Reisblog Verre Oosten 2

Omdat in het vorige blog geen ruimte was voor meer tekst en foto’s, ga ik hier verder met de laatste drie dagen in Singapore.

 

Zondag 24 maart

De dag van de Golden Door Awards Ceremony begint met een intiem ontbijtbuffet met zeven deelnemers in één van Tahira’s lievelingsrestaurants.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De middag breng ik door in het hotel met schrijven, zwemmen en een catnap.

Om vier uur appt Tahira dat ik mee kan rijden naar de Cricket Club, waar de ceremonie vanavond plaatsvindt.
Zij moet zich bezig houden met het ontvangstcomité dus ik moet dan wel  een uurtje wachten totdat om 17.30 de andere gasten komen . Ik vind dat geen bezwaar, want dan kan ik alvast een kijkje nemen in dit mooie our-Engelse gebouw met veel donker glanzend houtwerk – en vanaf het terras wat foto’s nemen van de skyline, met de meest gevarieerde architectonische hoogstandjes.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De prestigieuze Cricket Club is in 1852 opgericht in de Engelse koloniale tijd. Tot op de dag van vandaag worden er regelmatig sporttoernooien gehouden. Daarnaast heeft het gebouw een sociale functie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tahira heeft de Gilmour Room gereserveerd voor het gala-buffet, aanvankelijk voor 100 personen, maar uiteindelijk voor de 50 mensen die daadwerkelijk bij het evenement aanwezig kunnen zijn.

Deze 2-jaarlijkse de Awards Ceremony is één van de activiteiten waarmee zij vorm geeft aan en fondsen werft voor haar Golden Door Eco Societies project, dat al in negen landen van de grond begint te komen.

Er zijn dan ook – naast het kleine groepje intimi die haar vanaf het begin ondersteunen en de internationale deelnemers aan de literatuurwedstrijd – een aantal rijke hotemetoten en Belangrijke Personen uitgenodigd die potentiële investeerders of ambassadeurs zouden kunnen zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Aan elke tafel zijn twee relevante thema’s toegevoegd waarover van gedachten kan worden gewisseld.

 

 

 

 

 

 

 

 

Na de speeches en de discussies kan er gegeten worden. Er is soep vooraf, een ruime keuze aan smakelijke vegetarische en vleesgerechten en heerlijke desserts.

Tijdens de koffie volgt dan de prijsuitreiking. Azmeh uit Amsterdam, die vanwege haar multiple sclerose eerst niet wilde komen maar zich toch door mij en een paar dierbaren liet overhalen om in één weekend op en neer te reizen, blijkt de eerte prijs te hebben gewonnen met haar gedichtenbundel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarna wordt het levendig en heb ik fijne ontmoetingen met een aantal inmiddels bekende en een paar nieuwe mensen.

 

 

 

 

 

 

 

Die middelste is Amalia Lee Wai Ching uit Maleisië. Priesteres, ChiQung leraar en bestuurslid van de World Council for Health, die zich inzet voor de integratie van reguliere en alternatieve gezondheidszorg. Met haar had ik het meeste contact.

Tot slot wordt er nog een ‘officiële’ groepsfoto gemaakt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rond 22.00 uur worden we zo zoetjesaan gemaand om te vertrekken, maar het wordt wel half elf voordat de mensen zich van elkaar los hebben gemaakt.

Op de stoep, als ik met een zucht van verlichting mijn pumps omruil voor mijn sandalen, tref ik een van de juryleden, Rob Salisbury, een van Tahira’s steunpilaren vanaf het begin van haar missie in Singapore, vijf jaar geleden. Hij woont nu in Nieuw-Zeeland en is voor deze gelegenheid overgekomen uit Sydney. Ik ken hem van zijn humoristische bijdragen aan de Ambassadors’ App en ik had me erop verheugd hem te ontmoeten. Maar als mede-organisator was hij de hele avond druk bezet geweest.

Nu krijg ik een  hartelijke bear hug en vertelt hij dat hij mijn boek met veel plezier in drie etappes op verschillende locaties heeft gelezen. Zijn commentaar: “Een wat lange opbouw, een boeiend middenstuk, met de beschrijving van alle beproevingen die je hebt doorstaan, en een van wijsheid getuigend eindinzicht dat doet vermoeden dat je al vele levens op deze planeet achter de rug hebt.”

 

Even later worden Tahira, Roshani en ik naar ons hotel gereden door de Guest of Honour. En dan duurt het niet lang meer voordat ik wegglijd in Morpheus armen…

 

Maandag 25 maart

’s Morgens als ik wakker word is er een appje van Amalia, die vannacht ook haar intrek in ons hotel heeft genomen. Ze vraagt of we elkaar kunnen ontmoeten in de lobby. Dat vind ik leuk, dus na een douche neem ik de lift naar beneden. We praten wat na over de avond van gisteren en ze vertelt mij over haar werk bij de World Council for Health. Ze heeft nog wat correspondentie te doen en ik moet nog het een en ander voorbereiden voor mijn reis terug naar Nederland, vannacht om 01.40 uur, maar ze stelt voor dat we straks samen gaan lunchen. Ik weet niet of ik dat moet doen, want ik heb nog net genoeg Singapore dollars om vanavond de taxi naar de airport te betalen en ik heb niet zoveel zin in nog een ATM operatie. “No problem”, zegt ze, “You’ll be my guest.

En dus wandelen we rond 13.00 uur langs de kade, op zoek naar een geschikte plek. Het wordt een Perzisch restaurant, waar het op dat moment heel rustig is. We nemen een soepje vooraf en dan een heerlijk vegetarisch gerecht met 3 soorten rijst, naan en vijf verschillende smeerseltjes waaronder humus, baba ghanoush en iets met spinazie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er is nog een heleboel over, dus de boys maken een mooi ingepakte doggie bag voor vannacht in het vliegtuig.

’s Middags heeft Amalia nog een meeting die kan uitlopen, maar ze wil me nog wel even zien voordat ik om 22.00 uur vertrek. Zelf neem ik een siësta en als ik daaruit wakker word ga ik nog een laatste rondje zwemmen voordat ik begin met het pakken van mijn koffers. Als ik zo goed als reisklaar ben eet ik nog wat van ons middagmaal, met als toetje het laatste stuk van de grote mango die ik vijf dagen geleden kocht.

Dan komt het bij me op dat het leuk zou zijn Amalia te interviewen als ze straks nog hierheen komt. Mijn boek Sacred Shit is weliswaar niet in de prijzen gevallen, maar het moet nog wel de wereld in. En de beste manier om zo’n lancering in te leiden schijnt het publiceren van podcast te zijn met interviews rond de thema’s van het boek. Ik heb inmiddels met tien Nederlandse interviews het podcasten en redigeren aardig in de vingers gekregen en sta op het punt om te beginnen met een Engelse serie. Dus een gesprek met Amalia is wellicht een goed startpunt.

Even later belt ze via WhatsApp. De meeting is inderdaad uitgelopen en ze kan pas tegen half negen uur hier zijn. Om dan ook nog een interview te doen wordt lijkt haar niet echt haalbaar: ze is doodmoe…

Ik snap het helemaal. Toch zet ik de opname-apparatuur klaar, just in case.

Om negen uur valt ze binnen, helemaal op. Ik zet haar op de enige stoel die de kamer rijk is en geef haar een zachte maar stevige hoofd-, nek- en schoudermassage van 20 minuten. Dat doet wonderen. Ze voelt zich weer helemaal opgeknapt. ‘OK, laten we beginnen met dat interview,”, zegt ze. Ik stel de eerste vraag en dan ontstaat er een organisch en dynamisch gesprek dat na een half uur is afgerond. Dan pak ik mijn laatste spulletjes in en gaan we naar beneden. Ik heb eerder op de avond al uitgecheckt. Wachtend op de Grab-tax neem ik hartelijk afscheid van het receptie personeel, waar ik in de afgelopen dagen ook den warme band mee heb gekregen.

Dan brengen Amalia en de chauffeur mijn koffers naar de auto, een laatste warme knuffel en dan ben ik op weg naar de airport en Amalia naar haar bed…

De chauffeur praat honderd-uit, waardoor het halve uur naar de airport een stuk korter lijkt. Hij zet mij bij de juiste terminal af en daar staat nog niemand bij de check-in, dus mijn grote koffer kan ik meteen kwijt. Er is rolstoelassistentie voor mij aangevraagd maar ik heb nog ruimeen uur voordat die aankomt. Dus maak ik van de gelegenheid gebruik door in de Jewel Mall aan de overkant van de weg op zoek te gaan naar de waterval waarvan Amalia zei dat het een ‘must’ was. Ik vind hem na een tijdje dwalen door de lege gangen (op dit uur van de nacht zijn zo ongeveer alle winkels dicht).

 

Via een soort kunstmatig oerwoud met een aantal zombi-achtige mensfiguren kom ik bij een grote ronde plek, waar de waterval zou moeten zijn.

 

Maar hij is buiten werking, want ze zijn hem aan het schoonmaken.

 

Ik ga een tijdje zitten op de tribunes rondom die plek en oh wonder, plotseling komt er een gigantische kolom van water uit de lucht vallen, even later gevolgd door een waanzinnig muziek- en lichtspel…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blij ben ik dat ik dit spektakel toch nog even heb meegemaakt als ‘Singapore Uitsmijter’.
Dan wandel ik terug naar de airport en installeer ik mij op de plek waar ik om 00.20 uur zal worden opgehaald om naar de boarding gate te worden gereden.

 

Dinsdag 26 maart

Het gigantische vliegtuig vertrekt tien minuten na de geplande tijd en doet er 14 uur over naar Amsterdam, waar we precies op tijd aankomen. Halverwege hebben we 20 minuten lang heftige turbulentie. Dat vind ik altijd een doodenge. Er zou zomaar een vleugel kunnen afbreken, denk ik dan. Maar de kapitein, met wie ik dat deel bij de uitgang als we zijn geland, schiet daarover hartelijk in de lach…

Ook hier staat er weer een rolstoel voor mij klaar. Ik word gedropt bij de bagageband. Van daaruit kan ik weer op eigen kracht verder. Ik moet nog wel lang wachten (omdat ik als eerst was ingecheckt) totdat mijn koffers aankomen, maar dan gaat alles vlot. In de trein naar Arnhem bel ik Frits, die mij rond 11.00 uur bij Arnhem Centraal oppikt. Hij heeft appeltaart en een beker geklopte slagroom gehaald, waar we in mijn knusse huis een lekkere kop koffie bij zetten. Daarna gaan we naar Caspar om de hoek om met een wijntje te klinken om mijn behouden terugkeer in het Arnhemse.

Frits vertrekt dan naar zijn zus in Meppel, waar hij twee weken gaat logeren totdat hij in zijn zojuist gevonden huis in Uddel verhuist. Ik duik mijn bed in en val in een diepe slaap.

Als ik laat i de middag wakker word is er een appje van vriend Aloys: “Al thuis? Zin om morgen mee te gaan naar de film Samsara in Focus?

Ja…. ik ben weer thuis!