slot komen we dan toch nog toe aan de hot seat voor twee van de aanwezigen die de stoute schoenen aantrekken. Anders dan in Nederland bij de Flowering groepen krijgen de deelnemers nauwelijks meer dan één negatief en één positief geluid per persoon uit hun strot – en ook het in de ogen van de ander kijken bij het uitspreken van je mening valt niet mee. Maar ik weet wel dat deze mensen – en ik – het afgelopen uur een ervaring hebben gehad die we niet gauw zullen vergeten…

Dan gaan Chimi en ik naar mijn kamer, waar weer een boeiende uitwisseling plaatsvindt over werk en leven.

20150224_075004

 

 

 

 

 

De massage die ze vervolgens van de meisjes en mij krijgt is voor haar een soort initiatie (de massages die ze lang geleden ooit eerder heeft gehad hebben ervoor gezorgd dat ze een afkeer heeft van aanraking.

Met zachtheid en toewijding lukt het ons om haar dit keer iets anders te laten beleven en althans iets van de geïsoleerde compartimenten van haar lijf tot elkaar te krijgen.

Daarna is het genieten van een welverdiende maaltijd – een gloeiende sizzler met stukjes kip, champignons, speciebonen en rijst – in gezelschap van AlaIn, die tot zijn vreugde zijn stem weer terug heeft en daar meteen weer dankbaar gebruik van maakt…

Morgenavond na het eten is hij aan de beurt voor een massage. Langzamerhand heeft zijn nieuwsgierigheid het gewonnen van zijn scepsis en weerstand.

’s Avonds in bed verdeel ik mijn tijd tussen kijken naar het laatste deel van De Ban van de Ring (voor de tweede keer en weer net zo spannend) en – in de reclamepauzes – mijn blog.

En nu is het kwart voor één en de hoogste tijd om weer even te verzinken in zoete vergetelheid.

 

WOENSDAG 18 FEBRUARI

Zoete vergetelheid? Nou, vergeet het maar!. Zeker tot drie uur wentel ik mij klaarwakker van de ene zij op de andere. Niet onaangenaam trouwens, maar wel met af en toe een zorgelijke gedachte over slaapgebrek straks, omdat ik graag weer fit wil zijn voor de sessies van vandaag.

Niettemin word ik een uur voordat de wekker afgaat wakker, met zin in de dag. Omdat het internet het niet doet begin ik maar met het plaatsen van de eerste foto’s in het Esbima handboek voor de meisjes.

Aan het ontbijt treft ik een mismoedige Alain. Hij had het vannacht opnieuw behoorlijk te kwaad, en meer dan ooit. Een brandende pijn van zijn keel naar zijn borstgebied. Bang dat er wellicht weer iets mis gaat met zijn hart is hij toch maar begonnen met antibiotica, om de vier uur, naast de iboprufen en de anderen medicijnen die hij regelmatig inneemt. Hij is de laatste dagen veel bezig met op het internet (als dat het af en toe even doen) kijken welke medicijnen wel en niet met elkaar kunnen.

Hij is niet gewend om ziek te zijn en vindt het onuitstaanbaar dat hij hier nu niet gewoon zijn werk kan doen. Voelt zich bezwaard over alle ondersteuning en verzorging die hij krijgt van de staf. ‘Ik wil er juist voor hén zijn!’.

Alain is overigens niet de enige die ziek is. Veel van de mensen hier lopen te snotteren, te hoesten en te proesten. Ik prijs mezelf gelukig dat ik tot nu toe de dans ben ontsprongen. Mogelijk heb ik dat te danken aan de multi-vitamine, de glucosamine en de omega 3 forte die ik elke dag inneem.

Het enige ongemak dat ik in het begin heb gehad is een kleine aambei, die af en toe bloedde (mijn ontlasting was wat hard. Maar die is nu gelukkig weer weg, mede dankzij de stoelgangthee. Verder ben ik blij met de pot met zuiveringszout (natriumbicarbonaar dat ik heb meegenomen. Een half theelepeltje in een glas water is meestal afdoende als ik na het eten last heb van maagzuur.

Alain en ik hebben het over doodgaan in het buitenland. Op onze leeftijd kan de dood elk moment toeslaan, waar ik mij zeer wel van bewust ben (ik heb altijd mijn geplastificeerde lijstje met gegevens en te bellen telefoonnummers bij me). Waar kies je dan voor: crematie ter plekke, of repatriëring van je lijk voor een eventuele begrafenis. Maar ja, wie wil je het aandoen om die stoffelijke resten in ontbinding te laten  wegwerken… En een graf schept wellicht een gevoel van verplichting tot onderhoud dat je je vrienden en familie niet wilt aandoen. Het ergste vindt hij het idee dat zijn zoon opgescheept wordt met het opruimen van zijn onoverzienbare berg spullen en administratie.

Het doet Alain goed om even te ontluchten. Maar na het ontbijt gaat hij toch maar weer plat.

Als ik het kantoortje van de Spa binnenstap, zit daar een nieuw meisje Tshering – een vriendin van de andere drie – dat zich wil aansluiten bij de les. Ik had al vernomen dat ze in aantocht was. Ook een lieverdje zo te zien. Zij heeft geen massageopleiding gehad, maar heeft wat technieken geleerd van collega’s in de Spa van een Bhutanees hotel zo’n vier uur hier vandaan, waar ze een jaar heeft gewerkt.

Toen ze trouwde moest ze daar weg. Kort daarna was het huwelijk ook voorbij omdat haar man zich niet tot één vrouw kon beperken. Ze heeft een paar jaar thuis gezeten, maar wil zo langzamerhand weer eens aan de slag. Inmiddels heeft ze een nieuwe vriend, die toerist guide en D.J. is in Paro.

Eerst doen we in het paviljoen een warming-up van zwieren, springen en ruggenwrijven. Vervolgens doe ik Yoyo-yoga met ze en daarna beginnen ze spontaan elkaar in bochten te wringen en te ‘kraken’ met aantal Thaise massageoefeningen. Het wordt één grote vrolijke stoeipartij.

20150221_120647(0)

 

 

 

 

 

 

Daarna gaan we in de massagekamer verder met de review, waarbij Tshering mag toekijken.

Om één uur ga ik naar mijn kamer om te zien of het internet het weer doet, want ik wil deze update – die ik in Word type – graag op mijn website zetten. Maar nee, hoor. Er is nog geen verbinding.

Oeps… dat laatste kop koffie en die melige appel had ik beter niet kunnen drinken want ik moet spontaan naar de w.c. rennen om over te geven. Hè, dat lucht op!

Ik werk nog even aan het Esbima-handboek en word om twee uur gebeld dat mijn lunch klaar is. Ach,… helemaal de tijd vergeten, ik zou om kwart voor twee in het restaurant zijn – en de jongens willen graag hun break hebben, maar moeten altijd blijven tot de laatste lunchgast weg is. En ik ben – zoals meestal met de lunch – de enige gast.

De lichte lunch van heldere soep, twee papads en komkommer gaat er goed in: mijn maag is immers weer leeg :-).

Ik hervat mijn werk en ga om drie uur even plat, in afwachting van Ughyen, hoofd van de huishoudstaf, die om vier uur een coachingsgesprek heb.

Als ik net in slaap ben gaat de deurbel. Daar is ze al! Het is kwart over drie. Ik trek de het laken en de deken omhoog over mijn blote lijf en laat haar binnenkomen. Na een kort kennismakingsgesprekje (ik heb haar wel al een paar keer gezien maar nog niet gesproken) waarin ze aangeeft dat ze na afloop van onze sessie liever geen massage wil, vraag ik haar om mij nog even mijn siësta te kunnen en over drie kwartier terug te komen.

Aldus geschiedt. Ik zet de wekker op zeven voor vier – zodat ik tijd heb om mij nog even op te frissen – en val in een heerlijke diepe slaap, waaruit ik verkwikt wakker word.

Als we ons hebben geïnstalleerd vraag ik haar waarom ze niet gemasseerd wil worden. Het blijkt te maken te hebben met een imprint van massages – ooit gegeven door een paar vriendinnen – die veel te hard waren en waar ze een allergische reactie van kreeg.

Dit is een begin van een gesprek waarin ze allengs ontdooit en vertelt over de moeite die ze heeft met haar huishoudstaf van elf meisjes/vrouwen. Ooit werkte ze hier zelf als kamermeisje en een aantal van haar vroegere collega’s weigeren haar als autoriteit te zien en saboteren bij het leven. Waarschuwingen helpen niet en ze vindt het moeilijk om ze te ontslaan, waartoe Mahendra haar carte blanche heeft gegeven (na drie waarschuwingen). Eén meisje heeft inmiddels haar laatste waarschuwing gekregen en is vervolgens vijf dagen met verlof gegaan. Zaterdag komt ze terug en Ughyen hoopt dat ze dan zelf ontslag zal nemen, want anders zal ze toch op haar strepen moeten gaan staan…

Na afloop van ons gesprek weet ik haar alsnog te verleiden tot een korte Time-out Touch stoelmassage in mijn kamer. Haar kleren mag ze aanhouden…:-), haar haren mag ik losmaken.

Aaah, wat een genot om iemand onder je handen te voelen ontspannen… Als ze na twintig minuten weer terug is op aarde en mij aankijkt weet ik dat haar gefixeerde visie op massage is veranderd en ik voel me dankbaar.

20150218_172639

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ughyen na de stoelmassage

Als ze weg is kijk ik weer even of ik wifi-verbinding heb. En ja hoor, het doet het! Daar maak ik snel gebruik van door mijn blog te uploaden. Zo, nu is iedereen weer op de hoogte. Al snel gaat de verbinding weer wapperen.

Maar het overzetten van foto-batchesvan mijn camera naar mijn laptop – wat aanvankelijk geen problemen gaf, maar sinds 15 februari stagneert – lukt nog steeds niet. En het vervelende is dat ik de pas gekochte kaarthouder voor mijn camerachip thuis heb laten liggen. Anders had ik zo de hele afbeeldingeninhoud kunnen overzetten op de Vaio.

Nou ja, dan moet ik maar beginnen met keuzes te maken uit eerder geïmporteerde batches.

Tijdens het diner zie ik Alain weer. Hij ziet er iets beter uit dan vanmorgen. Wel vraagt hij mij of we de massagesessie die hij vanavond om negen uur zou hebben nog even mag uitstellen tot overmorgen. Dat komt mij goed uit, want ik heb veel zin om lekker in mijn bed naar een film te kijken. Ook de meisjes zullen wel blij zijn dat ze wat eerder kunnen afknocken.

En zo laat  ik me heerlijk meevoeren in de spannende avonturen van ‘Mission Impossible’ en ‘A Beautiful Mind’. Om twee uur zak ik tevreden onderuit en neemt de slaap mij mee naar weer andere werelden…

 

DONDERDAG 19 FEBRUARI

Vandaag begint hier in Bhutan (net als in China) het nieuwe jaar. En  mijn zusje Joyce jarig. Ik ga later op de dag kijken of ik haar kan skypen. Dat hangt natuurlijk van de onvoorspelbare wifi-verbinding af… En anders maar een WhatsApp’je – op een moment dat ik even verbinding heb.

Aaah… die heerlijk stortdouche! Ik kan er haast niet onder vandaan komen. Pas tegen half tien ben ik in de eetzaal. Alain is al klaar en staat op het punt om een evaluatie ronde  te doen met Ughyen

Ik besluit net om de lokale pap maar eens uit te proberen als ik een gezicht zie opdoemen dat mij vaag bekend voorkomt. Het duurt een fractie van een seconde voordat ik me realiseer dat  het Karma Jigme is,  die ik sinds ik hier ben nog maar twee keer kort gesproken heb. Hij was de afgelopen zeven dagen voor zaken elders in Bhutan. En bij terugkeer zijn er meteen weer allerlei dingen die geregeld moeten worden, zoals vervanging voor een paar schilders die zijn afgenokt vanwege Nieuwjaar en de verjaardag van de koning. Het schijnt dat met ingang van vandaag iedereen vijf dagen vrij heeft, behalve de mensen in de private sector, zoals dit hotel. Dus Karma is gedoemd om een aantal dingen gewoon even on hold te zetten tot volgende week dinsdag.  Maar… dat geeft hem tijd om met Alain en mij afspraakjes te maken voor het bespreken van de suggesties die we hem kunnen aanreiken.

Hij vraagt of hij bij mij aan mag schuiven voor het ontbijt. Het wordt een gezellig en vruchtbaar gesprek, waarbij hij zienderogen ontspant. Onder andere plannen we voor mijn laatste dagen hier nog twee uitstapjes: één naar Thimpu (dat is er nog niet van gekomen) en één (op mijn verjaardag) naar het Tiger’s Nest, het beroemde klooster dat hoog in de bergen tegen een rotswand zit ‘aangeplakt’.

Hij is ook in voor een massage. In zijn eigen resort heeft hij nog nooit een massage gehad en dat vind ik natuurlijk niet kunnen.

Omdat ons gesprek uitloopt laat ik de meisjes weten dat onze les vandaag wat later begint.. Pas om kwart over elf loopt Karma met mij mee naar de Spa, waar de meisjes druk doende zijn met de voorbereidingen voor mijn hot Stone bath van vanavond (die zo’n vier uur in beslag nemen). Dat heeft  Pema voor me geregeld, want Mahendra wil graag mijn feedback over dit oeroude badritueel dat op het Spa-menu staat.

Als ik tenslotte om half twaalf met de meisjes in het paviljoen zit, besluit ik ze alleen maar wat te laten spelen met het anatomieprogramma, dat onze nieuwe aanwinst Tshering nog niet heeft gezien. Heerlijk om te zien hoe ze genieten van die ontdekkingsreis door het menselijk lichaam.

20150219_122817

 

 

 

 

 

 

Om half één geef ik ze congé – het is uiteindelijk nieuwjaarsdag, en ze moeten om drie uur alweer verder met hout sprokkelen en stenen verzamelen (de rivierbedding is één en al en rondgeslepen stenen en keien die van de bergen afkomen).

Na de lunch stuur ik een WhatsApp’je naar Joyce – het internet doet het nog steeds niet – en dan heb ik nog drie kwartier om te rusten voordat Denka van de afdeling Inkoop komt voor haar sessie. Ook zij komt lekker los en overwint haar angst voor aanraking op de stoel in mijn kamer.

Om half zes zou ik bij de meisjes zijn, maar het wordt vijf voor zes. Onze nieuweling geeft mij als warming-up een heerlijke rugmassage van een half uur en dan gaan we naar buiten, waar het vuur al lekker oplaait.in het donker en de stenen liggen te gloeien. Ik krijg het overdekte bad dat in een prieeltje staat, want het is net iets te koud voor de buitenbadkuipen.

De damp slaat van het water af en er moet eerst wat koud water bij voorat ik me langzaam in de houten kuip kan laten zakken. De stenen liggen in een apart compartiment aan het voeteneinde en geven geleidelijk aan hun hitte af aan het water, dat regelmatig wordt omgeroerd en waar nodig afgekoeld door Tshewang. Sonam masseert mijn schouders en Pem Zhongmo strooit kruiden, rock salt en lemongrass oil in het water. Ooooh, wat een zaligheid.

20150219_185626

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van Tshewang krijg ik een klein kommetje Ara aangereikt, de lokale sterke drank, die mij nu ook van binnen laat gloeien.

20150219_184704

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan vraag ik Tshering Zhangmo om een Bhutanees lied voor me te zingen (bij haar Goeroe heeft ze badjans geleerd) en ik zweef weg op  de exotische klanken van haar welluidende stem…

Na afloop word ik liefdevol afgedroogd en dan zit ik nog even bij het vuur, waar ik kennis maak met de jongere zus van Tshewang en de echtgenoot van Pem Zhongmo, die hier vanwege de feestelijkheden een paar dagen komen logern.

De dag wordt afgerond met een heerlijke maaltijd boven in het restaurant, waar Alain en Karma al diep in gesprek zijn over de ups en downs van Tashi Namgay.

Ik heb moeite om mijn aandacht erbij te houden. De loomheid van bad en ara zit nog in mijn lijf. Bij het dessert vallen mijn ogen al bijna dicht en ik als ik mijn citroenthee op heb verontschuldig ik mij – waarna wij ook gezamenlijk opbreken.

Eenmaal in bed heb ik nog net puf om het relaas van de dag op te schrijven – en dan, tegen tienen, schuif ik mijn computer terzijde en krul me op onder mijn tijgerfleecedekentje.

Wat een dag!

 

VRIJDAG 20 FEBRUARI

Om vier uur word ik wakker en ga aan de slag met het handboek voor de meisjes. Alle foto’s die ik al heb kan ik verkleinen en plaatsen. Er moeten er nog een aantal worden geïmporteerd en ook nog een paar gemaakt.

Om zeven uur ga ik nog een uurtje onder zeil. Daarna breng ik nog wat verbeteringen aan in het Spa-menu. Dan douchen en naar de lobby, waar ik hopelijk internetverbinding krijg.

Inderdaad, de wifi werkt en ik kan mijn bijgewerkte blog op mijn website krijgen. Opgelucht ga ik naar boven voor het ontbijt. Alain is al bijna klaar. Niet teveel eten, want vanmiddag lunchen we met Karma en zijn vrouw Sonam in Paro. Even later komt Karma er bij zitten voor een informele werkbespreking. Hij heeft mij het Spa-protocol met o.a. het hot Stone bath ritueel gestuurd  en vraagt mij of ik het kan nakijken en aan de hand van mijn ervaringen van gisteren waar nodig verbeteren.

Samen nemen we mijn verbeteringen aan het Spa-menu door en zo wordt het toch weer wat later dan gepland voordat ik naar de meisjes ga. Maar die blijken nog druk bezig te zijn met het legen van de vuurkuil en het schoonmaken van het zonnedek. Voor het opbouwen van de nieuwe hout/stenen-formatie krijgen ze hulp van een paar jongens van Maintenance (ah, mijn advies werkt) . Dus heb ik nog een half uurtje tijd om in de lobby mijn e-mail te bekijken. Heerlijke zachte banken hebben ze daar. En Dorjee komt mij koffie brengen.

Om kwart over twaalf zijn ze klaar en gaan we even uitblazen in ons paviljoen. Tot mijn vreugde weten zij mij uit te leggen hoe ik mijn foto’s via het oplaadkabeltje in één keer van mijn camera op mijn computer kan krijgen. Robert had mij dat al een keer voorgedaan, maar ik was vergeten hoe dat in zijn werk ging.

Nou, dat scheelt een hoop werk en gedoe straks bij het plaatsen van foto’s in mijn blog!

We gaan naar de dubbele massagekamer, waar wat meer ruimte is voor de demonstratie van de Time-out Touch stoelmassage. We hebben wel geen echte massagestoelen, maar met een omgekeerde stoel en een kussen op de leuning gaat het ook.

20150221_124637

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150221_124259

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150221_125213

 

 

 

 

 

20150221_125051

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

stoelmassage spa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om kwart over één heb ik de voornaamste posities en handzettingen met ze doorgenomen en ik ga snel naar mijn kamer om bij Alain zijn speakertjes op te halen: om drie uur heb ik weer een workshop in het paviljoen: nu met yoyoyoga en de Kundalini-meditatie.

De speakertjes bijken helaas weinig of geen verschil te maken met het geluid wat uit de iPad komt. Dus dan moeten we het daar maar mee doen.

Prompt om half één zitten Alain en ik klaar in de lobby voor het tochtje naar Paro. Even later komt Karma en dan rijden we in zijn Kia (een Koreaanse fourwheeldrive) eerst via Oochu naar Bongde (twintig minuten rijden over een bergweg waar hele stukken vrijwil onbegaanbaar zijn vanwege de kuilen en keien – in deze regio investeert de regering geen geld. De plaatselijke autoriteiten huren Indiërs in – mannen en vrouwen -, die erbij gebaat zijn om zeer langzaam te werken, omdat ze naar huis worden gestuurd als de klus is geklaard), waar we zijn vrouw Sonam gaan ophalen in haar winkeltje (een kruising tussen een winkel van Sinkel en een mini-supermarktje).

Tot mijn verrassing blijkt de naam van haar winkel ‘The 8th Heaven’ te zijn… Toeval bestaat niet: mijn werkplek in de Oost-Peterestraat heb ik ook De Achtste Hemel genoemd!

Dan rijden we door naar Paro – opnieuw langs adembenemend slechte stukken weg. Gelukkig is de Thai open. Vandaag is alles wat Bhutanees is, is gesloten vanwege de verjaardag van de Koning, waar overigens – anders dan bij ons – weinig feestelijks van te merken is hier in Bhutan).

De Thai is op een bovenverdieping. Beneden zijn de luiken van de winkels dicht. Het is een mooie, gezellige plek en volgens Karma één van de weinige goede restaurants in Paro. Onder het genot van een verrukkelijke maaltijd (ik kies cream of mushroom soup en vegetable fried rice) maak ik kennis met Sonam. Ze is een mooie slanke vrouw met fijnbesneden gelaatstrekken, zorgvuldig opgemaakt, met lange valse wimpers.

20150224_155606

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naast haar winkeltje houdt ze zich incidenteel bezig met acteren. De films hier schijnen een hoog Bollywood gehalte te hebben. Hoewel haar laatste productie alweer twee jaar geleden was, is ze als filmactrice zeer geliefd bij de Bhutanezen. Voor komende zomer is ze weer uitgenodigd voor een film waarin ze een prinses speelt. Ze vindt dat ze daarvoor nog een paar kilootjes kwijt moet. Dus ze wil  graag meedoen met de yogaoefeningen en de dynamische meditatie van vanmiddag.

Slechts tien minuten te laat zijn we weer thuis. De meeste deelnemers aan de workshop zitten al klaar in het paviljoentje. Het zijn er al met al tien.

Om de spanning wat te breken en de lachspieren los te maken begin ik met een kleine warming-up. In elkaars ogen kijken is altijd prijs, evenals ruggen wrijven. Elkaars gezicht strelen is een natuurlijk vreselijk eng, maar ze doen toch allemaal dapper mee.

De yoga-oefeningen doen het goed en ook de Kundalini meditatie blijkt in de smaak te vallen, zowel het dynamische gedeelte als het naar binnen gekeerde zitten en liggen.

20150220_165209 20150220_165219 20150220_165239 20150220_165245

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150220_171901

 

 

 

 

 

20150220_171455

 

 

 

 

 

 

We ronden af in de kring, door  allerlei geluiden te maken tot je de juiste toon hebt gevonden. Uiteindelijk ontstaat dan steevast een mooie drieklank.

Precies om half zes zijn we klaar. Tijd voor Alain’s massage. Twee van de meisjes wijden zich aan een echtpaar uit Poona. Een van hen blijft bij de balie en Sonam gaat met mij mee. Anderhalf uur zijn we samen bezig met het koesteren, opschudden en losmaken van zijn stramme en flink gehavende lijf. Het is heerlijk om hem te zien smelten. Hij heeft na afloop geen woorden voor wat hij heeft ervaren: ‘This is not massage… this is something far beyond the purely physical!

Daarna gaan we lekker eten boven. En na afloop in mijn kamer duurt het – na enig gemodder met het plaatsen van een nieuwe accu in mijn laptop – niet lang voordat ik mijn computeractiviteiten staak. Om elf uur kruip ik onder de wol, met de wekker op zeven uur.

 

ZATERDAG 21 FEBRUARI

Al om half zeven ben ik weer vlijtig aan het werk. Vanwege de komende escursies is er nog maar weinig tijd voor het voltooien van alle documenten die ik wil achterlaten. Ik heb dus met de meisjes afgesproken om elf uur in plaats van kwart over tien, zodat ik na het ontbijt in de lobby mijn e-mail kan bekijken, mijn blog uploaden en nog wat foto’s kan overzetten van camera naar laptop.

Tijdens het ontbijt met Alain hoor ik dat hij vannacht als een roos geslapen heeft en vanochtend bijna zijn bed niet uit kon komen. Da’s goed bericht.

Wel maakt hij zich zorgen over dat hij Pema niet te pakken kan krijgen in Thimpu. Pema is de contactpersoon van de Zwitserse organisatie op uitnodiging waarvan hij hier terecht is gekomen. Als we maandag naar Thimpu gaan, wil hij even met haar bijpraten, dus hij probeert al dagen om haar te bereiken. Tevergeefs. Vanwege de feestdagen zijn alle kantoren vijf dagen dicht en zo ook waarschijnlijk het hare.

Mahendra verwachten we vandaag weer op honk, maar vooralsnog zien we hem niet opdagen bij het ontbijt.

Voor de staf wordt het een drukke dag. 50 Mensen hebben het Beach Restaurant afgehuurd en dan komen er nog zo’n 65 die overnachten en mogelijk ook dineren. Toch zie ik hier in de eetzaal nergens gestresste mensen rondlopen. Rustig en aandachtig worden alle tafels gedekt en geeft Chimmi haar instructies.

Na het ontbijt gaan Alain en ik samen naar beneden om in de lobby nog wat de internetten. Maar dat zit ons niet glad: het internet ligt weer plat. Ik kan dus ook geen blik werpen op het hot stone bath protocol dat Karma mijn gisteren heeft opgestuurd ter correctie.

Nou ja, dan maar verder met het handboek. Ik heb de hele middag de tijd om in alle rust te werken. Pas om zeven uur komt Karma Jigme (eindelijk!) voor zijn massage.

Mijn goede stemming daalt echter geleidelijk naar een nulpunt als na de lunch de computer in de knoop raakt met opsommingstekens en kantlijnen, Photoshop niet wil openen en bij de overdracht van de camerafoto’s vastloopt.

Uren gaan voorbij met opnieuw opstarten, wachten en wachten. Tenslotte geef ik het op en ga maar weer verder met mijn blog. Gelukkig doet Word het nog wel.

Maar dan, om half zeven, word ik gebeld door Sonam. Er hebben zich allerlei mensen gemeld voor een massage en ook een hot Stone bath. Mr. Karma kan dus geen massage krijgen om zeven uur…

Na enig heen en weer gebel krijg ik voor elkaar dat Tshewang zich eventueel vrij maakt om acht uur. Dan bel ik via de frontdesk Karma te pakken. Hij is net klaar met een visitor en heeft voor vanavond nog het één en ander te doen. Morgen zou hem beter uitkomen. OK, we spreken af om vijf uur morgen.

Ik bel de meisjes weer. Ditmaal krijg ik Pema Zhonmo aan de lijn, die vertelt dat er ook voor morgen een hot stone bath is gereserveerd waar alle vier de dames voor nodig zijn.

Tja, dit kan dus niet. Morgen is de laatste gelegenheid dat ik degene die dit hele project heeft aangezwengeld kan laten ervaren wat de meisjes er in de afgelopen maand bij hebben geleerd.

Ik stap dus in mijn strenge autoritaire Gestalt en zeg gedecideerd dat Tshewang morgen tussen vijf en zeven beschikbaar moet zijn voor Karma’s massage, wat er ook gebeurt. En dat de andere drie meisjes maar moeten zien hoe ze dat hot stone bath voor elkaar krijgen, eventueel met hulp van de jongens van Maintenance.

Intussen is het vijf over zeven. Ik doe nog één poging om de foto’s van mijn Galaxy over te zetten op mijn laptop, ditmaal door de foto’s die ik nodig heb naar een apart album te kopiëren, in de hoop dat ik dan niet alle ruim duizend foto’s hoef te laden.

En ja, hoera, dat lukt! Hèhè. Even aankleden en in de eetzaal uitblazen met een lekker biertje of wijntje, genietend van vast weer een gezellig geroezemoes met al die gasten. En als het internet het nog steeds niet doet kan ik straks in ieder geval weer verder met het handboek.

Dat doe ik dus. Op weg naar de eetzaal zie ik beneden bij het water al de discolichten van het Beach restaurant. Daar daar verzamelt zich een keuvelend gezelschap buiten bij het vuur. Ik neem een paar foto’s en als ik mijn tas weer wil oppakken staat er een onbekend meisje naast me die hem mij aanreikt.

Dat is één van de opmerkelijke dingen hier. Dat mensen zo attent en behulpzaam zijn. Ook ‘mijn’ meisjes staan mij nooit toe om mijn eigen spullen te dragen als we op en neer pendelen van de spa naar het paviljoen. De een draagt mijn tas, de ander mijn jas en shawl, een derde mijn koffie.

In de eetzaal zitten maar 12 mensen – terwijl er op 45 was gerekend. Zo sneu voor de staf, die de hele dag geconcentreerd bezig is geweest. En wat moeten ze met alle gerechten die zijn klaargemaakt? ‘In de diepvries’, zegt Alain – met een gezicht dat boekdelen spreekt over wat hij daarvan vindt.

Alain gaat vroeg naar bed. Ik vertel Chimi, die vraagt hoe het met me is, dat ik vanwege de problemen met het internet de bijlage (een SOP voor de spa van 25 pagina’s) niet kan openen die Karma mij eergisteren gestuurd heeft met het verzoek of ik die wil bekijken en waar nodig corrigeren, comprimeren of wijzigen. Chimi heeft wel een oplossing. Ze heeft een USB-key en laat iemand even naar het huis van Karma gaan om hem te vragen het document daar op te zetten. Tien minuten later heb ik het op mijn laptop staan. Ha, nóg meer werk. Dat hele boekwerk redigeren gaat natuurlijk hier niet meer lukken. Maar als ik straks ergens in alle rust in een guesthouse aan een blauwe zee zit, heb ik vast wel zin en tijd om Karma alsnog te matsen.

Na het eten kijk ik nog even in de lobby of er internet is. Nee hoor, nog steeds niet. Dus dat wordt verder werken aan het handboek en de eerste pagina’s van de SOP processen. Tegen half één ben ik een heel stuk opgeschoten. Maar nu vallen mijn ogen ook bijna dicht.

Wekkertje zetten op half negen en licht uit.

 

ZONDAG 22 FEBRUARI

Om acht uur word ik uit mezelf wakker. Ah! Dan kan ik alvast een mailtje opstellen voor Karma over de financiële afwikkeling. Ik krijg nog € 668 van hem voor de vlucht van Amsterdam naar Bangkok die ik heb voorgeschoten. En ook kan ik nog mooi even in Photoshop die fotomontage maken van de zijmuur van het spa-gebouw, waar ik op een leeg wit vlak één van de ‘bliss’ foto’s van de meisjes voor me zie. Ook plaats ik nog een bordje met ‘Bay Yul Spa’ in een foto van de ‘afrit’ naar de spa. Heerlijk fröbelen.

Op weg naar het ontbijt tref ik in de lobby grote consternatie. De elektriciteit is uitgevallen, waardoor  ook het hele telefoonnet helemaal plat ligt. En er zijn nog 65 gasten… Hoe ze hier dit soort calamiteiten overleven is me een raadsel.

Op weg naar boven kom ik Mahendra tegen. Die ziet er niet zo best uit. Hij blijkt de eerste dag van zijn verlof ziek te zijn geworden en heeft alle vijf de dagen snotterend en hondsberoerd doorgebracht. Vandaag wil hij het dus nog wat kalmpjes aan doen (als dat tenminste lukt met de toestand – en tot overmaat van ramp is hij ook nog zijn sleutel kwijt).

Maar morgen gaat hij wel mee op excursie.

Boven zitten Alain en Karma aan onze ontbijttafel. Er is een wijziging in de plannen gekomen. Omdat het morgen nog een feestdag is, is het kantoor van Alain’s tussenpersoon gesloten. Dus gaan we morgen al naar het Tiger’s Nest. En dinsdag, op mijn verjaardag, hebben we het kortere uitstapje naar Thimpu. Dat vind ik wel zo relaxed, want na het Tiger’s Nest zal ik wel aardig uitgeput zijn. En op mijn verjaardag ben ik liever wat uitgerust voor het laatste afscheid.

Om tien uur heb ik mijn derde en laatste workshop, met zeven mensen.

We doen vertrouwensoefeningen, een rondje huggen, twee keer tien minuten ontluchten en wat hoofd-, nek en schoudermassage. Opnieuw ben ik verrast en vertederd door de inzet waarmee ze zich er ingooien. Dit is allemaal zo nieuw voor ze!

De meisjes zijn ’s morgens vroeg al druk geweest met het opbouwen van de vuurkuil voor de stenen (er zijn vandag maar liefst vier aanmeldingen voor een hot stone bath). Een paar van hen hebben daarna meegedaan met de workshop. Nu gaan we naar de massagekamer voor de laatste fotoshoot voor het handboek, en een rondje stoelmassage oefenen op Yoyo. Mmmm…. wat doen ze het goed! ‘Jullie zijn ware godinnen – en deze plek maken jullie door je toewijding tot een echte tempel’ zeg ik als ze klaar zijn.

 

We knuffelen elkaar en dan ga ik een hapje eten. Ik ben alleen in de eetzaal – Alain is met Karma, Pema en Chimi naar de markt in Paro, om het inkoopbeleid te observeren – , maar even later komt Soma, de vrouw van Karma, met een hele familie inclusief kinderen achter mij aan een lange tafel zitten. Ik groet het gezelschap en Soma bedankt mij nog eens hartelijk voor de yoga/Kundalini workshop waar ze aan heeft deelgenomen.

Dan keer ik ze de rug toe om mijn lunch eer aan te doen.

Thuis doe ik een middagdutje en tot aan de massageafspraak met Karma ben ik bezig met het overzetten en verkleinen van de nieuwe foto’s en de laatste update van het spa-menu.

Als ik om kwart voor vijf richting spa ga, hangt Alain uit het raam om te zeggen dat ik echt wat gemist heb in Paro. Ze zijn behalve naar de markt naar het huis van een vriend van Karma geweest. Die hadden een feestzaal, waar Bhutanese monniken hun gebeden kwamen chanten. Het moet een indrukwekkende vertoning zijn geweest. Ach…. je kunt niet alles hebben, nietwaar?

Ik maak het niet te lang, want ik moet ook nog mijn laatste berg wasgoed afgeven bij de lobby.

Karma blijkt al een paar keer langs te zijn geweest als ik om vijf voor vijf aankom in de spa. Ah, daar is hij weer. Tshewang zit al klaar. De andere meisjes zijn druk met het hot stone bath – en nog een paar nieuwe massagereserveringen. Die zijn vanavond niet voor elven klaar en komen waarschijnlijk helemaal niet aan eten toe.

Als we net in de massagekamer zijn krijgt Karma bericht dat de telefoon – die het vanmiddag even gedaan heeft -weer is uitgevallen. De elektriciteit doet het wel weer. maar kennelijk is er door het omvallen van een elektriciteitspaal toch iets mis met de verbindingen. Hij geeft via zijn mobiel wat instructies en dan laat ik hem eerst een paar minuten ontluchten.

Vervolgens geef ik hem samen met Tshewang eerst een stoelmassage van 15 minuten en daarna zijn we tweeëneenhalf uur met hem bezig op de tafel. Ook hij is ver van de wereld als we klaar zijn – en helemaal mellow. Als hij gedoucht heeft – en ik even heb bijgepraat met twee van de meisjes – lopen we samen op tot aan het restaurant. Hij vertelt dat hij nog nooit zoiets heeft meegemaakt, zich fantastisch voelt en diep onder de indruk is van wat hij – zonder het te beseffen, omdat hij nog niet eerder een behandeling in zijn eigen spa heeft gehad – ‘in huis heeft.

Bij de lobby gaat hij rechtsaf de berg op (vrienden hebben hem uitgenodigd voor het diner) en ik ga naar boven, langs twee bussen die net zijn aangekomen en worden geleegd. Daar tref ik Alain aan, die al gegeten heeft en op weg is naar zijn kamer. Chimi en Pema (nog steeds verkouden) zijn er ook. Ze zitten duidelijk  in zak en as vanwege de schijnbaar onoplosbare telefoonmisère en zien er vermoeid uit.. Even ontluchten en een knuf doet ze goed. Zij moeten ook nog even door…

Dan komt Mahendra binnen. Hij heeft ook nog niet gegeten en samen zetten we ons aan een tafeltje. Het is zijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat voor morgenochtend de telefoon het weer doet. Een onmogelijke opgaat, omdat er niemand werkt met deze feestdagen.

Maar dan herinnert hij zich een vriend hier in de buurt, die mogelijk een techneut kent die wellicht stante pede even langs wil komen om wat te beunenn. En inderdaad, hij krijgt hem te pakken en tien minuten later komt  hij met die vriend de restaurant binnen. Intussen hebben we even bijgepraat en alle foto’s bekeken die ik tijdens zijn afwezigheid heb gemaakt.

Als hij zich bij zijn vriend voegt is dat een mooie gelegenheid voor mij om te eclipseren. Onderweg zie ik dat de stemming beneden bij het Beach Restaurant er nog steeds goed in zit. Ze zijn nu bezig met een kringdans waarbij hezongen wordt. Daar maak ik nog even een video-opname van.

Thuis laat ik de badkuip vollopen en dan lig ik een half uur te soezen in het warme water – en daarna nog een half uur in bed.

Om kwart over tien ga ik weer aan de slag, ditmaal met mijn blog (ook al kan ik het vooralsnog niet op de website zetten). Hierna had ik nog even willen doorgaan met de laatste fase van het handboek. Maar om half één voel wel: dat red ik niet. Eerst maar wat slapen dus en de wekker op kwart over zes zetten. Daarna kijk ik wel of ik tegen die tijd weer energie heb om dat klusje alsnog te klaren voor we om acht uur naar het Tiger’s Nest vertrekken.

 

MAANDAG  23 FEBRUARI

Ja hoor, ik word wakker met zin in de dag. Om kwart over zeven ben ik klaar met het handboek (op één foto na) en om vijf over half acht zit ik in het restaurant. Wat een drukte! Ik ben gewend om rond negen uur in een lege zaal zit zitten, al dan niet met Alain en Mahendra. Nu tel ik ruim 30 gasten die het ontbijtbuffet bezwermen.

Iets na achten vertrekken we naar Taktshang om de klim naar het Tiger’s nest te aanvaarden. Oh… wat ligt dat klooster hoog! Gaan we danthalen?

Het is stralend weer met een diepblauwe hemel. Heerlijk om de pure lucht en de dennengeur hier in te ademen. We besluiten om geen muilezel te huren maar te lopen. We starten met veerkrachtige tred, maar al gauw gaat het hobbelige zandpad (2 à 3 meter breed) met af en toe onregelmatige treden stijl omhoog en raken Alain en ik snel buiten adem. Af en toe moeten we stoppen om even bij te komen. Karma en Mahendra wachten dan geduldig. Zij zijn duidelijk meer gewend dan wij om dit traject af te leggen.

Na een uur ben ik al behoorlijk afgepeigerd en ga ik nog maar voetje voor voetje omhoog. Ook Alain heeft het zwaar te verduren. Gelukkig is er af en toe schaduw op het pad. Ik heb mijn fleece jack al uitgetrokken.

Onderweg worden we regelmatig ingehaald door een rijtje zwoegende zwetende muilezels met meer of minder gewichtige passagiers op hun rus, die worden voortgetrokken of opgezweept door hun eigenaren. Ik ben blij dat ik ervoor gekozen heb om zo’n arm dier niet te belasten met mijn 75 kg.

Na twee uur zijn we bijna bij het cafetaria, dat halverwege het traject ligt.

We besluiten unaniem dat we niet verder gaan: voorbij het cafetaria hebben we zeker nog twee uur te gaan en gaat het (steeds smaller wordende) pad nog stijler omhoog.

Dus blazen we uit in het cafetaria en genieten van thee, koekjes, chocola en het uitzicht op het Tiger’s Nest. Onvoorstelbaar hoe monniken dit in de 17e eeuw hebben kunnen bouwen – en in 2000 nog opnieuw deze replica, nadat het in 1998 in vlammen is opgegaan. Er schijnen permanent een paar monniken te wonen, die gefourageerd worden door een boodschapper die elke dag het hele traject op en neer gaat.

De terugtocht gaat iets sneller, maar doet wel een aanslag op mijn knieën, waarvan de banden niet meer helemaal je dat zijn.

Anderhalf uur later zijn we weer bij de auto en rijden in een uur terug naar huis. Daar nuttigen we tegen tweeën gevieren de lunch, moe, zweterig, stoffig en wel. Waarna Alain en ik ons naar onze kamers slepen en ik van hem nog een tijgerbalseachtige gel krijg voor mijn knieën.

Ik stap onder de douche, met mijn stoffige sandalen en sokken. Daarna val ik in bed voor een coma-achtige siësta van een halv uur.

Tot bij zevenen werk ik daarna aan de laatste verfijningen van al mijn documenten. Ik probeer ze per e-mail naar Karma te sturen, maar het Internat ligt weer plat, nadat het het een half uur heeft gedaan. Dus zet ik de bestanden op een USB-key – die ik eerst nog even moet leegmaken – en stop hem in de zak van mijn jurk om Chimi (hoofd van het restaurant) te vragen hem naar Karma te loodsen.

Met een staartje van de zoete wijn die de Fransen hebben achtergelaten tijg ik vervolgens naar de meisjes, die bij de vuurkuil staan met twee gidsen, die hun gasten opwachten die in het hot stone bath zitten.

Alleen Pema en Sonam willen een slokje van de wijn. We drinken op ons aller gezondheid en de warm vriendschap die in deze maand tussen ons is gegroeid. Nadat we even hebben bijgekletst en geknuffeld loop ik met Chimi, die even kwam kijken of het goed ging met de gasten in het bad, naar de eetzaal. Ik geef haar de waar net ook Alain is gearriveerd.

Even later voegt Mahendra zich bij ons. En we genieten onder het (heerlljke) eeten des te meer van elkaars gezelschap nu ik bijna vertrek.

Morgen, op mijn verjaardag, gaan Alain en ik met Karma naar Thimpu.

Op mijn kamer maak ik nog een update van de Spa tarieven en de certificaten voor de meisjes. Die zet ik – met een berg foto’s – op de USB-stick van Sonam. En dan is het elf uur en tijd – omdat ik zonder internet niet kan WordFeuden – om de TV even aan te zetten en te zien of er nog een spannende film is waarbij ik in slaap kan vallen.

De wekker zet ik om tien over zeven, zodat ik nog een licht ontbijt kan nuttigen voordat we weer
acht uur vertrekken.

 

DINSDAG 24 FEBRUARI – EEN ONVERGETERLIJKE VERJAARDAG

Als ik om half acht in de eetzaal kom, word ik door de hele bediening gefeliciteerd en omhelsd. En op onze ‘vaste’ de tafel – waar Alain al klaar zit, staat een prachtige verjaardagstaart voor me klaar, aangeboden door Pema en Chimi. Ik ben diep geroerd.

20150224_074949

 

 

 

 

 

20150224_075029

 

 

 

 

 

20150224_075022

 

 

 

 

 

20150224_075004

 

 

 

 

 

 

Chimi, Restaurant Manager

Tijd om de taart aan te snijden is er niet, want om acht uur vertrekken we richting Thimpu. Dus vraag ik aan Chimi of ze de taart in de koelkast wil zetten tot vanavond. Dat doet ze.

Sonam, Karma’s echtgenote, rijdt met ons mee. Ze moet in Thimpu bloed laten prikken ter controle, want ze is een paar maanden geleden flink ziek geweest. Inmiddels heeft ze een medicijnkuur afgerond en voelt zich weer op en top.

De tocht naar Thimpu van ongeveer een uur voert langs een schitterend en imponerend berglandschap. Opnieuw is het vandaag prachtig weer, een uitgelezen dag voor onze excursie.

Ook Thimpu ligt in een dal, maar is zeker drie keer zo groot als Paro. Hier zijn de huizen – in alle pasteltinten, met ook weer dat donkerbruine houtwerk) tot wel zes verdiepingen hoog. Het ziekenhuis is een groot en uitgebreid complex. Een parkeerplaats vinden valt niet mee, maar dan vertrekt er vlak voor onze neus net een auto. Mazzel dus.

Een neef van Karma is verpleegkundige in het ziekenhuis en heeft kunnen regelen dat Sonam direct wordt geholpen. Binnen tien minuten komt ze weer naar buiten. Zichtbaar opgelucht, want ze zag best een beetje op tegen die prik.

Nu rijden we de stad weer uit en de bergen in. Karma doet geheimzinnig over onze volgende bestemming. ‘Een verjaardagsverrassing’, zeg hij.

We moeten langs een controlepost en Karma is een beetje nerveus, want we hebben geen toeristenrondrijvergunning. Maar gelukkig worden we niet aangehouden. Vele haarspeldbochten verder zien we voor het eerst een paar yaks,  wilde koeien die je alleen op grote hoogte vindt.

20150224_120025

 

 

 

 

 

20150224_120011

 

 

 

 

 

Nog wat verder zijn we op de bergtop. Mijn mond valt open.  Een plateau waar je je op het dak van de wereld waant (uiteraard zijn de besneeuwde Himalaya-toppen nog hoger). Daar in die weidse leegt rijst  een beeldschoon cirkelvormig bouwwerk op bestaande uit talloze stupa’s. Geen tempels waar je naar binnen kunt. A real place of worship, in de open lucht.
20150224_104922

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik moet nodig plassen – en Soma ook – dus voor wij het heiligdom betreden gaan we eerst naar het ernaast gelegen prettig ogende restaurant. In het toilet staat een rij van wel 15 dames. Het duurt dus wel een half uur voordat we ons bij de twee heren voegen, die inmiddels via vele traptreden (au, mijn arme kuiten!) op de top van het tempelcomplex zijn aangeland. Er zijn daar nauwelijks toeristen. Het voelt alsof we de hele plek voor ons alleen hebben. We nemen zo’n uurtje de tijd om het complex rond te wandelen en van de wisselende vergezichten, het koele briesje, de pure lucht en het koesterende zonnetje te genieten.

20150224_110115

 

 

 

 

 

20150224_110229

 

 

 

 

 

20150224_110312

 

 

 

 

 

20150224_105816

 

 

 

 

 


20150224_110220

 

 

 

 

 

20150224_110521

20150224_110526

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Alain, uitgelaten als een blij kind…

Dan lopen de heren samen nog een rondje om het één en ander te  bespreken en de dames gaan weer naar het restaurant, ditmaal voor een kopje koffie.

Daar merk ik pas hoe beroemd Sonam is als filmactrice. Als we binnenkomen gaat er een golf van geroezemoes door de bediening. Een man met een spiegelende zonnebril komt op ons af en vraag Sonam of hij een foto van haar mag maken. Schoorvoetend komen vervolgens een paar meisjes van de bediening ook vragen of ze samen met haar op de foto mogen. Welwillend poseert Sonam voor een aantal van hen en maakt een praatje. Een paar andere laat ze foto’s zien van haar kinderen. Haar fans zijn verrukt!

20150224_111815

 

 

 

 

 

20150224_111739

 

 

 

 

 

20150224_112237

 

 

 

 

 

Als Karma en Alain zich weer bij ons voegen nemen we nog een bakkie. Karma maakt bij de bar nog een praatje heeft gemaakt met het hoofd van de staf dalen we zo zoetjesaan weer af naar het dal.

20150224_114603

 

 

 

 

 

 

Vlak voor de controlepost wikkel ik een shawl om mijn hoofd en Alain zet een Bhutanese pet op, om het risico van aanhouding te verkleinen. Maar ook dit keer hebben we geluk: er staand twee bussen voor het kantoortje – en langzaam rijden we ongehinderd voorbij.

Nu hebben Karma en Alain een lunchafspraak met de Zwitserse vertegenwoordigster in Bhutan van de organisatie die Alain sponsort voor het werk wat hij hier doet. Sonam en ik worden afgezet bij een restaurant (met zwembad, jammer dat ik mijn badpak niet bij me heb!) van een zwager van Karma. Het is een lichte oranjerie-achtige serre die wat Frans aandoet.

20150224_125219

 

 

 

 

 

20150224_125248

 

 

 

 

 

20150224_125233

 

 

 

 

 

 

 

We bestellen ‘vegetable fried rice’, een komkommer salade en ik – uiteraard – ook een cream of mushroom soup. Tijdens het eten hebben we uitgebreid de tijd om over onze levens te vertellen.

Omdat er waar wij zitten geen internetverbinding is en ik (nu op Tashi Namgay de wifi het al een paar dagen niet doet) dringend een paar mailtjes moet beantwoorden, lopen we na de lunch het hoekje om naar een ander onderdeel van het complex, waar een handicraft winkeltje is, gerund door een nichtje van Karma (die blijkt overal in Para en Thimpu familieleden te hebben op handige plekken). Daar krijgt ik een kopje thee, een stoel en de wifi codes. Nadat ik mijn mails heb beantwoord maken we nog een praatje met het nichtje en dan wandelen we terug naar het restaurant, waar intussen Alain en Karma ook weer zijn aangekomen.

Tijd voor de volgende attractie – ook weer een verrassing. Het blijkt een soort zoo/sanctuary te zijn, waar een bijna uitgestorven diersoort, uniek voor Bhutan, huist: de takin. Een wonderlijk creatuur, met een groot hoofd, korte dikke poten en een hangbuik. Ze hebben hier in een natuurlijke omgeving alle bewegingsvrijheid. De bedoeling is dat ze zich zodanig op hun gemak voelen dat ze zich gaan voortplanten. Vooralsnog zien we maar één exemplaar achter het hek – dat zijn hoofd omdraait en zich langzaam verwijdert als wij er aankomen.

takin

 

 

 

 

 

 

De oppaster blijkt een oud-medewerkster van Karma te zijn, met wie hij vijf jaar heeft samengewerkt toen hij nog bij Natuurbeheer werkte. Ze zijn blij om elkaar na lange tijd weer te zien en samen poseren ze voor de foto.

20150224_155130

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_155144

 

 

 

 

 

20150224_155417

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan lopen we weer terug naar de auto. Onderweg zien we een klein stalletjes, waar een jongeman met behulp van een simpel vierkant apparaatje (in plaats van twee armen, zoals wij dat vroeger bij ons thuis deden) wol aan het knotten is voor de shawls die hier worden gemaakt en verkocht. Ik zoek twee exemplaren uit in effen tinten paars en bruin. Acht euro samen…

20150224_160437

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_160400

 

 

 

 

 

De zon begint al te zinken en we moeten ons haasten voor de laatste bezienswaardigheid – tevens de meest indrukwekkende van Thimpu: het grootste zittende Boeddhabeeld ter wereld. Al van verre is het te zien is op één van de berghellingen rond Thimpu.

20150224_122610

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_163235

 

 

 

 

 

 

Het idee kwam van een monnik en het werd/wordt ondersteund door de regering en het koningshuis en via (binnen- en buitenlandse donaties. Vijf jaar gleden is begonnen met de uitvoering.

Het beeld is nu klaar, maar de laatste hand moet nog worden gelegd aan de entourage.

20150224_163058

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_163249

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_163405

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_163741

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150224_163841

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat een indrukwekkend monument…
We bezoeken de bouwplaats met het gigantische – vooralsnog lege en uitgestorven – voorplein.

20150224_163422

 

 

 

 

 

20150224_163527

 

 

 

 

 

20150224_163618

 

 

 

 

 

20150224_163459

 

 

 

 

 

In het dal zien we Thimpu, met aan de overkant hoog op de berghelling de witte horizontale streepjes het hoofdkwartier van de militaire Politie.

20150224_163614

 

 

 

 

 

Lang blijven we er niet, want inmiddels is er een stevig windje opgekomen en Sonam bibbert van de kou. Ik ben blij dat ik mijn lila fleece jasje heb meegenomen!

Als we ruim een uur later terugkeren in Tashi Namgay is het donker en tegen half zeven. Om half acht spreken we af voor mijn laatste diner, dat ditmaal ter gelegenheid van mijn verjaardag zal worden geserveerd in de Conference room boven het restaurant. Karma, Sonam en Alain rijden nog even door naar Paro, waar ze bij een vriendin van Sonam de cd voor mij gaan ophalen die ik zo  graag wil hebben: met de meditatieve Bhutanese muziek die in de lobby en de Spa elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat wordt afgespeeld.

Ik heb dus een uur de tijd om nog een heleboel dingen te doen: douchen, me verkleden, cadeautjes uitzoeken voor en afscheid nemen van de meisjes, mijn verjaardagstaart verdelen onder de medewerkers, nog wat bestanden voor Karma op een usb-stick zetten en kijken of ik alsnog online kan om mijn vlucht naar Cambodja te boeken (anders kom ik morgen misschien het vliegtuig naar Bangkok niet in). Dit lukt natuurlijk niet allemaal. Wel zit ik een kwartiertje met de meisjes en ze zijn verrukt van mijn paspoorttasje, Tibetaanse muts, lange wollen das en rood-wit-zwarte fleece jack. Van hen krijg ik een witte wollen handgemaakte Bhutanese tas, ansichtkaarten en een roerend afscheidsbriefje. Teder en met tranen in de ogen omhelzen we elkaar. Ik beloof ze dat ik de helft van mijn taartje voor ze zal bewaren voor morgen – en we spreken gezamenlijk de wens uit dat we elkaar nog weer terug gaan zien.

Om tien over half acht ben ik in de Conference-room, waar  onze tafel al is gedekt. We beginnen met een cocktail en dan heeft Karma nog drie verrassingen voor me: een envelop met het geld dat ik nog krijg voor mijn vliegticket Amsterdam-Bangkok; een handgemaakte rode wollen Bhutanese tas (toevallig identiek aan de tas die ik van de meisjes kreeg en net enthousiast heb geshowd… Hoewel Karma zich groot houdt, kan ik zien dat hij dit niet zo leuk vindt :-)); en tot slot een voorstelling op zijn laptop van een aantal fragmenten van films waarin Sonam heeft gespeeld. Erg leuk. (Later lukt het met veel kunst- en vliegwerk om via de usb-tick één van die fragmenten over te zetten op mijn laptop.

Tijdens de voorstelling komt Mahendra ook binnen (die was de hele dag druk met stapels werk en moest nog het één en ander regelen bij de receptie) en ik spreek mijn bezorgdheid uit over het feit dat ik niet online heb kunnen komen voor de boeking van mijn Cambodja-vlucht. Hij belooft dat  hij – hoe laat het ook wordt vanavond – mij zal helpen om dat voor het slapen gaan a;snog voor elkaar te krijgen.

Tegen negenen, als we na de cocktail ook nog een glas wijn hebben gedronken, staat het eten nog steeds niet op tafel. Karma gaat kijken en er blijkt een misverstand te zijn met de keuken: zij zitten te wachten op het sein dat ze naar boven kunnen komen. Hij zit te wachten op hen.

We besluiten alsnog naar beneden te gaan voor het diner. Dan zitten we dichter bij de keuken, wat gemakkelijker is voor de bediening. Tijdens de uitgebreide en heerlijke maaltijd zijn we – behalve met een levendige conversatie – nog steeds druk met de usb-stick en het uitwisselen van bestanden. Maar uiteindelijk krijgen we toch alles voor elkaar. Mahendra is wat stilletjes en ziet en pips en moe uit. Zijn verkoudheid is nog niet over.

Maar trouw aan zijn belofte gaat hij – als wij tegen half twaalf het toetje, de koffie en de helft van mijn verjaardagstaart op hebben – met mij naar de lobby, waar we wonder boven wonder internetverbinding krijgen. Het zoeken, boeken en betalen van een vlucht naar Phnom Penh op 27 februari gaat niettemin met horten en stoten. We moeten een paar keer opnieuw beginnen en het is half één als we het eindelijk voor elkaar hebben.

Met een zucht van verlichting  gaan we richting onze kamers. Mahendra om in te storten, ik om mijn koffers te pakken. Mahendra loopt nog even met mij mee, om te checken of er bij mijn kamer ook nog wifi ontvangst is (inderdaad), zodat ik straks de ontvangstbevestiging naar hem toe kan mailen. Die zal hij morgenochtend voor mij uitprinten. Om half negen gaat Karma mij dan naar het vliegveld rijden.

Tja, met het pakken ben ik  toch nog ruim anderhalf uur mee bezig. Tegen drieën ben ik klaar en ga ik op mijn laptop kijken of de bevestiging van mijn vlucht al binnen is. Ja hoor, ik zie een noreply mailtje van Eva Air – met als onderwerp: ‘IMPORTANT MESSAGE – ERROR’. Het blijkt dat er toch iets mis is gegaan met de boeking en dat ze mijn vlucht niet kunnen bevestigen. Wel is de betaling binnen en ze zullen hun best doen om binnen 24 uur de boeking opnieuw te maken.

Daar heb ik dus niets aan. Ik wil ze terug schrijven naar het e-mailadres dat ze opgeven wat de situatie is, maar intussen werkt de internetverbinding niet meer. Na verschillende pogingen en lang wachten geef ik het op. Er staat een Nederlands telefoonnummer in het mailtje. Dat ga ik morgen bij de receptie wel bellen – op hoop van zegen.

Het is half vier. Ik zet de wekker op zeven uur en val na nog een half uur woelen, draaien en mindfucken in een rusteloze slaap.

 

WOENSDAG 25 FEBRUARI

Bij het wakker worden probeer ik nog één keer of de wifi het doet. Nee dus. Ik neem een douche, stop de laatste dingen in mijn koffers (die worden straks door een jongen van de receptie opgehaald) en ga naar de lobby met mijn laptop en het telefoonnummer. Ook daar is er geen internetverbinding. Maar gelukkig doet de telefoonlijn – die een paar dagen plat is geweest – het wel weer. Ik bel het kantoor van Eva Air in Nederland. Het is daar half drie ’s nachts. Niettemin wordt de telefoon aangenomen. Inderdaad krijg ik een keuzemenu en na vijf minuten – halleluja – een levende stem!

Het vriendelijke meisje leg ik de situatie uit: over een uur vertrek ik naar het vliegveld en dan heb ik die vluchtbevestiging nodig. Via het door mij opgegeven e-mail adres vindt ze de geaborteerde boeking. ‘Er ging kennelijk iets mis met de website’, zegt ze. ‘Maar ik ga nu meteen mijn collega vragen of ze de boeking alsnog kan plaatsen. Blijft u even aan de lijn? Na vijf minuten is ze er weer. ‘Mijn collega is het aan het regelen. Waarschijnlijk kan ze binnen een paar minuten de bevestiging naar uw e-mailadres sturen.’ Oeps… Alles goed en wel, maar ik kan mijn e-mails niet openen, omdat ik niet online kan!

Nou, dan moet ik maar op het vliegveld kijken of ik met de wifi daar dat mailtje kan openen. En anders moeten ze daar maar bellen naar het telefoonnummer van Eva-Air Nederland voor een telefonische bevestiging dat ik deze vlucht heb geboekt.

Intussen heeft het behulpzame meisje van haar collega gehoord dat de bevestiging is verstuurd. Ik dank haar hartelijk en ik spoed mij naar de eetzaal om toch nog een laatste ontbijtje te nuttigen. Chimi komt naar mijn tafel om te vertellen dat ze de overgebleven helft van mijn taartje naar de meisjes zal laten brengen. Dan ziet ze mijn bedrukte gezicht. Ik leg de situatie uit. “Oh, maar in het kantoor van Mahendra is op dit moment wel internetverbinding”, roept ze. “Als u mij uw toegangscodes van Googlemail geeft, kan ik kijken of het mailtje in de inbox zit en dan kan ik het uitprinten.”

En zo geschiedt het dat ik – nog vóór een slaperige Mahendra en een montere Karma aan de ontbijttafel verschijnen, een keurige uitdraai heb van de vluchtbevestiging. Ik heb nog net tijd om Chimi te vragen om mijn laatste Bhutanese geld onder de restaurantstaf te verdelen. Voor de supervisors inclusief haarzelf geef ik haar onder protest zestig Euro van het geld dat ik gisteren van Karma kreeg. Tien minuten later ben ik klaar met afscheid nemen van alle dierbaren en stappen we in de auto, waar Sonam op de achterbank zit met haar zoontje van vier, dat vandaag voor het eerst naar de kleuterschool gaat (die naast Sonam’s 8th-Heaven winkeltje in Bondey ligt) en daar wordt afgezet). Hij kijkt niet blij.

20150225_085410

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als we bij het vliegveld de koffers uitladen komt er ’toevallig’ net een oud-medewerker van Karma naar buiten, die nu . Natuurlijk wil die mij graag door alle formaliteiten loodsen. En zo staan we in no time voor de balie waar ik mijn paspoort en vliegticket moet laten zien. “Heeft u een visum voor Thailand?” vraagt het meisje. “Nee, ik moet in Bangkok een visum on arrival aanvragen”, zeg ik. “Oh, maar heeft u dan een bewijs dat u binnen 30 dagen het land weer uitgaat?”, wil ze weten. “Ja hoor, ik heb over twee dagen een vlucht naar Phnom Penh”, kan ik haar melden. Daar wil ze dan wel een bewijs van zien. Met een brede grijns overhandig ik haar de uitdraai die Chimi nog geen uur geleden voor mij heeft gemaakt…

De jongen loopt nog mee naar de vertrekhal en neemt dan hartelijk afscheid. Ik zit – en ontspan al mijn spieren.

Na een tijdje kijk ik op mijn smartphone of ik internetverbinding kan krijgen. Ja hoor, het vliegveld heeft een open wifi. Er is eenMessenger bericht van mijn dierbare vriendin Leny van een paar dagen terug, die mij feliciteert met mijn verjaardag en vertelt dat ze op 25 februari – dat is vandaag! – van Jakarta naar Bangkok vliegt voor een 4-daagse conferentie van Terre des Hommes over de bestrijding van de kinderprostitutie in Azië. Hoe het met mij is en waar ik momenteel uithang. Hoe is het mogelijk! Ik schrijf terug dat ik zelf ook op weg ben naar Bangkok. En dat het leuk zou zijn als we elkaar konden ontmoeten.

Dan moet ik nodig naar de w.c. Als ik daarvan terug kom, hoor ik ineens een stem met een Amerikaans accent: “Is your name Yoyo?” Verbaasd kijk ik in een gezicht dat mij vaag bekend voorkomt. Het blijkt een vrouw te zijn uit Californië, die ik eergisteren op de terugweg van de de Tiger’s Nest expeditie  samen met haar echtgenoot tegenkwam. We liepen een tijdje samen op en maakten een praatje. Ze had mijn naam onthouden!

Er ontstaat een levendig gesprek, eerst met haar en daarna met haar echtgenoot. De tijd vliegt voorbij en voordat ik het weet is het boarding time. Op mijn raamplaats installeer ik mij met mijn donzen kussen in een hoekje. Ik neem bij het opstijgen nog een fotootje van zo’n typische wonderlijke bouwconstructie met bamboestokken.

20150225_103751

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenmaal in de lucht val ik in een zalige sluimer. Nauwelijks heb ik besef van de tussenlanding in Calcutta. Daarna soes ik verder tot we in Bangkok landen. De totale vlucht heeft zo’n vijf uur geduurd.

Bij de Immigration staat een gigantische rij, die voetje voor voetje voortschuifelt. Ik kijk maar weer eens op mijn smartphone.

Er is een berichtje van Leny teruggekomen, waarin ze vraagt of ik al een hotel heb. Zelf zit ze in het Ibis hotel en ze geeft het adres op. Nou zeg! Ik heb nog geen hotel geboekt en was van plan om weer naar The Cottage te gaan, om Yo – de balieassistente – te vertellen dat ik mijn laptop uiteindelijk weer terug heb gekregen.

Maar ja, dat kan ik haar natuurlijk ook mailen. En dus besluit ik ter plekke om in plaats daarvan op de bonnefooi een taxi te nemen naar het Ibis hotel,

Uiteindelijk ben ik aan de beurt bij de Immigratie, waar ik verwacht een visum te moeten aanvragen. Dus ik heb mijn vluchtbevestiging naar Phnom Penh al in de aanslag. Maar tot mijn verrassing zegt de geüniformeerde  officer dat dat niet nodig is. Ik krijg twee stempels in mijn paspoort en mag doorlopen!

Verder naar de Baggage Claim dus. Daar blijkt  na enige tijd dat ik bij de verkeerde belt sta. Ik moet helemaal aan de andere kant van de gigantische hal zijn. Als ik eindelijk mijn koffer heb en via de Nothing to Declare gate in de Arrivals’ Hall kom, plof ik met een heerlijke ice-mocha-cappucino-met slagroom op de eerste de beste stoel, tevreden rondkijkend naar de komende en gaande massa’s.

Dan vraag ik bij de informatiebalie hoe lang de taxirit naar het Ibis hotel ongeveer duurt. De vriendelijke dame laat me op de kaart zien waar het ligt. “Het is spitsuur”, zegt ze, “dus ik schat ongeveer een uur.”

Het is nog even wachten in de file buiten de Arrivals ‘Hall (oef, het is hier 42 graden!) voordat ik  een nummertje heb. Maar om half zes zit ik comfortabel op de achterbank van een gele airconditioned Taximeter car. De aardige chauffeur wurmt zich vakkundig door de files op de vierbaanssnelwegen. Gelukkig praat hij niet veel. Zijn Engels is beperkt en vrijwel onverstaanbaar.

Wat een overgang… Stinkende uitlaatgassen, grote billboards, lelijke wolkenkrabbers… Nu pas besef ik ten volle hoe puur en ongerept Bhutan is. Daar zie je haast geen auto’s en nergens brommers, scooters of motoren. Zelfs geen fietsen.

Als we tenslotte bij het Ibis hotel aankomen is het zeven uur. De kosten bedragen dan ook geen 400, maar 520 Baht – inclusief de tolwegtax.

Bij de balie krijg ik te horen dat het hotel helemaal volgeboekt is. En dat Mrs. Leny boven in de conferentiezaal op de tweede verdieping in een meeting zit. Ik vraag het meisje of ze wil laten weten dat ik er ben.

Intussen ga ik op haar advies aan de overkant kijken bij het Malaysia hotel of daar wellicht nog plek is. Hè, gelukkig, ze hebben nog kamers: 31 Euro per nacht. Ik neem een kijkje en zie een mooie kamer met veel  Maleisisch houtwerk, een Queen-size bed, een ligbad, TV, koelkastje, en uitzicht op het zwembad. Dus ik boek meteen voor twee nachten. De bell boy loopt met mij mee naar de overkant om mijn koffers op te halen. Daar hoor ik dat ik van harte welkom ben om naar boven te komen. Maar eerst even mijn spullen wegbrengen.

Op de tweede verdieping staat een buffet. Uit het conferentiezaaltje komen daverende lachsalvo’s. Als ik binnenkomt tref ik een vrolijk gezelschap van zo’n 33 mensen. Het zijn medewerkers van Terre des Hommes uit vele Aziatische landen: Myanmar, Bangladesh, Thailand, Laos, Cambodja, de Philippijnen, Maleisië en Indonesië. En ze zijn bezig met kennismakingsspelletjes. Leny komt mij tegemoet en vraagt of ik al gegeten heb. Nee, niet dus. Ze neemt mij mee naar het buffet. “Doe je tegoed. We zijn nog tot half negen bezig. Kom er met je bordje maar gezellig bij zitten.”

Bangkok 1 met Leny

 

 

 

 

 

Bangkok 2 met Leny

 

 

 

 

 

Ik geniet van een uitgebreide maaltijd en een geanimeerde avond. En krijg en passant – door de spelletjes die ze doen, de sketches die ze opvoeren en de liedjes die ze zingen – een levendige indruk van de verschillen tussen de mensen van al die landen. Leuk ook om Leny voor het eerst in actie te zien met haar mensen.

Het wordt wel kwart over negen. Maar dan neemt Leny afscheid van de groep en we installeren ons op het terrasje van ‘mijn’ hotel naast de (overbevokte) karpervijver, met een groot glas pils.

Tegen half elf zijn we aardig bijgepraat en helemaal toe aan een tukje. We spreken af dat we de volgende dag samen eten om een uur of zeven. Ik vermaak mij intussen wel met het wegwerken van achterstallige e-mail, het updaten van mijn blog, zwemmen – en vooral veel slapen.

In mijn airco kamer laat ik het bad vollopen. Na een half uurtje soezen in het warme water sleep ik mij naar mijn weelderige bed, zet de wekker op half tien (het ontbijt is tot tien uur) en glijd meteen in een diepe droomloze slaap.

 

DINSDAG 26 FEBRUARI

Een heerlijke rustdag. Tijd om mijn correspondentie bij te werken, wat baantjes te trekken, een siësta te houden, een gin-tonic te genieten, nog een uurtje met Leny samen te zijn en de dag af sluiten met een heerlijke massage, een Blue Hawai cocktail en een blogschrijfsessie – die ongemerkt tot vijf uur in de ochtend zal duren…

blue hawaï

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VRIJDAG 27 FEBRUARI

Ondanks maar drieëneenhalf uur slaap word ik een paar minuten voor de wekker wakker en begin de dag met nog een paar baantjes in het zwembad.

Na het douchen ga ik eerst in de buurt op zoek naar een winkel waar ik pasfoto’s kan laten maken, want Leny maakte mij erop attent dat ik die bij me moet hebben als ik bij aankomst in Cambodja mijn visum wil aanvragen. Gelukkig blijkt er bijna om de hoek zo’n winkeltje te zijn en zo’n twintig minuten later stap ik met een paar bleke kiekjes de deur uit (hopelijk nemen ze die aan). Nu nog een pharmacie, want ik ben mijn nagelschaartje kwijt en mijn tandzijde is op. Ah, schuin aan de overkant zie ik er één. Tandzijde hebben ze, maar nageschaartjes niet. Dus neem ik genoegen met zo’n clippertje waar ik een bloedhekel aan heb.

Dan mijn laatste ontbijtje en de laatste spullen in de koffer. Als ik klaar ben zet ik mijn bril op en denk ‘Krijg nou wat!” – Ik heb een raar scheef en onscherp beeld… Zou er iets mis zijn met mijn zicht of mijn hersenen? Maar dan zie ik dat er één glas ontbreekt. Ah, ik meende daarnet al iets te horen vallen. Ik vind het glas, en zelfs het kleine schroefje dat uit het montuur is gevallen en stop beide in mijn zak. Heb geen zin om mijn hele koffer weer uit te pakken op zoek naar mijn reservebril.

Om kwart voor twaalf ben ik beneden (de taxi komt om kwart over twaalf) om uit te checken. Dus ik heb nog even tijd om met mijn bril te pielen. Met behulp van een in smalle reepjes geknipt stukje plakband lukt het me om bij de balie het glas weer op zijn plek te krijgen. Hè, toch wel fijn.

De rit naar het domestic airport Don Muang langs de jampacked snelwegen neemt ook weer een uur in beslag. Maar ik ben toch mooi twee uur voor vertrek ter plekke. De tijd vul ik in met een cappucinootje, wat lezen in Rieky’s Bhutan-boek ‘Meeting the Other’ en tot slot nog een instant tomaat/garnalen/noodle-soep, die ik halverwege laat staan omdat-ie veel te spicy is.

In het vliegtuig lijkt ik op bijna de achterste stoelenrij (ik heb weer een raamplaats) de hele rij voor mezelf alleen krijg (terwijl het vliegtuig toch helemaal vol lijkt te zijn). Maar dan komt er toch nog een passagier aan het gangpad zitten. Nou ja, ieder geval volop ruimte om ons beider spullen op de middenstoel te dumpen. Mijn medepassagier is gelukkig niet spraakzaam en ik nestel mij weer lekker in mijn donskussen voor de vlucht, die zo’n anderhalf uur zal duren.

Pas tegen dat wij gaan landen maken mijn buurman en ik een praatje. Jason. een goede dertiger schat ik, komt uit Florida, maar heeft de afgelopen zeven jaar als fourrageur in Irak gezeten bij een legereenheid van de Amerikaanse ‘vredesmissie’. Vanwege het terugtrekken van de troepen is hij nu afgezwaaid en zit in Thailand op ‘non-actief’, voorlopig levend van zijn spaarcenten. Hij is single, heeft wel een soort van vriendinnetje in Pattaya maar wil niets vasts. En ook geen kinderen.

De passie die hij in Irak heeft ontwikkeld is pokeren.

Jason is al vaker  in Phnom Penh geweest, want eens in de drie maanden moet hij zijn (toeristen)visum laten verlengen. Hij kent hier dus het klappen van de zweep bij de visumaanvraag en loodst mij keurig door alle formaliteiten (je moet wel vijf formulieren invullen!). En schiet even 30 dollar voor, omdat ze hier bij de visumbalie voor Euro’s een slechte dollarkoers geven: 1,06 in plaats van 1,16. Gelukkig zijn er geen ellenlange rijen.

Dan raadt hij mij aan om een lokale simkaart aan te schaffen voor 5 dollar. Dan kan ik goedkoop internetten met mijn mobiel als er geen wifi in de buurt is.

Zijn hotel is niet ver van het mijne, dus we nemen samen een tuktuk (had ik geweten wat me te wachten stond, dan had ik een taxi genomen.

En dan storten we ons in de baaierd van het verkeer in Phnom Penh. Wat een stank! Wat een chaos! Wat een hitte…! Gelukkig heb ik mijn Bhutanese shawl, die kan ik als masker voor mijn mond en neus houden. En gelukkig hebben we een plezierige conversatie, waardoor de anderhalf uur dat we er over doen relatief snel voorbij gaat.

Ik drop mijn bagage in het hotel en dan gaan we een paar huizen verder een café/bar binnen die hoort bij één van de drie filmhuizen in Phnom Penh. Daar blijkt een (zwart) Nederlands meisje te werken, Uanna. Ik maak even een gezellig praatje met haar en dan zit ik weer bij Jason, met eerst een bier en daarna twee cocktails…. Hij vertelt over zijn tijd in Irak, en de invloed die die heeft gehad op zijn leven.

Pas tegen twaalven nemen we afscheid en rol ik in het comfortabele grote bed dat voor mij klaar staat op de 4e verdieping. Daar laat ik de verschrikkingen van de oorlog – waar nooit een einde aan lijkt te komen – voor mijn geestesoog voorbijtrekken. En val dan in een diepe slaap.

 

ZATERDAG 28 FEBRUARI

Pas als ik wakker word kijk ik mijn kamer eens rond. En glimlach om de wanddecoratie naast mijn bed van een uitnodigende half ontklede dame. Er zijn in deze straat ook opvallend veel massagesalons, waar happy endings ongetwijfeld aan het menu kunnen worden toegevoegd.

Het ontbijt is inbegrepen en gevarieerd – oosters en westers naar keuze. De tafeltjes en stoeltjes staan half in de open lucht naast een klein zwembadje met een mooi aangelegde  achterwand van groen.

Na het eten kruip ik weer lekker in bed en slaap nog een paar uur. In de middag maak ik een wandeling (traag, vanwege de hitte) richting River Front – de brede Mekong rivier is hier praktisch om de hoek. In mijn straatje – waar behalve massagesalons en het filmhuis ook veel eethuisjes, kleine winkeltjes en wassalons zijn – word ik herhaaldelijk aangeklampt door tuktuk drivers die op klantjes azen. Maar ik hou vol dat ik wil lopen. De kortste weg naar het water is door het Himawari Hotel. Daarachter ligt een river cruise boot aangemeerd. Ik neem een foldertje mee want dat lijkt me wel iets voor later. Oef, wat een brede, grijze rivier…Beelden doemen op van de slachtpartijen die hier in de zeventiger jaren (en misschien wel door de eeuwen heen) moeten  hebben plaatsgevonden. Nu ziet hij er zo vredig en kabbelend uit.

’s Avonds ga ik nog eens een kijkje nemen in het Flicks Filmhuis. Ah, er speelt een film uit 1984: ‘The Killing Fields’. Die wil ik wel zien, om althans iets mee te krijgen van wat zich hier heeft afgespeeld. Maar dan blijkt dat die speelt in één van de beide andere Flicks. Hij begint over tien minuten. Hoe ver is het? Ongeveer tien minuten met de tuktuk. OK, ik ben al onderweg. Twintig minuten later schuif ik het kleine zaaltje binnen, waar je languit op matrassen met kussens kunt liggen (da’s nog eens luxe!). De film is al even aan de gang, maar ik kan het (waargebeurde) verhaal van een Amerikaanse journalist die met een Cambodjaanse collega vast komt te zitten goed oppakken. De film geeft een indringend beeld van de chaos waarin het land terechtkwam tussen de Rode Kmer en de Amerikanen (die niet alleen druk waren in Zuid-Vietnam, maar ook voor alle zekerheid de grensgebieden in Camodja maar plat bombardeerden, 3 jaar lang). Miljoenen mensen zijn vermoord of omgekomen bij Amerikaanse bombardementen.

Als ik na afloop de tuktuk driver vraag om mij naar Flicks 1 te brengen, beland ik helemaal aan de andere kant van de stad. Na enig turen op het foldertje blijkt de Flicks in mijn straatje  niet nummer 1  is maar nummer 3.

Eindelijk daar aangekomen bestel ik nog een cocktail als nightcap en bel Jason of hij zin heeft
ook wat te komen drinken. Eh.. nou nee eh.. hij had al een afspraak.  “Something romantic?’ vraag ik. ‘Eh, yeah, something with the other gender, indeed’, grinnikt hij schaapachtig.

Ik wens hem veel plezier en geniet van mijn cocktail en de relaxte sfeer in dit barretje (met een scheve oude ongebruikte biljarttafel).

 

ZONDAG 1 MAART

Vandaag probeer ik na het ontbijt het zwembadje uit. Heerlijk! . En ik sluit vriendschap met Silorn, een fraai jong exemplaar van de mannelijke kunne, die samen met drie collega’s de receptie beheert, en Chenari, die gaat over het ontbijt. Dankzij hen kom ik er achter dat er nog een inimini tweede zwembadje is op het dak! Daar ga ik later ook maar eens kijken

In de namiddag bezoek ik het Koninklijk paleis, dat op loopafstand ligt. Ik kom langs de monumentale, Frans aandoende avenue die er naartoe leidt.

20150302_150707

 

 

 

 

 

20150302_151055

 

 

 

 

 

20150302_151022

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vlak bij de ingang tref ik een kleurrijke figuur die wol verkoopt. Ik mag hem fotograferen.

20150302_151716

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150302_151934

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De rondleiding zelf, die voor een groot deel voert langs open zonnige pleinen, is ook een flinke uitdaging voor mijn gestel. Maar ik heb een lieve gids, die ook aangrijpende persoonlijke verhalen kan vertellen over de verliezen in haar familie tijdens de Vietnam-oorlog (haar jongere zusje en grootmoeder zijn nooit gevonden).

20150302_153316

 

 

 

 

 

 

Het schijnt dat de vader van de huidige koning,  Norodom Sihanouk, heel populair was. Als 18-jarige jongeling kwam hij in 1955 op de troon nadat de Fransen zich hadden teruggetrokken. Tijdens de Vietnamoorlog zat hij in de gevangenis bij de Rode Khmer. Na zijn bevrijding week hij uit naar China. Zijn zoon nam toen het bewind over. Maar stond in 1990, toen zijn vader terug kwam uit China, de kroon weer af, tot 2004, toen zijn vader vrijwillig terugtrad en de zoon het weer overname. De vader sleet zijn laatste jaren (hij werd 92) alsnog in China.

20150302_161503

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Graftombe met de as van koning Norodom Sihanouk

20150302_161405

 

 

 

 

 

20150302_165204

 

 

 

 

 

20150302_164932

 

 

 

 

 

20150302_161922

 

 

 

 

 

Draagstoel voor op olifant

20150302_161657

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Draagstoel

De gebouwen zijn allemaal replica’s in (deels geschilderd) beton van de oorspronkelijke houten gebouwen. Het ziet er allemaal nogal strak en ietwat steriel uit. Maar er zijn ook bijzondere kostuums te zien – en natuurlijk ontelbare boeddha-beelden.

20150302_154619

20150302_154627

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Huwelijkstooi koning Norodom Sihannouk en zijn vrouw

20150302_154559

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De pompoen: symbool van geluk en overvloed

20150302_154643

 

 

 

 

 

Lijfwacht uniformen

20150302_154503

 

 

 

 

 

Traditionele Cambodjaanse klederdracht. Een kleur voor elke dag!

Op weg naar huis zie ik overal kleine groepjes mensen op straat zitten die samenkomen om (na het werk) te praten en te lachen. Ook wordt er veel gekaart.

20150302_170145

 

 

 

 

 

 

20150302_170659

 

 

 

 

Thuis plons ik in het dak zwembadje. Aaahhh…

20150302_175527

 

 

En daarna in bed. Geen zin in eten. Ik voel me wat rillerig: heet hoofd, koude voeten. Al gauw lig ik van top tot teen te shaken, een wonderlijke gewaarwording. Na ongeveer een uur houdt het even plotseling op als het begon. Zou ik malaria hebben? gaat het door me heen. Daar schijn je ook van die heftige rillingen van te hebben.  Ik ben uiteindelijk een paar keer gestoken – en gisteren las ik in een krant in het Cinecafé dat er in Cabodia een ‘strand’ van malaria in opkomst is die resistent is voor de bestaande geneesmiddelen. Ik zoek het op in Google. Tja, zou kunnen. Maar om nu meteen maar naar een dokter of ziekenhuis te rennen om bloed te laten prikken…

Ik neem een douche en ga dan toch maar even een hapje eten in het Cinecafé.

Op de terugweg kom ik langs de massagesalon naast mijn hotel. Ik bestel een voetmassage en een hoofd-, nek en schoudermassage, elk van een half uur.

Daarna val ik snel in slaap, maar het is een onrustige nacht, vol met verwarde beelden waar ik geen touw aan kan vastknopen, behalve dan dat ik druk ben met alsmaar proberen helder te krijgen waar het over gaat.

 

MAANDAG 2 MAART

Silorn weet me te vertellen dat de malariamug alleen in de rural areas voorkomt, niet in de steden. Hm, dat stelt gerust. Misschien toch gewoon een griepje. Ik voel me niet echt beroerd maar wel koortsig en slap als een vaatdoek –  en ik  heb ook nergens zin in. Dus na het ontbijt ga ik maar weer naar bed, waar ik de rest van de dag doorbreng, zwalkend tussen waken, slapen en dromen.

 

DINSDAG 3 MAART 2015

Vandaag voel ik me wat beter. Ik hou me koest rond zwembad en bed. Maar in de namiddag besluit ik toch Silorn te vragen om de dinner cruise vanaf het Himawari hotel voor me te boeken.

De boot (van een beminnelijke Fransman) is groot en luxe. De rivier wijd en stil en donker Er zijn maar weinig mensen die meegaan. Op het voordek, waar ik zit, zit helemaal aan de andere kant alleen een jong stel, dat kennelijk iets te vieren heeft. Ze gaan helemaal op in elkaar.

Hoewel ik me nog niet helemaal senang voel, geniet ik toch immens van hoe we geruisloos door het water glijden (echt, die boot hoor je helemaal niet!), van de volle (!) maan, van de lichtjes aan beide verre oevers, van  mijn cognacje en van een champignonsoepje. Voor de rest heb ik geen trek. Mijn ongenuttigde gangen krijg ik na afloop keurig ingepakt gepresenteerd als take-away.

Op weg naar huis presenteer ik  mijn take-away aan de mensen achter de balie in het cinecafé. Die zijn er blij mee.Tegen half tien ben ik terug en glijd na een verfrissende douche met een dankbaar gevoel onder mijn dekbedje.

Morgen vlieg ik om 18.40 naar Siem Riep, waar ik vier dagen zal blijven.

 

WOENSDAG 4 MAART

Na het ontbijt pak ik mijn koffers en check uit. Ook wissel ik nog 60 Euro in dollars.

Daarna is het op naar het National Museum. Hoewel het niet veel verder weg is dan het Koninklijk Paleis, neem ik deze keer toch maar een tuktuk. Natuurlijk wil die weten wanneer ik er weer uit kom, maar dat kan/wil ik bij benadering niet zeggen dus hij mag van mij niet wachten (ze willen je – begrijpelijk – allemaal zo lang mogelijk aan de haak slaan).

Het National Museum is de geschiedenis van Cambodja, hier vooral in zijn religieuze vorm gepresenteerd (voor de holocaust en de killing fields zijn weer andere musea). waarbij van oudsher een mix te zien is tussen het boeddhisme en het hindoeïsme, die hier door de eeuwen heen blijkbaar steeds vreedzaam naast elkaar hebben bestaan. Een imposante reeks van (giga)grote en kleine Boeddha’s, Vishnu’s, Shiva’s, olifantsgoden, slangengoden en ceremoniële attributen ontrolt zich voor mijn ogen als ik de vier zalen rondom de prachtige binnenplaats doorloop. Wat me vooral boeit is de prachtige glimlach op de gulle geaccentueerde mond van de buddha’s, die door steeds weer andere kunstenaars al die duizenden jaren is gereproduceerd, met toch kleine verschillen waardoor de één je meteen aantrekt en ‘raakt’, en de andere je afstoot of koud laat.

Aan het eind drink ik in het zitje in de binnentuin nog een tonic (wat kinine is misschien wel goed voor mijn gestel). Naast mij zit het oude vrouwtje dat het stalletjes beheert met wat kinderen en kleinkinderen aan een tafeltje te lunchen. Leuk om dat familieleven zo even gade te slaan en Oma met één van de kleintjes op de arm te zien rondredderen.

Om half twee ben ik weer thuis. De taxi die mij naar het vliegveld brengt komt om vier uur. Ah, nu heb ik heerlijk nog wat tijd voor op het dakterras (wonderlijk dat daar haast nooit iemand is… zo’n goddelijk plekje!). Kan ik lekker even rondplenzen en daarna mijn blog weer eens bijwerken.  Nou dat rondplenzen lukt. Maar als ik me net met laptop heb geïnstalleerd aan een tafeltje, blijkt dat de wifi het boven niet doet.

OK, instant adaption: niet moeilijk doen en dan maar beneden bij Silorn & Co van de receptie op de gemakkelijke bank. Daar heb ik inderdaad een heerlijke ongestoorde schrijfsessie.

De chauffeur is er al om kwart voor vier. Ik maak nog even mijn zin af, stop mijn laatste spullen in de koffers en hup, daar gaan we weer. Maar niet dan na een paar laatste foto’s met de jongens en meisjes van de receptie.

Wat een verademing om in dat drukke verkeer nu in een aircon auto te zitten! Het is wel niet zo’n heksenketel als bij mijn aankomst (het is nog net geen spitsuur), maar we zitten toch regelmatig vast in opstoppingen en we doen er zo’n vijftig minuten over.

Op het vliegveld duurt het nog een tijdje voordat zichbaar is bij welke balie ik kan inchecken. De scene wordt vooral overheerst door een paar groepen Chinezen. Chinezen vind je overal in Azië, in groeiende aantallen. Vrijwel steeds in groepsverband. Zij hebben een aantal opvallende eigenschappen gemeen:

  • ze zijn vrijwel steeds in grote groepen met een reisleider/-ster
  • ze praten voortduren keihard
  • ze lachen veel
  • ze dringen voor
  • vooral de jongeren zijn hondsbrutaal
  • ze nemen voortdurend overal foto’s van elkaar, in ‘bevallige’ poses
  • ze spreken geen woord Engels

Na een tijdje vraag ik aan een jongen van de airport service of al duidelijk is welke balie het wordt. Ja, 8 en 9 – en ze gaan over ongeveer tien minuten open. Ik dank hem en ga alvast aan het begin van de lijn staan – laat ik eens de eerste zijn!

Maar dan komt er zo’n groep Chinezen aan en die posteren zich – met trolleys en al – vlak vóór me. Shit! Ik besluit me met mijn conditie niet te verzetten tegen de overmacht – dan nog maar tien minuten langer wachten.

Maar de jongen die mij de informatie gaf, heeft het tafereel kennelijk gezien. Hij tikt de leider van de groep beleefd op de schouder en loodst het hele stel naar de rij naast mij, bij nummer 9.  Dan nodigt hij mij uit om weer vooraan te komen staan bij 8. En meteen gaat daar de balie open, terwijl de voortvarende Chinezen nog moeten wachten… Ik wissel een blik van verstand houding met de jongen van de airportservice en hij glimlacht subtiel…

Ik wandel verder met mijn cabinekoffertje. Onderweg kom ik nog een paar prachtige schilderijen van Cambodjaanse danseressen tegen. Die schiet ik toch ook nog maar even.

20150304_173557

20150304_173417

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan de security check. Ik wil mijn koffertje op de band zetten, maar verrek, daar heb je weer zo’n brutale  Chinese jongedame die mij  totaal negeert en haar spullen even net vóór mij smakt. OK, dat kan ik ook. Ik pak mijn koffer op, duw haar opzij en zet de koffer weer voor haar bagage neer. De juffrouw met de bakken sympathiseert,  duwt de Chinese spullen naar achteren en laat mij voor gaan. Ziezo. No fooling with Grandma Yoyo!

Bij de gate zit ik dan nog wel even in het gekakel van de diverse Chinese groepen.

20150304_180604

 

 

 

 

 

 

Naast mij zit een wat ouder Chinees vrouwtje dat mij iets wil vragen. Achter haar kijken er nog drie geboeid mee. Ze pakt mijn hand, trekt daar een paar lijnen op en kijkt mij vragend aan. Wil ze weten waar ik vandaan kom? ‘Holland’, probeer ik. Ah, dat begrijpen ze en ze juichen allemaal, prachtig, Holland! Maar dat was niet wat het vrouwtje wilde weten.  Ze wijst op haar borst en schrijft dan nog wat cryptische tekens eerst op haar eigen, dan op mijn handpalm. Het duurt nog een tijdje van wanhopige ‘iknieweetnie-gebaren’, maar dan besef ik ineens dat ze willen weten hoe oud ik ben. 71, Schrijf ik op haar handpalm. Een koor van verbazing en bewondering stijgt op en het nieuws wordt doorgebriefd naar achteren. Allen rekken hun nek. Ik glimlach naar mijn publiek. Er ontstaat een mimespel van complimenten over mijn jeugdige huid en frisse voorkomen.

Omdat er verder niks valt te zeggen, laat ik mijn buurvrouw wat foto’s zien van mijn Galaxy. Ja, da’s in de roos. Over de schouders wordt er meegekeken.

En dan is het  tijd om in te stappen…

We lopen over het platform naar de machine. Eh… dat is  een klein vliegtuig met twee propellers. Ik moet even slikken. Maar de bemanning ziet er niet naar uit dat ze verwachten dat dit hun laatste vlucht is. En ook de passagiers doen heen gewoon. Dus het zal wel goed zijn.

Het is een vlucht van nog geen drie kwartier, en het gaat goed.

Een meisje van de aiportservice neemt mijn cabinekoffertje voor haar rekening en loopt helemaal mee naar de bagageband (geen paspoortcontrole, want het is een interne vlucht). Daar pikt ze mijn grote koffer op en met beide koffers loodst ze me naar buiten. Lief… We namasté’en naar elkaar en dan kijk ik rond in het donker of er iemand met mijn naam staat. Gisteren heb ik heb hotel gebeld omdat ik zag dat ze een airport transfer hadden. En hoewel ik niet alle vluchtgegevens bij de hand had, was toch wel duidelijk dat ik geboekt had,  dat mijn voornaam Elisabeth was en dat ik rond deze tijd zou aankomen.

Niemand.

Nu komt mijn lokale simcard goed van pas. Ik bel weer en vraag of er wel of niet iemand mij op komt halen. Hij zegt dat hij dacht dat er een driver onderweg was, maar hij zal alsnog een chauffeur sturen zodra er weer één op honk is. OK.
Net heb ik opgehangen, als er iemand aan komt lopen met een papier waarop ELISABETH VAN DER KOOI staat. Het was dus toch geregeld. De chauffeur was alleen iets te laat en verontschuldigt zich uitgebreid. Ik bel het hotel weer en geef hem mijn toestel, zodat er geen verdere verwarring ontstaat.

Tien minuten later zwaaien de deuren van het Empress Angkor Hotel open… en ik stap langs de buigende portier een balzaal van een lobby binnen.

20150306_105906

 

 

 

Met een giga kroonluchter, balustrades en zitgelegenheden met veel (tropisch hard-)hout.

20150306_100956

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En achter de receptie een groot grijs reliëf van de Angkor Wat, om alvast in de stemming te komen. Nou, Piseth (mijn contactman via Leny) heeft niet teveel gezegd over dit hotel dat hij aanraadde. I am im(em)pressed. Ik betaal hier wel € 48,- per nacht inclusief ontbijt, maar dan heb je ook wat!

20150308_102651

 

 

 

 

 

Voor mijn bagage wordt gezorgd. Ik check in en wordt even later via een lange gang langs de sprookjesachtig verlichte binnenplaats en het zwembad (met ronde vormen, daar had ik dit hotel op geselecteerd) naar de Empress Résidence geleid, wat achteraf gelegen, met een statige stijlvolle entree, hoge hal en spiegelende liften.

20150306_084749

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150307_105843

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de eerste verdieping heb ik een ruime kamer met parketvloer, twee brede bedden en zwaar meubilair, ook weer in tropisch hardhout. Oooooh… En een schilderij van mijn maagdelijk witte zoetgeurende  lievelingsbloemetje, dat ik ook al in het gras achter het Himawari Hotel in Phnomh Penh had gespot. In Bali heet het Bali Flower. In Thailand Thai Flower. In Laos Laos Flower. Hier in Cambodja zal het ongetwijfeld Cambodja Flower heten. Maar de schoonheid en het bedwelmende aroma zijn overal hetzelfde.

20150305_095551

 

 

 

 

 

 

 

In de badkamer tref ik behalve een douche ook een gezellig ouderwets model bad aan op zilverkleurige tijgerpoten.

20150308_090556

 

 

 

 

 

Ik zet het meteen aan en werp mij in afwachting op één van de comfortabele bedden met vele kussens. O nee, even kijken naar het uitzicht. Dat is niet veel soeps, diverse blinde muren in pasteltinten op enige afstand.

Ik laat mij in het warme water zakken en daar blijf ik een half uurtje weken en soezen. Dan nog een half uurtje oogjes toe in bed – en vervolgens ben ik voldoende opgeknapt om een kijkje te nemen in het restaurant. Er zit een groot gezelschap aan twee lange tafels, maar verder zie ik weinig ‘losse’ gasten.

Nog steeds heb ik niet erg veel trek. Mijn hoofd gloeit en ik voel me nog wat rillerig. Maar… een biertje, een salade Niçoise en een gebonden soepje van groene asperges gaan er wel in.

Dan is het intussen ook al tegen half elf. Mooie tijd om plat te gaan.

Pas in de stilte van de nacht word ik me bewust van allerlei mechanische geluiden die mij eerst niet waren opgevallen. Getiktiktiktik van verwarmingsbuizen, zacht en traag, dan versnellend en aanzwellend tot crescendo en dan weer afnemend, samen met allerlei ander metaalachtig geknars en geknerp.

Dit mag dan een rustig gebouw zijn, zonder lawaai van menselijk verkeer, maar het is toch niet wat ik mij van een rustige kamer had voorgesteld. Morgen maar even naar de receptie.

Zo goed en zo kwaad als het gaat geef ik mij over aan de ‘ritmiek’ van de geluiden. En slaap toch nog de helft van de nacht.

 

DONDERDAG 5 MAART

Als ik om acht uur wakker word begin ik maar eens met een half uurtje Yoyo-yoga in bed. Dat moet zo af en toe, willen mijn stramme ledematen niet al te zeer verstijven.
Daarna lijkt me een paar baantjes (rondjes) zwemmen wel wat. Als ik beneden kom ben ik met stomheid geslagen. Wat een prachtig aangelegd zwembad. En met niemand erin… Een een temperatuur van zo’n 28 graden schat ik. Een heilig ochtendritueel, dat ik er zeker in zal houden.

20150305_094023

 

 

 

 

 

Daarna douchen (mmm, ook weer zo’n grote douchekop), aankleden en naar de receptie. Ik vertel ze mijn klacht. Nou, daar doen ze niet moeilijk over: ik krijg een andere kamer. Ook in de Résidence, maar nu op de vierde verdieping. Dus na het ontbijt (een overvloed van Europese en Aziatische lekkernijen, waar mijn gestel helaas nog steeds vooral ‘nee’ tegen zegt), pak ik dus de spullen die ik had uitgepakt weer in en om elf uur ben ik verhuisd naar boven en naar de andere kant van het gebouw. Hoera! Ditmaal heb ik een balkon met schuin uitzicht op de binnenplaats en het zwembad. Toch prettiger. En hier is inderdaad niets van metallieke geluiden te horen.

Vandaag besluit ik nog geen culturele verkenningen te gaan doen, maar even mijn systeem wat rust te gunnen en te genieten van wat deze mooie plek te bieden heeft.

 

VRIJDAG 6 MAART

OK, na mijn ochtendzwemritueel, een sober ontbijt en een lome ochtend besluit ik dat het tijd is voor de Angkor Wat. Daarvoor ben ik uiteindelijk hier gekomen. De tuktuks aan de overkant springen op alert als ik om half twee het hotel uitkom. Degene die mij ‘scoort’ heet Mr. Mara. Hij heeft een rode tuktuk nr. 07, met zijn naam erop. En hij gaat mij de hele dag rondrijden naar verschillende onderdelen van het tempelcomplex. Voor 15 dollar.

Als eerste rijden we (in een half uurtje) naar de Zuidpoort van de Bayan. Ik krijg een kwartier de tijd om de brug met links en rechts vervaarlijke monsters over te lopen en de poort met alle sculpturen te bewonderen.


20150306_141221

 

 

 

 

 

20150306_141435

 

 

 

 

 

 

20150306_141324

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter de poort staan bomen met de wonderlijkste wortelgestellen. Ik neem een paar foto’s voor Sigurd, die een bomen minnaar is.

Terug door de poort staat Mara al klaar om mij op te pikken. Langs een lange boomrijke weg komen we uiteindelijk bij de eigenlijke Bayan. Een immens vierkant bouwwerk. Hier krijg ik twee uur de tijd om rond te kijken. Poeh, weer zo’n lange oprit, daarna trappen en nog meer trappen… Ik merk wel dat door die griep mijn conditie een stuk minder is vergeleken met toen ik in Bhutan naar het Tijgersnest klom. Rustig aan dus maar.

Er is uiteraard veel te zien. En er zijn veel toeristen, die allemaal veel willen zien. In plaats van alles te omschrijven kan ik jullie beter wat foto’s laten zien die ik heb gemaakt.

Ik heb mijn wekkertje gezet, om niet te laat bij Mara terug te komen. Maar hoe kom ik weer naar beneden? Ik ben de richting kwijt. Er blijken vier uitgangen te zijn, één aan de noord-, oost-, west- en zuidkant. Maar ik weet niet meer via welke kant ik omhoog ben gekomen… Paniek!

Gelukkig weet ik me te herinneren dat er twee trappen naast elkaar omhoog gingen en na wat rondvragen bij nauwelijks Engelssprekende gidsen (gelukkig heb ik bedankt voor een gids!) blijkt de zuidkant de enige kant met twee trappen te zijn. Gered!

Als ik beneden kom vind ik mijn driver in diepe rust in zijn tuktuk. Samen met een andere toerist kijken we glimlachend naar dit tuk-ritueeltje. En ik neem eerst maar een tweetal foto’s van hem alvorens hem wakker te maken.

20150306_150339

 

 

 

 

 

 

20150306_150421

 

 

 

 

 

 

De arme kerel schrikt zich wezenloos als ik zijn knie aanraak en put zich uit in verontschuldigingen. Waar is dat nou voor nodig?

Dan gaat de rit door naar de ‘crème de la crème’ zelf: de Angkor Wat. Maar eerst moet ik plassen en gelukkig weer mijn begeleider een plek met een brandschoon toilet in de laan tegenover de ingang van de tempel, waar vele verkopers in hun stalletjes geduldig staan te wachten op klandizie.

Ik grijp de gelegenheid aan om Mara en mijzelf te trakteren op een kokosnoot. Ah…. wat is dat verfrissend. Eén van de jonge vrouwen bij het stalletje heeft een kindje dat heerlijk uitgestrekt ligt te pitten.  Ik zou ook wel een kleine siësta kunnen gebruiken…:-).Met de vader, die net aan komt wandelen met een bruine parasol, maak ik een praatje.

20150306_154216

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150306_155001

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is half vier. De zon gaat rond tien over half zes onder. En om zes uur zal ik mijn weer bij Mara 07 voegen.

Daar ga ik dan. Ook hier bedank ik voor een gids. Ik wil gewoon met mijn eigen ogen zien wat ik zie en alles op mij in laten werken.

Eerst over een eindeloos lange brug  naar de eerste façade. De immens brede ‘slotgracht’ biedt een prachtig landschap links en rechts.

20150306_155039

 

 

 

 

 

 

 

20150306_155603

 

 

 

 

 

 

20150306_155800

 

 

 

 

 

 

20150306_155047

 

 

 

 

 

20150306_155812

 

 

 

 

 

20150306_155924

 

 

 

 

 

20150306_160903

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de rechtervleugel van deze eerste ‘vesting’ bevindt zich een bijzondere boeddha. Die mag je fotograferen als je eerst voor een dollar een wierookje opsteekt. Dat doe ik dus maar.

20150306_160331

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter dit front begint een nog veel langere ‘landbrug’ met krioelende mensjes, die leidt naar het eigenlijke heiligdom, waarvan je vanuit deze hoek maar drie torens kunt zien (er zijn er vijf).

20150306_162001

 

 

 

Links en rechts een glooiend landschap, met rechts bossen en links langs de bosrand een eindeloze rij stalletjes voor de koopgrage toeristen. Hier kun je in ‘afdalen’ via trappen links en rechts op gezette afstanden. Een meisje staat met het hoofd gebogen bij te komen tegen een boom.

20150306_162130

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Halverwege deze landbrug moet ik even stoppen. Mijn benen voelen als lood.  Pijnscheuten gaan door mijn hoofd en ik voel me een beetje duizelig. Ik besef dat ik niet de eerste oudere zal zijn die door de hitte bezwijkt. Via één van de trappen daal ik van de landbrug af naar het glooiende halfdroge, half grasachtige terrein. In de schaduw van de landbrug ga ik languit liggen op mijn shawl, met mijn tas onder mijn hoofd. Ik negeer de urinestank om mij heen.

20150306_163312

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150306_163407

 

 

 

 

 

20150306_171320

 

 

 

 

 

Gelukkig heb ik water bij me. Na een tijdje voel ik mij wat beter. Ik wil goddomme toch wel die Wat zien voordat ik de pijp uit ga. Dus krabbel ik overeind en besluit niet terug de landbrug op te gaan, maar door de velden langs een klein vennetje richting bosrand rechts te lopen, waar ik ook een paar figuurtjes zie. Kennelijk is het ook mogelijk om ergens via een zijingang naar binnen te komen. Dit voelt in ieder geval beter dan de hordes op de loopbrug.

20150306_164250

 

 

 

 

 

 

20150306_164209

 

 

 

 

 

Inderdaad hoor, ook van deze kant kun je erin. Ik beklim langzaam de trappen naar de rechterflank en loop dan rechtdoor langs de onafzienbaar lange open gang naar achteren.

20150306_165335

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De hele muur is van begin tot eind vol met repetitieve afbeeldingen van voetvolk, krijgers, paarden, draken en goden. Ik kijk mijn ogen uit. Hoeveel mensen hebben hier door de eeuwen heen levenslang anoniem aan gewerkt?

20150306_165037

 

 

 

 

 

20150306_165049

 

 

 

 

 

Halverwege de gang kan ik óf rechtdoor óf linksaf. Ik ga linksaf en gok goed. Zo kom ik op de grote binnenplaats, waar in het midden de vijfde toren staan. Hier is het weer een drukte van belang. Er staan ook een paar acteurs/dansers in kostuum, die tegen een vergoeding bereid zijn om in diverse houdingen te poseren met deze of gene toerist tussen zich in.

Wat achteraf zit een moeder met een kindje. Ze zamelt plastic flessen in.

20150306_170135

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik voel me weer niet lekker. Naast de pijnscheuten in mijn hoofd trekt er ook langzaam een kramp naar mijn rechter borstkas. Hoe was dat ook alweer? Als er een hartinfarct dreigt heb je geen pijn aan de linkerkant maar aan de rechterkant? Ik sleep mij met moeite voorwaarts en houd er rekening mee dat ik elk moment neer kan storten. Dat zou natuurlijk wel heel vervelend zijn voor Mara 07, want die ziet mij dan na zonsondergang niet meer verschijnen. Ook heb ik weliswaar mijn S.O.S.-kaartje met Nederlandse telefoonnummers bij me, maar niet het kaartje van het Empress Angkor Hotel. Dus die zien dan vanavond één van de gasten niet meer terugkomen….

Een jongeman met een waaier zit ontspannen om zich heen te kijken. Daar word ik weer wat rustig van.

20150306_170913

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150306_165807

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150306_171028

 

 

 

 

 

 

Intussen ben ik toch de binnenplaats driekwart rond geweest en heb het meeste wel gezien. Ik besluit mij weer richting bosrand te begeven, ditmaal langs de gang aan de voorzijde van de tempel. Af en toe ga ik even zitten en doe mijn ogen dicht. Alles is goed. Dan loop ik weer een stukje verder en geniet afwisselend van de reliëfs op de muren en het uitzicht op de landbrug en de bosrand. In dit gedeelte zijn gelukkig weer nauwelijks mensen (eh… maar ja, dan kan het natuurlijk ook tijden duren voordat ze me vinden…:-)).

Na wat een eeuwigheid lijkt ben ik dan toch weer op het punt waar ik de tempel binnenkwam. Het glooiende landschap en de bosrand geven me kracht om de weg terug te lopen. De kramp in mijn borstkas neemt langzaam af, evenals de pijnscheuten in de rechterkant van mijn hoofd. Na nog even languit onder een boom te hebben gelegen steek ik schuin over naar de eerste poort, waar ik via één van de trapjes weer op de landbrug kom. Daar staan twee vrouwtjes met palmsap in de aanbieding. Net wat ik nodig heb. Met die verfrissende drank in de hand leg ik het laatste stuk af langs de brug over het water.

Aan het eind van de brug, als ik net de straat ben overgestoken naar waar ik Mara moet gaan zoeken (tussen honderd tuk-tuks), word ik aangeklampt door een studente, die een zakcentje wil bijverdienen door boekjes te verkopen over de geschiedenis van de Angkor Wat. Ik laat me vermurwen voor 10 dollar.  Dan wil een ander mij ansichtkaarten verkopen en een derde een shawl.

Ik wordt gered door Mara, die mij heeft gespot en plotseling naast mij staat met de tuk-tuk. De ansichtkaarten koop ik nog, maar de jongen met de shawls heeft pech, want ze zijn niet mijn stijl/smaak.

Met een zucht van verlichting en dankbaarheid zak ik achterover in tuktuk o7.

Thuis is het happy hour (20% off all drinks). Ik schuif aan in de Sunset bar,  bestel een Heineken en proost op mijn grootvader (die was manager bij de Heineken’s brouwerijen in het oude Nederlands-Indië). Dan bestel ik ook nog maar een speciale cocktail van het huis, maar die neem ik mee naar boven en schuif ik in de koelkast daar. Voor later of morgen. Nu eerst in bad, dan een romig pompoensoepje en naar bed.

 

ZATERDAG 7 MAART 2015

Na een vrijwel comateuze slaap word ik verkwikt wakker – met een helder hoofd. Wat een opluchting, na al die matte dagen!

Nou, de missie is volbracht. Hoewel ik wat ik heb gezien van de Angkor Wat boeiend vond (voor zover ik bij mijn positieven was), heb ik niet het gevoel dat ik er nog een keer heen moet. De rest lees ik wel in het boek (een goede koop, merk ik, gedegen en uitgebreid)

Dus heb ik vandaag vakantie!

Na het zwemmen (er was vandaag waarachtig een vader met een kindje in het zwembad!) en het ontbijt ben ik het grootste deel van de dag afwisselend in de lobby (gezellig tussen het geroezemoes) en boven in mijn kamer (afhankelijk van de wifi) bezig met een inhaalslag van mijn blog. Tussendoor ga ik af en toe languit liggen of loop ik een rondje.

20150307_125134

 

 

 

 

 

Op één van mijn tochten heen en weer stuit ik in de lobby op een sprookjesachtige verschijning in een turquoise Indiase sari, met een onwaarschijnlijk mooi gezicht en een prachtige haardracht. Zij was me al eerder tijdens het ontbijt opgevallen. Ze spreekt me aan en maakt me een compliment over mijn kleding (ik draag mijn gele India-jurk met over mijn schouder de bruine Bhutan-shawl). Ik zeg dat ik net hetzelfde wilde doen naar haar. Dan maken we een praatje. Of ik tot een religie hoor? Nee, dat niet: ik heb mijn eigen lijntje met ‘God’, maar respecteer alle religies. Ze moet lachen. Zij is ambassadrice van Bangladesh in Cambodja, moslima, en neemt deel aan het congres dat hier al een paar dagen gaande is, georganiseerd door de Cambodiaanse regering and gesponsord door de United Nations, over een tien-jarenplan voor de ontwikkeling van de ‘least developed countries worldwide’. Vanavond is het Farewell Dinner.

20150307_131108

 

 

 

 

 

 

Ze vraagt wat ik hier doe en ik vertel haar iets over Bhutan (“Oh, er is hier een hele Bhutanese delegatie” zegt ze en kijkt om zich heen – , “misschien zie je die straks nog”) en over mijn werk in de school voor Levenskunst. “The Art of Living, great! That’s my thing!”, zegt ze en vraagt me of ik een kaartje heb. Dat heb ik – en daarna nemen we hartelijk afscheid.

Tegen de avond besluit ik om gebruik te maken van een faciliteit van het hotel: om zes uur is er gratis vervoer naar de binnenstad van Siem Reap. Die wil ik toch ook wel even zien. Hoewel ik niet weet wat ik daar weer kan verwachten aan verkeersdrukte en stank. Je wordt dan na drie uur weer opgehaald.

Om half zes ga ik naar de receptie, want ik wil nu wel een kaartje van het hotel op mijn S.O.S-kaartje plakken. En ik moet nodig geld wisselen. Ik neem 60 Euro mee en verwacht er – net als in het hotel in Phnom Penh – niet veel meer dan 60 dollar voor te krijgen. Maar tot mijn stomme verbazing rekent de jongen achter de balie uit dat ik er slechts $ 44,44 voor krijg! “Ja, nieuwe dagkoers van vandaag’, zegt-ie wat gegeneerd.

Dit vind ik te gortig. “Ja, misschien kunt u beter bij de ATM-machine wat dollars opnemen”, suggereert hij. Aan de overkant links, nog geen drie minuten lopen.” Dat moet ik dan maar doen. Maar dan moet ik wel eerst weten hoe het met mijn saldo is. En dat eventueel aanvullen via de ING-app op mijn iPad.

Intussen is mijn hoofd weer gaan gloeien en ik voel weer af en toe een pijnscheut. Dus ik zeg het tochtje naar de binnenstad van Siem Reap toch maar af. First things first.

Boven kijk ik meteen even naar de dollar-koers van de Euro. Die is $ 65,06. Zo. Dus ze steken hier maar liefst $ 20,- in eigen zak! Ik kan het haast niet geloven en neem me voor de manager erover aan te spreken. Maar goed, mijn saldo is intussen in de min en ik moet wat van mijn spaarrekening overhevelen naar mijn lopende rekening. Alleen krijg ik met de iPad geen wifiverbinding hier boven. Dan dus weer terug naar de lobby. Daar lukt het wel. Ik geef mijn iPad in bewaring bij de receptie (je weet het nooit, bij schemering, met al die arme mensen) en wandel naar de overkant, gelukkig nauwelijks gestoord door een enkele tuktuk-driver. En ja hoor, ik kan voor 94 Euro 100 dollar opnemen! Da’s beter.

Nou, nu heb ik lekker nog wat tijd om te schrijven. Ik bestel een alcoholvrije cocktail van het huis aan de bar (het is nog happy hour) en daarna ga ik richting mijn kamer. Bij het zwembad is een opstelling met wit damasten tafeltjes gemaakt voor het afscheidsdiner van de delegaties van de internationale conferentie. Op het podium speelt een soort gamelan muziek. Dan zie ik een paar acteurs opkomen in kostuums die verdacht veel lijken o[ die welke ik in de Angkor Wat zag. Ze voeren met grote overgave een kort symbolisch stukje op. Ik vind het applaus na afloop maar mager…

 

ZONDAG 8 MAART

Op weg naar het zwembad zie ik drie jongens in het groen bij drie samen opgroeiende palmbomen op de binnenplaats bezig met hakken in de taaie bodem. Wat een klus bij deze hitte… Blijkbaar moeten er één of meer verdwijnen. Na het ontbijt zijn ze nog steeds stug bezig.

Vandaag is het zaak mijn vlucht en hotel voor morgen te regelen. Met een accu die af en toe leeg is en een wifi die het in mijn kamer niet op al mijn apparaten doet, is dat nog even jongleren. Maar het lukt om een vlucht te boeken voor morgen om 14.25. 50 Minuten later ben ik dan in Sihanoukville, vanwaar het nog plusminus twee uur rijden is naar Kampot. Daar heb ik een soort vergane glorie-hotel geboekt voor voor de komende drie dagen/nachten. De meeste betaalbare hotels en guesthouses liggen niet aan zo’n wit strandje, maar aan de oever van één van de rivieren die naar zee stromen. Ben benieuwd. Van daaruit kan ik beter beoordelen wat ik de komende tien dagen wil.

De rest van de dag is het vooral bloggen. Ik vind het heerlijk om alles wat ik meemaak op te schrijven. Het helpt me om alle indrukken te verwerken – en net zoals het voor jullie leuk is om dit te lezen, zal het voor mijzelf ook fijn zijn om bij terugkeer alles nog eens te herbeleven.

Tegen zevenen heb ik wel zin in even iets anders en besluit ik alsnog een kijkje te gaan nemen in Siem Reap. De transferbusje van het hotel is om zes uur al vertrokken. Er gaat er nog een om half negen maar daar wil ik niet op wachten. Een tuktuk kost 3 dollar heen en 3 dollar terug. Nou, dat gooi ik er dan maar tegenaan. De nightmarket, dat schijnt the place to be te zijn. In zo’n twintig minuten rijden we erheen. Een heerlijk ritje, met de wind in mijn haren. In de avond koelt het wat af. Een verademing.  Niet te veel verkeer, niet te snel – je kunt op je gemak om je heen kijken naar alle dagelijkse tafereeltjes hier. De Cambodjanen zijn relaxte mensen, ze zitten graag in groepjes bij elkaar en – arm of minder arm:  er heerst doorgaans een vrolijke sfeer en er wordt veel gelachen. Net Flowers…

Het is half acht als we aankomen. Om negen uur zal mijn driver Phea, nummer 11, mij hier weer opwachten.

De night market lijkt veel op die in Lawan Prabang in Laos, waar ik vorig jaar met Jeanette van Amerongen was. Eindeloze rijen tentjes met van alles te koop. Er wordt weinig aan je getrokken of opgedrongen, wat ik weldadig vind. Niettemin ben ik snel uitgekeken op  alle hebbedingetjes. Er is geen enkel verlangen naar wat dan ook. Alleen de mensen, de kleuren, de geuren en de sfeer in me opnemen is voldoende. In één van de zijstraatjes, een beetje uit de drukte, vind ik een heel leuk restaurantje met warme belichting (de meeste plekken zijn neonverlicht) gemakkelijke rieten stoelen en een bamboe wand, waar ze een uitgebreid menu hebben met foto’s van de gerechten. De eigenaar is een relaxed en prettig type. De klanten ook van het plezierige soort.

Ik kies een paar mini-loempia’s, vegetable fried rice en gesmoorde champignons. Met een Cambodjaans tapbiertje erbij. Het smaakt uitstekend. Ondertussen kan ik lekker wat WhatsAppen met mijn Flower-clubje en een paar fotootjes doorsturen.Fantastisch die techniek. Ze voelen zo dichtbij, de Lieverds! En ze hebben onderling zo’n levendig, warm en humoristisch contact met elkaar… Heerlijk!

Vóór half tien ben ik weer thuis. Ik check nog even of ik morgen een transfer naar het vliegveld kan krijgen. Dat kan, om 13.00 moeten we vertrekken (een uur van tevoren aanwezig zijn is OK omdat het een domestic flight is). En ik scoor mijn laatste ontbijtbon, die hoort bij mijn extra nacht.

Dan ga ik tevreden naar boven (onderweg zie ik dat er één palmboom weg is), om deze laatste regels te schrijven en nog een boel foto’s toe te voegen aan dit blog. Die heb ik gisteren al geselecteerd, overgezet en verkleind. Dus het kan nu snel gaan!

Om kwart over twee vind ik het genoeg. Lekker slapen.

 

MAANDAG 9 MAART 2015

Al een kwartier voor de wekker afgaat word ik wakker. Hmm… maar even beginnen met wat rekken en strekken.

Als ik de gordijnen open doe stroomt het zonlicht weer naar binnen. Ik stap op het balkon in de ochtendwarmte. Als ik naar beneden kijk liggen daar de twee andere palmbomen – geveld. Als ik beneden kom blijkt het er maar één te zijn. De andere is al weggesleept. Ja, er is nu wel meer licht op de binnenplaats… De groentjes zijn al druk bezig met de aarde en de takken weg te werken. Over een uur zie je niet dat hier drie kokospalmen hebben gestaan.

Zwemmen, voor de laatste keer hier in dit verrukkelijke bad. Er is een Chinees echtpaar met twee kindjes met zwembandjes. De moeder heeft ook in het water een (in rubber gevatte) smartphone voor het maken van foto’s. De vader probeert het kleintje ‘bonjour’ tegen me te laten zeggen maar dat lukt niet.

Ik keer me op mijn rug en verdwijn in gewichtloos drijven en het blauwe uitspansel.

Douchen en ontbijten. Vers fruit (papaya, ananas, watermeloen en zo’n klein zoet banaantje. Stukje Franse kaas, komkommer en geraspte wortel met duizend-eiland-saus. Ananas/sinaassappelsap, Een spiegelei met een half stukje toast. De thee is lauw en slap dus ik vraag om hete sterke. Wordt geregeld.

Als ik klaar ben nog even mijn WordFeud-beurt voor broerlief en vriendin Joke doen.

Op weg naar boven check ik nog even bij de balie of ik om 13.00 uur vervoer heb. Dat is ook in orde.

Dan is het weer tijd voor pakken. Dat werkt het beste in mijn blootje. Als om elf uur alles op mijn electronica en donzen kussen na is ingepakt, nestel ik mij voor de laatste keer lekker in de kussens om nog wat plaatjes in mijn blog te plakken. Lekker fröbelwerkje voor het laatste uur.

De reis verloopt voorspoedig. Het vliegveld van Siep Reap is maar klein en het inchecken gaat vlot. Dit keer reis ik met Cambodja AngkorAir en dus een ‘echt’ vliegtuig. Nou, dat is wel nodig ook, want vlak voor het eind van de 50-minuten vlucht komen we in witte stapelwolken (ongelofelijke Noordpool-achtige formaties) terecht met als gevolg een turbulentie met luchtzakken die ik nog maar zelden heb meegemaakt. Af en toe zit ik verstijfd van schrik in mijn stoel. Maar we komen toch veilig aan de grond en als ik de captain zie bij de uitgang hoor ik dat dit de normaalste zaak van de wereld is in dit gebied.

Tja… als ik de shuttlebus naar Sihanoukville neem is het niet zeker dat ik vandaag nog een bus naar Kampot krijg. Dus dan maar een privé-taxi, die mij voor € 40,- in anderhalf uur nog vóór zonsondergang bij Villa Vedici afzet. Hier blijf ik drie nachten.

Op de Agoda-website ziet het er uit als een oud spookhuis. Maar het is nieuwer dan ik dacht, al is de stoffering hier en daar wel aan wat vervanging toe. En het blijkt gerund te worden door een vader en twee zonen, Frank en George, uit…. Den Bosch!

Pa – die hier al 43 jaar woont en een Cambodjaanse vriendin heeft die hier het huishouden runt is even niet thuis en Frank de oudste zoon, ontvangt mij op blote voeten. Hij heeft haast want hij staat op het punt om zijn avondrondje te joggen met zijn vriendin Simone. Hij brengt mijn koffers naar boven, legt mij snel de belangrijkste dingen uit en is weg Het is hier een relaxte boel, met overal gezellige zitjes. De villa ligt aan een grijze rivier en is omgeven door een grote tuin. Er zijn twee bijgebouwen en een boothuis. Ik zie zo op het eerste gezicht geen gasten. Wel liggen een paar luie honden her en der verspreid op de tegels.

Mijn kamer is op de eerste verdieping, waar ook een gezellig zitje is en een open TV-kamer met een gerieflijke zithoek.

Op de veranda tref ik twee meisjes, ook Nederlands. Zij hebben hier vijf dagen gezeten en vertrekken morgen. Vonden dit een prima plek. Ook het eten is hier goed, maar zij zijn wel veel weggeweest op de scooter. Ah! Da’s ook een idee voor mij.

De kamer is hoog, met veel donkerbruin hout en een breed bed. Een pot met (plastic) tulpen links en rechts op de nachtkastjes. Verder leeg, geen tafel of stoel. Wel een grote kledingschuifkast. Ik neem een douche (oh, dat is wel zo’n elektrisch pielapparaat met een gebruiksaanwijzing en een miezerig straaltje. Ff afzien na al die luxe van de afgelopen tijd. Daarna besluit ik meteen maar het zwembadje uit te proberen. Oeps… badpak op balkon in Empress Hotel laten hangen…! Dat wordt improviseren met een zwarte onderbroek en een wit hemdje met vermicellibandjes. Ook goed. Het water is heerlijk en diep.

Dan een tapbiertje in de ronde benedenzithoek en meteen maar een vegetable fried rice en een mixed salad. De porties zijn zo groot dat ik de helft in de koelkast laat zetten voor morgenmiddag.

Ondertussen moet ik wat besluiten nemen omtrent het vervolg van mijn reis. Die idyllische zandstrandjes hier blijken voornamelijk nep te zijn: Kampot heeft nauwelijkse een strand. En bij Kep worden van tijd tot tijd truckladingen wit zand gestort in een baai van ongeveer een halve kilometer. Verder loopt de kust daar vervolgens zó langzaam af, dat je honderden meters moet lopen voordat je kniehoog in het water staat. Elke dag even in zee plonzen ho maar dus.

Tja… Ik hóef natuurlijk niet hier te blijven. Kan bijvoorbeeld ook naar een Thais eiland gaan. Koh Samui ligt ongeveer op een rechte lijn naar het Westen. Ik surf wat op het web. Hm, àls er al een directe vlucht gaat kost een enkeltje € 348,-. Dat gaat ‘m dus niet worden. Verder blijken van hieruit zo’n beetje  alle betaalbare wegen via Bangkok te gaan, ook als ik straks nog naar Hongkong wil. Een retourtje Phnom Penh – Hongkong komt op bijna € 400. En ééntje vanuit Bangkok (wat een langere afstand is) € 166,-. Maar ja, om naar Bangkok te komen moet ik eerst terug naar Sihanoukville, dan met het vliegtuig naar Phnom Penh en dan van daar naar Bangkok. Dat loopt ook op…

Wat dan… ? Hier op dit plekje blijven is een optie, maar ik heb ook een leuk bungalow guesthouse in Kep gezien, gerund door een Fransman. Dat is een stuk goedkoper, heeft ook een zwembadje, juichende recensies en nog twee kamers in de aanbieding… Ik raak in een mindfuck die mij binnen een uur opstuwt naar een barstende koppijn. Ik moet het maar even loslaten en morgen verder kijken. Maar ik kan mij niet ontspannen en de slaap wil niet komen. Dus krabbel ik na een uurtje toch weer overeind en kijk nog eens naar dat bungalow guesthouse. Er is nu nog maar 1 kamer vrij voor de periode van 12-19 maart…. OK. ik boek hem. Ik heb geen zin om morgen en overmorgen nog bezig te zijn met uitzoeken, dubben en hoofdbrekens. Ik wil genieten van hier zijn.

Zo, de hoofdpijn zakt meteen naar een draaglijk niveau. Het bed ligt lekker. De temperatuur is goed. En er zijn geen muggen in de kamer (al heb ik wel een klamboe boven mijn bed).

Ik vergeef mijzelf mijn gemindfuck, koester mijn hoofdpijn en sluimer de nacht door.

 

DINSDAG 10 MAART

Om half acht ben ik wakker – zonder hoofdpijn. Ik blijf nog tot kwart over acht sudderen, maar dan lokt het zwembadje. Dit keer neem ik mijn korte wijde katoenen jurkje met spaghettibandjes om in te zwemmen, want de zwarte onderbroek en het witte kunststof topje zaten niet echt lekker.

20150310_171859

 

 

 

 

 

20150310_171941

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hm, dat voelt een stuk beter, waaierend als een sluiervis door het water.

Daarna wandel ik nat en wel door het ‘landgoed’. Er is een prieeltje bij de rivier, met een prachtig uitzicht waar ik een tijdje sta te genieten. Pas als ik ‘Goedemorgen’ hoor, zie ik dat daar één van de zoons des huizes in een hangmat lag te mediteren… We lachen alletwee.

Verder door de tuin, waar ook een paar vlinders fladderen.. Mijn zoete kleine bloemetje is hier ook weer aanwezig. Het is een typische naaktbloeier:  tere bloesems in volslagen weerloosheid op kale takken waar de blaadjes nog maar net uitkomen. Verder zijn er prachtige rode orchideeën en er is een lotusvijver met exemplaren zoals ik ze tot nu toe alleen nog maar op plaatjes heb gezien.

20150310_170036

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150312_090227

 

 

 

 

 

 

20150312_090941

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik waag nog een mailtje en een telefoontje naar het Empress Angkor Hotel aan mijn badpak. Maar het blijkt dat ze het niet hebben gevonden. OK. Dat kan ik dus nu ook loslaten.

Dan ontbijten met banana pancake en thee. En een praatje maken met George, de jongste zoon die hier parttime werkt. Pa schijnt vandaag terug te komen. Dan is het weer even gedaan met de rust. Er zijn geen major issues tussen hen, maar het wringt toch af en toe wel tussen de generaties, hoor ik. De boys zijn veel te relaxed, Pa veel te gedreven.

Na het ontbijt installeer ik mij boven in het zitje om te bloggen. Dan een kleine siësta en ’s middags kijk ik nog eens even naar de vliegverbindingen. Er is een vlucht van Sihanoukville rechtstreeks naar Bangkok op 20 maart. Dat is veruit de goedkoopste verbinding die ik kan vinden en ik besluit hem meteen maar te boeken. Hoewel ik € 224 voor een enkele reis van 4,5 uur wel pittig vind.

Als ik wil betalen met Ideal besef ik dat dat alleen kan via een tancode die ik op mijn mobiel krijg doorgestuurd. Maar mijn lokale simkaart zit er nu in. Goed, even omwisselen dus. Maar…. het chipje blijkt niet in het vakje met de rits te zitten waar ik dacht het te hebben opgeborgen. En ook niet in mijn businesscard houdertje, waar ik het eerder had geparkeerd. Shit! Ik pijnig mijn hersenen maar heb geen idee waar ik dat piepkleine dingetje verder nog kan hebben gelaten.

Geen tijd te verliezen, anders verloopt de transactie en moet ik weer opnieuw beginnen. Dan maar betalen met mijn creditcard. Dat kost dan wel weer € 17,50 extra, helaas. Het zij zo. Maar zo vlekkeloos als de Master Card doorgaans werkt, ditmaal is er blijkbaar een extra securitycheck ingebouwd. Ik wordt doorgesluisd en… moet een tancode invoeren – die ik niet kan ophalen omdat mijn chip niet in mijn mobieltje zit!

Ik zou me natuurlijk weer kunnen opwerken naar de koppijn van gisteren, maar dat ben ik niet van plan. Er is nog een derde mogelijkheid: Paypal. Daar maak ik maar zelden gebruik van, maar de codes heb ik op mij computer staan. Ik heb een privé- en een Laborint account. Als ik het wachtwoord kies van de privé-account, wordt die niet geaccepteerd. Dan zie ik ineens dat het e-mail adres van ’t Laborint bovenaan staat. Ah, dus ze sluizen me kennelijk automatisch door naar de zakelijke rekening (die  waarschijnlijk het laatst is gebruikte en geverifieerd). Nou, daar heb ik ook het wachtwoord van. En ja hoor, dat werkt! Pfffffft….. Ook met € 17,50 extra kosten, maar alla!

Ziezo, voorlopig even rust wat de reisorganisatie betreft. Intussen is het tien over half vijf en de hoogste tijd om wat foto’s te schieten in de tuin. En daarna zal een biertje er ongetwijfeld lekker ingaan.

’s Avonds eet ik de rest van mijn avondmaaltijd van gisteren op. Meer dan genoeg!

Aan de bar besluit ik nog met een cocktail van het huis. George is met zijn twee vrienden die hier een half jaar zijn net terug van een fietstocht van 50 km. Zij liever dan ik, in die hitte! Zij willen een aantal fietstochten uitzetten die het hotel dan kan aanbieden als attractie. Vorig jaar hebben ze gedrieën een plan uitgewerkt voor een voetbaltoernooi voor de plaatselijke bevolking. Daar hebben ze sponsors voor gevonden en het is een groot succes geworden.

Frank is met twee gasten  (beginners) wezen kitesurfen. Er was in het begin haast geen wind, dus het dreigde een mislukking te worden. Maar toen stak er plotseling een stevig briesje op, waardoor het toch nog feest werd.

Simone vertelt over hoe ze haar eindexamen sociaal werk deels van hieruit per Skype deed. Ze gaat dinsdag weer voor drie maanden naar Nederland voor een vervolgstudie en hoopt dan daarna in Phnom Penh – hier in Kampot geeft ze zichzelf weinig kans – een baantje te vinden. Dat wordt dan een weekend-huwelijk met Frank. Maar dat vinden ze prima.

Pa spreek ik maar even. Een ruige doorleefde kop. Hij is nu in gesprek met één van de kitesurf gasten.

Na mijn cocktail ga ik naar boven met het plan om nog wat te skypen met deze of gene. Maar als ik eenmaal lig heb ik meer zin om te gaan slapen – en dat doe ik dan ook.

 

WOENSDAG 11 MAART

Om acht uur gaan mijn oogjes weer open. Te vroeg vind ik. Dan om negen uur. Nog te vroeg vind ik en draai me weer om.
Bij tienen roept het (lege) zwembad me voor dat baarmoedergevoel. Gewichtloos zwevend zomaar zijn. En zo de dag beginnen.

De gepocheerde eieren met stokbrood zijn uitstekend. Er zit knisperige bacon bij en die laat ik me goed smaken. Van de aanblik van het bordje met vers tropisch fruit (appel, peer, ananas, dragonfruit, papaya en mango) loopt het water me in de mond. Alleen hiervoor zou je al naar het Verre Oosten komen. Vlakbij zingt een vogel in de boom. Op de achtergrond kindergeluiden (één van de stafleden heeft vandaag drie kleintjes bij zich). En naast mij plannen de drie vrienden een nieuwe fietsdag.

Ik bestel voor vanmiddag een scootertje bij Frank. En ga intussen weer wat plaatjes aan mijn blog toevoegen. Dit keer in de ruime TV-kamer aan de werktafel tussen de openstaande deuren in. Als tussendoortje bestel ik een portie frieten. En wat voor frieten! Het echte Nederlands-Brabants/Vlaamse werk! Met mayonaise!

Tegen vijven stap ik op mijn Honda scooter en rijd voorzichtig (“Alleen links remmen, via het achterwiel!” waarschuwt Frank) langs het rode gravelpad richting Kampot. Ik heb mijn plattegrondje bij me, maar het is eigenlijk gewoon rechttoe rechtaan. Eenmaal gewend aan mijn nieuwe voertuig geniet ik van het dagelijks leven in de kampong waar ik doorrijd. Blote kindertjes, moeders die was ophangen, halfblote mannen die een partijtje volleybal spelen op een veldje, uitgetelde honden die met doodsverachting midden op straat liggen, witte koeien die zich traag langs de greppels begeven.

Na een rondje Kampot (brede straten, weinig verkeer, uithangborden vrijwel alleen in het Cambodjaans) en een bezoek aan een plaatselijke Pharmacie – voor wat antimug – rijd ik weer terug. Als ik mijn gesmoorde groenten (met het opnieuw gefrituurde restant van mijn frieten van vanmiddag) op heb, installeer ik me (in mijn eentje) met een biertje in de ruime zithoek van de televisiekamer. Lekker breed scherm. George (‘Sjors’) installeert de dvd die ik heb uitgekozen: ‘Amazing Grace’. een film over de afschaffing van de slavernij in Engeland rond 1800. Prachtig acteerwerk van kopstukken, sterk gedocumenteerd ‘waar gebeurd’ verhaal – adembenemend.

Tegen kwart voor elf kom ik beneden en loop tegen Hans (de eigenaar) en zijn vriendin Seyha aan, die net de tent willen gaan sluiten. Maar terwijl Seyha naar bed gaat, wil Hans nog wel een Bodhi-plus cocktail voor mij maken en hij neemt er zelf ook één. Twee sigaretten lang luister ik naar zijn verhaal. Over hoe hij al 34 jaar in Cambodja woont en samen met zijn vrouw – van wie hij twee jaar geleden scheidde – tussen 1985 en 1989 in vluchtelingenkampen langs de Vietnamese grens heeft gewerkt. Hoe hij verliefd is geworden op de Cambodjanen en op zijn manier aan ontwikkelingswerk doet hier. Hoe hij vijf jaar geleden als hobby dit Franse huis kocht en hoe die hobby nu zo’n beetje uit de hand begint te  lopen, met vier extra huizen op zijn terrein. Over zijn dochter, die ook regelmatig hier is, en de verschillen tussen zijn zoons, zijn hoop en verwachtingen.

Als ik over mijn werk vertel spitst hij de oren. En als mijn boek ter sprake komt wordt hij helemaal enthousiast. “Dat moet je via een link hier verkopen”, roept hij. Ik leg hem uit dat ik in veel dingen goed ben, maar niet in marketing. Nou, daar wil hij mij wel bij helpen. Hm… Ik zal hem eerst het boek maar eens toe-mailen, in het Nederlands en het Engels. Dan zien we wel verder.

Mijn laatste nacht hier slaap ik heerlijk.

 

VRIJDAG 13 MAART

Ah! Een mooie dag om weer te moven. Maar eerst wil ik vanaf dit plekje nog de rivier op met een kajak van het huis.


20150312_142936

 

 

 

 

 

 

 

kajak

 

 

 

 

 

 

Voor zeven dollar bezorg ik mezelf hiermee een piekervaring. De wijdsheid. De stilte. Het tropische oerwoud links en rechts, met hier en daar een hutje. Heel in de verte inheemse muziek en gezang. De stroom is niet sterk, dus ik hoef niet hard te peddelen. Het water komt van een bron in de bergen en is kristalhelder.

Als ik terug ben doe ik mijn kleren uit en laat mij in de rivier glijden. De bodem gaat over van zand in slik en dan is er diepte. Het water is transparant, lauwwarm en voelt als satijn. Ik ben alleen – en gelukkig.

Tot slot doe ik nog een rondje kampong op mijn scootertje en dan is het tijd voor een laatste ‘shooter’ (klein glaasje met een leuke alcoholische mix) met Hans en Seyha.

20150312_165003

20150312_164924

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hans is al verdiept in mijn boek op zijn computer en is blij dat ik de Engelse versie heb meegestuurd zodat Seyha het ook kan lezen.

Om iets voor vijf staat de tuktuk driver Ta al klaar. Die gaat mij voor 15 dollar in een klein uurtje naar Botanica Bungalow Guesthouse in Kep rijden, waar ik de komende zes dagen zal neerstrijken.

Gelukkig is het wegdek grotendeels geasfalteerd en in redelijk goede staat. We rijden langs dorpjes en velden, hutjes en dure villa’s, vuilnisbelten, kleine winkeltjes en buurthuizen (meestal van de Cambodjaanse Volkspartij). Veel (vaak broodmagere) witte koeien langs de weg, aan lijntjes. Blijkbaar een grote rijkdom voor arme families. Het koele avondbriesje is heel aangenaam.

Net voor zonsondergang zwenkt Ta naar links op een eindeloos lange brede rood-stoffige weg met een stripje asfalt in het midden. Daar is Botanica. Een soort oase in een stoffige woestenij.

Ik word vriendelijk ontvangen door eigenaar Philippe, een tanige Fransman van middelbare leeftijd die hier twee jaar geleden is begonnen met zijn jonge Cambodjaanse vrouw Alak, van wie hij intussen twee zoontjes heeft van vier en anderhalf. Hij heeft chronisch een enigszins verbaasd-ontzette uitdrukking op zijn gezicht, een beetje zoals de Dunne (Stan Laurel?) van de Dikke en de Dunne. Alsof hij elk moment een ramp verwacht.

Mijn hutje is – net als de andere zeven bungalows – verscholen tussen het tropisch groen. Het is een comfortabel stenen optrekje met een rieten dak, een waranda met een bamboe bankje en een hangmat, met binnen koele roodbruine tegels, een breed bed, prettige verlichting en een keurige blauw betegelde badkamer met een mooie witte wasbak plus een (elektrische) douche – die het doet! Ik ben heel blij dat ik de laatste van de twee airco-bungalows heb kunnen scoren, want het is ook hier ver over de dertig graden.

20150314_141454

 

 

 

 

 

 

20150312_180711

 

 

 

 

 

 

Er is een overdekte eetplek (met fan) met uitzicht over het zoutwaterzwembad. En in de hoek een TV, waarvan het geluid gelukkig uitstaat (maar ’s avonds harder kan als ik wil kijken).

20150313_165002

 

 

 

 

 

 

Hier lijkt het mij prima uit te houden de komende dagen. Ik bestel meteen maar een scootertje voor zes dagen en betaal 36 dollar in plaats van 42. Dan kan ik tenminste ook af en toe wat rondkijken in de omgeving.

Als ik me even heb opgefrist bestel ik een kipgerecht met rijst en een rode wijn en laat het me goed smaken. Na een praatje met Philippe (kan ik mijn Frans weer eens oefenen) ga ik naar mijn kamer en begin meteen maar met het inventariseren van wat er vanaf april op het programma staat – en het bijwerken van mijn website. Heerlijk, zo’n tijd van ongestoord werken in het vooruitzicht.  De wifi doet het ook goed, so I’m all set.

Vlak voor het slapen gaan bel ik Nina nog even via Skype. Die is blij verrast, maar loopt net op straat met haar mobieltje. We maken een Skype- afspraak voor komende zondag, als het bij haar vier uur ’s middags is en hier tien uur ’s avonds.

Tevreden doe ik het licht uit en krul me op.

 

ZATERDAG 14 MAART

Ik word wakker met de zacht wiegende schaduw van de hibiscus op de rode gordijnen en kijk vanuit mijn halfslaap een tijdje met fascinatie naar dit prachtige schouwspel.

20150313_090705

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na wat yoyo-yoga – en wakker worden in het zwembad – ontbijt ik met een stokbroodje tonijn. Dan ben ik tot twee uur bezig met mijn mailtjes, het voorjaars-/zomerprogramma en de website. Waarna ik besluit om maar eens aan mijn eerste tochtje te beginnen op mijn  metalliek lichtgroene scooter. Benzine kan ik kopen in literflessen aan de overkant. 1 Dollar per liter. En ook hier wordt me op het hart gedrukt om alleen links te remmen (met al die rode gravel): onlangs waren er weer een paar gasten geslipt met hun brommer. Dat knoop ik in mijn oren. Ik zet mijn rode helmpje op en dan ben ik onderweg. Heerlijk die wind!

Na een kwartiertje ben ik aan de zuidkust, met de crabmarket (die hoef ik niet te zien) en het witte zandstrandje van Kep. Ik rijd nog een kwartiertje langs droge velden en groene plantages verder richting ‘spookstad’ – daar zijn veel verlaten huizen uit de Franse tijd die tot ruïnes zijn vervallen – maar kan hem niet zo gauw vinden. Ook hier langs de weg (met haast geen verkeer) weer die afwisseling tussen rijkdom en verpaupering – en volop witte koeien.

20150313_155040

 

 

 

 

 

 

20150313_154329

 

 

 

 

 

 

20150313_155206

 

 

 

 

 

 

Voor een lichte lunch – aardappel/shiitakekroketjes en kipspiesjes met wasabi – strijk ik neer in een prieel bij Breezes aan zee (niet echt een plek om te zwemmen, want vol met scherpe stenen), gerund door de Zwitserse Cynthia en haar man. Ik ben de enige gast – low season is ook hier ingegaan –  en word met égards behandeld. Het is heerlijk om achterover in de kussens over de zee uit te kijken – met inderdaad zo’n zacht briesje langs je huid.

20150313_152905

 

 

 

 

 

Na nog vijf minuten verder tuffen zonder de spookstad te vinden (een échte spookstad, dus!), vind ik het wel welletjes voor vandaag en rij terug naar huis.

Even lekker zwemmen en dan verder werken – aan een leuke foto van Jan Errit die ik wil gebruiken voor de aankondiging van T’aiChi-Tao-Touch op de website, maar die niet helemaal scherp is en veel te rood. En om negen uur, als het gelukt is, een welverdiende gin-tonic met daarbij  vegetable fried rice. Het is meer dan ik op kan, dus ik bewaar een deel voor het ontbijt morgen: daar hoeft dan nog alleen maar een omeletje bij.

In mijn kamer bel ik Sangito en Henk, maar beiden nemen niet op en dus volsta ik met het inspreken van een berichtje. Dan probeer ik op mijn iPad een huurfilmpje (Atonement) te downloaden, maar dat lukt niet zo goed, in elk geval gaat het super traag.
Lekker slapen dus maar.

 

ZATERDAG 14 MAART

Tegen achten word ik wakker. Ik draai me nog een paar keer om, doe wat rek- en strekoefeningen en dan plons ik in het zwembadje, dat ik ook vandaag weer voor mezelf heb: Alak en de kinderen zijn er net uit.

De rijst van gisteren met de omelet smaakt prima. Twee thee en een orange juice en dan ben ik wel weer klaar voor een werkdag. Er zijn een paar andere gasten, maar die hebben allemaal genoeg aan elkaar en dus hoeft er weinig gepraat te worden.

Plotseling barst er een ongelooflijk speaker lawaai los bij de buren Luide stemmen, gelach, gehuil, continu gepraat in allerlei toonaarden, afgewisseld met schetterende muziek. Philippe komt met een ongelukkig gezicht uitleggen dat dit een ‘hommage à un décédé’ is. Een soort afscheidsritueel voor een overledene. Dit gebeurt regelmatig bij sterfgevallen – en ook bij bruiloften. En het gaat de hele dag duren.

Nou, daar zijn we mooi klaar mee! Gelukkig wordt het volume na een half uurtje wat getemperd. En ik heb mijn Ohropax bij me. Verder ligt mijn hutje op een wat grotere afstand van de speakers. Dus al met al ga ik dit wel overleven.

Ik doe mijn wasproppen in en val prompt in een diepe slaap, waaruit ik verkwikt ontwaak rond half één.
Tijd voor mijn blog! Nadat dat is bijgewerkt en ik ook wat plaatjes heb geupload, ga ik op mijn scootertje de nabije buurt verkennen.

 

DINSDAG 17 MAART

De dagen verglijden ook hier weer tijdloos. Het is heerlijk om mijn eigen ritme  te kunnen volgen en per moment gehoor te geven aan de impulsen die ik krijg. Slapen, eten, rondtoeren, filmpje kijken, bloggen, zwemmen. Soms werk ik tot diep in de nacht. Andere keren ga ik om acht uur slapen. Ik heb mijn laatste Osho e-book (over Fear) uit en ga weer een paar nieuwe op mijn iPad zetten. Het blijft mijn favoriete lectuur.

Het schetterende rouwceremonieel duurde nog tot halverwege de volgende dag en ik zegende mijn Ohropax. Daarna keerde de stilte weer.

Hier hoor ik in de avondschemering, net als bij alle andere guesthouses waar ik was in Cambodja, af en toe het rustgevende geluid van de tokèh. Het is een groot soort hagedis, die je haast nooit ziet. Ik dacht dat die alleen in Indonesië bestond (mijn moeder vertelde erover). Maar hij blijkt toch wijder verbreid te zijn…

tokèh

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zaterdag at ik – nadat ik wat heen en weer had getuft – in mijn uppie in het prachtige resort Samanea, hier aan de overkant – aan zee, waar ik wat leuke gesprekjes had met het bedienend personeel en een rondleiding kreeg langs de prachtige kamers. Hier zijn een paar plaatjes.

20150314_173130

 

 

 

 

 

 

20150314_173744

 

 

 

 

 

 

20150314_174320

 

 

 

 

 

 

20150314_174529

 

 

 

 

 

20150314_174645

 

 

 

 

 

 

20150314_180540

 

 

 

 

 

 

Een kamer kost hier tussen de € 84 en de € 220,-, maar je betaalt dan ook voor de schoonheid van de plek en de prachtige inrichting. Mogelijk ga ik daar van donderdag op vrijdag een dag en een nacht doorbrengen, want ik kan hier in Botanica geen extra dag blijven en ik heb geboekt t/m de 19de, terwijl mijn vlucht naar Bangkok de 20ste in de namiddag vanuit Sihanoukville (ruim honderd km hier vandaan)  vertrekt. Het openbaar vervoer is hier knudde, dus dat wordt wel weer een taxi à raison van € 35,-.

Weliswaar vertelt Philippe, de gastheer van Botanica, dat daar de laatste maanden rare dingen zijn gebeurd: de Belg die Samanea runde kreeg het aan de stok met zijn Khmer-partner. Die laatste slaagde erin om hem er uit te werken (zelfs met politie en handboeien schijnt het). Daar gaan je investeringen… “Ja”, zegt Philippe met een angstig samenzweerderig gezicht, “En je moet hier als buitenlander oppassen dat je niet teveel op je strepen gaat staan, want ze doen hier helemaal niet moeilijk over het regelen van een ‘ongelukje’ voor pak ‘m beet honderd dollar”.

Nou, ik ga straks toch maar eens kijken.

Zondag at ik op weer een andere, wat soberder – plek: crab/vegetable soup. Nou, dat is een operatie! Om al die pantsers open te krijgen met een notenkraker. Gelukkig had ik aangenaam gezelschap in de vorm van een Australische wiskunde-/computerleraar, waar ik een geanimeerd gesprek mee had.

Gisteren bleef ik thuis en had een werkzame dag. Programma-opzet af, website en evenementen bijgewerkt, MailChimp bericht verstuurd. Eén van de Franse gasten, Jean-Louis, kwam licht gehavend terug. Hij had zich even laten afleiden op zijn motor en werd prompt door een andere motor aangereden. Hij kwam er vanaf met wat schaafwonden en blauwe plekken. De reparatie van de motor kostte hem € 50,-.

Hoewel ik wel schrik van zo’n akkefietje en me nog eens extra realiseer dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn op zo’n motor of scooter, ga ik vanmiddag toch nog maar een eindje rijden, want er is niet ver van hier nog een ander resort, ‘Au bout du Monde’, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt. Dan kan ik meteen mijn wasje afgeven bij de wasserij schuin aan de overkant.

‘Atonement’ zag ik gisterennacht. Een trieste film over hoe een moment van oneerlijkheid hele persoonlijke levens kan verwoesten. En de oorlog hele volksstammen.

Maar dan zijn er altijd weer nieuwe kinderen, die met laaiend enthousiasme het leven instappen – en alles weer opbouwen….

20150315_135006

 

 

 

 

 

 

20150315_135031

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150315_131306

 

… of afbreken!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de namiddag breng ik mijn was naar een NGO schuin aan de overkant. Een non-profit organisatie diet een school runt waar o.a. door de leerlingen allerlei faciliteiten worden aangeboden. Zo is er een naaiatelier en ook een wasserij. Ik moet nog even wachten bij de poort, want de hekken zijn gesloten vanwege het dagafsluitings-ritueel, waarbij alle leerlingen vijf minuten roerloos in het gelid staan.

20150317_163212

 

 

 

 

 

 

Dan ga ik bij Samanea aan de overkant, om te kijken of ik donderdag een dagje/nachtje in dit prachtige oord kan verblijven. Kong Du en zijn vrouw herkennen me meteen van een paar dagen terug en begroeten me enthousiast. En ja hoor, er is nog een bungalow voor het laagste tarief van € 84,- inclusief ontbijt. Nou, deze luxe ga ik me dan voor een keertje permitteren. Ik doe een aanbetaling van € 20,- en dan is het geregeld. Nee, Euro’s kunnen ze hier niet wisselen. De munt is te instabiel.

Tegen vijven tuf ik op mijn scootertje in een kwartier naar het befaamde resort Au Bout du Monde (mij aangeraden door Jean-Louis, de ‘verongelukte’ medegast), dat hoog tegen de berghelling ligt in een botanische tuin. Ik parkeer mijn scooter op de binnenplaats en begin aan  een flinke  klim langs allerlei trappetjes, exotische planten en allegorische beelden. Uiteindelijk kom ik aan in een klein houten restaurantje met een prachtig uitzicht over de tropische jungle en daarachter de zee. Er zit niemand.

20150317_172356

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150317_172054

 

 

 

 

 

Twee allerliefste meisjes bedienen me  en met een gin-tonic en een pancake vegetables/chedder/scrambled egg  geniet ik van een prachtige zonsondergang.

20150317_174143

 

 

 

 

 

 

20150317_173708

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150317_173308

 

 

 

 

 

20150317_175335

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150317_174500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na afloop loodst één van de meisjes mij in de schemering langs het doolhof van trappetjes naar beneden, zodat ik behouden weer bij mijn scootertje aanland. Dan is het nog voorzichtig in het donker manoevreren om heelhuids de met stenen bezaaide gravelhelling af te komen. Het gaat goed!

Op de terugweg stop ik bij het stalletje naast Botanica en koop voor € 0,80 twee 1,5-literflessen water, waar ik in Botanica € 1,25 per stuk voor betaal…

Thuis neem ik nog een ijsje en een biertje in het restaurant, waar nog wat mensen zitten te eten en te laptoppen, en maak nog een praatje met Philippe. Dan, na een lekkere warme douche ga ik heerlijk twee uur onder zeil, alvorens tot half twee nog wat aan mijn blog te werken.

 

WOENSDAG 18 MAART

Om acht uur word ik wakker. Even wat snuffelen in Messenger, op Facebook en in de Flowering WhatsApp (Arjan heeft daar een leuke variant op Descartes’ “Cogito ergo sum” (“Ik denk dus ik besta”) ingebracht: “Appo ergo sum”. Dan importeer ik de laatste foto’s en plak ze in mijn blog. Zo. Dan is het alweer tien uur… Plasje doen, zwemmen, douchen en ontbijten: de dag roept! Mijn laatste dag in Botanica…

En de eerste dat het internet het af en toe laat afweten. Het plaatsen van de laatste series ontbrekende foto’s in mijn blog komt er dus maar gedeeltelijk van. En ook het zoeken naar een geschikte plek in Thailand gaat met horten en stoten. Tegen vieren geef ik het op en ga wandelend mijn was ophalen. € 3,75 voor twee volle tassen…

Bij het stalletje voor de NGO-school bestel ik een stokbroodje met kip, komkommer en koriander. Met tomaten- en sojasaus. Lekker! En lachjes uitwisselen met de lieve mensen die ik tegenkom.

Daarna thuis een kokosmilkshake, afkoelen in het zwembad, een praatje met deze en gene. Jean-Louis heeft waarachtig een plaatje kunnen schieten van een tokèh op de muur van zijn bungalow. Die gaat hij naar mij opsturen.
Zo, nu weer aan het werk. Het blijft behelpen met de wifi.

Om half negen is het tijd voor mijn laatste diner hier. Biertje vooraf. Dan garnalen geflambeerd met whisky. En een pina colada cocktail toe! Die neem ik mee naar mijn kamer en dan schrijf ik toch nog maar – offline – wat mailtjes die dezer dagen de deur uit moeten….

OK, half één: tijd om te gaan slapen want morgen moet ik vóór twaalf uur gepakt en gezakt zijn om naar de overkant te vertrekken!

 

DONDERDAG 19 MAART

Om acht uur ben ik al wakker. Ik begin de dag met yoyo-yoga. En dan heb ik nog alle tijd om wat baantjes te trekken, rustig te ontbijten en mijn koffers te pakken.

Bij het afrekenen moet ik – voor het eerst deze reis – de pincode van mijn mastercard intoetsen. Die weet ik niet uit mijn hoofd, maar ergens onderweg heb ik hem opgezocht in Codes en Nummers en in het notitieblokje van mijn Galaxy gezet. Daar ben ik nu blij mee!

Mijn koffers worden keurig naar Samanea aan de overkant gebracht en zelf word ik met alle égards op de oprit al ontvangen door een slanke jongeman, Vuthi, die zich voorstelt als mijn ‘personal butler’, die zich tot taak stelt om mijn verblijf hier zo aangenaam mogelijk te maken.

Bij de receptie krijg ik een koud handdoekje (het is heet en ik zweet!) en een frisse limoen dronk. Daarna word ik door de prachtige tuinen naar mijn appartement gebracht en ik kijk mijn ogen uit. Een overdekt terras met comfortabele rieten stoelen en een hangmat; binnen een ruime zithoek, mooie schrijftafel, king-size bed met baldakijn en prachtige tot zwaan gevouwen handdoeken en een superdeluxe badkamer met een buitenbad in het groen, van waaruit je ’s nachts naar de sterren kunt kijken – en overal bloesems.

Ik neem ruim de tijd om al die stijlvolle weelde op me in te laten werken. Dan wandel ik op blote voeten over de gazons naar de karpervijver met daarachter het grote zilte ‘overloop/infinity’zwembad aan zee – waar niemand is – en verdwijn een half uur lang in de gewichtloze extase van lauwwarm water en blauwe lucht.

Dan lees ik – eerst in de hangmat, dan in de terrasstoel – een tijdje in mijn nieuwe Osho-boek. Waarna ik me installeer in de zithoek, met mijn benen languit, voor ‘some serious work’. Mijn plezier wordt even overschaduwd door een mailtje van Incassonet met een bezwaarschrift van St.-Janskerk-debiteur Hans de Kluiver, die dreigt met een schadeclaim en rechtszaak (wegens het afbladderen van een deel van de muurschildering) als ik niet uiterlijk 25 april akkoord ga met € 2.000,- minder dan was afgesproken. Maar aangezien ik daar op dit moment niets concreets aan kan doen omdat ik eerst informatie en advies moet inwinnen voordat ik een beslissing kan nemen, besluit ik om dit maar even los te laten.

In het elegante (lege) restaurant – waar ik intussen de nodige bevriende stafleden heb, neem ik een snackje en en ‘mocktail’ en maak een praatje met Robbie, een Amerikaan uit Portland, Oregon – die ik al eerder had waargenomen toen hij de afgelopen week een keer bij Botanica kwam eten. We spreken af om het gesprek voort te zetten tijdens het avondmaal, want ik wil vóór zonsondergang nog één ritje maken op mijn scooter. Nabij het witte strandje heb ik de vorige keer  in een flits een kolonie Gibbon-apen langs de kant van de weg gezien en die wil ik nog graag van dichtbij bekijken.

En ja hoor, ze zijn er nog. Ik heb een stukje stokbrood van mijn snack bij me en in kleine stukjes wordt het dankbaar in ontvangst genomen door kleine handjes. Het mannetje is eerst aan bod, daarna mogen de zogende vrouwtjes ook. Op het allerlaatst maakt het mannetje een paar keer dreigende bewegingen. Indachtig verhalen over apenbeten en rabies trek ik mij toch maar voorzichtig terug.

Dan – nu ik toch bij het witte, vrijwel verlaten strandje ben, ga ik nog even pootjebaden. En dan is het terug naar Botanica, om de scooter af te geven. Daar drink ik als afscheid een pastis – hij wordt me van het huis aangeboden door Philippe – en dan wandel ik weer naar de overkant.

Ik laat het ronde buitenbadje vollopen en spoel het rode stof van de rit van me af. Daarna bestel ik in het restaurant een pompoen-crèmesoep en vegetable-fried-rice. Even later voegt Robbie zich bij me en dan krijg ik vanuit het gezichtspunt van een Portland Oregone Yank – die lange tijd een goed lopende business had voor jacuzzi’s en zwembaden voordat hij de wijde wereld introk – te horen hoe het was dat daar begin tachtiger jaren een goeroe uit India neerstreek met een hele zwerm sannyasins.

Hij op zijn beurt wil graag van mij horen wat dat dan was, die Rajneesh. En hij hangt aan mijn lippen als ik vertel hoe ik bij Osho terecht kwam en wat mijn ontmoeting met hem voor invloed heeft gehad op mijn leven. Dan hebben we het over de exoterische en esoterische kant van de wereldreligies – en we blijken meer op één lijn te zitten dan zich aanvankelijk liet aanzien.

Tegen elven zien we de jongens van de bediening vermoeid achter de counter hangen. Zo laat maken de gasten het doorgaans niet. En ze moeten morgen weer om zes uur op… Tijd dus om af te knocken. We wisselen e-mailadressen uit en ik beloof Robbie dat ik hem het Engelse manuscript van mijn boek zal toesturen.

Om toch ook nog even gebruik te maken van het grote TV-ledscherm, gun ik mezelf een half uurtje zappen. De veelheid van reclames voor dure auto’s en andere welzijnsartikelen op de nationale zenders bevestigt dat de Cambodjanen hunkeren naar een stukje van de materiële welvaart van het rijke Westen. En verder is het ook hier vooral sex (met wat meer fluweelzachte romantiek dan bij ons) – en strijd (maar dan vooral met zwaarden, messen en pijl-en-boog).

In de kussens met mijn blog en WordFeud wordt het vervolgens toch nog twee uur voordat ik het licht uitdoe en me uitspreid in het grote bed.

VRIJDAG 20 MAART

Mijn appetijtelijk ogende ontbijt (vers fruit en gepocheerde eieren met getoaste baguette) wordt in mijn kamer geserveerd. Daarna nog een laatste plons in het zwembad en een douche in mijn tuintje – en dan is het pakken geblazen want om elf uur wacht aan de overkant bij Botanica een taxi op me.

Vuthi komt zijn hulp aanbieden voor het naar de overkant brengen van de koffers en we maken nog een praatje. Hij blijkt goede ervaringen te hebben met Nederlandse gasten. Zo was er een advocaat uit Nederland waar hij goede gesprekken mee heeft gevoerd.  Hij heeft, vertelt hij met eerbied in zijn stem, in Phnom Penh een hoge positie bij de Rode Khmer.

Ah, dus de Rode Khmer bestaat hier nog – en Vuthi (alsmede waarschijnlijk het hele resort) is kennelijk een devote aanhanger van deze partij. De gruwelijke verhalen die ik (geïndoctrineerd als ik ben door de westerse propaganda) sporen helemaal niet met de vriendelijke mensen en de schoonheid die ik hier ontmoet…

Om kwart voor elf ga ik uitchecken bij de receptie. Daar wacht me een verrassing, want ik blijk niet met mijn creditcard te kunnen betalen (de machine doet het niet, zeggen ze). Wat nu? Ik heb bij lange na niet genoeg cash om de rekening te betalen.

Misschien wilt u even naar Kep gaan, daar is een ATM-machine?
Ja, maar het is tien voor elf…
Dus, eerst maar naar de overkant om te vertellen dat het iets later wordt.

Vuthi biedt aan om mij achterop zijn motorbike naar Kep te rijden. Slippend scheuren  we door de losse gravel van de oprit, terwijl ik mijn armen stevig om zijn tengere lijf sla.

De taxichauffeur blijkt aan de overkant al een uur klaar te staan. Hij wil nog wel wat langer wacht en alvast de koffers ophalen die nog bij de receptie van Samanea staan terwijl wij naar Kep crossen. Maar ik heb een beter idee: we rijden met de taxi naar Kep, in plaats van op Vuthi’s motorbike.

Ah, daar waren beiden nog niet op gekomen. Gedrieën rijden we in tien minuten naar de ATM-machine. Nu moet die het wel doen, want een Bank is hier niet.
En ja hoor, diepe zucht, hij doet het….

Zo kan ik toch nog afronden bij Samanea en afscheid nemen van alle lieve mensen daar. Ook in Botanica wil ik nog even gedag zeggen. En daar komt Philippe op de valreep nog met een extra rekening: volgens de verhuurder heb ik de scooter zeven dagen gehad in plaats van zes. Dus of ik nog maar zeven dollar wil bijbetalen. We komen er niet uit of ik nou op 12 of 13 maart hier ben aangekomen. Maar op het boekingsformulier van Agoda staat 12 maart, dus ik zal mij wel vergist hebben met de data. OK, ik betaal de zeven dollar en dan is het nogmaals thankx – en goodbye!

Eenmaal onderweg vraagt de taxichauffeur Moe me of ik het OK vind als er een familielid van hem uit Kampot (een half uur verderop richting Sihanoukville Airport) meerijdt. Die heeft daar vanavond namelijk een bruiloftsfeest. Ik vind het prima en nestel me met mijn kussen achterin de airconditioned auto om lekker soezend bij te komen van de commotie van deze ochtend. Op de achtergrond hoor ik af en toe de conversatie van de beide mannen.

Na tweeëneenhalf uur (met halverwege een plaspauze) word ik keurig bij het vliegveld afgezet. Het is kwart over twee en de vlucht naar Seam Reap (waar ik over moet stappen op een ander vliegtuig naar Bangkok) is om vijf over vier. Dus ik ben ruimschoots op tijd.

Het (propellor!)vliegtuig vertrekt prompt om vijf over vier. En arriveert nog geen uur later in Seam Reap. Ik moet mijn bagage ophalen en opnieuw inchecken. Dat kan ik op mijn dooie akertje doen, want de vlucht naar Bangkok vertrekt pas om half acht – en heeft naar later blijkt ook nog een vertraging van anderhalf uur. Ik ben blij met mijn iPad en mijn nieuwe Osho e-books…

Bij de paspoortcontrole is het eindeloos wachten, want van iedere uit Cambodja vertrekkende buitenlander moet een foto, een handafdruk en een duimafdruk worden gemaakt. En ze hebben geen haast.

Als ik bijna aan de beurt ben wordt ik op de schouder getikt door een airport official. “Kan het zijn dat u een verkeerde boarding card heeft gekregen?” vraagt hij. Ik vis hem op, en inderdaad staat daar een andere naam op dan de mijne. Hij vraagt mijn paspoort en verdwijnt, met de mededeling dat hij zo terugkomt.

Moet ik nu weer helemaal achteraan die lange lange rijd gaan staan? Dat ben ik niet van plan. Ik blijf vooraan staan en zeg tegen alle passanten die ik vóór laat gaan dat ik zó een andere boarding pass krijg.

Het duurt toch nog tien (lange) minuten voordat de official weer terugkomt. Nu met de goede boarding card. Er probeert nog een Chinese vlug vóór mij te glippen, maar gedecideerd zeg ik dat ik nú aan de beurt ben. Dat helpt.

De man achter de hoge counter neemt mijn foto en is dan schier eindeloos bezig met het bestuderen van mijn paspoort en zijn computerscherm. Ik stuur liefdesenergie naar deze streng kijkende en vermoeid ogende official met deze vreselijke job.

Dan geeft hij mij mijn paspoort terug en knikt mij toe. Ik kan gaan. “Geen hand- en duimafdruk?”. Nee, niet nodig. Ik snap er niks van maar ben blij dat deze lange sta-tijd voorbij is en met een zucht van verlichting stap ik de blijde wereld van de glitterende tax-free shops en de eetgelegenheden in.

Dan hoor ik de naam ‘Elisabeth’ omgeroepen. Ik draai mij weer om naar de official. Toch weer trammelant met die boarding card? Hij trekt zijn wenkbrauwen en schouders op. Moet ik weer terug naar de andere kant? Ik besluit van niet. Knik hem geruststellend toe en verdwijn in de winkelende massa. Straks bij het boarden zien we wel verder. Eerst maar lekker even wat eten, en dan een voetmassage.

Zonder verdere kleerscheuren beland ik op mijn plaats in het vliegtuig. Dat uiteindelijk pas om half tien vertrekt. Dat wordt een latertje in Bangkok…

Inderdaad komen we pas tegen elven in Bangkok aan. Maar gelukkig, anders dan ik verwacht had, hoef ik niet weer een hele immigratieprocedure voor een visa-on-arrival te doorlopen ‘met aantoonbaar vertrek uit het land binnen 30 dagen’. Ik krijg zomaar een stempel in mijn paspoort en mag  door!

Ik zie geen bordje met ‘The Cottage’ en ‘Elisabeth’. Maar ja, ze weten daar ook niet precies met welke vlucht is aankom (pas later verneem ik dat het het hotel op de 2e verdieping van het vliegveld tussen uitgang 3 en 4 een permanente eigen pendeldienst heeft die ieder half uur vertrekt). Dan dus maar de taximeter. De taxi weet zowaar binnen tien minuten mijn hotelletje te vinden en zo ben ik toch nog vóór middernacht in The Cottage, waar mijn reis eind januari begon.

De receptioniste Yo, die het hele drama met mijn in het vliegtuig achtergelaten laptop toen heeft meegemaakt, blijkt er niet meer te werken. Jammer, want ik had haar graag willen vertellen dat uiteindelijk alles toch weer goed is gekomen

Hoewel ik moe ben van een lange reisdag kan ik nog niet gaan slapen, want ik moet nog beslissen waar ik morgen heen ga. Naar Krabi? Koh Lanta? Koh Chang? Koh Tao? Of toch maar weer naar het Noorden, naar Chiang Mai?

Na een uurtje surfen besluit ik dat het toch het duik- en snorkelparadijs Koh Tao wordt, een klein eilandje boven Koh Samui en Koh Phangan, twee eilanden die ik al ken. Nok Air heeft morgenavond een vlucht naar Chumphon, op het vasteland aan de oostkust,  ten westen van Koh Tao. Een vlucht van plusminus een uur. Van daaruit is het twee uur varen met een snelle catamaran.

OK, ik boek de vlucht. En op de bonnefooi ook maar een hotelletje in Chumphon. 16 Km van het vliegveld.
Dan val ik in een diepe droomloze slaap, totdat zes uur later om half tien de wekker gaat.

 

ZATERDAG 21 MAART

De eerste lentedag in Nederland… Daarginds is het nu 11 graden met zon. Hier is het 32 graden met zon.

Eerst moet ik de receptie laten weten dat ik niet om half één naar de internationale luchthaven Savarnabhumi ga (zoals ik gisteravond nog van plan was, om daar een vlucht uit te zoeken), maar om drie uur. Dan kan ik van daaruit op vertoon van mijn ticket naar Chumphon gratis met de shuttle-bus naar Don Muang, het domestic airport van Bangkok (een reis van een uur) en ben dan op tijd voor mijn vlucht van 19.30 uur. Ik mail mijn e-ticket naar de receptie en die draaien het uit, evenals de bevestiging van mijn hotelboeking.

Na het ontbijt herpak ik mijn koffers: ik mag bij Nok-Air maar 15 kg meenemen en ik heb 20 kg bagage. Maar veel daarvan zijn warme kleren en laarzen – die ik nodig had in Bhutan maar zeker niet hier!. Ik besluit dus gebruik te maken van de mogelijkheid om voor € 11,- mijn kleine koffertje en een tweetal tassen hier in bewaring te geven. 31 Maart en 1 april kom ik namelijk weer hier overnachten (ik heb een kleine marge genomen ingeval er iets mis zou gaan met de boot- en vliegreis van Koh Tao naar Bangkok.

Voordat ik om twaalf uur uitcheck heb ik net nog een kwartiertje voor een frissen duik in het zwembad – dat ook hier weer door niemand gebruikt wordt.

De drie uur die ik moet wachten voordat ik naar het vliegveld word gebracht breng ik door in de lobby, waar ik me voornamelijk bezighoud met bekijken en vergelijken van hotelletjes en guesthouses op Koh Tao, onder het genot van koffie en ijs. Ik wist wel dat dit een prijzig weekje zou worden, maar schrik toch wel van de tarieven. Onder de tachtig Euro per nacht (zonder ontbijt!) heb je niets wat in de buurt van de stranden en baaien ligt. En om nou alleen maar in een zwembadje in de bergen rond te zwemmen terwijl ik juist die blauwe zee zo aanbid is geen aantrekkelijk idee.

Als ik alle opties van Agoda heb bekeken is het tijd om te vertrekken. Dus besluit ik om vanavond in mijn hotelletje in Chumphon de aanbiedingen van Booking.com nog even na te lopen alvorens een keuze te maken: die zijn vaak nog net iets goedkoper.

In tien minuten ben ik weer op Suvarnabhumi. Intussen ben ik enigszins vertrouwd met wat waar is op de vier verdiepingen van dit giga-vliegveld. Ik vind de shuttle-bus op de 2e verdieping en die blijkt om het half uur te gaan. In de eerstvolgende blijken geen zitplaatsen meer te zijn, dus wacht ik op de volgende. Die vertrekt om half vier en komt inderdaad tegen half vijf aan op Don Muang.

Don Muang.

Weer drie uur wachten hier. Maar er is genoeg te zien. Hier komen veel meer locals en het is leuk om al die families, koppels en singles gade te slaan. En ik heb ook tijd om nog een hapje te eten.

De vlucht vertrekt een half uur later dan gepland. En zo arriveer ik tegen negenen op het vliegveldje van Chumphon. Als ik van de w.c. kom en mijn koffer oppik van de bagageband is de hal al uitgestorven. Bussen zijn hier niet en bij het taxiloket is ook niemand aanwezig. Waar is iedereen zo snel gebleven?

Na even heen en weer lopen in de hal ontdek ik nog één meisje achter een informatiebalie. Ik laat haar het adres van mijn hotelletje zien. Hoe kom ik daar? Ze kijkt twijfelachtig om zich heen. Engels spreekt ze ook nauwelijks.
“One moment”, zegt ze en verdwijnt naar het eind van de hal waar het taxiloket is. Dan loopt ze naar buiten. En even later komt ze terug met een jonge vrouw waarvan de linkerhelft van het gezicht grijsblauw is. Een soort wijnvlek. Zij spreekt helemaal geen Engels. Maar ze blijkt nog wel een taxi te kunnen regelen. Alleen gaat dat wel 800 Baht kosten… (€ 22).

k heb weinig keus. Ze gebaart me te gaan zitten. Het kan even duren.
Na zo’n tien minuten wenkt ze me. Buiten staat een pick-up, met achter het stuur een jongeman die haar vriend lijkt te zijn. Ik neem plaats naast hem, terwijl zij achterin gaat zitten.

We rijden in een pittig tempo langs smalle, rustige kronkelwegen in de donkere nacht. De rit duurt zo’n 35 minuten en tegen het eind moeten ze nog even zoeken. Maar dan staan we toch voor Talay Sai, het adres van mijn boekingsbevestiging. Weer een etappe afgelegd!

Er is geen lift en mijn kamer is op de derde verdieping. Maar gelukkig is er een jongeman, James, die mijn koffer naar boven brengt.

Het vrouwtje aan de Bali, Leh, spreekt een beetje Engels. Het ontbijt is niet inbegrepen, zegt ze, maar ik kan aan de overkant van de straat eten. Ja, ze kan voor de volgende dag een bootticket voor de catamaran van 13.00 uur regelen. En ook voor taxivervoer daar naartoe zorgen. Maar ik moet dan wel om 11.00 uur vertrekken. Dat lijkt me wat vroeg: we moeten hier toch ergens in de buurt van de Lomprayah Pier zitten… tenzij het hotel 16,5 km aan de andere kant van het vliegveld ligt ten opzichte van de Pier.

Maar OK, nu kan ik weer even relaxen. De kamer is simpel maar schoon en ruim. Het bed zacht. En de badkamer licht, met een goede warme douche.

Als ik me heb opgefrist ga ik nog even in mijn nakie buiten op het grote balkon staan en doe de deur achter me dicht voor de muggen (waarvan er overigens tijdens mijn hele reis maar weinig zijn geweest). Mijn zwembroekje en topje hang ik over het wasrekje dat daar staat: die zijn nog nat van het zwemmen in The Cottage van vanochtend. Zojuist is er een stortbui gevallen en ik snuif diep de zware tropische aardegeur in.

Als ik weer naar binnen wil, blijkt dat er aan de buitenkant van de deur geen knop zit. Beveiliging…?  Een golf van paniek slaat door me heen. Ik heb mezelf buitengesloten!

Daar sta ik dan in het donker. Als ik naar beneden kijk zie ik geen mens. Golfplaten daken en schuren. Ik roep een paar keer hallo, maar krijg geen reactie. Jeetje, dat wordt in mijn nakie – of in mijn natte zwemtenue – op het balkon slapen. En dan hopen dat er morgenochtend mensen langskomen.

Nog één keer loop ik naar de deur. Nee, nergens een knop of handgreep. Dan ga ik met mijn nagels langs een spleet aan de bovenkant – en waarachtig, er zit beweging in: de deur is dus niet in het slot gevallen!

Ach, wat kan een mens binnen een paar minuten toch van de grootste wanhoop in de grootste dankbaarheid terechtkomen… (en omgekeerd!)

Zo zit ik dus even later weer rechtop in de kussens, ijverig zoekend naar de geschikte locatie op Koh Tao. Tenslotte vind ik op Booking.com een guesthouse aan zee, voor € 73,- per nacht, dat er met een gemiddelde waardering van 8,4 gunstig uitspringt. ‘Een rustige plek, en toch dicht bij winkeltjes en eethuisjes’. De doorslag geeft, dat het – anders dan de meeste accommodaties die ik bekeken heb – een stabiele wifi-verbinding schijnt te hebben. Die heb ik nodig voor de diverse werkzaamheden die ik hier wil verrichten. God zegene de greep: ik boek meteen voor acht nachten.

Nu kan ik rustig slapen – al word ik wel af en toe even wakker door weer een kletterende regenbui op het dak. Mmmm, mooi geluid!
Wat een eerste lentedag!

 

ZONDAG 22 MAART

De volgende dag ben ik bijtijds beneden, gepakt en gezakt.  Het strand aan de overkant van de straat laat ik maar even voor wat het is. Leh is nergens te bekennen en James ook niet. Er zijn twee meisjes in de receptie aanwezig, maar die spreken beiden geen woord Engels en begrijpen dus ook niets van mijn vragen omtrent het ontbijt – aan de overkant van de straat –  en het vervoer naar de Pier.

Ze gebaren me om even te gaan zitten.

Twintig minuten later komt James binnen. Hoewel die slechts een paar woorden Engels spreekt, lijkt hij te weten van de afspraak die ik gisteren met Leh heb gemaakt. Ook hij vraagt me even te wachten. Maar tien minuten later staat er een pick-up voor en James kruipt zelf achter het stuur. Het is half elf. De rit duurt een uur – ik zat dus toch aan de ‘verkeerde kant’ van het vliegveld. Maar voor deze rit rekent het hotel slechts 300 Baht (minder dan de helft van wat ik gisterenavond voor een half uur betaalde!). Hij geeft me ook het ticket voor de boottocht: 600 Baht, voor ruim twee uur.

Bij de pier is nog nog niemand te bekennen. Wel is er een Seven/Eleven winkel met airco (waar ik een aantal keren binnenwip om af te koelen en wat dingetjes te kopen, o.a. een bruine zonnehoed met brede rand, een paar bruine teenslippers, een Chang biertje, wat noten en chips) – en een restaurantje.

20150322_123425

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nadat ik heb ingecheckt en een sticker op mijn borst heb gekregen, bestel ik een tuna  sandwich en een kop thee. En later nog een banana shake.

Dan komen er een paar grote tourbussen aan en het restaurant stroomt vol. Veel Chinezen, ook hier. Op mijn tellen passen, dus!

Weldra kunnen we aan boord. De boot ligt aan het eind van een lange pier en heeft een indoor passagiersdek, een half open middendek en een bovendek. Ik vind een plekje aan het raam en nestel me met mijn kussen in het hoekje. Als ik net zo’n beetje wegdroom, gaat er ineens een schok door me heen: mijn nieuwe hoed! Die hangt nog aan de stoel in het restaurant!

Oeps…! Ik ga op zoek naar de eerste de beste stewardess. “Over hoeveel tijd vertrekken we”? “Over ongeveer tien minuten”, zegt ze. Ik vertel haar van de hoed. Ze pakt haar walkie-talkie en spreekt met de wal. “Ze gaan kijken of ze hem kunnen vinden”, zegt ze. “Gaat u maar zitten, ik houd u op de hoogte”. Ik dank haar hartelijk. Even later komt ze breed lachend naar me toe. “Hij is gevonden en wordt hierheen gebracht”. Wonderbaarlijk…

Het is een voorspoedige reis over een kalme zee, die ik deels lezend, deels sluimerend doorbreng. Ook ga ik nog een kijkje nemen op het bovendek, maar daar waai je bijna vanaf door de speed van de boot.

Met een tussenstop op een klein eilandje komen we tegen vieren aan op Koh Tao. Met mijn hoed op mijn hoofd loop ik de houten pier af, die hier een stuk korter is dan in Chumphon, en beland in een leuk klein winkelstraatje langs de kust

20150323_170445

 

 

 

 

 

Mijn hotelletje (drie verdiepingen met in totaal twaalf kamers) blijkt nog geen tien minuten verderop in dit straatje te liggen, daar waar de drukte ophoudt. Gelukkig, geen taxi nodig (die schijnen hier exorbitant duur te zijn).

20150326_173730

 

 

 

 

 

 

Een houten huisje aan de straat is de receptie. Daar tref ik Mr. Sai aan, die hier een soort manusje-van-alles is. Hij straalt rust uit en heeft een vriendelijke grijns met bruinomrande tanden. Eerst moet ik met mijn creditcard de helft van de verblijfkosten betalen. Maar het machientje pakt hem niet. Na ettelijke pogingen, resetten en friemelen met de contactjes lukt het uiteindelijk toch. Inmiddels  druppelt het zweet in mijn nek,  langs mijn borst en in mijn ogen.

Sai brengt me naar een pijpenla met koele roodbruine tegels op de begane grond. Basic. Geen decoraties, toeters en bellen. Maar wel een zithoek met TV en fan, een aanrecht met magnetron en koelkast, een extra bedframe en een afsluitbare airco slaapkamer met kingsize bed… vanwaar je zo het zandzonneterras instapt en over een laag wit hekje het strand op – en de zee in – loopt!

20150323_174903

 

 

 

 

 

 

 

20150323_174723

 

 

 

 

 

 

 

20150323_174820

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150323_175029

 

 

 

 

 

 

 

20150323_175040

 

 

 

 

 

 

Er dobberen wat (taxi-)bootjes aan de kust en rechts zie je twee pieren waar af en toe wat grotere boten aanmeren.  Aaaah… dit is het. Nog mooier dan ik me had voorgesteld.

20150323_175102

 

 

 

 

 

 

20150323_175200

 

 

 

 

 

 

20150324_101013

 

 

 

 

 

 

Ik pak mijn koffer gedeeltelijk uit, trek mijn zwem-outfit aan en begroet de zee. Het water is glashelder en lauwwarm. Het strand loopt steil genoeg af om snel te kunnen zwemmen en drijven.  Als ik mij heb verzadigd aan het baarmoedergevoel neem ik een douche (die het goed doet en warm is) en ga een uurtje liggen – innig gelukkig.

Dan wandel ik het intussen fleurig verlichte straatje door en bekijk wat de diverse eethuisjes te bieden hebben. Er is keuze genoeg. Thais, Europees, Amerikaans. En overal stalletjes met verse fruitshakes. Veel massagesalons. En natuurlijk worden ook hier motorbikes in alle kleuren en maten in grote hoeveelheden te huur aangeboden. Verder tel ik zeker vier duikscholen, waar je als beginner terecht kunt, en zes reisbureautjes die snorkeltours aanbieden .

Ik bestel een simpele Khao Pad – vegetables fried rice – met een mango shake. Heerlijk.

De rest van de avond heb ik mijn computer en mijn iPad op schoot. De wifi doet het hier inderdaad goed. Maar het duurt niet lang voordat de slaap mij overmant. Zonder protesteren geef ik toe.

 

MAANDAG 23 MAART

Wat een weelde… zonder wekker wakker worden en zo uit bed het zilte nat in. Het prikt wel aan mijn huid, vooral op mijn rug (ik denk zelfs even dat ik langs een kwal ben gestreken – maar er zijn hier geloof ik geen kwallen). Daarna afspoelen onder de douche en brunchen aan de overkant. Een sandwich met rauwkost, gesmolten Goudse (!) kaas en gesmoorde champignons. En natuurlijk een mango shake. Ik ben de enige gast. De twee jonge vrouwen die bedienen gaan intussen gewoon door met hun eigen leventje, met drie kinderen, twee honden en een kat. Een huishouden van Jan Steen.

Na een schrijfsessie van twee uur en een kleine siësta mag ik mezelf tracteren op een pedicure-/manicure behandeling. Bijna twee uur wordt er aan mij gefrummeld en getutteld. En met goed verzorgde handen en voeten (nagellak hoeft van mij niet) vervolg ik mijn weg.

In de namiddag is er toch wat storing in de wifi. En Sai is nergens te bekennen. Vervelend. Dan maar offline verder met mijn blog. Terwijl ik manoevreer tussen mijn laptop en mijn iPad gebeurt er nog een klein ongelukje: mijn iPad schuif ik iets te ver terzijde, waardoor hij van  het bed afglijdt. Ik hoor een droge tik.  Getver… Een ster in de rechter bovenhoek en een haarscheurtje aan de bovenkant van het scherm over de hele breedte. Daar moet ik even van balen en om rouwen. Gelukkig blijken alle functies het nog te doen. Nu moet ik dus verder helaas met een niet-meer-volmaakte tablet.

In het begin van de avond zie ik Sai weer en als hij de router gereset heeft, doet de wifi het gelukkig weer.

Voor mijn avondmaaltje (champignon-crèmesoep) beland ik bij Bro & Sis, een ‘zwarte’ tent met happy hour (ik doe me tegoed aan maar liefst twee pina colada’s) en een live zangeres met gitaar, die veel songs uit de zestiger jaren op haar repertoire heeft. Bij één nummer kan ik niet blijven zitten en leef me uit op de lege dansvloer. Heerlijk! Omdat de wifi het hier doet kan ik ook weer even mijn WordFeud beurten afmaken. En op mijn Galaxy verplaats ik de meest recente foto’s  naar een album, dat ik dan later via een kabeltje gemakklelijk op mijn laptop kan zetten om te verkleinen en toe te voegen aan mijn blog. Er heerst hier een prettige relaxte sfeer. Aan de zeekant op een muurtje zitten jonge mensen lekker te chillen.

20150323_210612

 

 

 

 

 

 

Chillen

Tegen tienen ben ik weer thuis (rond deze tijd gaat hier alles ook zo’n beetje dicht). Als ik me uitkleed en in de spiegel naar mijn jeukende rug kijk, schrik ik me een hoedje: ik zit onder de uitslag! Toch langs een kwal gezwommen? Of is het van het zand (ik zwom op mijn rug terug naar de kust totdat ik over het zand schoof)?

Ik chat erover met broer Jack tijdens onze WordFeud sessie. “Bedbugs?” suggereert hij nuchter. Ach nee, dat kan niet. Dan had ik de uitslag ook op mijn zij en mijn armen moeten hebben. Maar het zaad van de twijfel is gezaaid (ooit heb ik in Wiltshire UK tijdens de Crop Circle Conference in een herberg te maken gehad met bedbugs – en de uitslag die ik heb lijkt er verdacht veel op) en ik lig niet meer lekker. Omdat ik niet kan slapen ga ik maar weer verder met mailtjes, blog, lezen en WordFeud. Pas tegen vieren na twee keer klaarkomen val ik in een onrustige sluimer, waaruit ik rond acht uur weer ontwaak.

 

DINSDAG 24 MAART

Meteen ga ik naar de badkamer – en ja, nu heb ik de uitslag ook op mijn zijkanten en binnen-achterkant van mijn armen. Ik neem een kijkje op Google en ga naar de afbeeldingen van bedbug bites. Geen twijfel mogelijk. Nu ga ik dus niet meer dat bed in! Ik kijk onder het hoeslaken en molton. De boxspring matras ziet er uit als nieuw. Ik kan geen larven of uitwerpselen van bugs ontdekken. Maar ja, die beestjes schijnen zich overdag goed in de matras te kunnen verstoppen.

Sai is niet in de receptie, maar er zit een jongen gehurkt naast het huisje. Die spreekt Engels. Ik leg hem mijn situatie uit en hij zal de manager verwittigen. Die is er na een half uur nog niet. Nog maar weer eens naar de receptie. Daar zit nu een dame. Terwijl ik mijn verhaal doe, komt ook Sai net aanlopen. Hm, hij snapt het niet. Ze hebben hier sinds kort nieuwe anti-bug matrassen, dus het zou niet moeten kunnen. Trouwens, er hebben voor mij in die kamer mensen gelogeerd die wel drie weken zijn gebleven – en nergens last van hadden.

(Het komt nu bij me op dat mijn bug bites misschien wel afkomstig zijn van het Talay Sai hotel in Chumphon. Die beestjes kunnen ook mee op reis, via kleding of in koffers. Het is zelfs niet ondenkbaar dat ze zich genesteld hebben in mijn dierbare hoofdkussen! Ik ril bij de gedachte.).

Niettemin biedt Sai onmiddellijk aan dat ik verhuis naar één van de vier andere kames op de begane grond. Er is er één vrijgekomen, identiek aan mijn appartement, en die is net schoongemaakt. Maar als zich daar hetzelfde voordoet, weet hij ook niet hoe het verder moet.

OK, we gaan het zien en beleven. Binnen een kwartier heb ik alles ingepakt en is mijn koffer verhuisd. Het is tien uur. Nu eerst maar eens een hapje eten. Ditmaal in de Tattoo bar rechts van Coral View (ik kan bij wijze van spreken over het hekje stappen op hun buitenterras). Moeder met aandacht vragende kleuter. Toast met spiegeleieren en yoghurt met vers fruit. Lipton tea erbij. Genieten. De jeuk op mijn rug is meteen een stuk minder.

20150323_174220

 

 

 

 

 

 

Tattoo bar, links op de voorgrond

Thuis in mijn nieuwe kamer pak ik de koffer weer uit voor zover nodig. En dan ga ik toch eerst maar weer even zwemmen. Dat is vast goed voor de uitslag. En om alles weer even los te laten. Als ik terug ben en wil gaan douchen klopt de manager aan. Ook hij verzekert me dat de matrassen die ze hebben bug-proof zijn (hij laat mij het foldertje zien). En dat hij dus niet begrijpt hoe dit kan (weer realiseer ik mij beschaamd dat ik wellicht al bij Talay Sai besmet ben geraakt – en ik vertel hem dat dit ook een mogelijkheid is). Hij vraagt of ik tevreden ben met mijn nieuwe kamer en we spreken beiden de hoop uit dat het nu goed zal gaan. Ik wijs hem meteen op een bedlampje dat het niet doet en hij komt snel met een nieuw peertje.  Nu nog een verlengsnoer, want aan die kant van het bed blijkt geen stopcontact te zijn. Ook daar gaat hij voor zorgen.

Intussen is het half twaalf. Nu merk ik pas dat ik maar weinig heb geslapen en ik besluit eerst maar eens een dutje te doen in mijn nieuwe brandschoon ogende bed. Binnen de kortste keren ben ik onder zeil. Als ik om half twee weer opduik heb ik zomaar weer  zin om verder te werken aan mijn blog.

Dat gaat met vallen en opstaan, vanwege de onstabiele internetverbinding. Maar ik zet stug door.

Om zeven uur ga ik een hapje eten in een Italiaans restaurant. Rijst met een groenten-cashewnoten schotel. En om acht uur ga ik weer slapen, met het plan om rond twaalf uur weer wat te werken. Maar als om twaalf uur de wekker gaat, heb ik meer zin om mij nog eens om te draaien en dat doe ik dus.

 

WOENSDAG 25 MAART

Pas om zes uur word ik weer wakker. Ja, nu heb ik zin! Ik chat en scrabble wat met Jack en schrijf een brief aan een aanbidder uit Amerika – die mij via Facebook heeft gevonden en kennelijk dringend verlegen zit om een partner. Hij is spontaan verliefd geworden op mijn foto en heeft mij al ten huwelijk gevraagd en uitgenodigd voor een honeymoon op de Bahama’s. Ik wil hem – zonder hem te kwetsen – duidelijk maken dat ik niet beschikbaar ben voor een één-/één relatie. Dat lukt denk ik aardig, maar als ik de mail wil versturen (met het manuscript van mijn boek) blijkt de wifi-verbinding weer verbroken. Balen.

OK, het is acht uur en nog te vroeg om te gaan ontbijten. Dus keer ik me weer om en slaap tot… 12 uur! Zo, dat is veertien uur in totaal. Mijn linkeroog zit dichtgeplakt, ik heb een vieze smaak in mijn kurkdroge mond en een humeur om op te schieten. Dat stomme internet! En dat belachelijke idee-fixe dat ik hier in die paar dagen met zo’n krakkemikkige wifiverbinding én de lay-out van mijn boek, én de hypnoseprotocollen, én de Daily-Om-course én alle achterstallige blogfoto’s rond moet krijgen – en dan ook nog een snorkel-tour en een scuba dive gedaan moet hebben… Hoezoe relaxen? Wat een ge-MOET! Wat een onverzadigbare prestatiedrang! Wat een baarlijke onzin! Ik geef mij een tijdje ongebreideld over aan vernietigende zelfveroordeling en  zwartgallige gedachten.

Dan loop ik toch maar even de zee in. Kijk, dat helpt! Even gewichtloos dobberen in die wijde plas, een koesterende zon op je gezicht… en alle depressieve gedachten glijden van me af. Na de douche doe ik een verkorte yoyo-yoga versie en dan check ik toch maar weer eens het internet. Nee hoor, niks. Tot twee keer toe start ik de computer opnieuw op en verdomd: hij doet het weer!

Nu kan ik mijn brief aan Clement versturen (ik krijg meteen een lief bedankje en een rode roos teruggestuurd). En nog even de nieuwste e-mailtjes beantwoorden.

Dan is het twee uur en tijd voor een brunch nextdoor, kijkend naar de boten die af- en aanvaren en bij de pier een nieuwe berg bezoekers lozen. Ditmaal scrambled eggs on toast en een pancake met fresh fruit. Met natuurlijk zo’n heerlijke Lipton tea.

Als ik terug ben kom ik na enig morrelen weer online en kan ik mijn MailChimp-bericht aan de prospects opstellen en versturen. En ook een persbericht naar de media.

Tegen zessen zet ik het lijf maar weer eens in beweging: ik ga een snorkeltje huren – en als dat bevalt misschien ook aanschaffen. Even kijken wat er bij de rotsen linksvoor te ontdekken valt.

Maar nee, het wordt geen snorkeltje. Want naast die winkel is een Kinnaree massagesalon en ineens lijkt het me heerlijk om weer even op z’n Thais gladgestreken te worden. Dus boek ik een uur voor € 9,- en ga heerlijk opgefrist nog wat Messenger chats beantwoorden (eindelijk bericht van ‘mijn’ meisjes uit Bhutan, die gelukkig nog alle vier bij Tashi Namgay zijn) en vervolgens mijn avondmaaltje nuttigen bij Whitenings – één van de betere eethuisjes hier. Een heerlijke Pad Thai met een martini-gin-tonic.

Thuis tegen half elf  installeer ik me met een instant mocca-koffie voor de buis om een uurtje te zappen. En daarna doet tot mijn vreugde het internet het net lang genoeg om alle nieuwe e-mailtjes te beantwoorden. Als ik dan ook nog wat foto’s aan mijn blog wil toevoegen laat de wifi het echter weer afweten. Tijd om te gaan slapen? Het is intussen kwart over één dus ik kan een poging wagen – al voel ik me (pas op sinds twaalf uur vanmiddag) nog niet echt moe. Misschien eerst nog een potje WordFeuden – als de wifi het op de iPad tenminste wél doet, wat vaak het geval is. En anders nog een paar regeltjes Osho lezen uit ‘Mindfulness in the Modern World’.

 

DONDERDAG 26 MAART

En toen werd het toch weer half vijf voordat de slaap wilde komen. Intussen hield ik mij niet onplezierig bezig met kijken naar mijn gedachten, chatten met broerlief en Osho absorberen.

Om half twaalf begint voor mij de nieuwe dag. Ik voel me rustig en goed.

Eerst douchen, mailtjes beantwoorden en op Youtube  een paar filmpjes van Oprah Winfrey bekijken. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik graag zoiets zou willen doen als zij – vooral in de Super Soul Sundays – in Nederland. Maar hoe daarmee te beginnen? Misschien maar eens contact opnemen met Rinus van Warven, die mij al vaak heeft geïnterviewd voor Radio Gelderland.

Dan, als de maag begint te knorren, een heerlijke eiersalade hiernaast bij Tattoo.

Rond drie uur naar de flappentap want I am running out of cash. En aan de overkant een snorkel huren.

Hoewel Sai vertelde dat er aan deze kant van het eiland weinig te beleven valt onder water, kom ik tot mijn verrukking aan het eind van de baai bij de rotsen toch schitterende roodbruine koraalformaties tegen met kleine en af en toe een grote vis die zich snel of traag door die wonderschone architectuur bewegen.

Als ik mij heb verzadigd aan de onderwaterwereld ga ik weer even verder met het bekijken van de Super Soul Sunday filmpjes. Vooral het interview met die neurologe die een stroke kreeg en daarvan herstelde boeit me mateloos.

Tegen het eind van de middag besluit ik bij Sai een snorkeltour te gaan boeken voor morgen. Dan ga je een hele dag (voor 18 Euro, lunch inbegrepen) met een boot het eiland rond en word je op verschillende interessante plekken te water gelaten.

Dan ga ik aan het strand bij het barretje een pilsje halen en in een schommelstoel kijken naar de zonsondergang en de wolkenformaties. De zwaluwen scheren laag over het water op muggenvangst. Honden stoeien in het zand. Lovers zitten innig verstrengeld of dagen elkaar uit. Daar hoor ik warempel de tokèh weer. En het uwuuw-vogeltje, dat zich waar ik ook ben in de avond en ochtend laat horen. De maan is wassende. Anders dan bij ons is hier het sikkeltje een kommetje.

Als de kleurenpracht vervaagt in het donker ga ik weer naar binnen,  beantwoord nog wat mailtjes en doe een paar WordFeud zetten. Ik ben goed op dreef!

Dan, omdat de wifi het op mijn laptop niet doet, schrijf ik deze blog-update offline, wachtend op betere tijden.

Voor ik het weet is het half negen en de hoogste tijd om een hapje te scoren. Om negen uur / half tien gaat bij de meeste eettentjes de keuken dicht. Even in beweging komen, dus…
Bij Whitening, met mijn voeten in het zand, een wit leren kussen in de rug en uitzicht op de lichtjes in de baai bestel ik een Hairy Monkey cocktail, een portie frieten en een viertal viskoekjes. De frieten zijn goed, lekker bruin gebakken en met mayonaise – maar van de viskoekjes moet ik na één hap afzien. Véél te spicy! In plaats daarvan krijg ik vegetarische loempiaatjes aangeboden – de viskoekjes worden niet in rekening gebracht.

Tja, nu is het natuurlijk verstandig om bijtijds te gaan slapen, omdat ik morgen voor de snorkettrip vroeg op moet, maar het wordt toch weer kwart voor  twee voordat  Morpheus me meeneemt… Nou, ja, zes uur slaap moet voldoende zijn na zo’n lange vorige nacht!

 

VRIJDAG 27 MAART

Om kwart voor acht gaat de wekker en om half negen sta ik klaar om opgehaald te worden.
Misverstand. Ik word pas om half tien opgehaald…

Dus maar weer terug in bed om nog even mijn mails te bekijken en mijn WordFeud beurten te doen.

Een tenger meiske haalt me om tien voor tien op met de motorbike. Het heeft geregend, het is bewolkt en het waait flink. Zou dat wel goed gaan met dat gesnorkel?

Bij de pier is het nog tot half elf wachten tot alle passagiers zijn gearriveerd. 20 Stuks in totaal.

20150327_102023

 

 

 

 

 

 

Ik neem maar een kopje Americano koffie. Intussen krijgen we te horen dat er inderdaad teveel wind staat om het hele eiland rond te varen. We zullen dus aan de westkust blijven (teleurstelling, de mooiste koralen en vissen zijn te vinden aan de oostelijke rotskust), waar toch ook een paar mooie snorkelplekken blijken zijn. Als compensatie bezoeken we dan het befaamde  Nanggyuang, dat bestaat uit twee kleine eilandjes die door een landtong – of liever: strandtong –  met elkaar zijn verbonden. Daar moeten we dan wel allemaal 100 Baht extra voor betalen, want het is een privé-eiland.

20150327_103812

 

 

 

 

 

OK, ik vind het allang heerlijk om met de wind in de haren over het water te scheren.

20150327_102007

 

 

 

 

 

 

 

20150327_103803

 

 

 

 

 

 

20150327_104247

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En… het wordt toch nog een fantastische snorkeldag. Op drie plekken worden we te water gelaten en ik kijk mijn ogen uit in de wonderbaarlijke onderwaterwereld. Een heel universum opent zich. Met de meest schitterende formaties, groeisels,  doorkijkjes en vissen in onbeschrijflijke kleuren- en vormencombinaties.

We krijgen koffie, thee, vers tropisch fruit en een warme lunch aan boord en er is een leuke gangmaker met een roze pruik op: handig om de boot terug te vinden als er meerdere boten voor anker liggen.

20150327_124828

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na de derde ronde worden we ruim twee uur uitgelaten op Nanggyuand, de twee eilandjes die door een ‘strandtong’ met elkaar zijn verbonden. Daar doe ik onder een rotsblok een klein tukje in de schaduw en wandel en poedel nog wat rond voordat we terugkeren naar ‘onze’ baai.


20150327_135427

 

 

 

 


20150327_153438

 

 

 

 

 

20150327_153602

 

 

 

 

 

 

 

 

20150327_142616

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150327_153142

 

 

 

 

 

’s Avonds na een hapje bij Bro & Sis zit ik rozig voor de buis. En om half twee klap ik  mijn laptop dicht aan het eind van een heerlijke dag.

 

ZATERDAG 28 MAART

Om kwart over acht ben ik alweer wakker en klaar voor een nieuwe dag. Na een kwartiertje mijn gedachten te hebben bekeken (voornamelijk working-mind) begin ik maar eens met yoyo-yoga. Dan douchen en ingekomen berichten checken.

Vandaag is het wasdag. Dus tegen half twaalf doe ik mijn laatste schone setje aan en vul mijn kussensloop met de weinige kleren die ik mee hier naartoe heb genomen. 2,5 Kg. Voor 130 Baht (€ 3,70) kan ik morgen alles schoon komen ophalen.

Dan ga ik op weg naar het winkeltje aan het eind van het winkelstraatje, waar ik gisteren – terug van de snorkeltrip – een leuk bruin jurkje heb zien hangen, waarvoor ik toen niet genoeg geld bij me had (650 Baht). Maar ik kom bij een ander propvol kledingzaakje terecht, waar ik na enig rondsnuffelen drie leuke items scoor – en ook nog wat korting krijg van het vriendelijke tanige mannetje. € 20,50 in totaal.

Daarna besluit ik om iets verderop alvast mijn ticket voor overmorgen te kopen voor de Lompraya speed-catamaran. Die vertrekt maandag om 14.45 uur en is om 16.10 uur in Chumphon. Mooi op tijd om voor het donker bij ‘Clean Wave’, mijn guesthouse-voor-één-nacht – ook aan zee – , aan te komen. Ik kan daar woensdag nog een deel van de dag nog gezellig blijven luieren/werken, want mijn vliegtuig naar Bangkok vertrekt pas om 20.40 uur.

Maar als ik wil betalen (600 Baht) blijk ik niet genoeg geld bij me te hebben. Da’s gek: ik had twee briefjes van duizend in mijn paspoorttasje gedaan. Oh, maar wacht eens even, toen ik zojuist in het kledingzaakje het derde item kocht (na de eerste twee al betaald te hebben) zag ik een duizendje op de toonbank liggen, waarvan ik dacht dat dat nog van mijn eerste betaling was. Maar kennelijk niet dus.

Ik vraag de jongen (die er uitziet als een meisje, met borstjes en oorbellen – travestieten zijn hier volledig geïntegreerd) om mijn ticket even te bewaren en snel terug naar het winkeltje. De shopkkeeper is in geen velden of wegen te bekennen. Zag hij mij aankomen en heeft hij zich schielijk even verstopt (dat zou ik waarschijnlijk gedaan hebben als ik het was)?

Na een tijdje wachten besluit ik toch maar even terug naar huis te lopen en mijn laatste twee duizendjes uit het kluisje te halen (ik ben blij dat ik mijn zonnehoed op heb want het is heet – 32 graden!). Nu kan ik in elk geval mijn ticket ophalen en betalen.En ook dat jurkje passen waar ik in eerste instantie op uit was. Het past en staat goed, dus nu ben ik maar liefst vier kledingstukken rijker!

Nu nog eens poging om die duizend Baht  bij het andere winkeltje terug te krijgen. Ah, daar is de winkelier. Hij zit op zijn stoeltje naast het kassatafeltje. Ik vertel hem van mijn vermoeden. En hij gaat even kijken naar zijn cash-flow van vanmorgen. Al gauw komt hij terug. Ja, daar zitten twee een briefjes van duizend bij en dat kan niet, want zoveel heeft hij vandaag nog niet verkocht. Dus ik krijg mijn duizendje terug en steek mijn blijdschap niet onder stoelen of banken. Maar een fooi wil hij niet hebben: het gebeurt vaker dat buitenlanders zich vergissen met de Thaise bankbiljetten.

Opgeruimd loop ik het straatje weer door richting huis. Tijd voor een lekkere brunch Halverwege wip ik binnen bij het eethuisje Paprika – dat ik tot nu toe gemeden heb omdat ik niet zo’n paprikaliefhebber ben. Maar ik zie dat ze ook van alles zónder paprika hebben. En het terrasje met uitzicht op het strandje tussen twee pieren ziet er plezierig uit. Ook de bediening voelt goed, Drie, vier spontane meisjes die elkaar plagen en veel lachen. Ik word naar een tafeltje geleid en wil mijn hoed afzetten. Maar die blijkt niet op mijn hoofd te zitten. Hè, heb ik die in mijn enthousiasme over de herwonnen pecunieën weer in het kledingzaakje laten liggen…

“Ik kom zo terug”, meld ik de meisjes, “Even mijn hoed ophalen”. Gelukkig is alles hier dicht bij elkaar.

Inderdaad ligt mijn mooie grote hoed nog op het kassatafeltje. De shopkeeper zit er naast maar had hem nog niet eens opgemerkt. Alles hangt en ligt hier ook zo vol…
Ik groet hem weer vriendelijk en wandel terug naar Paprika. Daar geniet ik in alle rust van Lipton Tea, spiegeleieren met toast, yoghurt met vers tropisch fruit en de kwinkslagen van de meisjes.

Tegen dat ik weer thuis ben is het half twee. Om drie uur moet ik mijn gehuurde snorkel weer inleveren. Laat ik nu ‘voor de deur; ook nog eens kijken of er onder water iets te beleven valt.

Het strand glooit zachtjes naar beneden. In eerste instantie zie ik alleen maar zand. Maar al gauw kom ik bij wat er vanaf het strand uitziet als wat donkerder plekken in het turquoise water. En oh, wat een verrassing! Hele rotstuintjes van koraal tref ik daar aan, in de prachtigste architectonische formaties – met veel ronde vormen en kringstructuren. En met nog flink wat vissen, groot en klein, wit, roze/groen/violet, gestreept met een rode borst of elektrisch blauw. Ook hele dorpen van – ja, wat zijn het: zeeanemonen?

Nee, die zijn anders. Oranjeachtig zijn ze, ze zien er uit als de geschubde onderkant van paddestoelen, maar dan bol.

Als ik  onder water mijn hart heb opgehaald neem ik een douche en dan inventariseer ik tot bij drieën, comfortabel genesteld in de kussens, wat ik vandaag met of zonder het gammele internet nog van mijn to-do-lijst kan aanvatten.

En daar ga ik mee aan de gang als ik mijn snorkel heb teruggebracht naar de winkel.

Heerlijk zoals de dagen hier in een organisch ritme voorbijglijden. De relaxte en simpele leefstijl van deze contreien is een verademing. Waar ik ook zo blij mee ben is de bidet-douche (waarmee je na het poepen of plassen je kruis wast) die hier in het Oosten vrijwel overal naast de toiletten hangt en die ik thuis in mijn badkamer ook heb laten installeren. Ik vind het verbluffend dat dit hygiënische apparaatje in het ‘beschaafde’ westen nog vrijwel nergens het w.c.-papier heeft vervangen, zodat we allemaal een groot deel van de dag met stinkende bekkenbodems rondlopen.

Om half zes heb ik lang genoeg gewerkt en wandel ik naar de massagesalon waar ik een paar dagen geleden mijn nagels heb laten verzorgen. Ik vraag om een zachte Thaise massage, maar als het meisje mijn door bugs geteisterde en roodverbrande (nog van de snorkeldag) rug en schouders ziet heeft ze een beter idee. Een aloë vera massage.

Dat blijkt een godsgeschenk. Zachtjes en langzaam wrijft ze laag na laag van verkoelende balsem in mijn huid. Ik voel me gezalfd en gezegend.

Na afloop krijg ik een kopje jasmijnthee en kroel nog even de de poes die naast mij op het krukje ligt opgekruld. Ze blijkt vorige week te zijn aangereden door een motor en haar rechter achterpoot doet ’t niet meer… Maar spinnen gaat nog goed!

 

20150328_183410

20150328_183320

 

 

 

 

 

 

In de roze avondschemering zit ik nog even op mijn balkon, kijkend naar de donkerende silhouetten van de ranke bootjes en luisterend naar het krekelkoor, het u-wuuw vogeltje en de kabbelende golfslag van de branding.

Voor mijn avondmaal kies ik weer voor Paprika, waar ik een eenvoudige vegetables/fried rice bestel – en een goede internetverbinding heb, zodat ik weer wat dingetjes kan doen die in mijn kamer niet lukken.

Thuis kwijt ik me van mijn WordFeud-plicht (en verlies grandioos van Joke) en chat nog wat met broerlief, die ziek en zielig is. Om half één leg ik mij neer voor de nachtelijke oefenexpeditie voor de reis back to n0where.

 

ZONDAG 29 MAART

Om acht uur word ik monter wakker. De wereld achter de gordijnen blijkt zonnig, wit en blauw(groen) en nog rustig. Meteen maar even te water dus. Op mijn rug, om niet nog meer zonnebrand aan mijn achterkant op te lopen. Aaah,de zee is koel om deze tijd van de dag!

Om half negen neem ik mijn mail door en om kwart over tien wandel ik met laptop weer naar Paprika.

Daar stuit ik aanvankelijk (ook weer!) op wifi-problemen, maar via een ander netwerk helpen ze me toch online. Met een orange juice en een veggie-breakfast verdeel ik mijn aandacht tussen mijn blog, het uitzicht (de bootinhouden voyerend met mijn verrekijker) en de heerlijkheden op mijn bord. Het leven is goed!

Op de terugweg pik ik mijn was op – zo heb ik lekker wat schone kleren voor de reis. En thuis tref ik Sai – die op de valreep laat weten dat hij Nai heet en niet Sai 🙂 – die bezig is om mijn lakens nog een keer te verschonen en mijn kamer een laatste goeie beurt te geven.

We maken een praatje. Hij is 42. Meestal werkt hij hier alleen. Als manusje van alles: receptionist, kamermeisje, boodschappenjongen, klusser, poes- en hondverzorger enzovoort. Alleen als het erg druk is heeft hij hulp van een meisje, of zijn vrouw springt bij. Hij heeft twee kinderen (een jongen van 16 en een meisje van 10), maar die zitten beiden in Yangon (Myanmar), waar hij vandaan komt en waar ook zijn moeder, vier broers/zussen wonen. Over ruim twee maanden gaat hij voor het eerst in twee jaar weer een vakantie daar doorbrengen. Maar over het geheel genomen vindt hij Thailand toch een prettiger land dan zijn geboorteland…

20150329_132157

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mr. Sai – eh, pardon: Mr. Nai

En dan stort ik me op een klus die ik al een tijdje voor me uit heb geschoven: het nakijken en verbeteren van de Standard Operational Procedures voor de Spa in Tashi Namgay. Een document van 25 A4-tjes. De eerste drie bladzijden had nog in Bhutan gedaan. En ik had Karma beloofd dat ik het onderweg of thuis verder zou afmaken.

Tegen half zes ben ik zo ongeveer aan het eind. Dat vraagt om een traktatie. Aan het andere eind van het straatje weet ik een ijssalon met zelfgemaakt ijs.

20150329_174310

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daar wandel ik heen. Onderweg komt ik een amechtig hondje tegen dat zich vlak voor een ventilator heeft geposteerd. Ja, het is ook knap warm. En de Nederlandse lente lijkt me zo zoetjesaan een aantrekkelijk vooruitzicht.

20150329_173927

 

 

 

 

 

Hoezo, warm?

Het ijsje (chocolate mint en vanille) is heerlijk, maar het druipt zo ongeveer onder mijn handen weg…

20150329_174857

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Druiper – keep calm!

Nog net op tijd ben ik terug voor de sunset. Onderweg heb ik een Heineken gescoord en ik heb thuis nog éénderde zak chips van de heenreis. Dus installeer ik me op het terras om de laatste zonsondergang hier op gepaste wijze te vieren.

20150329_181637

 

 

 

 

 

20150329_181952

 

 

 

 

 

20150329_182908

 

 

 

 

 

 

Als het donker is geworden neem ik nog één keer het hele SOP-document door en ga dan met mijn laptop onder de arm naar Paprika, om het te kunnen versturen en mijn laatste avondmaaltijd op Koh Tao te nuttigen.

Daar zit ik nu, en na een gin-tonic neem ik een champignonroomsoep. De SOP is de ether in, heerlijke opluchting. Wachtend op een mixed vegetable salad ga ik toch nog even een paar foto’s in dit blog plakken…

Zo, dat ik gelukt, En het groenvoer (voornamelijk kropsla met wat komkommer en geraspte worten en veel rauwe ui) heb ik naar binnen gewerkt. met uitzondering van de ui. Nu afrekenen (de meisjes en jongens zijn klaar met opruimen en ik zie dat ze zo zoetjesaan naar bed willen). Ik ben de laatst overgebleven gast…

Thuis bekijk ik eindelijk de film die ik van Karma Jigme heb gekregen, ‘Perfect Girl’. Daarin speelt zijn vrouw een prostituée die na veel ontberingen gered wordt door een oprecht liefhebbende jongeman. Een echte Bollywood soap – waarin overigens geen kusje te zien is – , maar leuk om te zien hoe ze in Bhutan met het thema prostitutie omgaan.

Het is al tegen half één als ik me ineens realiseer dat vandaag de deadline is voor de Koorddanser agenda. Tja, zo langzamerhand is het zaak om weer terug te keren in de tijdsdimensie… Hoewel ik al best slaperig ben, hijs ik me toch nog even overeind en doe mijn huiswerk. Ik krijg de agenda alleen niet weg,  omdat het internet het nog steeds niet doet. Dan morgen maar, als ik gepakt en gezakt bij Paprika mijn laatste brunch ga nuttigen.

Na flink wat gewoel en gedraai en een bevrijdende climax geef ik tegen half twee de geest.

 

DINSDAG 30 MAART 2015

Als ik om half negen wakker word ben ik eerst een half uurtje toeschouwer van de gedachten die meteen weer binnenstormen en de gevoelens en lichamelijke gewaarwordingen die ze teweeg brengen.

De St. Janskerk affaire – angst en frustratie: maagkrampen. De komende reis terug naar huis – opwinding: hartkloppingen. Mijn ouder wordende lijf met brandende rug, pukkels en wratjes – verzet, afkeer, machteloosheid: buikkrampen. Mijn meer of minder geslaagde pogingen om in dit leven tot mijzelf te komen en bruggen te slaan tussen schijnbaar onverzoenbare tegendelen – weemoed: zwaarte in mijn lijf, dat alleen maar wil blijven liggen en niets meer doen. De wereld met alle conflicten en misverstanden op macro- en microniveau – verdriet: tranen die ergens ver weg achter mijn ogen en in mijn hart opwellen, maar er niet uitkomen.

Dan besluit ik toch maar op te staan en een laatste keer de zee in te gaan.

Eén van de longtailbootjes heeft zijn motor aanstaan en de stank van dieselolie zweeft over het water. Ik raak af en toe verward in allerlei touwen in het water, waarmee de bootjes vastzitten aan de boeien en aan elkaar.

Een roofvogel zweeft hoog in de lucht eindeloos op één vleugelslag. De witte wolken zijn mijn gedachten – het blauwe uitspansel is waar ze in verschijnen en verdwijnen. De transparante zee omhult mijn lijf.

Daar roept het uwuuw-vogeltje weer. Terugzwemmend naar het strand zie ik de deinende bootjes, de baai met palmen en de tropisch-groene bergtoppen daarachter.

Terwijl ik douche realiseer ik mij dat ik hier op Koh Tao acht dagen heb gezeten en niet meer heb gezien dan dit strandje, het kleine winkelstraatje en een deel van de westkust tijdens de snorkeltour. Ik heb ook helemaal geen behoefte gevoeld om ergens heen te gaan. Geen scootertje gehuurd. Geen mensen gesproken en dat ook niet gemist.  Genoeg aan mijzelf, mijn digitale outpourings en connecties en de simpele dagelijkse dingen.

Ik zet een kopje Lipton-thee voor mijzelf en haal het laatste stuk pure chocola uit de koelkast. Dat heeft de hele reis sinds eind januari overleefd en is weliswaar wat wit uitgeslagen maar smaakt nog goed.

Daarna toch ook nog maar een stoelgang-thee. Mijn aambei is flink geslonken en bloedt niet meer, maar het is wel zaak om de ontlasting smeuïg te houden.

Op mijn iPad (die wél internetverbinding heeft) lees ik de laatste kwinkslagen van mijn broer en neem de mail door. Om half twaalf ga ik pakken en om twaalf uur neem ik hartelijk en weemoedig afscheid van Mr. Nai en zijn vrouw. Hij zal straks mijn koffer op zijn motor naar Paprika brengen (dat is al dicht bij de Pier), zodat ik hem niet hoef te duwen.

Bij Paprika is de baai rustig. De lege bootjes wachten op de volgende lading toeristen die tegen tweeën zal aankomen. Het leuke meisje So, dat mij hier steeds bedient, blijkt ook uit Myanmar afkomstig. Dit restaurant wordt gerund door haar ouders, haar broer en zijzelf. Haar droom is om over vier jaar genoeg geld te hebben gespaard om terug te kunnen keren naar haar geboorteland.

So

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


So uit Myanmar

Genietend van het kabbelende geluid van de branding naast mij en een fruit & yoghurt stuur ik de Koorddanseragenda weg en werk mijn blog verder bij. Dan besluit ik toch maar weer voor de spiegeleieren met toast – met wat Chedder kaas erbij. En dan ga ik kijken hoeveel foto’s ik nog geplaatst kan krijgen voordat ik mijn koffer – die keurig op tijd door Mr. Nai is afgeleverd – naar de Lomprayah pier rol.

Nou, dat zijn er toch nog een stuk of vijf. Om kwart over twee neem ik afscheid en loop een paar deurtjes verder naar de Lomprayah ‘vertrekhal’. Een doorgang, met aan de ene kant het straatje, aan de andere kant de pier. Houten banken. Veel ventilators (gelukkig). Nog niet zoveel mensen en de boot  nog nergens te bespeuren. Twee loketjes met daarboven borden met bestemmingen.  Ik vraag wanneer we aan boord gaan voor Chumphon. Dat zullen ze omroepen.

Ik installeer me op één van de houten banken, met de touwen van de afscheiding tussen hal en kledingzaakje in de rug als steun. Langzaam wordt het voller. Het verbaast me dat veel mensen al in de gang onder het afdakje boven de pier gaan staan, terwijl de boot er nog niet is. Ik blijf zo lang mogelijk op mijn bankje onder de ventilator zitten – en lees intussen Osho op mijn iPad

Om kwart voor drie komt de boot aan. En het duurt tot kwart over drie voordat alle bagage en passagiers van boord zijn. Intussen legt er nog een boot aan aan de andere kant van de pier. De lange rij in de linkergang komt in beweging. De rechtergang, waar successievelijk alle arriveerders van ‘mijn’ boot uit zijn verdwenen, is ongeveer leeg.

Daar is de final call voor Chumpong: volgens mij is het de eerste! Ik pak mijn spullen bij elkaar en wandel naar de pier. Daar laat ik mijn kaartje zien aan de controleur. Back, back! Roept hij. Check in! En wijst naar de loketjes. Hè? Ik heb toch al een kaartje…?!

Voor ‘mijn’ loket staan intussen vijf mensen te wachten. Dat wordt lastig, want ik vermoed dat er nu haast in het spel is. Intussen heb ik ook gezien dat ik niet mijn kaartje heb getoond, maar per ongeluk de  sleuteldeposit kwitantie van Coral View (die ik niet hoefde te laten zien aan Nai om mijn 1000 Baht terug te krijgen). Ah, dat zal het misverstand zijn.

Met het goeie kaartje loop ik nogmaals naar de entree van de pier. Nu kijkt een ander mannetje ernaar. Come, come! Quick! roept hij, You late! Hij stormt voor mij uit naar het kantoortje en de personeelsingang in. Bij het linker loketje krijg ik een sticker en een stempel op mijn ticket (Oh, dus dat was de bedoeling! Waarom ze dat bij mijn eerste melding bij aankomst niet hebben gedaan snap ik niet). Dan draven we langs de lege rechtergang van de pier – mijn redder heeft de koffer – en nog juist voordat de laatste tros wordt losgegooid spring ik aan boord en gooit mijn beschermengel de koffer over de reling. Ik zwaai hem dankbaar vaarwel terwijl de boot zich in beweging zet.

Tsjonge, dat was een narrow escape! Anders had ik nog een dag op het eiland gezeten en voor niks een kamer aan de wal geboekt…
Maar gelukkig heb ik niet in de rij hoeven staan zweten onder dat hete afdak.

Ik heb ruim de tijd om bij te komen. De passagiersruimte is koel. Ik heb water bij me, zoete pindakoekjes en zoute chips. Zo komen we die anderhalf uur wel door. De catamaran stampt en trilt dat het een lieve lust is en laat een breed onstuimig schuimspoor achter zich. Tegen dat we het vasteland naderen ga ik nog even op het bovendek in de wind staan en snuif de zilte zeelucht op.

Wat een mazzel: de Lomprayah company heeft mini-vans die passagiers naar hun hotels brengen. Dat kost maar 200 baht, terwijl je voor een taxi toch gauw tussen de 300 en 800 baht kwijt bent.
Ik ben in ‘mijn’ busje de enige passagier. Onderweg stoppen we twee keer om nog een medewerkster op te pikken. Het is een heerlijke rit, langs smalle rustige wegen met veel groen aan weerszijden. Hier en daar wat bedrijvigheid, maar niets van de armoede die in Cambodja zo het beeld bepaalt. Hier onderweg slechts één zwarte en één witte koe gezien. Na drie kwartier zijn we tegen de schemering – bij het Clean Wave bungalow resort. De receptie en de overdekte eetzaal liggen aan de kustzijde van de weg, de keurige, nieuwe – zij het ietwat steriel aandoende – bungalows ruim verspreid aan de andere kant.

20150331_121406

 

 

 

 

 

 

20150331_121315

 

 

 

 

 

 

Ook hier is Engels schaars. Het duurt even voor de meiskes die op de stoep zittene snappen dat ik een kamer heb geboekt. Maar als ik het toverwoord ‘Agoda’ uitspreek komt alles goed. Er wordt een jonge vrouw bij gehaald (de eigenaresse/manager?) die me welkom heet, mijn gegevens erbij haalt, de wifi-code overhandigt, een taxi voor me bestelt voor morgenavond, bevestigt dat ik hier kan eten en per creditcard kan betalen – en iemand meestuurt naar de overkant om mijn koffer naar mijn bungalow te brengen en mij mimisch uitleg te geven over de airco, douche en TV (die het overigens niet doet; daar komt later iemand voor, waarna ik vervolgens slechts één – Thaise – zender kan ontvangen die me niet boeit).

Ik werp mijn kleren uit en geniet van de goed werkende douche. Daarna installeer ik mijn stekkerdoos en leg mijn apparatuur aan de tiet. Dan wandel ik naar de ‘lounge’ en installeer me aan één van de tafels daar, waar ik me te goed doe aan een gin-tonic en de vertrouwde  – steeds weer verrukkelijke – Pad Thai (vegetables/fried rice). Het uwuuw-vogeltje en de tokèh – die kennelijk zonder dat ik het wist  met me mee zijn gereisd – geven me meteen een thuisgevoel.

Terug in mijn – intussen aangenaam koele – kamer maak ik het niet laat. Tegen half tien spreid ik mij dankbaar uit in de kussens en tussen de frisse lakens van mijn driepersoonsbed. Het duurt niet lang voordat ik wegglijd in zoete vergetelheid…

 

DINSDAG 31 MAART

Om half acht kom ik weer terug op aarde, maar ik vind het nog een beetje te vroeg. Ik zet de wekker op negen uur, maar mijn gedachten verhinderen me om terug te keren naar het niets. Dan maar weer even observeren. Gelukkig niet zulke kramp veroorzakende scenario’s – het is meer de working mind die plannen wil uitzetten voor de komende tijd in Nederland. Wil ik dat? Hmmm…. Nog ff niet. Laat ik eerst mijn lijf maar eens even uit de nachtelijke kreukels halen met wat yoyo-yoga. En dan eens kijken hoe de zee aan de  oostkust er uitziet en voelt.

Mijn nog natte zwemkleren had ik gisteren in de badkamer opgehangen en die zijn intussen kurkdroog (alles droogt hier supersnel). Jurkje er overheen, handdoekje mee en oversteken. Ik kom niemand tegen, ook niet in de receptie. Zijn hier geen gasten?

Op Koh Tao aan de westkust ging de zon in zee onder. Aan deze kant komt de zon uit zee op. Het zand is hier nog witter en fijner dan op Koh Tao.  Het brandschone strand is maagdelijk leeg, evenals de zee, zover ik links en rechts kan zien. Hier geen bootjes en geen guesthouses.

20150331_122233

 

 

 

 

 

 

 

De zee is even transparant, maar iets levendiger dan op Koh Tao. Door de golven met witte schuimkoppen heen werp ik mij in de eindeloze deinende plas en drijvend op mijn rug in het lauwwarme water los ik weer op…

Als ik terugloop door de receptie is daar het Engels sprekende vrouwtje. Hoe laat moet ik uitchecken? vraag ik – wetend dat het standaard 12 uur is in de meeste hotels. Ze glimlacht. I give you two hours extra, zegt ze. Oh, wat lief… dan kan ik nog wat langer in mijn koele kamer werken.

Na het douchen ga ik – knus in de kussens – eerst mij dagelijkse klusjes weer doen: mail, WordFeud, blog. Hoewel de wifi het hier beter doet dan in Coral View, krijg ik niet direct plaatjes ge-upload. Hm, intussen is het kwart over twaalf en ik heb wel trek in iets. Even loslaten dus en weer naar de receptie.

Op de bank bij de ingang tref ik drie meisjes aan. Eén wakker, twee slapend, gedrapeerd over elkaar. Tja, er is hier ook niet veel te doen, qua gasten…

20150331_121851

 

 

 

 

 

 

Als ik bij de balie vraag of ik wat kan eten, worden de arme schapen meteen wakker geschud: actie!

Ik positioneer me in het midden van de grote lege overdekte eetzaal op één van de ‘rechtvaardige’ stoelen. Geen ventilators hier (ook niet in de ‘lounge’), maar hier is tenminste een zeebriesje dat door de open ruimte speelt.

20150331_122609

 

 

 

 

 

 

Onder het ruisen van de branding doe ik de brunch van potje thee, scrambled eggs met vers fruit, toast en marmelade alle eer aan: het is mijn laatste maaltijd aan zee voor waarschijnlijk een lange tijd.

20150331_123248

 

 

 

 

 

 

Dan ga ik in de koelte van mijn kamer nog tien minuten breeduit op het bed liggen alvorens mijn koffer weer in te pakken. Dat is in tien minuten gepiept.

Om vijf over twee sta ik bij de balie om uit te checken. Ik hoop inderdaad dat ik met mijn MasterCard kan betalen, want de taxi kost 400 Baht en dan heb ik nog 600 Baht cash over.

En ja, gelukkig, het kan.
Nou, dan bestel ik voor de rest van de middag die ik hier nog door moet brengen:

– voor nu een orange juice
– voor half vier een mango shake
– voor vijf uur een Heineken bier (ja, ik vind het best leuk dat de bierbrouwerij waar mijn grootvader in het oude Nederlands-Indië voor werkte  nog  steeds wereldwijd scoort!)
– voor zes uur een gin-tonic

Met mijn gin-tonic en avondmaal van gisteren en de brunch van daarnet is de totale rekening 590 baht oftewel € 16,80.

En zo breng ik in alle rust werkend aan mijn blog de middag door in het restaurant. Af en toe zie ik toch nog een paar mensen langskomen en op een zeker moment tel ik wel tien figuurtjes op het strand en in de zee!

Als onderbreking ga ik onder een palmboom nog een klein half uurtje onder zeil op de smalle strook gras tussen het restaurant en het strand. Noek, de Engelssprekende manager (het blijkt dat het resort van haar familie is en al 45 jaar bestaat; zij zelf werkt er al zo’n 20 jaar – van kinds af aan, zeg maar; vorig jaar hebben ze een algehele renovatie doorgevoerd) is verontwaardigd dat ik niet heb aangegeven dat ik even wilde liggen: dan had ze een comfortabel rustbed voor me gemaakt. Maar ik vond het heerlijk, liggen op de aarde met boven mij het spel van de wiegende palmbladeren en daarachter de blauwe lucht.

Ik neem nog een paar foto’s – en dan schuif ik voor de laatste tien minuutjes toch nog maar even een ligstoel naar de stoep vóór de receptie, waar de hele familie zit, voor een praatje en mijn laatste slokjes gintonic. Prompt om zeven uur rijdt de (mooie witte) taxi voor. Nog een knuffel  en een kushand en dan wordt mijn bagage ingeladen en ik uitgezwaaid.

De chauffeur spreekt geen woord Engels, dus da’s lekker rustig. Langs goed geasfalteerde wegen met weinig verkeer rijden we in een half uur naar het vliegveld. De chauffeur brengt mijn koffer meteen naar de check-in en negeert de security-check (daarvoor moet ik later nog even terug). De sfeer is gemoedelijk, er is geen wachtrij en alles wordt soepel geregeld. Ik geef de chauffeur 20 baht fooi, waar hij blij mee is, en heb er nu zelf nog 100. Daar kun je niet veel mee doen, dus ik zal in Bangkok toch nog wat dollars moeten wisselen of een paar flappen tappen.

En dan zitten we met zo’n 28 man/vrouw in de departure hal rond de TV. Het vliegtuig zou om 20.40 vertrekken, maar om 21.00 uur is nog nergens een vliegtuig of airport crew te bekennen. Dat wordt een latertje straks, want vanaf Bangkok Domestic moet ik zeker nog een uur rijden met de taxi naar mijn hotel (als ze dat weten te vinden) – of met de airport shuttle naar Suvarnabhumi International Airport, vanwaar mijn hotel een 24-uurs pick-up service heeft.

Dan komt het bericht: het vliegtuig heeft een uur vertraging. We krijgen allemaal een voucher van 100 baht voor een consumptie. Een restaurant is er niet, dus het wordt een gedrang bij het enige kleine winkeltje waar ze snacks verkopen. Ik wacht tot de ergste drukte voorbij is en dan helpt het goedgemutste verkoopstertje mij toch nog aan een kleine portie (koude) rijst met groenten, een kaastosti en een orangina.

Tegen dat ik dat allemaal naar binnen heb gewerkt is het vliegtuig gearriveerd en kunnen we aan boord. Brrr, het is weer zo’n propellervliegtuig, laag op de poten en met twee voorwieltjes dicht naast elkaar niet groter dan die van een scooter. Maar goed, iedereen doet alsof dit heel normaal is en dus geef ik me maar weer over, innerlijk geruststellend pratend tegen mijn lijf dat steeds de neiging heeft om zich schrap te zetten. Ik heb mijn kussen uit de koffer gehaald en nestel me in het hoekje bij het raam. Door een prettig toeval heb ik een plekje gekregen zonder passagier in de stoel naast me, dus ik heb alle ruimte.

Het is een voorspoedige vlucht met een zachte landing. Tegen elven zijn we in de aankomsthal. Als ik mijn koffer heb opgepikt en wat dollars heb gewisseld ga ik eerst informeren of ik met de (gratis) shuttlebus naar Suvarnabhumi kan. Maar dat blijkt alleen te kunnen als je een aansluitende internationale vlucht hebt. Dat ik daar een pick-up heb naar mijn hotel geldt niet.

Dus dat wordt toch een taxi. Daarvoor moet ik naar uitgang nummer 7 (ik ben bij 5). Oef, daar staan vier compacte rijen mensen te wachten op taxivervoer. OK, aanschuiven dus. Het gaat toch vlotter dan ik dacht en om tien over half twaalf stap ik in de auto bij een mooie rijzige man met een paardenstaart. Hij ziet er uit als die Indiaan uit One flew over the Cuckoo’s nest en ik voel me meteen in goede handen. Hij vraagt of het OK is als we de tolwegen gebruiken (die moet de passagier extra betalen bij drie posten en dat komt in totaal op € 4,30 extra). Ik vind het prima.

We suizen over de voor een groot deel lege tolwegen. Isaak, zo heet de ‘Indiaan’ heeft een prettige en bekwame rijstijl. Dankzij deze schortcuts duurt de reis geen uur maar veertig minuten. Om twintig over twaalf word ik voor de deur van The Cottage afgezet. Kosten: 400 baht. Ik geef hem nog 20 extra – en een big grateful smile.

Bij het inchecken (welcome back!) koop ik voor € 4,50  meteen maar 12 uur wifi-verbinding (hier is dat niet gratis – een uitzondering in Thailand!). En dan is het: kleren uit, douchen en bedje toe. De wifi krijg ik vooralsnog niet aan de praat. Maar omdat ik toch niet veel puf heb om nog te internetten, stel ik dat maar uit tot morgen.

WOENSDAG 1 APRIL

Om nog op tijd bij het ontbijt te zijn heb ik de wekker om 9 uur gezet. Maar ik ben al eerder wakker en geniet nog even van de  ochtendsluimer tussen waken en slapen. Dan spoel ik onder de douche de nacht van mijn af, hang het bordje ‘kamer opmaken’ aan de deurknop en ga naar beneden.

De meisjes die in de eetzaal bedienen zijn ronduit ongeïnteresseerd. Het theewater is koud, de plateau’s worden niet aangevuld en er is geen yoghurt. Het ontbijt kost € 7,15 en ik besluit voor dat bedrag mijn eigen feestje te bouwen. Ik laat heet water aanrukken en componeer een bordje met gesmoorde bloemkool/wortel, komkommersla, twee spiegeleieren en een zelf (lekker bruin) getoast boterhammetje. Orangeade uit de (bijna lege) dispenser erbij en als afronding nog een halve pancake met marmelade. De koffie neem ik mee naar de lobby.

Daarna vraag ik hulp voor de internetverbinding. Een jongen wordt erbij gehaald en na enig geworstel komt het toch voor elkaar. Althans: in de lobby. Nu nog kijken of ik boven in mijn kamer de laptop ook online krijg. Hm, mijn kamer is nog niet opgemaakt. En de wifi doet het hier niet.  Nou dan eerst maar weer naar beneden en in de lobby werken. Gelukkig hebben ze daar lekkere zachte banken en fauteuils. En het is er redelijk koel.

Om mijn lijf weer even te bewegen ga ik tegen half twee in het (lege) zwembad een paar baantjes trekken – nu de zon daar nog schijnt. Tijdens het aankleden daarna bedenk ik dat het een goed idee is om eerst de gestalde bagage maar eens op te halen en in alle rust de koffers opnieuw in te pakken. Met de cadeautjes die ik in Bhutan heb gekregen en de uitbreiding van mijn garderobe op Koh Tao heb ik intussen meer gewicht bij me dan toen ik vertrok. Om met de grote koffer onder de 20 kg te blijven moet ik daarom alles wat zwaar is in het cabinekoffertje kwijt zien te raken. Ik begin dus met wat er nu in de grote koffer zit op mijn bed uit te spreiden en te sorteren.

Dan ga ik op weg naar beneden om het cabinekoffertje en de twee tassen op te halen die ik hier heb geparkeerd toen ik naar Koh Tao ging. Maar in de gang word ik onderschept door één van de kamermeisjes: of ze mijn kamer op mag maken. Shit, nu liggen net al die spullen op mijn bed. Kan het niet later? Moeilijk, moeilijk… OK, just a moment. Ik smijt alles weer terug in de koffer en neem mijn laptop mee naar beneden. Eerst maar wat e-mailen in de lobby dan.

Er is een appje van Jeanette van Amerongen, met wie ik vorige winter door Laos ben gereisd en die ook heeft meegedaan met een deel van de Bali-workshop.  Zij werkt op de intensive care van een ziekenhuis in Utrecht. Vorige week had ze me laten weten dat de pijn in haar bovenrug waar ze al een tijdje last van had veroorzaakt blijkt te worden door een (naar het zich liet aanzien goedaardige) tumor aan de binnenkant van haar ruggengraat. Nu liet ze weten dat het gezwel toch kwaadaardig lijkt te zijn en dat ze vandaag geopereerd gaat worden. Gedver. Tussen acht en elf. Ik reken even om naar de tijd in Thailand. Dat is over een kwartier! Ik app dus terug dat ik aan haar zal denken en wens haar overgave en vertrouwen.

Vervolgens stuur ik het nieuws door naar de Nederlandse Bali-deelnemers  met de suggestie om haar wat bemoedigende en helende energie te sturen.

Dan is Willem (Gosselt) online die opmerkt dat mijn reizen voortaan toch wat anders verdeeld moeten worden, want deze is echt te lang. Ik glimlach om dit indirecte blijk van genegenheid en voel een warme gloed rond mijn hart. We maken een lunchafspraak voor Goede Vrijdag.

Vaag dringt het tot met door dat er al die tijd om me heen een colere-herrie is geweest van een kudde Chinezen die in de lobby is neergestreken. Nauwelijks iets van gemerkt… Leve de singlepointedness!

Inmiddels is mijn kamer vast wel klaar, dus ik haal bij de receptie de gestalde bagage op en ga aan de slag met het herpakken. Na anderhalf uur ben ik tevreden met het resultaat: de grote koffer weegt 19,9 kg en de kleine 8 (5 is geloof ik het maximaum, maar de handbagage wordt doorgaans niet gewogen.

Met een Heineken installeer ik mij nu weer gezellig in de lobby (die nu leeg is), ditmaal om mijn blog bij te werken en nog wat plaatjes te uploaden. En tegen half zeven bestel ik in de kantine mijn vertrouwde Kaw Pad, rijst met groenten. Die is hier heel lekker, moet ik zeggen.

De rest van de avond ben ik verzonken in geschrijf. Nog even is er een onderbreking van een familie die zit te wachten op Opa, die elk moment kan aankomen. Het is een Engelsman die in Australië woont met zijn Thaise vrouw, die al twee kinderen had en nu nog een kleintje van een jaar of twee erbij heeft van hen beiden. Opa, die kersvers uit England aankomt, heeft dit kleinkind nog nooit gezien, dus dat is spannend! Morgen gaan ze met de hele bubs naar de ouders van de vrouw hier in Thailand.

Het jongetje is druk en doodmoe en jengelig. Maar hij moet natuurlijk nog even opblijven totdat Opa hem heeft gezien… Dus Pa houdt hem manmoedig bezig en droogt zijn tranen als hij zich heeft gestoten en een keel opzet. Moeders ziet er uit of ze het wel een beetje gehad heeft en laat het allemaal maar over zich heenkomen.

Na het weerzien bij de receptie verdwijnen ze allemaal naar hun kamers en keert de rust in de lobby weer. Ik bestel nog een orange juice (die hebben ze hier niet vers maar  uit pakken, barstensvol met suiker, maar hij smaakt me prima) en ben dan nog tot half twaalf verdiept in mijn schrijfsels. Ik zeg de mensen achter de balie gedag en maak mij op voor (voorlopig) een laatste nacht met airco.

De wekker zet ik op acht uur. Dan heb ik nog tijd om rustig te douchen, te ontbijten en een laatste blik op mijn mail te werpen.

Eenmaal in bed tussen alle kussens verdeel ik zo’n twee uur lang mijn aandacht tussen de film van mijn gedachten, mijn nog steeds jeukende rug (lekker krabben, maar niet te hard) en het besef van lekker liggen – totdat de slaap het overneemt.

 

DONDERDAG 2 APRIL

Om kwart voor acht word ik wakker. Hm, nog even tijd dus voor wat yoyo-yoga om het stijve lijf wat te versoepelen. Straks in het vliegtuig zit ik 13 uur gekluisterd aan mijn stoel.

In de kantine is het druk. De meisjes zien er nog steeds ongeïnteresseerd uit, maar zijn nu wel wat actiever en de plateaus worden regelmatig aangevuld. Ineens realiseer ik me weer dat wat ik waarneem niet los staat van mijzelf: ik ben het die geen interesse toont in de meisjes. Die hier toch maar dag in dag uit van zes tot tien en dan daarna weer vanaf 11 uur stand-by moeten zijn voor die doorlopende stroom vretende mensen die alleen maar eisen stellen of wat te mekkeren hebben en ze verder niet zien staan.

Met een goed geslaagd spiegelei op mijn bord tik ik op de glaswand die de kantine van de keuken scheidt. Een vrouwtje schuift het raam open en kijkt me vragend aan. Ik steek mijn duim op, wijs naar het spiegelei en zeg: ‘Very good!’ Ineens verandert de sfeer. De vrouw glimlacht breed en de rest van de bediening – die dit kennelijk heeft meegekregen – knikt me vriendelijk toe. En als ik even later vertrek en mijn hoofd nog even om de hoek van de keuken steek, zwaaien ze me allemaal na.

Ik haal mijn koffers op en ga in de lobby nog een half uurtje online, totdat om iets voor tien de minibus klaarstaat.

Behalve ik zit er nog één man in. Die had was me in de kantine al opgevallen, omdat hij nogal lang was en wat moeilijk liep. Ik ga naast hem zitten en stel me voor. Hij blijkt Edward te heten en blijkt een Nederlander te zijn. Maar hij woont en werkt in Maleisië. Nu gaat hij de Paasdagen bij zijn kleinkinderen in Gouda doorbrengen. Zijn vrouw is daar al en zij  zingt morgen in de Mattheus Passion, waar hij zich op verheugt.

Ik vraag hem hoe hij zo in Maleisië terecht is gekomen. Nou dat is een heel verhaal, maar het komt er op neer dat hij indertijd nadat Pim Fortuin wat vermoord een tijdje minister was. En de politieke sfeer in Nederland was in die tijd zó gespannen en vijandig, dat hij zich daar niet meer lekker voelde. En gelukkig wilde zijn vrouw wel mee-emigreren.

Dan zijn we al bij Suvarnabhumi airport aangekomen. We wisselen visitekaartjes uit en dan gaat hij naar de KLM- en ik naar de Eva Airlines-balie om in te checken. Dat gaat vlot, evenals de security check. De lange rijen komen pas in zicht bij de paspoortcontrole. Ik haal mijn iPad met Osho maar eens uit mijn schoudertas en zo verdwijnt de wachttijd.

Mijn laatste Bahts spendeer ik bij een gezellig zitje aan een Heineken en een Thaise Papaya-salade – die ik niet echt lekker vind en dus maar voor de helft opeet. En dan koop ik nog wat wierook en zeep, die ik met mijn laatste dollars kan betalen.

Het boarden gaat ook soepel en met slechts een kwartier vertraging gaan we met de grote Thaiwanese kist van Eva Air de lucht in. Drie keer drie stoelen op een rij. Hoewel ik een raamplaats heb, zie ik weinig want ik zit boven de brede vleugel. Naast me zit een Thaise vrouw met haar zoon van 14. Drie maanden nadat hij geboren was kwam haar man om bij een motorongeluk. Dat zette haar hele wereld op z’n kop. Vijf jaar geleden ontmoette ze een Nederlander, met wie ze nu in Amsterdam woont en een dochtertje heeft. Haar zoon woont nog in Thailand, maar komt nu voor het eerst met haar mee naar Nederland.

Al gauw komen we in een heftige turbulentie terecht. En dat blijft zo ongeveer de eerste vijf uur zo. Als het schudden erg is hoor ik onder mij (bij de ingetrokken wielen?) af en toe klonk-klonk, wat het nog enger maakt. Ik heb dus flink wat werk aan het toespreken van mijn lijf, dat vrijwel voortdurend de neiging heeft om in angstkrampen te schieten, die uiteraard nergens toe dienen.

Er is een groot aanbod van muziek en films. Ik kijk een stukje naar ‘Catch me if you can’ en een sprookjesmusical film met Meryl Streep, maar beide kunnen me niet boeien. Na een dutje en wat werken aan deze blogtekst probeer ik de Pinguins van Madagascar. Supersnel maar wel leuk en mooi gemaakt. Dus die zie ik tot het eind.

Inmiddels is het vijf over vier in Nederland en we komen om 20.40 aan op Schiphol. Dus nog viereneenhalf uur te gaan. We zitten ergens boven het Midden-Oosten, Bagdad ligt net achter ons, Amman komt eraan.

Ik heb een extra dekentje gevraagd want ik heb koude voeten. Dat wordt straks thuis met een kruikje naar bed…. Het regent in Nederland en de temperatuur is 9 graden overdag en ’s nachts kan het 2 graden vriezen. Wat een overgang…

Toch is het fijn om weer naar huis te gaan en het leven daar weer op te pakken. Zeker met het vooruitzicht dat ik in augustus weer ga reizen. Ditmaal naar naar Canada: twee weken geleden kreeg ik van Eline Kirova, één van de deelneemsters aan de Bali-workshop, een uitnodiging om in Montreal een paar workshops en wat sessies te komen geven.

De laatste twee uur vliegen voorbij dankzij een film die ik vind over mensen in en om het Cirque dus Soleil: ‘Grazing the Sky’. Prachtig en fascinerend.

Met twintig minuten vertraging komen we aan op Schiphol. Henk had aangeboden om mij te komen ophalen, maar ik geef er de voorkeur aan om in mijn eigen tempo de koffer op te halen, warme kleren aan te doen en de trein naar Arnhem te pakken. Dus nu komt hij mij van het hoofdstation oppikken. Ik moet dan wel even een telefooncel opzoeken of iemand zijn mobieltje lenen om de aankomsttijd door te bellen: mijn eigen Samsung is immers niet te gebruiken vanwege de zoekgeraakte SIM-kaart…

Er is geen rechtstreekse trein naar Arnhem, dus ik moet in Utrecht overstappen. Op het eerste traject heb ik een leuk gesprek met twee medereizigers, Adriaan en Mark, over Bhutan. Adriaan is een beetje aangeschoten en verontschuldigt zich herhaaldelijk over het feit dat hij een paar biertjes op heeft. Tja, het is Witte Donderdag en er komen een paar vrije dagen aan…

Op het tweede traject zit ik naast een meisje dat mij wel even haar mobiele telefoon wil lenen. Net heb ik Henk mijn aankomsttijd doorgebeld als de trein – even na Ede/Wageningen – stil staat. Er wordt omgeroepen dat we ergens tegenaan zijn gereden en dat de machinist op onderzoek gaat. Oh nee toch… Ooit heb ik meegemaakt dat de trein waarin ik  zat over iemand heen reed die zich ervoor had geworpen (een akelig geluid van een lichaam dat door de kiezelstenen rond de rails wordt gesleurd – dit geluid hoorde ik overigens nu niet). Het duurde wel twee uur voordat de politie alle resten had verzameld in plastic zakken en we weer verder konden rijden.

Ik maak dus nog een keer gebruik van het mobieltje van mijn buurvrouw om Henk te zeggen dat ik geen idee heb wanneer we aankomen. Maar een paar minuten laten komt het bericht dat alles in orde is en we weer verder kunnen rijden. Weer bel ik Henk en dan duurt het geen tien minuten meer voordat wij elkaar iets over elven kunnen omarmen op Arnhem Centraal.

We rijden naar zijn huis, waar het houtkacheltje brandt (heerlijk, want het is hier erg koud vergeleken bij Thailand) en we tot half twee bijpraten onder het genot van een rood wijntje. Dan brengt hij mij naar huis en helpt me met de bagage.

Oh… wat is het fijn om weer thuis te komen… en wat ziet het huis er schoon en opgeruimd uit… Frouke – die ik niet meer zie omdat ze al bij haar schoonouders in Amerongen zit en morgen naar Frankrijk rijdt) heeft zelfs mijn bed opgemaakt. In de huiskamer vind ik een paar kindertekeningen van Samuel.

20150403_094618

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En op de tafel staat een bos rode rozen van Sangito.

20150403_094138

 

 

 

 

 

 

De post is keurig gesorteerd – en in de Arnhemse Koerier van deze week staat warempel een stukje over de Flowering introductie-avond van a.s. woensdag. Dan heeft mijn persbericht vanuit Thailand toch gewerkt!

20150403_100506

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik pak mijn koffers voor een deel uit en neem een hete douche. Dan kijk ik in mijn knusse bedje nog even naar mijn e-mail en laat mijn WordFeud tegenspelers weten dat ik goed ben aangekomen. Zo wordt het toch nog kwart voor vier voordat ik de wekker zet (op tien uur, want om elf uur komt mijn schoonmaakster Marieke mij helpen met uitpakken en ‘landen’) en onder zeil ga. Ik slaap als een roos.

 

GOEDE VRIJDAG 3 APRIL

Met Marieke ga ik naar ‘Goed’ voor een koffie met gebak, voordat we aan de slag gaan met uitpakken en opruimen.

20150403_113402

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20150403_113345

 

 

 

 

 

 

En om kwart over één komt Willem mij ophalen voor een heerlijke lunch bij Caspar. Daarna doe ik wat telefoontjes (onder andere spreek ik af met Rinus van Warven, die mij uitnodigt voor een interview a.s. woensdagochtend, waarna we het meteen kunnen hebben over mijn talkshow plannen). En dan is het de hoogste tijd voor een jetlag dutje. Tegen half acht ben ik weer wakker en stap ik op mijn fietsje om te kijken of ik bij de Mediamarkt een nieuwe witte draadloze telefoon voor mijn vaste lijn kan vinden. Een half jaar geleden heb ik een goedkoop setje gekocht bij de KPN-winkel, maar dat was zwart – en de tekst in het display bleek vrijwel onleesbaar. Ik kwam er dan ook steeds maar niet toe om de telefoonnummers in te voeren. Rigoureus besluit ik nu om deze set af te schrijven. En waarachtig: Bij de Mediamarkt vind ik een (goed leesbaar en zeer betaalbaar) wit exemplaar helemaal naar mijn zin. Deze telefoon kan draadloos de ingevoerde nummers overzetten naar de tweede handset.

Tevreden over mijn impulsieve actie fiets ik de Steenstraat in om een hapje te gaan eten bij Kwong Chow, mijn ‘huiskamer-chinees’. Maar die blijkt dicht te zijn op Goede Vrijdag. Dan maar naar Metropole aan de overkant. Om ter afronding van mijn (voornamelijk vegetarische) reis mijn carnivoor maar  weer eens uit te laten: ik trakteer mezelf op een lekkere Bavette (lendenbiefstuk) met aubergine-puree, sperzieboontjes, peultjes en goed bruin gebakken frieten. Het is druk en gezellig daar en ik geniet op mijn gemak van weer in Arnhem te zijn.

Thuis wil ik nog even naar het nieuws van tien uur kijken om te zien  hoe het met de wereld is, maar ik kom terecht in een programma met ‘Popie-Jopie’ André Rieux in Wenen en laat me graag meeslepen door zijn aanstekelijke enthousiasme. Dan wordt het dus het nieuws van twaalf uur, dat weinig verheffends heeft te melden.

Lekker slapen dus. Maar eerst pak ik mijn nieuwe telefoon-set uit, plaats de batterijen, bevestig de snoeren en sluit hem aan op het net. Dan kan ik morgen meteen beginnen met het invoeren van de telefoonnummers…

 

ZATERDAG 4 APRIL

Om half zeven ben ik alweer wakker. Het is nog schemerig en het regent. Ik wil meteen aan de slag met de telefoon. Maar de A5- handleiding heeft hele kleine lettertjes en zelfs met een leesbrilletje kan ik de 23-pagina tekst nauwelijks lezen. Dus doe ik mijn ochtendjas aan en ga naar boven naar het kantoortje. Kijk, ik heb nog een all-in-one printer/copier! Ruim een uur ben ik bezig met het vergroten van alle pagina’s naar A4 en het maken van een mooie leesbare handleidingmap met plastic hoesjes.

Tevreden ga ik weer naar beneden. Zal ik nog even gaan slapen? Nee, eerst de rozen bijsnijden want een paar dreigen het kopje te laten hangen. Dan  douchen en ontbijten. Er zijn nog eieren en boter in de koelkast. In de voorraadkast vind ik rijstwafels,  ontbijtkoek en bitterkoekjes. Beschuit is er ook en een cupje aardbeienjam. Evenals English breakfast tea, honing, tahin en coffee creamer. Koffie heb ik nog over van de reis. Straks ga ik wel boodschappen doen (ik krijg morgen op eerste Paasdag een logee), maar voor nu heb ik meer dan genoeg.

Als ik me uitgebreid tegoed heb gedaan aan de overvloed, nestel ik mij weer in bed en begin met het invoeren van de telefoonnummers. Ah, dit display is helder en duidelijk!  En wat leuk om te doen! Als de belangrijkste nummers er instaan bel ik een van mijn dierbaren, Aloys, de vader van Willem, om te vragen of hij zin heeft om met Selma en mij naar de film ‘Still Alice’ te gaan in Focus. Een prachtig en aangrijpend document over een vrouwelijke professor in de linguïstiek die Alzheimer krijgt. Ik krijg zijn antwoordapparaat en spreek mijn bericht in.

Dan wijd ik mij aan mijn to-do-lijst. Er staat weer heel wat op het programma en het is zaak om helder te krijgen welke dingen de hoogste prioriteit hebben. Het werkt goed om gewoon alles wat er in mijn hoofd opkomt zonder onderscheid op te schrijven en daarna te rangschikken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Interview over de Dood met Marja Oosterman

Yoyo in gesprek met  Marja Oosterman (http://oosterzon.org/) over leven en dood, naar aanleiding van de muurschildering ‘Seizoenen’ die Yoyo maakte in de voormalige St. Janskerk in Arnhem. Deze kerk is getransformeerd tot ‘Memorarium’: de eerste overdekte urnenbewaarplaats van Nederland.  Zie: https://www.youtube.com/watch?v=jFaOx74jXhM.

Het interview is gepubliceerd in het herfstnummer 2014 van het kwartaal ‘Vruchtbare Aarde – Voedsel voor de Ziel’

 

Schetsontwerp St. Jan

 

Naar aanleiding daarvan stelde Marja voor om een gesprek te hebben over de dood. Wil je het zien en horen, volg dan deze link: https://www.youtube.com/watch?v=jFaOx74jXhM.

 

Marja Oosterman

yoyo