2018-02-18 Phils

ZONDAG 18 FEBRUARI 


Een nieuwe dag – en de zon schijnt…

Als ik om half negen wakker word en mijn e-mail check is er een bericht van iemand uit die graag diep lichaamswerk wil komen doen en een afspraak wil maken voor 19 maart. Tegen dat ik haar heb geantwoord – en ook nog even mijn aankomsttijd in Manila op 21 februari heb doorgegeven aan de Sea Residences waar ik overnacht voordat ik naar Caticlan vlieg) – is het kwart voor tien.

Douchen dus zonder yoyoyoga en op naar het ontbijt.

Het is vol in het pijpenlaadje van de Orange Gecko. Twee koppels en drie kleutertjes zorgen voor een levendige energie..

Ik vind nog een plekje en bestel vandaag bij mijn thee, fruit en omelet maar eens rijst met stirfried veggies en cashewnoten. Dan kijk op Google maps of er een strandje in de buurt is op loopafstand. Ik wil er wel even uit voordat ik verder ga met mijn video-avonturen.

Nee, dat wordt minstens een half uur per tricycle (het gangbare vervoermiddel hier in Puerto Princesa), zie ik
Als Kailo komt met mijn uitgebreide ontbijt, is iedereen inmiddels vertrokken.

 

 

 

 

 

 

Wat een rust… Een trage blues speelt zachtjes op de achtergrond. De palmen buiten in de zon deinen mee op een zoel windje dat ook hier binnen door de ruimte waait en samen met de fan zorgt voor een aangename koelte.

Ik mijmer over het wonder van de manifestatie en alles wat leeft. Over hoe de ingrediënten van dit ontbijt op raadselachtige wijze worden omgezet in bewegingen, handelingen, gevoelens, gedachten en… excrementen van iets wat zich ‘Yoyo noemt, die op hun beurt weer een voedingsbodem vormen voor nieuw leven.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan komt Karen beneden. Gisterenavond vroeg ze of ik meeging naar een party in een bar (de hele familie ging uitgedost uit). Maar ik had niet zo’n zin in lawaai en drukte. Nu hoor ik dat haar partner Bebot daar gezongen heeft (hij is een professionele zanger en zij is indertijd op hem verliefd geworden toen ze hem on stage zag; hij treedt elke zaterdagavond op). Ach, wat jammer nou… Als ik dat geweten had, was ik zeker meegegaan!

Maar als ik Bebot even later zie, hoor ik dat ik nog een herkansing krijg: dinsdagavond is hier in Lala Panzi een jam-sessie met lokale muzikanten waarvoor ik van harte word uitgenodigd (ik zit dan al in Floral Villarosa, hiernaast, waar ik morgen naartoe verhuis).

Karen weet  mij intussen te vertellen dat er wél een strandje in de buurt is: 10-15 minuten lopen van hier. Nou, dat ga ik zo maar eens doen, voordat hier straks een invasie van 15 Japanners komt voor de lunch…

Het  wordt met wat getuttel, wat geschrijf een tukje en een paar gesprekjes uiteindelijk half vier voordat ik richting strandje ga.

Een plezierige wandeling van een kwartier langs schaduwrijke straten en zandpaadjes.. Op het strand een paar overdekte zitplekken van bamboe met afdakjes van gedroogde palmbladeren. Een tentje waar ze drankjes verkopen. En voornamelijk locals met kinderen die de verkoeling (nou ja, verkoeling…) van het water zoeken. Het is eb, dus de zee is ver weg en je moet een eindje lopen voordat je in zwembaar water bent. Een dikke Amerikaanse moeke past intussen op mijn kleren en tasje.

Gewichtloos drijvend op mijn rug met boven mij  het blauwe uitspansel met naar het zuiden wat cirrocumulus wolkjes laat ik alle gedachten los en verdwijn weer even uit de tijd.

Als ik verzadigd ben  van de leegte haal ik een San Miguel light en een zakje tortilla chips met barbecue flavour (naturel daar doen ze hier niet aan) bij de snackbar, installeer me onder een afdakje en kijk rond naar het leven wat zich hier afspeelt. Families klitten samen, beatmuziek klinkt uit een meegenomen luidsprekerset, verliefde stellen lopen hand in hand; jongetjes werpen ich op surfplankjes, ouders leren hun kleutertjes dansen (daar zijn die kleintjes goed in) en oma’s kijken glimlachendtoe.! families met oma’s, babies en kleuters.

Ik deel mijn chips met een klein meisje en een paar honden.

Daarna wandel ik weer richting huis. Halverwege biedt een tricycle driver zijn diensten aan. Ach, waarom ook niet,,, Voor 20 pesos zet hij mij af bij Lala Panzi waar ik een lekkere douche neem en beneden hier en daar een praatje maak.

Ah, ik wil nog een foto nemen van Antonio… Antonio is de halfbroer van Bebot, een kind van zijn moeder en een aboriginal vader. Klein, tenger, ontwapenend onschuldig en met kleine pretoogjes. Hij praat met niemand want hij kent alleen zijn tribal taal. Hij helpt af en toe wat mee en zit veel in het open portaal bij de ingang van het huis, waar hij prompt komt aandragen met een paraplu als het regent en ik even een boodschap moet doen.

Afwisselend woont hij een paar maanden hier en een paar maanden bij zijn zuster, drie uur hier vandaan.In ons oogcontact voel ik een warme hartsverbondenheid – en in het voorbijgaan is er die glimlach van herkenning en houden we af en toe even elkaars hand vast.

Hij zit nu bij het zwembad samen met Bebot knoflook fijn te snijden voor de keuken. Ongemerkt schiet ik een paar plaatjes. Dan noem ik hem bij zijn naam, hij kijkt op en ja… daar is weer die verrukkelijke glimlach…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na een mango juice in de bar rond half zeven ga ik weer naar mijn kamer, want ik vind het nog te vroeg om te eten.

 

 

 

 

 

 

 

Ik correspondeer via Whatsapp met mijn Saoedi-Arabische medepassagier Abdul van de vlucht Manila-Palawan over een mogelijk bezoekje aan het mini-eiland Christal Cove bij Boracay, dat hij mij van harte aanbeveelt als ik van Manila daar naartoe vlieg de 22ste. Het is het privé-bezit van een kunstenaar (die daar heel veel van zijn werk heeft verspreid), en blijkbaar nog redelijk onbedorven.

Omdat ik toch de ferry van 15.00 uur naar Bulalacao niet haal die dag, en het eiland maar 20 minuten varen is vanaf Boracay, is het een optie dat ik daarheen ga en een nachtje blijf slapen voordat ik doorreis mijn vrienden Peerke en Leny in Bulalacao. Abdul wil wel een gids regelen die hij al 12 jaar kent en die inmiddels een goede vriend is geworden.

Zelf is hij de 16de al weer naar Saoudi-Arabië gevlogen.

Ik vergeet helemaal de tijd en het is al half tien als ik beneden ga vragen of ze nog een hapje voor me willen klaarmaken. Karen is net bezig de tent te sluiten, maar samen met Kailo tovert ze toch nog een bordje rijst met geroerbakte groenten en een spiegelei voor me op de bar. In afwachting geniet ik langzaam van een gin-tonic.

En tja… daarna nog een paar mailtjes en het bijwerken van dit blog – en dan is er een dag voorbij gegaan zonder dat ik aan mijn nieuwe videoprogramma ben toegekomen…

Morgenochtend maar dan. Of morgenmiddag, als ik op mijn nieuwe stek zit.
Mijn gegeeuw maakt me duidelijk dat het tijd is om me op te krullen…