Het is zo gemakkelijk en vanzelfsprekend: trouw beloven aan degene met wie je het liefste samen bent. De verliefdheid op en de passie voor deze ene mens trekken je naar het NU en dit nu lijkt een eeuwigdurende staat van gelukzaligheid.

 

Als je elkaar het jawoord geeft – om jezelf ervan te verzekeren dat die gelukzaligheid voorgoed je deel zal zijn – komt het niet bij je op dat jij zult veranderen, dat je geliefde zal veranderen. Dat wij als mens geen statische gegevenheden zijn maar dynamische processen in ontwikkeling. Dat er een moment kan komen waarop je niet begrijpt waarom je ooit je ziel en zaligheid (inclusief je tederheden en je genitaliën) hebt ‘verkocht’ aan die ene.

 

Waar we verliefd op worden is denk ik de vrijheid die we in de ander zien. En als we die ander – vaak zonder het te beseffen – tot ‘bezit’ gaan maken, in een kooitje stoppen, verliest de vogel zijn glans en zijn kleur.

 

Het kan zijn dat je na verloop van tijd lichamelijk niet meer met elkaar spoort. Het kan zijn dat je geestelijk uit elkaar groeit. Het kan zijn dat de emoties die je deelt steeds meer komen te liggen in het gebied van verveling, irritatie, frustratie, teleurstelling of woede. Dat is het moment waarop er ineens een andere ster aan het firmament kan verschijnen. Iemand die na lange tijd die heerlijke gevoelens van verliefdheid weer in je wakker maakt. Die onbekende aspecten van jezelf in trilling brengt en je leven een nieuwe impuls geeft.

 

Maar ja, je hebt je verplichtingen, je huis, je kinderen. En die ene – die je trouw hebt beloofd ‘totdat de dood ons scheidt’. Wat doe je nu? Onderdruk je je verlangens en laat je de nieuwe kans op zelfexploratie voorbijgaan? Ga je stiekem vreemd – waarmee je de afstand tot je partner nog vergroot? Of speel je open kaart, met het risico dat je veilige basis in één keer op z’n kop staat?

 

Polyamorie lovers – mensen die ontdekt hebben dat je van meer dan een mens kunt houden – zijn doorgaans een voorstander van het ‘open kaart spelen’. Zij hebben nog steeds warme gevoelens voor degene met wie ze tot dan toe hun leven hebben gedeeld en met wie ze een huishouding voeren en mogelijk ook kinderen opvoeden. Wat hen betreft hoeft de verbintenis niet verbroken te worden.

 

Voor degene die geconfronteerd wordt met een partner die verliefd is geworden (en die zelf geen ander lief heeft of zelfs maar ambieert) ligt het echter vaak anders. De angst slaat toe. ‘Waar blijf ik? Ik was toch de enige? Kom ik straks alleen te staan? Hoe moet dat met de kinderen? Wat als er uit die nieuwe verbintenis ook kinderen geboren gaan worden? Als mijn partner een geslachtsziekte oploopt?’ De geborgenheid die de trouwbelofte suggereerde staat ineens op de tocht…

 

Het is een hele uitdaging om open en eerlijk met elkaar hierover in gesprek te blijven. Door de trouwbelofte – die monogamie impliceert! – kan de partner zich (terecht) verraden voelen. En ook al hoeven de nieuwe ontwikkelingen niet altijd op een scheiding uit te draaien, soms zal het nodig blijken om die trouwbelofte te herzien of te ontbinden, opnieuw te bekijken wat je elkaar wel en niet te bieden hebt en tot overeenstemming te komen met betrekking tot de verplichtingen die een gezamenlijke huishouding en het hebben van kinderen met zich meebrengen.

 

Maar als je er samen uit komt – waarbij ook ruimte is voor de emoties die de ontstane situatie onvermijdelijk met zich meebrengt – kan het een verrijking betekenen voor alle betrokkenen en de toegang openen tot hele nieuwe dimensies van liefde en vriendschap. Want uiteindelijk is – zoals ik het zie – de relatie geen doel op zich, maar een middel tot het groeien naar onvoorwaardelijke liefde: voor jezelf en voor anderen.

 

Overweging: misschien kan er een heleboel narigheid, verwarring en teleurstelling worden voorkomen als we een cruciaal onderdeel van de gangbare trouwbelofte veranderen in: ‘Ik beloof je dat ik je trouw zal zijn – totdat ik geleerd heb hoe ik trouw moet zijn aan mijzelf.’ Of: ‘Met mijn jawoord beloof ik je dat ik te allen tijde trouw zal zijn aan mijzelf en eerlijk naar jou – en ik roep jou hierbij op als getuige en geheugensteun’.

 

Yoyo