Datum, tijd, locatie

a:8:{s:8:”location”;a:1:{i:0;a:1:{i:0;a:3:{s:5:”param”;s:9:”post_type”;s:8:”operator”;s:2:”==”;s:5:”value”;s:6:”agenda”;}}}s:8:”position”;s:15:”acf_after_title”;s:5:”style”;s:7:”default”;s:15:”label_placement”;s:4:”left”;s:21:”instruction_placement”;s:5:”label”;s:14:”hide_on_screen”;a:8:{i:0;s:7:”excerpt”;i:1;s:10:”discussion”;i:2;s:8:”comments”;i:3;s:6:”author”;i:4;s:6:”format”;i:5;s:15:”page_attributes”;i:6;s:4:”tags”;i:7;s:15:”send-trackbacks”;}s:11:”description”;s:0:””;s:12:”show_in_rest”;i:0;}

Yoyo’s (online) praktijk ’t Laborint

Voorlopig alleen on-line sessies.

Zolang de contactberoepen geen praktijk mogen voeren geeft Yoyo alleen online consulten (1,20 per minuut).

Zodra door de overheid het groene licht weer wordt gegeven, kunnen weer afspraken gemaakt worden voor live sessies (via [email protected] of 06-22492501), met inachtneming van de noodzakelijke protocollen.

Yoyo’s  sessies dragen bij aan ontspanning van lichaam en geest, gemoedsrust, zelfinzicht, humor, levensvreugde en zingeving.
Zij brengen verlichting bij o.a. (chronische) spanningen, existentiële angst/onvrede, onverwerkte emoties, depressie en burn-out.
Ook kunnen ze bijdragen aan het oplossen van relatieproblemen en werkgerelateerde issues.

Voor feed-back van cliënten zie https://www.yoyo.nl/mensen-over-yoyo/.

Tarieven live counseling en lichaamsgeoriënteerde sessies (inclusief 21% BTW)

  • 1 uur: € 95,-
  • 1,5 uur: € 140,-
  • 2 uur: € 180,-

Een ‘warming-up’ van 20 minuten met koffie/thee wordt niet in rekening gebracht. Duren de gesprekken langer, dan geldt daarna het counseling-tarief.

Online inspiratie-avonden

Naast haar individuele sessies presenteert Yoyo via Zoom maandelijkse inspiratie-avonden voor groepen (zie agenda).
Via deze link kun je je voor de verschillende online activiteiten inschrijven.

Informatie en boeking: [email protected].

 

Yoyo’s verhaal over synchroniciteit in mei/juni-nummer van ‘The Optimist’

The Optimist (voorheen Ode) plaatste in het  themanummer van mei/juni 2019 over synchroniciteit dit verhaal (‘Pelgrim’) uit Yoyo’s boek ‘Bloeien in de Bagger (https://www.yoyo.nl/bloeien/). 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is 2001. Twee jaar geleden ben ik vanuit mijn huis begonnen met een kleine school voor levenskunst, waarin ik al mijn kennis en ervaring (die inmiddels is uitgebreid met emotionele integratie, energiewerk en mindshifting) heb gebundeld tot een programma voor bewustwording, zelfontplooiing en talentontwikkeling. De eerste try-outs zijn afgerond, de groepen beginnen te lopen, een paar enthousiaste vrijwilligers dienen zich aan en ik investeer alle inkomsten in het opknappen en mooi maken van de plek.

Vlak voor de zomervakantie krijg ik een telefoontje van mijn boekhouder, die mij erop attent maakt dat ik met die investeringen wat te voortvarend ben geweest. En ik heb geen rekening gehouden met het feit dat er in de zomermaanden vrijwel geen inkomsten zullen zijn, terwijl de overheadkosten gewoon doorgaan.

Kortom: hij verwacht dat wij het herfstseizoen zullen beginnen met een tekort van zo’n Hfl. 16.000. Ik ben met stomheid geslagen.

Op het moment dat ik dit bericht krijg, sta ik op het punt om een sessie te beginnen met een cliënte uit Schiedam, die al geruime tijd maandelijks therapeutische massages komt halen: een ex-non van bijna 80, die mij had gezien in een TV-programma met Maarten Spanjer over aanraking en zich toen realiseerde dat zij haar hele leven nog nooit liefdevol was aangeraakt.

Ik vraag haar om even in de behandelkamer te wachten. Ik moet eerst mijn hart luchten bij een goede vriendin voordat ik haar een behandeling kan geven.

Als zij na de sessie weer naar huis is dringt de rampzaligheid van de financiële situatie langzaam tot mij door. Gaan we na twee jaar al failliet? Was het toch maar een droom? Hoe krijg ik dat gat van zestienduizend gulden gedicht? Er is geen bank die fiducie heeft in een fragiel project als dit. En rijke vrienden van wie ik kan lenen heb ik ook niet.

Ik trek de telefoonstekkers en de deurbel eruit, en duik mijn bed in. Daar huil ik mijzelf in slaap. Twee dagen ben ik ten prooi aan zelfverwijt, machteloze woede en wanhoop. Dan geef ik het op. Ik weet gewoon niet hoe het verder moet.

De derde dag sta ik op en neem een douche. Ik plug de telefoonstekkers en de deurbel er weer in. Er staat in ieder geval nog geen deurwaarder op de stoep.

Ik besluit te beginnen met mijn kantoor maar eens op te ruimen. Daarna zien we wel verder.

Dan gaat de telefoon. Het is mijn cliënte uit Schiedam. Of ze vandaag nog even naar Arnhem kan komen. Wat is er aan de hand? We hebben pas een afspraak voor volgende maand. Is er iets misgegaan in onze sessie van een paar dagen geleden? Kan ze het niet door de telefoon zeggen? Nee, ze moet mij onder vier ogen spreken.

Als ze een paar uur later aankomt, gaan we naar de behandelkamer. Daar opent ze haar handtas en pakt er een grote enveloppe uit die ze mij overhandigt. ‘Wil je dit aanvaarden als een gift voor jouw school? Geheel vrijblijvend.”

In de enveloppe zit 16.000 gulden aan contanten.

Mijn mond valt open. “Hoe… wat…?”
“Ik ving iets op van jouw telefoontje met je vriendin over dat tekort. Ik heb dit geld thuis in de kast liggen want ik heb weinig nodig en ik heb altijd gespaard. Als ik dood ga krijgt mijn broer het, en die zit er warmpjes bij, dus ik geef het liever aan jou want ik vind dat jouw werk moet doorgaan.”

‘Pelgrim’, zoals ze zichzelf noemde, is later in Arnhem komen wonen en was een geziene gast in de school. Een paar keer deed zij mee met een workshop of een buitenlandse retraite. Op haar speciale verzoek hebben we haar (zij was toen 82) seksuele voorlichting gegeven en leren masturberen.

Toen zij ging dementeren vonden we een klein, vriendelijk verpleeghuis voor haar in de buurt. Af en toe haalden wij haar op of namen haar mee uit.

Kort voor zij stierf bezocht ik haar op haar kamer. Ze was helder. ‘Ga eens zitten, Yoyo, ik moet je wat belangrijks vertellen”. Plechtig legde zij haar handen op mijn schouders en zei: ‘Ik heb 40 jaar in het klooster gezeten en geleidelijk aan ben ik daar God kwijtgeraakt. Dankzij jou heb ik Hem weer teruggevonden. En ik ben nu klaar om terug te keren naar mijn Schepper”. Toen zij in coma raakte hebben we met een paar vrienden haar lievelingsliedjes en -psalmen voor haar gezongen. Een dag later is zij vredig ingeslapen.

De school voor levenskunst is doorgegaan zonder verdere financiële calamiteiten en heeft zich ontwikkeld tot een intieme plek waar mensen avontuurlijke ontdekkingsreizen ondernemen om tot zichzelf komen.

En wat mij betreft ga ik door met ‘gelegenheid geven’ totdat het tijd is om andere dimensies te verkennen…

Yoyo

 

‘Stages of Awakening 1 en 2: Anup Takarautio interviewt Yoyo

Aan de keukentafel ontstaan de leukste gesprekken… 
Deze stoere Viking zit nu weer in Finland, voor nieuwe avonturen en ontmoetingen.

 

Yoyo’s coffee/tea chats with Anup Takarautio

Anup is een oude vriend uit Finland, die ik beleef als een echte ‘Viking’ :-). Beoefende hij vroeger vechtsporten als pentjak sila en karate, sinds hij door een ongeval op de werkvloer beperkt is in het gebruik van zijn linkerhand richt hij zich meer en meer op de spirituele dimensie, daarbij geïnspireerd door Osho en de Tantrische scholen. Hij pendelt op en neer tussen Finland – waar zijn vriendin woont – en Nederland. Sinds een paar jaar heeft hij een nieuwe passie: films maken van mensen die hem intrigeren. Ze zijn te zien op Youtube (zie: tautrino isness). 

Hier volgen een aantal gesprekken die wij samen hadden.

Voor het vervolggesprek ga naar: https://youtu.be/hJ6WibnqAX4

2018-03-08 Vietnam

(VOOR EERDERE DATA EN FOTO’S GA NAAR HET TABBLAD ‘OVER YOYO > BLOG’)

 

DONDERDAG 8 MAART

Het verblijf in T&T Villa is weldadig. Ongestoord kan ik mij verdiepen in het nieuwe video-editing programma dat ik heb gedownload en het maken van proeffilmpjes voor mijn Youtube-intro.

Het is een nieuwe uitdaging: in het groene lichtje van de webcam kijken en dan zomaar beginnen te praten tegen een publiek dat je niet kent, maar dat wel elke nuance van je presentatie ziet. Ik wil niet een tekst van papier oplezen, maar ik wil ook geen onderdeel missen van wat ik te zeggen heb.

Het moet kort zijn en krachtig, maar niet een zakelijke opsomming van onderwerpen die ik wil belichten. En vooral: het moet natuurlijk zijn en ‘aanwezig’. Keer op keer begin ik opnieuw, beurtelings in het Engels en het Nederlands. Keer op keer delete ik proef na proef.

 

Af en toe, als ik gefrustreerd raak, neem ik even pauze, voor een zwem-sessie of een praatje met het personeel of de Engelse dames.

Op Women’s Day krijgt de staf een etentje aangeboden van de zaak. Na afloop geeft Bon, een van de personeelsleden, een karaoke-sessie aan tafel (karaoke is hier in Vietnam een hype). Wat een mooie stem!

Ik word uitgenodigd om aan te schuiven en ze delen hun bier met mij. Zelf zing ik ook nog een gevoelig lied, dat enthousiast wordt ontvangen.

Als ik weer naar mijn kamer ga, krijg ik een rode en een witte roos van ze mee.

 

 

 

 

 

 

 

VRIJDAG 9 MAART

Voor 1 Euro huur ik een oude krakkemikkige fiets om wat rond te kijken in de omgeving en mijn laatste jurk op te halen (bij twee verschillende kleermakers heb ik drie jurken laten kopiëren). De halsuitsnede is niet helemaal naar mijn zin, dus morgen moet ik nog een keer terugkomen.

’s Middags bezoek ik de Japanse brug, waar het nu gelukkig veel minder druk is dan eergisterenavond.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijzonder, om in dit originele bouwwerk uit de zeventiende eeuw rond te lopen. De brug is indertijd gebouwd – met de hulp van de plaatselijke Chinezen en Vietnamezen – door de Japanners die hier toen woonden, om handel te kunnen drijven  met de rijke mensen in de buitenwijken van de stad.

Tot op de dag van vandaag geloven de mensen hier dat de brug geluk brengt.

Er hangen oude foto’s en er is een tempeltje met een altaar vol lichtjes, wierook, goudglitter en glans, waarachter het trotse beeld prijkt van de keizer/god Bac De Tran Vo.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik slenter langs de rivier en koop van een marktvrouwtje wat vers fruit voor de reis van morgen: een mooie rijpe mango, lychees, mandarijnen en bananen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de terugweg stap ik nog even af om drie beeldschone Vietnamese meiskes in de gracieuze lokale dracht te fotograferen, die duidelijk veel plezier hebben met elkaar.

Het grote (boeddistische?) tempelcomplex vlakbij het hotel is leeg en ziet er onbezocht en matig verzorgd uit (de meeste Vietnamezen behoren niet tot een religie en houden het thuis bij de voorvaderverering; de communistische regering moedigt religie ook niet aan).

Wel zijn de toegangspoorten prachtig gedecoreerd met oude beeldhouwwerken en reliëfs van monsters en draken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ZATERDAG 10 MAART

De laatste dag kan ik rustig aan doen, want ik hoef pas om vier uur naar het vliegveld voor de vlucht naar Hanoi.

Dus als ik gepakt heb en uitgecheckt ben, ga ik met mijn videoprogramma eerst in de tuin bij het zwembad zitten, en als het zachtjes begint te regenen, in de lobby bij de receptie.

Kort voordat de taxi komt hebben we nog een foto- en knuffelsessie met alle dierbaren, en een van de meisjes haalt nog snel een warme take-away maaltijd voor mij op bij een stalletje om de hoek, want ze vindt dat ik niet zonder eten weg mag (aan een lunch was ik nog niet toegekomen).

 

 

 

 

 

 

 

 

Vier nachten en drie dagen Hanoi

De taxirit en de vliegreis naar Hanoi verlopen voorspoedig en zonder incidenten.

 

 

 

 

 

 

 

In Hanoi word ik na een vlucht van een uur opgewacht door de vooraf bestelde taxichauffeur, die mij in drie kwartier naar de oude binnenstad rijdt.

Ook hier in het Noble & Swan Boutique Hotel (waar ze waarachtig een vegetarisch restaurant hebben!) word ik hartelijk ontvangen en ik krijg een mooie, rustige kamer op de zevende verdieping.

 

Ik duik meteen mijn bed in, want de afgelopen nacht heb ik weinig geslapen en van een siësta is het niet gekomen.

 

 

 

 

 

ZONDAG 11 MAART

De volgende dag biedt Jolie van de receptie aan om met mij een wandeling door de binnenstad te maken als haar shift om vier uur is afgelopen. Daar maak ik dankbaar gebruik van, want het is lastig om wegwijs te worden uit de wirwar van straten en steegjes met onleesbare namen.

Totdat we gaan wijd ik mij aan mijn boekvertaling, die even een paar dagen stil heeft gelegen.

We lopen naar de grote waterpartij dat in het hart van de binnenstad ligt: het Zwaardmeer,  zo genoemd ter ere van de  een of andere held die ooit het land bevrijd heeft van de laatste Chinese overheersing. Zijn grote standbeeld kijkt tevreden uit over de mensenmassa en de watervlakte.

Iets verderop staat een meer eigentijds monument, dat de beschermende kracht van het socialistisch/communistisch bestel symboliseert.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heel Hanoi lijkt deel te nemen aan een relaxte familiale pantoffelparade.

Er zijn staatmuzikanten…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

… ijs- en versnaperingenstalletjes, ballonnenverkopers…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

… en speelplaatsen voor ouders en kinderen, waar hele torens van houten stokjes worden gebouwd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de rode brug naar de tempel in het midden van het meer is het een drukte van belang met selfie-makende verliefde koppels en vriend(inn)engroepjes.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jolie koopt een kokosijsje voor me en vertelt over haar leven.

Naast haar werk als receptioniste doet ze de Pabo, want het lijkt haar leuker om met kinderen te werken dan in het hotelvak te blijven: je moet dat werk echt kunnen doen vanuit je hart – en dat lukt haar niet altijd bij alle gasten… Over een jaar heeft ze haar opleiding afgerond en dit jaar begint ze al met een praktijkstage in een klas met jonge kinderen.

Ze is 25 en single, wat voor Vietnamezen ongewoon/zorgelijk is: je hoort toch uiterlijk op je 23ste al onder de pannen te zijn. Ze aarzelt over het huwelijk en moederschap: haar vrijheid is haar lief. Maar de druk van de maatschappij is groot…: kinderen zijn een investering voor je oude dag, want hier kennen ze niet zoiets als een AOW. dat betekent dat als je geen kinderen hebt, je geld apart moet leggen voor als je later niet meer kunt werken.

Tegen vijven laat Jolie mij achter bij het meer, nadat ze op een plattegrondje van de binnenstad heeft aangegeven hoe ik weer terug naar het hotel kom: ze gaat uit eten met een paar vriendinnen.

 

 

 

 

 

Ik slenter op mijn gemak verder en kijk mijn ogen uit. Hier en daar maak ik wat foto’s.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Halverwege de terugweg wordt ik geconfisqueerd door een fiets-riksja, die mij voor een veel te hoog bedrag (twee keer zoveel als de taxi, ontdek ik later) naar het hotel rijdt. Maar het is een sensatie om in zo’n rijdende stoel-met-luifel voorop te zitten met zo’n zwoegende fietser achter je. Wat me opvalt is dat hier geen terrasjes zijn. Wel zijn er hier en daar koffietentjes en er zitten groepjes mensen op lage stoeltjes aan lage tafeltjes voor hun huis of winkeltje. Thuis maak ik een praatje met de andere receptioniste, Ngoc. Dan doe ik een dutje en ga tegen half acht een hapje eten in het restaurant op de 2e verdieping, waar ik maar zelden mensen zie. De jongens, Lek Tiep en Thang, maken deze keer een lekkere kipschotel voor mij klaar: ik wil weer eens wat vlees proeven…

 

MAANDAG 12 MAART

De volgende dag regent het en ik besluit er een werkzaam bed-dagje van te maken, met alleen een koffie-break in het tentje met de lage stoeltjes, om de hoek. Het Vrouwenmuseum waar ik nog naartoe wil is trouwens dicht op maandag.

Na een werkzame dag en avond (ik heb eindelijk een Engels en Nederlands intro-filmpje geüpload naar Youtube (vooralsnog niet openbaar, omdat ik er nog wat aan wil sleutelen, maar toch!) doe ik om twee uur ’s nachts het licht uit.

 

DINSDAG 13 MAART 

Alweer mijn laatste dag hier. Het beroemde Vrouwenmuseum (in 2016 een eervolle internationaleonderscheiding gekregen) is vanaf 8.00 uur open, maar ik ben pas om 10.00 uur klaar met ontbijten.

de taxi doet er een kwartier over, en op het bordes stuit ik meteen op grote portretfoto’s van oude vrouwtjes met stralende doorleefde koppies, ruwe werkhanden met gebroken nagels en soms een pijp in de mond. Dan werk ik vier verdiepingen af waarin ik een uitgebreid beeld krijg van de Vietnamese vrouw in al haar aspecten: als kind, echtgenote, moeder, rijstplantster, verkoopster, zakenvrouw, leerkracht, religieus leidster, verpleegster, activiste en soldaat in de strijd tegen de Amerikanen.

Tegen half een zit ik met een voldaan gevoel in het restaurantje op de binnenplaats met een lekkere cappuccino.

Nu weer een taxi zien te scoren op de drukke verkeersweg voor het museum. Er stopt er een, maar de chauffeur weet niet waar het Noble & Swan Boutique Hotel is. Gelukkig heb ik in Google maps de route al opgezocht en ik leg mijn smartphone op de stoel naast de chauffeur (passagiers zitten hier altijd achterin), zodat hij af en toe kan checken of we nog op de goede weg zijn.

Ik denk nog: niet vergeten om mijn Galaxy straks weer terug te pakken, maar ik heb afgerekend en sta al in de lobby van het hotel als ik besef dat ik het toch ben vergeten en… de taxi is al weg. Een schrikgolf slaat door mijn lijf als de impact tot mij doordringt. Mijn voornaamste communicatiemiddel met honderden foto’s , filmpjes en al mijn notities en contacten: foetsie! Hoewel… hij staat op autoupload en alle foto’s en filmpjes staan ook keurig in Dropbox (behalve die mooie karakterkoppen die ik net heb gefotografeerd)!

Jolie van de receptie leeft mee, en vraagt of ik me het nummer of de kleur van de taxi herinner. Dan kan ze wellicht een van de centrales bellen. Maar nee, geen idee…

Ik ga naar bed, ontspan mijn spieren en richt mijn aandacht op mijn adem. Maar mijn mind neemt het keer op keer over; kennelijk moeten deze klap en de consequenties even verwerkt worden en de bijkomende gevoelens gevoeld. Dus van een siësta komt niet veel terecht. Zou de chauffeur het mobieltje misschien nog terugbrengen als hij het ontdekt? Maar nee, ik kan me voorstellen dat hij deze geweldige vondst óf voor zichzelf houdt, óf voor goed geld gaat verpatsen. Ik heb er geen beveiligingscode op, dus hij kan er zo in. Weliswaar zit er een lokale simcard in die morgen afloopt, maar die kan hij altijd opladen. Gelukkig zit mijn Vodafone simcard in het reserve-mobieltje uit Denpasar (dat overigens niet blijkt te werken), dus die kan zo in een vervangend toestel als ik thuis ben.

Via Skype bel ik Henk op zijn mobiel, maar hij geeft geen gehoor, dus ik spreek maar wat in op zijn voicemail, want ik moet mijn verhaal toch even kwijt. Even later mailt hij terug dat niet in een goede staat verkeert. Een zware tijd gehad na de operatie, weinig energie, zorgen over de kinderen. En hij bereidt mij voor dat er thuis voor mij een zure appel wacht waar ik wel even doorheen zal moeten bijten. Tja, wat zal dat nou weer zijn… Henk antwoord niet op mijn vraag en ik besluit het maar even los te laten.

Na het avondeten check ik uit bij Ngoc en spek ik de fooienpot. We nemen roerend afscheid en ik verblijd haar met een een ‘Sharing’ kaart. Zij zal zorgen voor een wake-up call om half zes en een take-away breakfast.

Jolie heeft vanmiddag beloofd dat ze er morgen om zes uur zal zijn om mij uit te zwaaien.

Het pakken gaat vlot en ik lig bijtijds in bed, want ik ben moe. Maar de slaap wil niet komen. Dus ga ik maar weer verder met mijn e-mail correspondentie, website update en boekvertaling. En sluit langzaam vrede met de gedachte dat ik tijdens mijn lange terugreis handy-free zal zijn.

Voor de zekerheid check ik of mijn kleine reiswekkertje nog werkt (ik heb aldoor mijn smartphone gebruikt als wekker) en download ook nog een wekker-app naar mijn laptop (die overigens niet blijkt te werken). Dan blader ik nog wat door mijn editing manual en kijk naar een Sadhguru fimpje. Ook al treedt hij regelmatig in herhaling, hij blijft boeien, die man. Om 01.00 uur val ik eindelijk in een diepe slaap.

 

WOENSDAG 14 MAART

De wake-up call werkt – en ook mijn reiswekkertje. Oef, ik ben nog lang niet uitgeslapen… Maar ik troost met de gedachte dat ik tijdens de twee vluchten van vandaag (Hanoi – Kuala Lumpur 4,5 uur uur en Kuala Lumpur-Denpasar ruim 3 uur) lekker even in mijn donzen kussen kan verdwijnen.

Jolie heeft het niet gehaald: er staat een onbekende man achter de balie. Maar de taxi is er en mijn take-away breakfast ligt klaar. Ik laat nog een ansichtkaart voor Jolie achter en in no time ben ik onderweg.

De taxi doet er nog geen drie kwartier over en de incheck verloopt voorspoedig. Ik heb ruim tijd om op mijn gemak het lekkere meeneem-ontbijtje eer aan te doen en nog wat aan mijn boekcorrecties te werken. Dan nog een ice moccha en daar gaan we de lucht in: keurig op tijd.

Ook de transit in Kuala Lumpur gaat soepel. En de vlucht naar Denpasar verloopt ook volgens schema. Leve AirAsia!

Als ik tegen achten in Denpasar aankom blijkt er geen pick-up te zijn (ik had ook geen bevestigingsmail ontvangen mijn de acceptatie van hun aanbod).

Een behulpzame taxichauffeur dient aan, die mij in twintig minuten naar mijn hotel brengt. Hij vraag 300.000 Rupiah (20 dollar). Later in het hotel blijkt dat hun airport transfer 60.000 Rupiah kost…

Maar ik ben dolblij met mijn onderkomen van vannacht. Een heerlijk hotel met een breed bed op mijn kamer, een lekkere warme douche en een gezellig restaurant, waar ik om 21.45 nog net een avondmaal kan bestellen.

Morgen hoef ik pas om 13.10 weer naar het vliegveld. Ik besluit alle verdere activiteiten tot morgen uit te stellen, neem nog een Sadhguru slaapmutsje en ga rond middernacht onder zeil… mijn laatste nacht in het Verre Oosten!

 

DONDERDAG 15 MAART

Ik slaap als een roos en word om half zeven uitgerust wakker.

Na mijn yoyoyoga zit ik om half acht al aan het ontbijt, waarna ik nog een paar baantjes trek in het zwembad naast het restaurant.

Dan boek ik een lekkere Vietnamese aromamassage voor 11.00 uur, neem een douche, check in online bij China airways, beantwoord wat e-mails, download mijn Esbima reader (om in het vliegtuig te bewerken: volgende week begin ik met twee leerlingen aan traject level II) en werk mijn blog bij.

Om kwart over één zit ik in de taxi, die mij in tien minuten aflevert bij Hanoi International Airport. De lange terugreis is begonnen. dit keer alleen geen smartphone om onderweg foto’s te maken…

Op het vliegveld heb ik flink wat tijd om online op mijn laptop te werken (alle luchthavens schijnen tegenwoordig free wifi te hebben), want de vlucht naar Taipei, waar we een tussenlanding hebben, vertrekt een uur later dan gepland.

Van een dutje in het vliegtuig komt vervolgens niet veel, want ik heb een aardige, spraakzame 79-jarige duikinstructeur uit Eindhoven naast me, Ernest, die mij een groot deel van zijn levensgeschiedenis vertelt, waardoor de vlucht van 5 uur snel voorbij gaat.

Ter onderbreking kijk ik nog naar een filmpje over graancirkels en tenslotte doen we toch allebei even de ogen dicht.

De wachttijd van 2,5 uur in Hanoi wordt ook gevoelsmatig verkort, doordat Ernest de draad van zijn verhaal verhaal weer opneemt.

In de aansluitende vlucht naar Amsterdam – die wèl keurig op tijd is) zit ik in het middenblok aan de kant van het gangpad. Rechts zit een jongeman die direct in slaap valt  De plaats in het midden is vrij, wat een gevoel  van ruimte geeft en waar ik mijn tas en spullen kwijt kan gedurende de vlucht van 13,5 uur.

En dan is het steeds je houding wat veranderen, schuiven met kussens en dekentjes, af en toe door het gangpad lopen en wat rekken en strekken, drankjes drinken, maaltijden nuttigen (het eten was goed verzorgd), filmpjes kijken (Paddington 2 en A theory of Everything, over het leven van de zwaar gehandicapte cosmologist Stephen Hawking; bij aankomst in Amsterdam hoorde ik dat hij twee dagen geleden is overleden).

Twintig minuten vroeger dan gepland komen wij aan en een half uur later haal ik mijn grote koffer van de band. Ernest begeleidt me naar de treinen en als ik heb gecheckt dat de eerstvolgende trein naar Arnhem om half acht vertrekt, mag ik zijn telefoontje lenen om Sangito te bellen, die mij een uur en een kwartier later komt ophalen van het station.

De zure appel blijkt een inbraak te zijn die drie dagen geleden heeft plaatsgevonden, toen Carola een week op skivakantie was.

Er is een steen door de ruit gegaan. Vervolgens is er een enorme puinhoop in het huis aangericht kasten en laden opengetrokken en leeggehaald. De brievenbus is ontzet, mijn slaapkamerdeur die op slot zat is geforceerd) en zijn er allerlei spullen meegenomen, zoals mijn iPad, Vaio laptop (waar min hele boekhouding in zat, met alleen lokale back-ups), oude Mac, een scan apparaat, drie geldkistjes (waar overigens bij elkaar nog geen honderd Euro in zat, mijn huissleutel en een portefeuille met weinig gebruikte pasjes. De komende dagen zal ik moeten gaan uitvinden of er verder nog ontbreekt en zo ja wat.

De Politie is geweest, een proces-verbaal is in gang gezet, de rommel is door Henk, Sangito en Carola opgeruimd, het raam is gerepareerd, de deursloten zijn vervangen en er komt iemand van Volkshuisvesting om mijn slaapkamerdeur en -kozijn en de brievenbus te repareren zodra het proces-verbaal is aangevuld met de lijst van vermiste zaken. Ik ben diep geroerd door al die spontane hulp…

Hoewel ik de impact van het gebeurde even moet verwerken, merk ik tot mijn blijdschap dat mijn goede stemming er niet door is verstoord: Uiteindelijk zijn het maar spullen en ik besef dat dat wat werkelijk van waarde is – de liefde die ik voel, de vriendschap die ik overal ervaar, het plezier in het werk en het oog voor schoonheid – door niemand kan worden afgepakt.

De verwarming is aan, er staat een mooie paarse hyacint op tafel van Carola, de koffie is klaar en Sangito heeft heerlijke gebakjes van Christiaan gekocht. We praten uitgebreid bij.

Als hij weg is pak ik op mijn gemak mijn koffers uit, bel Henk, Carola en Volkshuisvesting, neem een warm bad en ga een uurtje liggen in mijn heerlijke bed met de onvolprezen tempur-matras.

Ik ben weer thuis. Alles is goed…
En de praktische zaken zullen zich één voor één regelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2018-03-05 Vietnam

MAANDAG 5 T/M WOENSDAG 7 MAART

Ik ben al vroeg wakker en werk tot elf uur aan mijn boekvertaling. Ik kijk nog even op Google naar de ‘must see’s’ in Ho Chi Minh City, maar geen van de monumenten, (oorlogs)musea en attracties spreekt mij aan. Ik wil gewoon de mensen zien…

Na een lekkere douche wandel ik de stad dus weer in en bestel met gebarentaal (hier geen Engels) bij een klein tentje op een hoek spiegeleieren en een pistolet, met een verse kokosnoot. Heerlijk, die zoete kokosmelk.  Als die op is wil ik het vruchtvlees opeten en vraag aan de baas van de tent of de kokosnoot gekliefd kan worden. Maar hij gebaart dat ik hem maar door het nauwe gat bovenin moet uitlepelen.

De jongen bij de kassa ziet mij worstelen, loopt naar mij toe, glimlacht en neemt de noot mee naar achteren, waarna ik hem even later keurig in twee helften terug krijg. Als ik even later vertrek schiet ik nog even een plaatje van de behulpzame kassa-jongen en een collegaatje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door het plantsoen loop ik terug en loop op een hoek vlak bij mijn straatje tegen een klein maar stijlvol Art Déco cafeetje aan met airco en lekkere Italiaanse koffies.

Daar installeer ik mij met een hete moccha frappé in een knus balkonnetje met een schrijfblad, om mijn blog bij te werken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als ik genoeg heb gedaan besluit ik een kijkje te nemen bij de basiliek aan de overkant.

Vietnam heeft aan de Franse kolonisatie veel katholieken overgehouden (hoewel er volgens Quang vijf keer zoveel boeddhisten zijn en volgens Wikipedia ook flink wat Taoisten).

De grote met koper beslage  deur van de kerk zelf zit op slot, maar rondom de binnenplaats zijn er kleine kapelletjes, een gebedsruimte en veel heilige beelden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De rest van de dag werk ik in mijn kamer en ’s avonds nemen Quang en Mila mij per Grab-taxi mee naar het muziekcafé waar hun vrienden Jerome en Jatar optreden. Het levendige centrum van deze westers georiënteerde stad is een feest van kunstig vervlochten lichtbogen in alle kleuren..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het eetcafé worden we bediend door een barbie-achtig poppetje in een spannend jurkje dat als een handschoen om haar superslanke lijfje sluit.

Quang en ik nemen een pilsje, Mai een thee (de twee cocktails van gisteren zijn haar niet goed bekomen :-)). danWe dromen weg op de zoetgevooisde stemmen van de zangers (met ook weer voornamelijk een zestiger-jaren repertoire).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb nog niet gegeten, dus na een tijdje bestel ik een asperge-krabsoep en een mixed green salad met tofu.
In de pauze komen de jongens aan ons tafeltje zitten en er worden boeiende levensverhalen uitgewisseld. Dan gaan ze weer verder met hun  programma. Ik neem nog maar een pilsje.

,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om kwart over tien, als ze klaar zijn met hun optreden, praten we nog wat na en spreken we af dat we morgen om 12.00 uur als afscheid nog even gezamenlijk gaan brunchen.

(Om half twee moet ik naar het vliegveld, voor de vlucht van ruim een uur naar Da Nang, in het midden van Vietnam. Van daar uit rijd ik met een taxi in drie kwartier door naar Hoi An, een historisch stadje dat vrijwel ongeschonden uit de Vietnam-oorlog (of de American War, zoals ze die hier noemen) is gekomen.)

Dan rijden we weer terug tot waar de taxi kan komen en Quang begeleidt mij door de smalle straatjes naar het toni’s Home, voordat hij naar zijn eigen huis gaat.

Omdat ik na het douchen niet meteen kan slapen ga ik nog maar wat bloggen, totdat ik rond drie uur wegglijd in Morpheus armen.

 

DINSDAG 6 MAART

Om elf uur de wekker gaat en als ik om 12.00 uur gepakt en gedoucht heb sms ik Quang. Die is binnen 5 minuten beneden. Daar is intussen veel werk verzet voor de nieuwe receptie: de vloer en het plafond zijn klaar, evenals de sponningen voor ramen en deuren.

Quang loodst mij tussen en onder de steigers door en dan lopen we in vijf minuten naar het eettentje, waar het geellig druk is. Jatar kon niet komen, maar Jerome zit op de bovenverdieping al op ons te wachten, samen met een leerlinge van hem, die hij ukelele leert spelen. Ik bestel een noodle soep met wat groenten en twee gebakken eieren erbij. Vanwege het geroezemoes en mijn dove oor komt er niet veel van een conversatie terecht, maar Jerome, die zelf ook schildert, geniet van de illustraties van mijn werk.

Half twee… We moeten gaan!

In mijn hotelkamer reken ik af met Quang. Hij geeft mij 20% korting en ik betaal 58 Euro voor de drie dagen en nachten die ik hier heb doorgebracht. Ontroerd bestudeert hij de repro van mijn schilderij Sharing die ik hem als afscheid geef.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan bestelt hij een Grab-taxi en neemt hij mijn koffers mee naar beneden, waar Mai ook net is aangekomen (zij moest vanochtend werken). Gedrieën lopen we naar de taxi, die al klaar staat. Met lede ogen zien ze mij gaan. We knuffelen elkaar vaarwel – en nóg een keer, en nóg een keer – en beloven in touch te blijven via Facebook.

 

Ik ontspan op de achterbank.  De taxi-chauffeur spreekt geen Engels, dus da’s rustig. Door het drukke verkeer in Saigon doet hij er drie kwartier over om bij het vliegveld te komen. Kosten: 3 Euro…

Er staat een grote slingerslangerrij voor de check-in van Vietjet. Is er geen seniorenbalie? Ah! Ik zie een ‘courtesy desk’ waar wat rolstoelers, moeders met babies en bejaarden in staan. Ik heb mijn knie-brace omgedaan, just in case.
Ook in deze rij schiet het niet op. Na een tijdje klamp ik iemand van ground-service aan en die zegt dat ik voor rolstoelhulp een speciaal (gratis) ticket moet hebben, dat ik bij de balie aan de andere kant van de hal kan laten maken.

Gelukkig, daar staat niemand. Ik blijk daar ook meteen mijn grote koffer te kunnen afgeven. Dan wijst het meisje naar de hal hiernaast. Daar kan ik op een van de oranje stoelen gaan zitten, waar ik straks word opgehaald als het boarding tijd is.

Nog een half uur dus. Ik pak mijn donzen kussen uit mijn koffertje en doezel even lekker weg.

Mijn begeleider tikt me op de schouder. Tijd om aan boord te gaan. “Do you recognise me?”, vraagt hij als we onderweg zijn. Ik keer me om en kijk eens goed. Inderdaad! Dezelfde jongen die mij drie dagen geleden begeleid heeft toen ik aankwam in Vietnam… “Yes, I recognise you! Good to see you again.” Hij lacht breed. Bij de gate zet hij mij vooraan naast de rij van mensen die er staat en zegt: “I’ll be back’.

Het duurt nog een half uur voordat er wordt begonnen met boarden. Ik kijk naar de lange rij en prijs mij gelukkig dat ik in eenrolstoel zit…

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit keer kan ik niet meteen door het vliegtuig in, want er is geen slurf. Als de hele rij mensen is vertrokken naar de bussen, wordt ik overgedragen aan een jongeman die mij met nog twee andere rolstoelers naar buiten rijdt en via een laadklep in een vierkant voertuig manoeuvreert, van waaruit we na een trage rit over het vliegveld met een liftmechanisme omhoog worden gewerkt tot het level van de vliegtuigdeur. Wat een ervaring!

Ik heb deze keer een stoel aan het gangpad (fijn voor toiletbezoek!), maar de  middenstoel is vrij en dat geeft een gevoel van ruimte. De jongen bij het raam spreekt geen Engels, dus ik kan even lekker bij mezelf blijven.

Met een uur vertraging vertrekken we naar Da Nang. De vlucht van een uur en tien minuten breng ik beurtelings duttend, koffie drinkend en laptoppend door. Ik ben blij dat ik online al taxivervoer heb besteld bij het T&T-hotel (met zwembad!) dat ik in Hoi An voor drie nachten heb geboekt. Al zal de driver niet blij zijn dat ik een uur later aankom…

In Hoi An is wél een slurf en ik word als alle mensen zijn uitgestapt keurig met een rolstoel langs de formaliteiten geloodst en via een lift naar de baggage claim gebracht, door een meisje dat een selfie wel leuk vindt.

Zij brengt me tot aan de hekken waarachter de ophalers staan met naamborden van passagiers. Hier houdt haar service op. Ik bedank haar hartelijk en loop met mijn koffertje langzaam langs alle mensen die al ik weet niet noe lang staan te wachten en ja hoor: daar zie ik Elisabeth van der Kooi.

Wéér iemand die geen Engels spreekt, maar aan wie ik wel kan zien dat hij niet blij is met de lange wachttijd. Wat ik me nog beter kan voorstellen als blijkt dat de rit naar Hoi An geen half uur maar  een uur gaat duren, vanwege de verkeersdrukte langs de kust: hij heeft vast nog  niet gegeten en verlangt naar zijn avondmaaltje en nu wordt het zeven uur in plaats van zes uur…

Een mooie rit, trouwens. De Vietnamezen weten van lichtversiering is. En aangezien de hele kuststrook een onuitputtelijke bron van inkomsten is laten ze niets onbeproefd om hun bars, restaurants, spa’s en hotels te voorzien van de meest fraaie lichtdecoraties in alle kleuren van de regenboog. Hier en daar doet het een beetje Chinees aan, wat niet vreemd is vanwege het feit dat tussen 1600 B.C. en nu het land vier keer eeuwenlang door Chinese dynastieën werd bestuurd.

Dan zijn we bij T&T… en ik beland ik een waar paradijs!

Er wordt een welkomstdrankje gebracht. Een schattig meisje achter de balie , Yim, vertelt dat ze mijn kamer geupgrade hebben voor dezelfde prijs.

Behalve airco, TV, wifi, een kluisje en een badkamer met stortdouche krijg ik ook een bad in mijn slaapkamer en een balkon met uitzicht op het zwembad.

Dan legt ze mij  uitgebreid uit welke goodies deze plek heeft en laat op een plattegrondje zien waar ik bezienswaardigheden, vegetarische restaurants en kleermakers kan vinden (het lijkt me leuk om een paar van  mijn jurken te laten kopiëren; dat kan in één dag). Het historische centrum is op loopafstand, maar ik kan voor een luttel bedrag ook een fiets of een scooter huren: 5 km hier vandaan is een mooi strand.

Het ontbijtbuffet is van 7.00 tot 10.00 en het zwembad is open van 8.00 tot 21.00 uur.

Als ik mijn kamer op de eerste verdieping binnenkom stroom ik over van dankbaarheid. Wat en oase…


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is inmiddels  kwart over acht. Ik pak mijn zwempak uit de koffer en  ga te water. Er is verder niemand in het zwembad, dus ik kan rustig op mijn rug ronddobberen zonder tegen iemand aan te botsen. Wat een weelde, na zo’n lange reis.

 

 

 

 

 

Als ik daarna gedoucht heb, besluit ik toch maar te kijken of ik nog ergens een hapje kan eten. Beneden bij de balie vraag ik meteen maar even of ik hier een dag langer kan blijven: dan maar een  dag minder in Hanoi…
Het kan. Alleen moet ik voor de laatste nacht wel even verkassen naar een vergelijkbare kamer op de begane grond. Dat vind ik geen probleem.

Op mijn gemak wandel ik door de zoele avond in tien minuten naar een van de vegetarische restaurantjes die mij zijn aanbevolen. Het is leeg en het ziet er naar uit dat de jongen net wil gaan sluiten. Maar nee, hij nodigt mij uit om binnen te komen en gaat nog wat voor mij klaarmaken. Vegetarische loempiaatjes en papaya-salade met kroepoek. Ik neem er een mango shake bij en maak een praatje met de jongen Huy, die goed Engels spreekt. Hij is een paar dagen geleden door zijn rug  gegaan en moet het rustig aan doen (gelukkig heeft hij hulp in de toko, en  boven een bed waar hij af toe op kan gaan liggen. “’t Is wat, hè, met dat lijf,” zeg ik lachend, en vertel over mijn knie en dove oor.

Ik kan de salade niet op en Huy pakt hem voor mij in voor morgen. Innig tevreden loop ik terug naar huis door de stiller wordende straten, waar hier en daar langs de weg nog mensen zitten de praten op terrasjes, bij eetkarretjes of op de stoep.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Thuis installeer ik mij in mijn brede bed en wijd me tot middernacht met veel plezier aan het retoucheren van foto’s, omschrijven van filmfragmenten, beantwoorden van mailtjes en het bijwerken van mijn blog, waarna ik mij met een diepe zucht van welbehagen laat zakken in een warm schuimbad en me een half uur later overgeef aan een zoete nachtrust…

 

WOENSDAG 7 MAART

Hoewel ik de wekker op half negen heb gezet, wordt ik om zeven uur al wakker en heb weer zin in de dag. Ik rek mij even lekker uit en nestel me dan in de kussens voor de laatste update van mijn blog. Heerlijk om weer een goede en snel werkende internetverbinding te hebben.

Tegen negenen doe ik wat yoga-oefeningen, waarna ik mijn zwempak aantrek (dat alweer bijna droog is). Tijd voor een koele duik.

Deze keer zijn er twee andere (verliefde) mensen die hetzelfde idee hebben, dus ik maak het niet zo lang.

Het ontbijtbuffet is overweldigend en verrukkelijk.  Vers tropisch fruit en sappen, salade, broodjes, cakes, yoghurt, rijst, bami met of zonder vlees en op verzoek eieren naar wens bereid. Het enige wat hier ontbreekt is kaas…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik geniet op mijn gemak van alle heerlijkheden en maak daarna een praatje met een paar vriendinnen: drie dames van mijn leeftijd uit Londen en Schotland, die aan een naburig tafeltje zitten. Zij zijn al vaker in Hoi An geweest (ik vrees dat mij dat ook gaat overkomen :-)) en gaan vandaag naar het strand.

Tot vier uur werk ik aan (de foto’s voor) mijn blog tot op dit moment. En besluit dat het nu tijd is (naast de uitstapjes) om weer eens te focussen op mijn filmproject.

Dat betekent voor mijn lezers de komende drie dagen radiostilte…
Tot later!

 

 

 

2018-02-25 Phils

ZONDAG 25 FEBRUARI T/M DONDERDAG 1 MAART 

 

De dagen in Bulalacao glijden voorbij als een zucht in de wind – en tegelijkertijd voelt het alsof ik hier al weken zit. De kalme zee in de baai trekt zich terug en zwelt weer  aan.

 

 

 

 

 

 

 

De kleuren van de zee en lucht veranderen door de dag heen.

Om half zeven uur ’s avonds is het donker, om half zeven ’s morgens weer licht. Het is het droge seizoen en het weer is stabiel. Rond 28 graden overdag en 26 ’s nachts. Alsmaar zon, met af en toe wat lichte bewolking en een verkoelend windje. Een enkele keer valt er ‘s-nachts  wat regen, waar we heel blij mee zijn.

De vertrouwdheid van het samenzijn met Leny en Peerke doet me goed na al het anonieme reizen.
Het is heerlijk om mijn knusse kamer te hebben in het guesthouse, waar ik lekker kan werken in mijn eigen ritme.

 

 

 

 

 

 

Als ik ’s morgens wakker word heb ik dit uitzicht:

 

 

 

 

 

 

 

Meestal begin ik de da met wat yoyoyoga en/of een duik in het zwembad.

 

 

 

 

 

 

Af en toe scheert er zwaluw over laag over het zwembad en duikt even voor een slokje water in de vlucht.

Na het douchen kijk ik – als ik wifi-ontvangst heb – naar mijn e-mail  en beantwoord ik wat mailtjes. Of ik werk wat aan mijn blog of de boekvertaling.

Rond tien uur ga ik naar de keuken in het grote huis, waar Leny dan meestal een lekker ontbijtje voor me klaarmaakt. Zij is dan zelf intussen aan de koffie toe, want ze heeft dan al van alles gedaan en de honden Sandy en Bruno uitgelaten. Om half twaalf komt Peer erbij voor de lunch (ik ga dan aan de koffie) en daarna gaan die twee plat voor de siësta en ik ga aan het ‘werk’ in mijn bed.

Rond vier uur ga ik weer eens kijken in de keuken van het grote huis en een kopje thee drinken met Leny. Tegen vijven zijn de werkers naar huis en doen we meestal gedrieën een zwembadsessie om af te koelen.

 

 

 

 

 

 

 

Dan is het om zes uur weer sunset time. Tegen half acht gaan we eten – en na de afwas installeren we ons op de banken in de TV-kamer om nog  wat nieuws zien of een film bekijken. Bedtijd is rond tienen, waarna ik in mijn slaapkamer meestal nog wat op de computer werk.

Twee achtereenvolgende dagen geef ik Peerke en Leny tegen de avond een lekkere massage.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik oefen met mijn gimbal (een handgreep voor de smartphone waarmee je vloeiende omgevingsopnamen kunt maken) en schiet hier en daar wat macro-plaatjes in en om het huis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De werkers komen en gaan. ’s Morgens en ’s middags heeft Leny huishoudelijke hulp van Judy, een vrouwtje uit het Mangian-dorp een half uur lopen hier vandaan. In de middagpauze, van half twaalf tot half drie, loopt ze heen en weer naar huis om voor haar kinderen en kleinkinderen te zorgen.

Peerke is nu bezig met de voorbereidingen voor het installeren van een kleine windmolen boven op de heuvel en daarvoor moet een fundament worden gelegd. Ik zie twee  jongens  de hele ochtend sjouwen met stenen die ze van het strand oprapen en in plastic zakken de lange de  helling op sjouwen. Af en toe hoor ik ze lachen en gekheid maken.

Donderdag 1 maart

Vandaag is het de laatste dag hier bij Peerke en Leny en in de Filipijnen. Morgen vertrek ik naar Vietnam. Ik heb nog wat kleine cadeautjes voor ze, en als afscheid maakt Peerke voor het happy hour bij zonsondergang een kan met heerlijke piña colada.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de zon onder is gaan we naar boven voor ons gezamenlijke ‘galgenmaal’: romige pompoensoep met kokoscrème en een heerlijke bami-schotel.
Na afloop kijken we nog even of er wat op de TV is wat ons kan boeien, maar aangezien dat niet het geval is gaan we na een beetje zappen vroeg naar bed: we ontbijten morgen om half acht, want om kwart voor negen vertrekken we naar de haven  van Bulalacao, voor mijn overtocht naar Cataclan Airport.
(Dat er ineens zoveel foto’s zijn komt, doordat ik inmiddels (4 maart) in Vietnam zit (Ho Chi Minh City), waar ze  een uitstekende internetverbinding blijken te hebben!)

2018-02-19 Phils

MAANDAG 19 FEBRUARI

 

Afscheid van Lala Panzi

 

 

 

 

 

 

 

 

Vandaag verhuis ik voor 2 nachten naar hiernaast: een wat chiquer, rustiger en minder ‘Pippi Langkouserig’ hotelletje dan Lala Panzi. De (afwezige) eigenaren zijn Zwitsers, en dat kun je zien.

Ik begin met het bijwerken van mijn e-mail en het feliciteren van mijn zusje Joyce, die vandaag jarig is.
Dan neem ik uitgebreid de tijd voor mijn laatste ontbijt hier.

TAN -TRAGEDIE

 

 

 

 

 

Als ik tegen half  twaalf mijn koffers heb gepakt, ga ik naar beneden om te betalen.
Dat kan per creditcard, heb ik begrepen.

Maar anders dan in de hotels tot nu toe, gaat dat hier niet met een gewone pinpasautomaat, maar via een online connectie met de bank.

Het duurt een tijdje voordat Jen de optelling gemaakt heeft van al mijn consumpties. Maar we komen uit op € 298,- voor zes dagen, inclusief alle maaltijden en de wasserij.

Dan gaan we online en moet er van alles worden ingevuld. Uiteindelijk komt er een creditcard verificatie en de bank stuurt een TAN-code naar mijn mobiele telefoon met het verzoek de beveiligingscode in te vullen.

Oeps…! Dat is nu lastig. Ik heb een lokale telefoonkaart in mijn Galaxy zitten, met een ander nummer. Mijn Vodafone simcard zit in een reservetelefoontje dat ik heb gekocht in Indonesië om in noodgevallen bereikbaar te zijn. Maar dat zit boven in mijn koffer en is niet opgeladen… Bovendien is de bediening daarvan in het Indonesisch.

Dan maar even de kaarten wisselen. Gepruts. Jen is daar gelukkig behendig in.

Maar tegen dat de klus is geklaard, is de wachttijd voor het invullen van de beveiligingscode verstreken. Dat betekent een stap terug en opnieuw de TAN aanvragen.

Dan plopt er een bericht op van de bank: ‘Blijkbaar is er iets mis gegaan met de beveiligingscheck van uw boeking en wij hebben uw creditcard geblokkeerd’.

OK, we beginnen weer helemaal opnieuw, met het invullen van alle gegevens. Creditard nog steeds geblokkeerd.

 

 

 

 

 

Jen gaat de computer maar eens herstarten, de geschiedenis wissen en we beginnen nog maar een keer van voren af aan. Nee hoor, het werkt niet. Na drie keer de hele procedure te hebben afgedraaid geven we het op.

Wat nu?

Eh… ik herinner me dat ik ook nog twee Paypal accounts heb – die ik overogens zelden gebruik. Dus proberen we het daarmee. Gelukkig kan ik mijn inlogcodes uit Dropbox opvissen.

Maar om mysterieuze redenen werkt Paypal vandaag ook niet.

Tja, nu zit ik met de handen in het haar. Cash geld heb ik haast niet meer. En de dichtstbijzijnde ATM-machine waar ik mijn pinpas kan gebruiken is een half uur met de taxi van hier. Bovendien kun je daar per dag maar € 160,- mee opnemen, dus dat schiet ook niet op. Als die creditcard geblokkeerd blijft, heb ik voor het vervolg van mijn reis een serieus probleem…

We doen nog één keer de creditcard. Er komt geen eind aan het geduld van de goeie Jan (en het mijne), ook al zweet ik ls een otter, ondanks de ventilator. Wéér een weigering. Ah, maar er staat een Nederlands fraudetelefoonnummer bij da je kunt bellen. Bereikbaar vanaf zeven uur ’s morgens. Het is hier vijf voor twee en daar dus vijf voor zeven.

Ik ga even pauzeren in het restaurantje. En kijk wie we daar hebben: Llana uit Rusland (wonend en werkend in Shanghai), die ik zes dagen geleden dagen geleden bij mijn aankomst hier ontmoette. Ze is net terug van El Nido, komt hier lunchen en begroet mij hartelijk. We praten even bij en dan ga ik terug naar Jen, voor het vervolg van het betaalavontuur. Ik bel het fraudenummer in Groningen en krijg een vriendelijke (en nog een beetje slaperige) jongeman aan de telefoon. Ik leg hem de situatie uit en hij gaat even kijken wat er aan de hand is. Inderdaad ziet hij dat er een transactie is geweigerd. Hij heft de blokkade op en zegt dat ik nu weer kan betalen. Zo simpel is het!

Met een zucht van verlichting gaan Jen en ik opnieuw door de hele procedure – en nu kan ik mijn TAN-code ophalen en de beveiligingscode intoetsen. Gepiept!
We zijn tweeëneenhalf uur bezig geweest…

Losweken en overstappen naar de buren

Ik bestel een cappuccino bij Kailo en ga terug naar Jen. We praten nog een half uurtje en dan gaat zij naar haar hotelletje om de hoek, waar ze nog een massage neemt voordat ze vanavond terugvliegt naar Shaghai.

Het is tegen vijven als ik klaar ben om te vertrekken.

Terwijl ik  van iedereen afscheid neem (ik kom morgenavond nog terug voor de jam-session, hoor!) schiet ik nog een paar plaatjes van  Jen met Karen laat me fotograferen met Karen.

 

 

 

 

 

 

 

Ik krijg ik Kailo zover dat hij ook even voor mij wil poseren (hij houdt daar niet zo van, wat ik kan snappen, en hij heeft het veel te druk met koken voor alle gasten die de hele dag door van alle kunnen bestellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de uitgang tref ik Antonio, waar ik nog een paar leuke shots van neem.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan volg ik de bell boy, die mijn koffers naar hiernaast brengt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij Floral Villarosa is het een oase van rust, vergeleken bij het dynamisch-chaotische Lala Panzi (waar afgelopen weekend 33 gasten waren). Een mooi aangelegde tuin met een groot zwembad, een hangmat, en een rustbed; voor mij een sober ingerichte kamer met een groot balkon, airco, een breed bed en een ruime douche. Beneden een smaakvol restaurant en behulpzame meiskes. Heerlijk om bij te komen voordat ik weer ga reizen.

 

Nieuwe hartscontacten

Meteen maar even afkoelen in het zwembad. Ik leg mijn kleren en handdoek op het rustbed en als ik uitgezwommen ben zitten daar twee Filipijnse zusjes met hun smartphones te spelen. Anniza en Krizza. Ze komen van Iloilo, op het eiland Boracay en zijn hier met hun moeder Anneth, die hen van twee verschillende mannen heeft gekregen, blijkbaar zonder dat daar een relatie of actief vaderschap van kwam. Ze spreken vloeiend Enge

Anniza (22) vraagt honderd uit en is duidelijk geïntrigeerd door mij. Ik blijk te lijken op op Granny, wijlen haar dierbare overgrootmoeder, door wie ze de eerste zeven jaar van haar leven is opgevoed, omdat haar moeder de kost moest verdienen als croupier in het casino van een cruise-boot. Ik bestel een San Miguel light, moeder Anneth (een vrouw van de wereld; ze heeft Maleisië, Hongkong, Thailand en China bezocht), komt erbij en tegen dat ik echt moet plassen besluiten we over een half uur in het restaurant ons gesprek voort te zetten tijdens het eten. Tijd om te douchen, wat e-mails te beantwoorden en even languit te gaan liggen.

Aan tafel vertelt Anniza over haar onvervulde teken- en schilderambities, haar werk in Manila op de software-afdeling van IBM (van 16.00-00.30 uur een baan waar ze 60% tevreden mee is, maar goed mee verdient), haar online bijbaantje in de IT (van 02.00 tot 06.00) en haar vele (digitale) vrienden en collega’s. Ze heeft me inmiddels al een vriendschapsverzoek gestuurd op Facebook.

Anneth vertelt over haar twee ‘ongelukjes’, van respectievelijk een kennis van een vriendin en een man waar ze vier maanden een relatie mee had toen ze in dat casino werkte. Toen ze het uitmaakte bleek ze zwanger te zijn. Na de geboorte van Krizza stopte ze met werken en nam de zorg voor haar kinderen op zich, omdat Granny inmiddels was overleden. Ze wordt onderhouden door de familie en momenteel voornamelijk één van haar zusters. Haar leven bestaat – sinds in 2015 hun huis afbrandde – voornamelijk uit TV-kijken en lezen (crimi’s en keukenmeidenromannetjes). We hebben het over seks, relaties, religie, zwarte magie en spiritualiteit – en wisselen uitgebreid foto’s uit. 16-Jarige Krizza zit er wat stilletjes bij maar haar ontgaat niets.

Tegen half elf beëindigen we de sessie en spreken af dat we morgen om half tien gezamenlijk zullen ontbijten, voordat ze de thuisreis aanvaarden.

In bed houd ik mij nog even bezig met mijn huiswerkjes – maar tegen twaalven I call it a day….